HEKSERIJ
De veelvuldige vormen van hekserij worden door de Bijbel verklaard als strijdig met Gods Woord en wil, en zij worden specifiek omschreven als rebellie tegen God.
Deut. 18:10-12 Er zal onder u niet gevonden worden iemand, die zijn zoon of zijn dochter door het vuur doet gaan, of die waarzeggerij bedrijft, of een tijdwaarnemer, of een tovenaar, of een heks, of een charmeur, of een vertrouwenspersoon van geesten, of een tovenaar, of een necromant. Want allen, die deze dingen doen, zijn den HEERE een gruwel; en vanwege deze gruwelen drijft de HEERE, uw God, hen uit van voor uw aangezicht.
1 Sam. 15:22-23 En Samuël zeide: Heeft de HEERE even grote lust aan brandofferen en offeranden, als aan het gehoorzamen van de stem des HEEREN? Ziet, te gehoorzamen is beter dan een offerande, en te horen dan het vet des rams. Want de opstandigheid is als de zonde dertoverij, en de halsstarrigheid is als ongerechtigheid en afgoderij. Omdat gij het woord des HEREN verworpen hebt, heeft Hij ook u van het koningschap verworpen.
Nahum 3:4-5 Vanwege de menigte der hoererijen van de welbeminde hoer, de meesteres der hekserijen, die volken door haar hoererijen verkoopt, en geslachten door haar hekserijen. Zie, Ik ben tegen u, spreekt de HEERE der heirscharen; en Ik zal uw rokken ontdekken op uw aangezicht, en Ik zal de volken uw naaktheid tonen, en de koninkrijken uw schande.
Het geloven in leugenachtige wonderen is tegen het Koninkrijk Gods, daar het handelen naar deze invloeden de mensen en het Koninkrijk verontreinigt. Het woord “heks” komt van het begrip “verdraaien”, “omkeren”, en “in opstand komen” met een afwijkende set wetten die door mensen zijn gemaakt.
NB. Zelfs religieuze personen in “Christelijke” kerken die beweren dat de Tien Geboden, de Statuten en de Rechterlijke Verordeningen van de Wet van Gods Koninkrijk niet langer van toepassing zijn op de verlosten, behoren tot de categorie heksen omdat zij deze dingen bedekt houden en dus in duisternis verkeren.
Spurgeon citeert weer: “Het hart is als een donkere kelder, vol met hagedissen, kakkerlakken, kevers, en allerlei soorten reptielen, die we in het donker niet zien. Maar de Wet doet de luiken naar beneden en laat het licht binnen, en we zien het kwaad”.
TOVENAARS
De tovenaar bedriegt, net als de magiër, de mensen door middel van bedrog, en overtuigt hen ervan dat de voortgebrachte illusie de werkelijkheid is. Door de aandacht van Gods volk af te leiden, slaagt hij erin hen van Gods Woord af te leiden om hen van het geloof af te brengen.
Jesaja 47:9 Maar deze twee dingen zullen u op één dag in één ogenblik overkomen, het verlies van kinderen, en het weduwschap; zij zullen u in hun volmaaktheid overkomen vanwege de veelheid van uw tovenaars, en vanwege de grote overvloed van uw betoveringen.
Handelingen 13:6-8 En als zij door het eiland tot Paphos gegaan waren, vonden zij een zekere tovenaar, een valse profeet, een Jood, wiens naam was Barjesus: Die was bij den plaatsvervanger des lands, Sergius Paulus, een verstandig man; die Barnabas en Saul riep, en begeerde het woord Gods te horen. Maar Elymas, de tovenaar (want zo is zijn naam volgens de uitlegging), weerstond hen, zoekende de plaatsvervanger van het geloof af te keren.
Een ander middel om illusies te scheppen is door het gebruik van drugs.
Muziek, instrumenten en klappen zijn weliswaar Schriftuurlijk, maar het gebruik ervan in de eredienst is het spontane product van wat voortkomt uit een rein hart. Wanneer deze dingen worden gebruikt om emoties op te wekken bij mensen zonder gereinigd hart, vooral in massabijeenkomsten, kunnen mensen die beweren “de aanwezigheid te voelen” in zulke bijeenkomsten het product van tovenarij voelen.
Kerken kunnen dus betrokken zijn bij tovenarij om een vals gevoel van veiligheid of aanvaarding door God te creëren, dat weinig te maken heeft met berouw of het houden aan wat het Nieuwe Testament “de Geboden van God” noemt.
RACIALE TEGENSTANDERS [SATANS]
We kunnen lezen dat mensen voldoende geperverteerd kunnen worden om er een gewoonte van te maken kwaad te doen. Dit is het doel en de gewoonte van de Joden. In Matt. 3:7, 12:34, 23.33 en in Lukas 3:7 zeggen Jezus en Johannes de Doper dat de Joden “een geslacht [een afstamming] van adders” zijn. Duivelsdrift manifesteert zich altijd in deze nakomelingen van Ezau, bekend als het slangenras. Het verzet tegen God komt dus tot uiting in de Joden die van deze lijn zijn.
Door rassenvermenging raakten de nakomelingen van Esau [Edom] vermengd met hen die van Kaïn afstamden. Vandaar dat Jezus kon zeggen: “De Joden” stammen af van Kaïn, en dat de vader van de Joden werd gesymboliseerd als “de duivel”. Hun vleselijke natuur die hun wetgever is, is altijd een tegenstander of een “satan”. Het kwaad kan zich manifesteren in rassen die “door de duivel geplant” zijn, d.w.z. zij zijn geboren om tegenstanders te zijn. Dit symboliseert hun oorsprong. Zoals Paulus zegt, wie zijn wij om te twisten waarom de Pottenbakker verschillende volkeren maakt.
God maakt inderdaad verschillende vaten voor verschillende doeleinden -[Rom. 9:21] – ook al ontkent de “Kerk van Iedereen” dit.
Het woord “duivel(en)” is ook vertaald als “harig”, “geit”, “bederver”, en “lasteraar”, de eerste twee in verband met wat Esau is, en de tweede twee met wat Esau doet. Bedenkend dat Esau’s nakomelingen [Edom] gesymboliseerd worden door een geit, merk op dat de Joodse Encyclopedie zegt: “De moderne Jood is Edom”, dat wil zeggen, hun leiderschap stamt af van Esau en niet van Izaäk. In de Schrift wordt ons gezegd: “In Izaäk zal uw zaad genoemd worden” – [Gen. 21:12, Romeinen 9:7 en Hebreeën 11.18]. Deze Joden kunnen daarom geen Israëlieten zijn. God haatte Ezau voordat Ezau geboren was, en Hij doet dat voor alle generaties- [Maleachi 1]. Nu kunnen we zien hoe “harig” in het plaatje past. Weet je nog dat Esau behaard werd geboren? Men zou tot de conclusie kunnen komen dat de Edomitische Joden duivels zijn!
We hebben gesproken over Beëlzebub, de prins van de demonen, als een idee van het Jodendom, maar we moeten het feit in overweging nemen dat het Jodendom een Prins, of Koning der Joden heeft, die regeert over “De Geleerde Ouderen van Sion”, met daaronder verschillende Cahilla [secundaire leiders] leden in rang. Maakt dit hun Prins in feite gelijk aan een “Prins der Duivels”?
Zei Jezus niet over de Joden: “Gij zijt van uw vader, de duivel”? Toch zullen de meeste kerken deze uitspraak niet accepteren, en in plaats daarvan beweren dat de uitdrukking “De Joden”, die van Esau kwamen in plaats van Isaäk, Israël vertegenwoordigt. Zulke kerken zijn tegenstanders of “satans”.
