RACIALE OORSPRONG
Wegens de radicale aard van de raciale biologische verschillen (en ook om strikte taxonomische redenen) zijn niet alle wetenschappers bereid de mensheid als één zoölogische soort in te delen. Hoe het ook zij, er is voldoende bewijsmateriaal om aan te tonen dat de primaire bestaande rassen, hoewel nu mogelijk interfertiel, de afstammelingen zijn van varianten van meer dan één archaïsche soort van aapachtige wezens die meer dan een miljoen jaar geleden de aarde bewoonden. Maar niet alle rassen bereikten op hetzelfde ogenblik het niveau van homosapiens; de Kaukasoïde bijvoorbeeld is meer dan 200.000 jaar ouder dan de Negroïde. Dit feit alleen al zou voldoende kunnen zijn om de relatieve historische achterstand en het culturele falen van de negroïde volkeren en hun verwaarloosbare bijdrage tot de beschaving te verklaren. En sommige rassen zijn reeds uitgestorven, terwijl andere, bijvoorbeeld de Australische Aboriginals (door antropologen omschreven als steentijdvolkeren), de Veddahs van Sri Lanka (het vroegere Ceylon) en Zuid-India, en de niet-Mongoloïde Ainu van Japan duidelijk het paracme van hun evolutionaire lijnen hebben bereikt zonder hoop op herstel. Evenmin is er veel hoop op overleven in intacte raciale vorm van de Amerindianen, de Mongoloïde Amerikaanse Indianen, de inheemsen van het westelijk halfrond.
Met een realistische kijk op de mensheid zijn antropologen en andere serieuze natuurhistorici het er nu algemeen over eens dat de belangrijkste factor in het kosmische proces dat de mens uit een primitievere of brute toestand heeft verheven, rasvariatie is geweest. variabiliteit, niet uniformiteit, is geweest, waarbij elke etnische entiteit is geëvolueerd met constitutionele of biologische kenmerken die eigen zijn aan die entiteit en die haar een voordeel gaven om in een speciale omgeving te overleven. Dergelijke organische variaties, die door de door God gegeven natuurwetten zijn ingeplant, kunnen nu worden gezien als weerspiegeld in de geschiedenis van elk volk, in zijn geslachtenkarakter, de persoonlijkheid van zijn volk, hun gewoonten en cultuur. Deze kwaliteiten zijn meetbaar, waardoor nationale en raciale vergelijkingen mogelijk worden en discriminatie rationeel zonder vooroordeel.