Inleiding
Ik heb wat schrijvers horen klagen over mijn schrijfstijl. Vaak is de grammatica slecht, of de zinnen te dit of te dat. Ten eerste antwoord ik dus, ik wist niet dat ik een schrijfstijl had. Ten tweede heb ik nooit beweerd dat ik een schrijver ben. Ik ben een kunstenaar.
Het enige wat ik wilde zijn was een kunstenaar die onze tanende artistieke cultuur leven in kon blazen, maar ontdekte dat de kunstwereld geheel Kanaänitisch geleid en geïnspireerd was. Onze Saksische cultuur was aan het uitsterven in de jaren 1860. Hoe meer ik probeerde om het te maken, hoe meer ik zag dat eigenbelangen van andere krachten mij tegenwerkten omdat ik van mijn erfgoed hield. Ik werd in een hoek gedreven, ik moest me een weg naar buiten vechten. De ongerechtigheid van dit alles dwong mij om het machtige zwaard, de pen, op te nemen. Om de pen te kunnen hanteren heb je goede munitie nodig. De munitie is geschiedenis en de Schrift. Hoe meer ik van deze munitie opsloeg, hoe meer ik onze sociale misstanden en rebellie tegen God zag.
Ik ben nu op het punt gekomen dat ik zeg, bewijs mijn ongelijk. Zoals ik al zei, ik wilde nooit schrijven, ik wilde mijn brood verdienen met het verkopen of maken van grote kunstwerken. Ik geloofde echt dat als je iets beters had, je het zou maken. Mijn schilderijen worden geliefd en bewonderd en toch kom ik nergens. Er was iets mis met mijn nave theorie. Het blijkt dat degenen die van mijn vaardigheden houden, ze niet kunnen betalen, en degenen die dat wel kunnen, ze niet inhuren. Een geschoolde tandarts kan een betaalde tandarts worden, een geschoolde monteur kan een betaalde monteur worden, maar een geschoolde kunstenaar wordt genegeerd door de gevestigde orde. Alleen kunstenaars die voldoen aan de eisen van de gevestigde orde, kunnen het maken. Pablo Picasso, de Pxxx-kunstenaar wist hoe het zat. Zijn werk was minder hoopgevend, maar hij deed wat de gevestigde orde hem opdroeg en leefde een luxueus leven. In een vluchtige vlaag van eerlijkheid schreef hij.
De meeste mensen kunnen vandaag de dag geen troost meer verwachten van kunst. De geraffineerde, de rijken, de distillateurs van kwintessens (de trendy verwenden zoals die in de mode, de rijken en de kunstcritici; dus het Kanaänitische establishment) verlangen in de kunst van vandaag alleen nog het eigenaardige, het excentrieke, het schandalige. En ikzelf, sinds de komst van het kubisme (dus toen hij zijn stijl op het niveau kreeg dat kubisme werd genoemd), heb deze kerels gevoed wat zij wilden, en deze critici tevreden gesteld met alle belachelijke ideeën die door mijn hoofd gingen. Hoe minder ze ervan begrepen, hoe meer ze mij bewonderden Ik heb mijn tijd begrepen en de imbeciliteit, de ijdelheid, de hebzucht van mijn tijdgenoten uitgebuit.
Picasso’s grootste kunstwerk was zijn eerlijke bekentenis.
Sommige spionnen van de gevestigde orde lezen al onze geschriften, en noemen ons verdraaiers van de geschiedenis. Ik zeg tegen hen, bewijs ons ongelijk! Koop mijn werken. Geef me opdrachten. Laat me genieten van de status van Picasso op grond van de verdienste van mijn werk. Want dan klopt mijn redenering niet, dan moet ik ongelijk hebben. Ik moet de zegeningen, die de gevestigde orde aan Picasso heeft geschonken, nog ondervinden (ervaren). Op de een of andere manier denk ik niet dat zulke zegeningen van die clowns zullen komen. Waarom niet? Misschien omdat er, zoals bij zoveel van mijn verwanten, een waarheid aan het licht is gekomen, een waarheid die de orde der dingen zal doen instorten. Kijk, mocht ik ongelijk hebben omdat het bewijs van de pudding dit uitwijst, dan zal ik mans genoeg zijn om nederige taart (of pudding) te eten en te stoppen met schrijven, zodat sommigen mijn afschuwelijke stijl niet langer hoeven te ondergaan. In de tussentijd heb ik geen andere keuze dan door te gaan zoals ik bezig ben, hoe hopeloos mijn schrijfkunsten ook zijn. Want als professionals de uitdaging niet aangaan om de waarheid aan het licht te brengen, dan zullen minder verfijnde schrijvers zoals ik het wel doen. In principe zijn mijn geschriften niet bedoeld om de massa’s of academici te bekeren of aan te spreken. Het doel is om de geroepenen te versterken die uit de eerste graad geroepenen worden gesleurd.
De kerkgaande Saksen zijn slechts geroepenen van het eerste niveau en gebakken met de sofisterij van het farizeïsche zuurdesem. Zij vormen het bruidsgezelschap, maar zij zijn een opstandige bruid, de dochter van het opstandige Sion. Zion speelde de hoer. Zo moeder, zo dochter. Dus de dochter van Sion speelde ook de hoer. Echter, het tweede niveau (een kleinere menigte) van geroepenen, werden geroepen uit de kerken of de dochters van Sion. Dit tweede niveau is het lichaam van Christus, het is niet de bruid. Degenen in dit niveau missen misschien de farizeïsche verfijning, maar ik denk dat dat een pluspunt is. Mozes viel onder deze categorie, het ontbrak hem zelf aan sofisterij, maar hij sprak de waarheid. Mijn standpunt is dit, als je dingen graag goed geschreven hebt met goede grammatica door schrijvers die getraind zijn in zulke vaardigheden, dan is er genoeg voor je om te lezen, ga naar een krantenkiosk of boekenwinkel. De schrijvers van materiaal uit deze verkooppunten zijn zeer verfijnd, maar hun geschriften zijn met stront gekookt. Mijn schrijfstijl is ongetwijfeld een hoop stront in de ogen van de gesofisticeerden, maar zij zijn niet mijn doelpubliek. Ik kan me niet concentreren op stijl, ik ben niet opgeleid in literaire stijl, maar ik kan me wel concentreren op waarheid. Ben ik tegen stijl en waarheid vermengd, helemaal niet. Ik ben er helemaal voor, maar God kan zijn grootheid tonen door zelfs de meest nuttelozen van zijn volk te laten spreken. Zelfs een ezel kreeg een kans om de waarheid te spreken. Want wat voor grootsheid is het voor God dat een academicus, tot in de finesses verfijnd, goed kan spreken of schrijven wat van zo’n geleerd iemand verwacht mag worden. Maar als een volslagen idioot de waarheid spreekt, bewijst dat, dat van God is. Dus hier sta ik, ongetraind in literaire vaardigheden. Ik vraag u niet van me te houden, me te prijzen als een groot schrijver. Ik vraag u te bewijzen dat ik geroepen ben om erover te schrijven.
Maar laat me dit zeggen over de slimme schrijvers, degenen die beweren zo goed te zijn. Zij zijn geschoold en bedreven in Babylonisch Engels. Identiteitschristenen willen zo graag afstand doen van Babylonische manieren. Goed zo, maar ik dring er bij jullie op aan om alle delen van Babylon in jullie leven af te breken. Babylon heeft alle gebieden van onze cultuur bezoedeld, wet (sociaal, juridisch enz.), communicatie (T.V. radio enz.), Feesten (Kerstmis, Pasen enz.), geschiedenis, scholen, kunst, architectuur, muziek en de tong zelf. De term Engels impliceert, Anglo-ish, van de Angels taal. De Anglische taal is een Saksische taal. Het Engels is officieel een West-Germaans dialect waarvan het Nederlands (Vlaams & Afrikaans) en het Duits (Hoog & Laag) de verwanten zijn. Het Engels is niet afkomstig van het Frans, Latijn of Grieks. Het Frans is een verbastering van een latere vorm van het Latijn. Latijn zelf onderging 5 grote niveaus van overspel vanaf zijn vroege begin als een Germaans dialect! Dat klopt Latijn kwam uit het Germaans.
Vandaag de dag, zijn alle dingen die verbasterd of vervuild zijn, aan de beurt. Dat komt omdat de machtskliek bestaat uit bastaarden (mamzers). Ik beitel Babylon weg in mijn leven, ik ben er niet supergoed in, maar ik probeer het. Dat betekent dat ik ook moet beitelen in mijn keuze van het Engels. De woorden die het meest bedreigend zijn voor onze tong, laat ik vallen in mijn artikelen en boeken. Als iemand daardoor naar een woordboek (woordenboek) grijpt om de betekenis van een woord dat ik heb gebruikt te achterhalen, dan is dat maar goed ook! Ik word er maar al te vaak toe gedwongen door de geschriften van de sofistische wereldverbeteraars. De woorden die ik gebruik behoren tenminste tot onze cultuur, ook al heb je ze niet geleerd. Ze horen bij ons ras en onze voorouders.
De woorden van de sappige gesofisticeerden en hun lakeien behoren tot een kliek van xenomanen. Ik hou niet van alles wat vreemd is, maar ik zoek dingen die bij onze verwanten passen. Achter in dit boek geef ik een woordenlijst. Misschien kunt ook u zich vermaken met het beitelen van de spraak van Babel.
Laten we nu beginnen te beitelen op de Feesten en Sabbatten van Babel. Hierbij wil ik mijn erkentelijkheid uitspreken voor het onderzoek dat is verricht door Pastor Earl Linville, Mr. Ron Bierer, Mr. Charles A. Weisman, Mr. Curtis Clair Ewing, Dr. Stephen Jones, Mr. Charles Wesley Ewing en Mr.(Rev) S W Gamble.