Door Kenneth W. Lent – Juni 2011
Waarom staat God lijden toe, vooral bij mensen die onschuldig zijn aan enig ogenschijnlijk verkeerd handelen? De Bijbel vertelt ons dat de Almachtige God een liefhebbende God is en dat Hij almachtig is. Als dit zo is, dan vragen velen zich af “waarom staat Hij dan toe dat oorlogen, afschuwelijke ziekten, grote hongersnoden, emotionele verwoesting, de financiële ondergang van fatsoenlijke mensen of kinderen verkracht worden door een perverse gestoorde verkrachter? Kan Hij niet gewoon naar beneden reiken en alle of op zijn minst een deel van de kwelling van de wereld stoppen? Of is Hij eigenlijk te zwak om al dit bloedvergieten te voorkomen, of kan het Hem gewoon niets schelen, of misschien bestaat Hij wel helemaal niet? “God” (van YHVH in het Hebreeuws ‘bestaan/ademen’), zo wordt ons verteld, heeft alles in het bestaan gebracht, maar realiseerde Hij zich niet dat we zouden moeten bestaan in de pijnen van deze wereld?
Deze dingen stellen het geloof van de gelovige in God meer op de proef dan enige andere kwestie waarmee hij of zij geconfronteerd kan worden. Sommigen voelen: “Waarom zit God daar gewoon als een reusachtige laboratoriumwetenschapper met zijn Nintendo-videospel en laat Hij alle pijn op de planeet Aarde gebeuren in de richting van al Zijn kleine geschapen wezens die hulpeloos rondrennen om de wrede pogingen en plannen van de wetenschapper om menselijk lijden te stoppen?”
De meesten van ons hebben zich dit probleem wel eens afgevraagd en er zelfs over gekweld. Wat is het antwoord en heeft de Bijbel hier iets over te zeggen? Dit artikel zal proberen om op zijn minst de omtrek van deze enorme cirkel van hogere oorzaak en doel te doorbreken, door om te gaan met het onvermogen van onze eindige geest om op dit moment al het antwoord te weten. Hopelijk zal het beetje dat we hier “bespreken” de lezer helpen om meer getroost te worden met betrekking tot het probleem van Christelijk Geloof in God, in het licht van de ellende die we om ons heen zien.
Het eerste idee dat we uit onze gedachten moeten houden, is dat de wereld helemaal slecht en kwaadaardig is. Dit is onjuist. Hoezeer het kwaad ons ook opvalt, er is nog steeds veel meer goeds in het leven dan slecht. Het belangrijkste en doorslaggevende bewijs hiervan is dat mensen proberen zo lang mogelijk vast te houden aan het leven. Ook al lijkt dat misschien zo voor een bepaald aspect van ons denken, als het leven een constante martelkamer van oneindige, niet-aflatende ellende zou zijn, dan zouden mensen op vier- of vijfjarige leeftijd klaar zijn om zelfmoord te plegen, en dat zouden ze dan ook doen. Dat doen ze niet. Puppies, kittens, groene bomen, vogelgezang, blauwe luchten, familie en vrienden, de vele kleuren van de natuur, in- en uitademen, plus nog veel meer dingen die we zouden kunnen opnoemen, wegen nog steeds zwaarder dan het kwaad dat in de wereld wordt gepleegd. We hebben deze dingen misschien niet gewaardeerd omdat ze niet zo schokkend zijn voor ons begrip als een zichtbare tragedie. Het leven is als een snelweg. De meeste auto’s komen niet in een wrak terecht, maar de auto’s die dat wel doen, trekken onze aandacht.
Bovendien hebben we allemaal een soort innerlijk of instinctief besef dat “goed” een hogere en machtigere orde is dan “slecht”. Dus wat onze misvatting ook is, er is nog steeds meer goed in de wereld dan kwaad. Politieagenten hoeven niet elke dag iedereen in elke winkel te arresteren. Ze arresteren gewoon af en toe een inbreker als hij inbreekt om te stelen. Als we de vele details van ons dagelijks leven goed in de gaten houden, zullen we ons realiseren dat dit voor de overgrote meerderheid van de mensen geldt. Het zijn de problemen die ons niet bevallen, waardoor ze worden uitvergroot naar onze redenering en ons dus enorm storen.
Als we het probleem van lijden en waarom God het toestaat proberen “uit te zoeken”, moeten we ons er eerst bij neerleggen en accepteren dat het de Almachtige God is die onze denkgeest heeft geschapen en het niveau van onze gedachten heeft gecreëerd. We kunnen alleen gebruiken wat Hij ons gegeven heeft en alleen voor de doelen die Hij ons toestaat. Waar in de Bijbel staat dat God onze gedachten heeft geschapen zodat we Zijn motieven in twijfel kunnen trekken? Nergens. Het is eenvoudigweg buiten het vermogen van ons verstand om dat te doen. We zijn gewoon niet uitgerust voor dat proces. Het zou dus aanmatigend van onze kant zijn om te proberen ons verstand op een onrechtmatige manier te gebruiken om te twijfelen aan wat God wel of niet doet.
“Zal de Rechter over de hele aarde geen recht doen?” (Genesis 18:25)
“Zal het gevormde zeggen tot Hem die het gevormd heeft: Waarom hebt Gij mij zo gemaakt?” (Romeinen 9:20).
Als we eenmaal doorhebben dat God de Schepper is en dat alles wat Hij doet voor het uiteindelijke welzijn is, hoe ons dat ook tegenstaat, dan kunnen we verder gaan met onderzoeken hoe het kan dat lijden een geestelijk voordeel heeft dat onze vleselijke geest misschien niet heeft begrepen.
Allereerst moeten we ons realiseren dat de wereld van vandaag onder een vloek ligt die door de mens is veroorzaakt en dat God de wereld niet op deze manier heeft geschapen.
“En tot Adam zeide Hij: Omdat gij naar de stem uwer vrouw geluisterd hebt, en van den boom gegeten hebt, waarvan Ik u geboden had, zeggende: Gij zult daarvan niet eten; vervloekt is de grond om uwentwil; in smart zult gij daarvan eten al de dagen uws levens” (Gen.3:17).
De mens rebelleerde tegen God en beschadigde de samenleving. Het was niet God die tegen de mens rebelleerde. Hierdoor is de hele wereld aangetast:
“Want ook het schepsel zelf zal verlost worden uit de slavernij van het verderf tot de heerlijke vrijheid der kinderen Gods. Want wij weten, dat de ganse schepping zucht en smart lijdt, tot op heden toe.” (Romeinen 8:21,22)
En wie is er opgestaan om deze puinhoop te corrigeren? God zelf, zoals Hij heeft beloofd: “God zal alle tranen van hun ogen afwissen; en er zal geen dood meer zijn, noch verdriet, noch gehuil, noch pijn” (Openbaring 21:4).
Laten we ophouden God de schuld te geven van iets wat onze familie heeft gedaan. Had God Adam en Eva (of ons) kunnen weerhouden van zondigen? Ja – als we allemaal marionetten aan een touwtje willen zijn waar God ingrijpt bij elk ongeluk, elke daad van de natuur die ons pijn kan doen, elke keer dat iemand ons kwaad wil doen, elke hangende spijker die aan onze vingers verschijnt, elke ziekte, of welk ding of omstandigheid dan ook dat tegenspoed tot in de graad kan veroorzaken. Als het beter was dat we niet-denkende wezens zouden zijn die niet langer vrije morele personen zijn die keuzes kunnen maken — dan had God er wel voor gezorgd dat de zonde nooit in ons karakter was gekomen. Maar wij maakten de keuze om te zondigen en wij hebben het resultaat veroorzaakt.
Aha – maar jij zegt: “Hoe zit het dan met onschuldige baby’s, verstandelijk gehandicapten en dwarslaesiepatiënten die vastzitten in een rolstoel? Zij zijn totaal onschuldig, dus waarom zorgt God niet tenminste voor hen en beschermt Hij hen niet tegen ellende?” Omdat er vanuit het hoge gerechtshof van goddelijke gerechtigheid niet zoiets bestaat als “de lijdende onschuldige”. We zijn allemaal zondaars die het van nature niet beter zouden hebben gedaan dan Adam en Eva als we in de tuin waren geweest. Niemand is onschuldig. “Allen hebben gezondigd en komen te kort voor de heerlijkheid van God” (Romeinen 3:23) Het spijt me dat ik ongevoelig klink (dat doe ik niet), maar dit is de realiteit. Dit betekent niet dat “God erop uit is om zelfs verlamde mensen te pakken”. Het betekent dat ook zij onder de vloek zijn die wij hebben veroorzaakt. De hopeloos gehandicapten zouden na hun genezing uit vrije wil zondaars worden zodra ze daartoe in staat waren. De Bijbel leert dit en normale ervaring heeft het bewezen. In de loop van de tijd zondigt de mens wanneer hij de kans krijgt.
De enige persoon die werkelijk onschuldig was, was Jezus Christus, en het feit dat we moeten begrijpen is dat deze enige onschuldige persoon meer leed dan enig ander mens die ooit geleefd heeft. Aan het kruis doorstond Hij niet alleen de fysieke pijn van de kruisiging, maar Hij nam ook alle zonden van het hele mensenras op Zich en droeg die oneindig pijnlijke last in Zijn dood. Waarom deed Hij dit? Om de vloek over ons en de planeet die wij veroorzaakten weg te nemen. Durven we te zeggen dat God er niets om geeft? Denk nog eens na, beste christen, en probeer een glimp op te vangen van Gods perspectief op de dingen. Hij geeft er meer om dan wij ooit zullen weten.
“Maar dit lijkt allemaal zo oneerlijk” “Waarom kan God niet gewoon eerlijk zijn?” Hier is wat de apostel Paulus te zeggen heeft over zogenaamde eerlijkheid.
“Wat zullen we dan zeggen? Is er onrechtvaardigheid bij God? God verbiedt het. Want Hij zei tegen Mozes: Ik zal Mij ontfermen over wie Mij ontfermen wil, en Ik zal Mij ontfermen over wie Mij ontfermen wil. Het is dus niet van hem die wil, noch van hem die vlucht, maar van God die barmhartigheid betoont. Want de Schrift zegt tot Farao: Hiertoe heb Ik u ook opgewekt, opdat Ik mijn macht in u zou tonen en mijn naam op de gehele aarde bekend zou worden gemaakt. Daarom ontfermt Hij Zich over wie Hij wil ontfermen, en wie Hij wil verhardt Hij.” (Romeinen 9: 14-18)
Denk je dat Farao het “eerlijk” vond dat al zijn mannen in zee stierven? Hij moet het volkomen oneerlijk hebben gevonden dat het leven die klap uitdeelde aan Zijn leger nadat zijn volk was getroffen door allerlei ellendige plagen en ze allemaal hun eerstgeborenen hadden verloren. Maar wat voor Egypte “oneerlijk lijden” was, werd voor Israël vreugdevolle zegeningen toen ze aan de dood ontsnapten en hun natie opbouwden. Er is niet altijd een direct of duidelijk antwoord op de vraag waarom sommige mensen moeten lijden, maar er is altijd een doel dat alleen God volledig kent. Paulus’ uitleg over lijden is dat we moeten accepteren dat God in Zijn wijsheid rechtvaardig en genadig is en dat onze gedachten Zijn majestueuze redenen voor wat Hij doet niet kunnen bevatten. God staat lijden toe omdat Hij God is en Hij weet wat Hij doet. Paulus zegt dat ons verstand niet in staat is om al Gods plannen te doorgronden.
“O, hoe groot is de rijkdom van de wijsheid en de kennis van God! Hoe onnaspeurlijk zijn Zijn oordelen, en Zijn wegen onnaspeurlijk!” (Romeinen 11:33)
De volwassen gelovige weet dus dat God wijs en genadig is en wil dat we uiteindelijk in Zijn liefde terechtkomen. Ondertussen laat Hij “in het hier en nu” beproevingen en lijden in onze levens toe.
“Want wij weten, dat alle dingen medewerken ten goede voor hen, die God liefhebben, voor hen, die naar Zijn voornemen geroepen zijn” (Romeinen 8:28).
Als we ons bijvoorbeeld niet in Gods richting bewegen wanneer Hij ons duidelijk roept volgens Zijn geschreven Woord, dan kunnen lijden en pijn een krachtig hulpmiddel zijn om ons in beweging te krijgen waar we moeten zijn. De onbekeerlijke persoon kan door de Heilige Geest(heilig denken) geleid worden als de Geest(denken) van God met die persoon omgaat in ontberingen om hem tot bekering te leiden. Voor de Christen kunnen ellende en lijden de methode zijn die God gebruikt om de persoon in een nauwere relatie met Hem te brengen en om een sterker karakter op te bouwen door de vruchten te realiseren die door het doorstaan van tegenspoed zijn verkregen.
“Geen kastijding nu schijnt vreugdevol, maar smartelijk te zijn, maar zij brengt later de vreedzame vrucht der gerechtigheid voort aan hen, die daardoor geoefend worden. (Hebreeën 12:11)
Als we al deze dingen in dit korte verslag in overweging nemen, hebben we dan echt het recht om God uit te dagen waarom Hij lijden toestaat? Vandaag de dag hebben we in Amerika serieuze problemen met mensen die dingen doen waar ze het recht niet toe hebben. We vragen ons af of de overheid het recht heeft om onrechtmatig te handelen buiten de bevoegdheden die ze heeft. We vragen ons af of illegale vreemdelingen wel recht hebben op de vele voordelen die ze van Amerika en Europa eisen. We raken van streek als veroordeelde misdadigers rechten opeisen om vrij te zijn, alleen maar om ze opnieuw misdaden te zien begaan. Maar we zien niet in dat als het erop aankomt dat we God vragen waarom laat U mij of anderen lijden? dan hebben wij als mensen eigenlijk niet het recht om dat te doen. Hierin gaan we buiten onze boekje en orde. Paulus vertelt ons dat we niet het recht hebben om de vraag “waarom?” te stellen: “Neen maar, o mens, wie zijt gij die spot met God? Zal het gevormde ding zeggen tot hem die het gevormd heeft, waarom hebt Gij mij zo gemaakt?” (Rom. 9:20).
We moeten verder weten dat God het lijden niet uitdeelt voor Zijn eigen plezier, maar alleen voor ons uiteindelijke welzijn. Als onze hemelse Vader heeft God er een hekel aan om mensen pijn te zien lijden. Hij staat het alleen toe omdat mensen koppig zijn geweest en niet genadig hebben gereageerd op Zijn open armen. De profeet Jeremia, die veel lijden van de natie zag, wist alles over deze kwestie en schreef het volgende:
“Want God zal niet voor eeuwig verstoten: Maar al doet Hij verdriet, toch zal Hij ontferming hebben naar de veelheid Zijner barmhartigheden. Want Hij verdrukt niet gewillig, noch bedroeft de mensenkinderen. Om alle gevangenen der aarde onder Zijn voeten te verpletteren, om iemands recht af te wenden voor het aangezicht des Allerhoogsten, om iemand in zijn zaak te ondermijnen, dat keurt God niet goed.” (Klaagliederen 3:31-36)
Daarom is de vraag “waarom al dat lijden” gericht op dingen die we niet kunnen veranderen, maar die gebeurd zijn door het grotere ontwerp van God. In plaats daarvan roept onze Hemelse Vader ons op om onze mentale en emotionele worstelingen met dit vermeende probleem van ellende te verhelpen, door ons af te vragen “wat is het doel van mijn leven in voortdurend leren, en welke toekomst wacht de wereld als we door het proces van Zijn verlossing en correctie van wat we in de eerste plaats hebben verknoeid gaan?”. Laten we ons bewust worden van wat God tegen Paulus zei in Paulus’ lijden: “En Hij zeide tot mij: Mijn genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volmaakt.” (2 Korintiërs 12:9)
Hij zal ons en de wereld te zijner tijd vervolmaken. Lijden kan al dan niet verlicht worden in onze levens of die van onze vrienden. Maar er zal kracht gegeven worden om er doorheen te komen. Vraag om de kracht in Christus. Je zult kracht krijgen om er doorheen te komen. “Ik kan alles door Christus, die mij kracht geeft.” (Filippenzen 4:13) Vertrouw op Hem. Wij hebben de vloek veroorzaakt. Hij lost het op.