Hoofdstuk 5
Een beetje reddende vriendelijkheid
Het Rhodesische Front deed een wijze zet waarvoor het land kortstondige zegeningen kreeg te midden van de vloek van de oprukkende beesten. De blanke rijkdom (economie) ging vooruit als een direct gevolg van de daad van het Front om zich los te maken van de plunderende (verraderlijke) Kaffir en Kanaäniet minnende ‘Kroon’, koningin en parlement van Groot-Brittannië. Toen het Front in Zuid-Rhodesië zag dat de noordelijke delen van Noord-Rhodesië en Nyasaland zichzelf wilden afscheiden (onafhankelijkheid) van de bondstaat (weliswaar door blanke zwarten af te slachten), vond het Front in Zuid-Rhodesië dat het hetzelfde moest doen, maar dan onder blanke leiding. Zij het met massa’s zwarten in het land.
De kaffervriendelijke koningin en haar trawanten wilden geen volledige zelfbestuur toestaan tenzij zwarten werd beloofd dat ze op een dag de heerschappij zouden krijgen, aardige koningin. De hoer van Babylon, (nou ja, laten we eerlijk zijn, ze is maar één van de vele hoeren) koningin Liz en haar kliek, wilden hun Afro-Aziatische gemenebestleden niet beledigen door een nieuw blank land te zegenen. Op dezelfde manier wilde de hoerige voorouder van de koningin, koningin Victoria, haar gemenebestleden niet voor het hoofd stoten toen de blanken in Australië een blank Australië wilden en bijna alle Aziaten voor 1900 eruit gooiden. De gevestigde orde met haar ambtenaren, vrijmetselaars en Edomieten (Joden) werkten hard om af te breken wat de blanke Australische strijders hadden opgebouwd, ‘The White Australia Policy’ die in 1972 werd afgeschaft. Het waren de arme blanken die streefden naar raszuiverheid, precies het soort dat de blanke Rhodesiërs niet in hun land wilden (arme blanken wel te verstaan). Als ze de arme blanken hadden verwelkomd, was Rhodesië misschien nog steeds blank. De Bijbel vertelt dat goed genezen blanken goed moeten doen voor hun verwanten die naar hun maatstaven arm zijn. De rijken hebben oog voor zaken, maar de armere verwanten zijn begaafd met een gevoel voor gelijkmatige omgang. Samen vormen ze een gelijkmatige (evenwichtige) volksgemeenschap (samenleving) als ze zich aan Gods wet overgeven.
Groot-Brittannië spande dus hard samen om de Rhodesische bondstaat, die de zwarten het oppergezag gaf over de blanken in Noord-Rhodesië en Nyasaland, te verscheuren. Groot-Brittannië besnorde (verraadde) haar eigen soort om het beest-van-het-veld overeind te houden. In beide gebieden hielden de blanken van hun zwarten en hebben ze hen nooit verdreven toen dat mogelijk was. In plaats daarvan slachtten of verdreven de ‘overeind gehouden’ kaffers tegen 1964 de blanken. Ian Smith kwam dat jaar aan de macht. Slechts een jaar eerder was een opleving van zwarte chaos in Zuid-Rhodesië de kop ingedrukt door de doodstraf in te stellen voor benzinebomaanslagen. Een mooie stap misschien, maar niet het antwoord. In augustus 1963 splitste de zwarte racistische bende zich in de Zimbabwe African (black) National Union (ZANU) en de ZAPU. ZANU stuurde jonge kaffers naar China voor guerrillatraining. De eerste dode (slachtoffer) van kaffir angstisme (terrorisme) was een P.J.A. Oberholzer in Melsetter in juli 1964.
Welke heldere tactiek ondernam de nieuwe folkmote (regering) van Zuid-Rhodesië tegenover deze nieuwe dreiging?
1) Verjaag alle ilfaresome (gevaarlijke) beesten, namelijk de zwarten.
2) Landachtige (landelijke) gebieden veilig stellen door het aanzien van de zwarte stamhoofden en hun raden te verbeteren.
Antwoord. 2. Ja, geloof het of niet. 2!
Ondertussen werd er geen vooruitgang geboekt met de oprichting van een zelfstandige (onafhankelijke) staat voor Zuid-Rhodesië, later gewoon Rhodesië genoemd. De Britse Labour Party was fel tegen een blank zelfstandig Rhodesië, zij wilde een zwart Zimbabwe, net als de zwarten met zwarten en blanken aan het roer. Aan de andere kant wilde Ian Smith een multiraciaal Rhodesië met blanken aan de top, terwijl God een volledig blank Rhodesië wilde, gevuld met Gods gezagsgetrouwe, blanke ondergeschikten (onderdanen) met Zijn zoon als hoofd. Naar de laatste keuze werd natuurlijk niet eens gekeken. Dus toen Smith’s partij in mei 1965 alle 50 folkmote (regerings)zetels veroverde in de forchoos (verkiezingen) van dat jaar, werd later in december UDI uitgeroepen. UDI (Unilaterale Onafhankelijkheidsverklaring).
Toen ze zagen dat dit tegen de wensen van de kafferminnende koningin en haar parlement inging, verklaarde Groot-Brittannië de oorlog. Een (economische) welvaartsoorlog. Het probleem voor Smith was dat dit ook tegen de wil van God inging. God zou blij zijn geweest met UDI als het op Gods voorwaarden was geweest. Maar het lijkt erop dat Smith geen idee had wat Gods voorwaarden zouden zijn. Smith verbrak terecht de banden met ‘Babylon’, maar hij ging alleen verder om een baby-Babylon op te richten waarvan hij de koning zou zijn. Babylon is Babylon, of het nu uit Londen, New York of Salisbury komt. Eén van de kenmerken van Babylon is een land met vele rassen erin. Koning Jezus droeg blanken op om eerst het Koninkrijk te zoeken, daarna zal er rijkdom bijkomen. Blanken weten niet wat het koninkrijk is omdat hoerige priesters blanken een heidens, nep koninkrijk hebben geleerd, gevuld met watjes op een wolk. Het ware koninkrijk is een blank etno-land waarin de enige wetten van het land de wetten van God zijn. Smiths idee om Babylon weg te gooien is als een sprong uit het vuur in de koekenpan.
Nu wordt de hele zaak zo lachwekkend dat het misselijkmakend wordt.
Groot-Brittannië deed alles wat het kon om de blanken neer te slaan (behalve troepen sturen) om die ‘arme kleine olijke’ zwarten te helpen de overhand te krijgen en die ‘gemene olijke’ blanken te verdrijven. De blanken van Rhodie lieten de wereld zien dat blanke slimheid uniek is en bouwden een levensstandaard op zonder hulp van buitenaf (in de vorm van ‘economische ontwikkelingsfondsen’), ook al werden ze geboycot. Blanken bouwden daar een standaard op die in veel gevallen die van de VS, Duitsland, Nederland of Scandinavië evenaarde. Alle dank zou toch zeker naar God gaan die hun soort ontworpen had om zulke grootsheid te doen. Ze zouden zeker hun dankbaarheid tonen door Zijn wet in acht te nemen. Maar zo liep het niet.
Ze hielden te veel van hun zwarten om ze te verdrijven. In plaats daarvan voedden de blanke boeren, die slim genoeg waren om de sancties te omzeilen door hun oogsten te verbreden, de groeiende zwarte bevolking! Ja, ze voedden de beesten die de broedsels van bruten zouden voortbrengen die nu hun kelen doorsneden. Zelfs in 2002, terwijl de zwarten blanken afslachten en hun boerderijen sluiten en deze voor zichzelf inpikken, terwijl de gewassen wegrotten, terwijl de zwarten eindelijk verhongeren, zeggen sommige domme blanke boeren, “we moeten oogsten om deze arme zwarten te voeden”! Ze zouden God toch moeten danken dat God hun vijanden verslaat? Laat ze verhongeren, misschien als ze allemaal zouden sterven zouden alleen diegenen in het land overblijven voor wie Jezus stierf. De ware Israëlieten. De Saksen!
Dr. William Pierce verwoordde het zo goed. “De grote commerciële boeren waren vooral geïnteresseerd in hun huidige winsten. Ze waren niet bereid om hun zwarte arbeiders op te geven. Ze waren niet bereid om de duurdere dingen te doen die nodig waren om zwarte arbeiders te vervangen, zoals het aanbieden van gratis land of heel goedkoop land aan blanke arbeiders in Europa of Amerika of Zuid-Afrika, als ze naar Rhodesië zouden komen. De grote commerciële boeren dachten dat ze onmisbaar waren. Ze konden zich niet voorstellen dat de zwarten zo dom zouden zijn om de kip met de gouden eieren te slachten”. Ze hadden het helemaal mis. Koning Jezus waarschuwde blanken 2000 jaar geleden om onze parels niet voor de zwijnen te werpen, anders draaien ze zich later om en rijten ons aan stukken, maar blanken luisteren niet.