Esau-Edom: De Werkelijke Macht achter Babylon
De profetieën over Babylon in Jeremia 50 en 51 zijn niet alleen gericht op een fysiek rijk dat ooit op aarde bestond, maar openbaren ook de geestelijke en etnische macht die erachter schuilt. Want hoewel Babel in de oudheid viel, is de geest van Babylon — haar systeem, haar macht, haar afgodendienst — tot op de dag van vandaag levend en werkzaam. En in de woorden van de profeet zien we een diepere laag van openbaring: Babylon en Edom, Esau, zijn met elkaar verweven.
Wie is Esau-Edom? In Genesis lezen we dat Esau zijn eerstgeboorterecht verkocht aan Jakob, en later in wrok wegliep. Zijn nakomelingen, de Edomieten, worden in de Bijbel herhaaldelijk genoemd als vijanden van Israël. In de profetieën van Obadja en Jeremia wordt duidelijk dat Edom niet alleen een volk is, maar een symbool van blijvende vijandschap tegen Gods volk. En deze vijandschap is niet verdwenen. In feite leeft zij voort in het systeem dat nu bekendstaat als Babylon.
“Want tegen Edom, zegt de HEERE der heirscharen: Is er geen wijsheid meer in Teman? Is de raad vergaan van de verstandigen? Is hun wijsheid verdwenen?” Jeremia 49:7
Deze woorden lijken buiten de Babylon-profetie te vallen, maar dat is niet zo. Want Edom en Babylon zijn in de eindtijd geestelijk identiek. De Edomieten — ook historisch gezien — hebben zich geleidelijk vermengd met andere volken, en uiteindelijk zijn velen onder hen opgegaan in wat wij nu kennen als het moderne Joodse volk. Historische bronnen, zoals Josephus en de Joodse encyclopedieën, bevestigen dat de Edomieten werden opgenomen in Judea onder John Hyrcanus. En sindsdien zijn de lijnen tussen Juda en Edom vervaagd — niet in de ogen van God, maar in de waarneming van de wereld.
Dat betekent dat het Babylon van vandaag, met haar banken, haar media, haar politieke macht en haar religieuze invloed, in grote mate bestuurd wordt door de geest van Esau-Edom. Deze macht bedekt zich met religieuze schijn, met intellectuele superioriteit, met morele praat — maar zij is geworteld in rebellie tegen God, in haat tegen Zijn volk en in de verwerping van Zijn Zoon.
En zo wordt duidelijk waarom Jeremia zo krachtig spreekt over de ondergang van Babylon. Want het is niet alleen een oordeel over een stad of een land, maar over een bloedlijn, een geestelijke macht, een geslacht van vijandschap. De HEERE zal haar vernietigen. En dat oordeel is niet slechts moreel of symbolisch — het zal zichtbaar zijn in de wereld. De systemen van Edom zullen instorten. Hun macht over de naties zal gebroken worden. Hun leugens zullen ontmaskerd worden. En hun eind zal komen, zoals voorzegd door de profeten.
De Mond van Babylon Wordt Gesloten
Een van de kenmerken van Babylon is haar invloed via woorden. Niet enkel militair geweld of financiële macht, maar vooral door de beheersing van onderwijs, media en religie heeft Babylon — oftewel Edom — de wereld misleid. Haar stem weerklinkt overal: in politiek correcte taal, in morele verwarring, in verdraaide theologie. Maar Jeremia profeteert dat deze stem zal verstommen.
“Toen las Jeremia al deze woorden in het boek, tot aan het einde toe, hetgeen over Babel geschreven was.” Jeremia 51:60
Jeremia sprak niet slechts tot zijn eigen generatie, maar tot de volken der aarde en tot de toekomstige generaties. Zijn woorden zijn geschreven als getuigenis, als waarschuwing, en als vonnis. En ze zullen niet leeg terugkeren. De boodschap is helder: het systeem van Babylon zal niet standhouden, want het is gebouwd op leugen.
“En Jeremia zeide tot Seraja: Als gij in Babel zult gekomen zijn, zo zie toe, en lees al deze woorden; en gij zult zeggen: O HEERE! Gij hebt over deze plaats gesproken, dat Gij ze zult uitroeien, zodat er geen inwoner in zij zal zijn, van de mens tot het vee toe, maar zij zal worden tot eeuwige woestheden.” Jeremia 51:61–62
De profetie is niet alleen een vooraankondiging van verwoesting, maar ook een opdracht aan Gods dienaren om deze waarheid te verkondigen — zelfs te midden van Babel zelf. De boodschap van oordeel moet klinken, ondanks de tegenstand, ondanks de spot, ondanks het verzet. Want alleen de waarheid maakt vrij. En wie zwijgt, draagt bij aan de leugen.
“En het zal geschieden, als gij zult geëindigd hebben dit boek te lezen, dat gij daaraan een steen zult binden, en het in het midden van de Frath zult werpen; en zult zeggen: Alzo zal Babel zinken, en niet opstaan, vanwege het kwaad dat Ik over haar brengen zal; en zij zullen mat worden.” Jeremia 51:63–64
Het beeld is krachtig. Jeremia bindt de woorden aan een steen en werpt ze in de rivier. Zo zal Babel zinken — onherroepelijk, onomkeerbaar. Haar stem zal verstommen, haar invloed vergaan. Zij zal niet weder opstaan. Wat zij opgebouwd heeft, zal in het water van Gods oordeel verdwijnen, net als de steen.
En zo eindigt Jeremia zijn boodschap niet met hoop voor Babel, maar met haar ondergang. Er is geen herstel voor het systeem dat zich verheft tegen God. Wie Babylon liefheeft, zal met haar vergaan. Maar wie haar verlaat, wie zich keert tot de HEERE, die zal gered worden uit haar ondergang. De tijd van keuze is nu.
Edoms Hoogmoed en Babylon’s Troon
De profetieën tegen Babylon zijn tegelijkertijd een oordeel over Edom, omdat de geest van beide verweven is. Wat Edom niet kon bereiken met open oorlog tegen Jakob, heeft zij geprobeerd via infiltratie, manipulatie en overheersing. Ze hebben zich een weg gebaand tot in de hoogste kringen van macht en religie, met als doel: de troon overnemen van Gods volk, over Gods wet, over Zijn erfenis. En precies dát is de zonde die Babylon haar oordeel bezorgt — niet alleen wat zij gedaan heeft, maar wie zij geworden is.
“Uw hoogmoed heeft u bedrogen, gij die in de kloven der steenrotsen woont, die de hoogte der heuvelen houdt; ofschoon gij uw nest hoog maakt als de arend, Ik zal u van daar nedertrekken, spreekt de HEERE.” Jeremia 49:16
Het is precies deze hoogmoed — het zich verheffen boven Gods gezag — die Babylon kenmerkt. Ze woont zogezegd in rotsen, op hoogte, in veiligheid. Ze denkt onaantastbaar te zijn, boven correctie verheven, onaangeraakt door oordeel. En precies dát zal haar ondergang zijn. Want niemand is veilig wanneer hij zich verheft tegen de HEERE.
“Want Ik heb Esau ontbloot, zijn verborgene plaatsen zijn ontdekt, dat hij zich niet verbergen kan; zijn zaad is verstoord, en zijn broederen, en zijn naburen, en hij is niet.”
Jeremia 49:10
Edom, die zich eeuwenlang verstopt heeft achter religieuze maskers en vrome woorden, wordt nu door God zelf ontbloot. Zijn geheimen worden openbaar. Zijn vermeende onschuld wordt ontmaskerd. Zijn zaad — zijn geestelijke en fysieke nakomelingen — worden als onvruchtbaar verklaard. Zijn invloed is ten einde.
De identificatie van Edom met het hedendaagse Babylon is geen vage theorie, maar een Bijbelse werkelijkheid. In Openbaring 17 en 18 wordt deze macht ‘Mysterie, het grote Babylon’ genoemd — een naam vol bedekking, misleiding, en verwarring. Zij zit op vele wateren, beïnvloedt koningen, bedwelmt volken, en vermengt religie met politieke macht. En zij heeft de martelaren van Jezus op haar geweten. Het is dezelfde geest, dezelfde vijand, dezelfde strijd.
En daarom is het oordeel tegen Babel tegelijk een oordeel tegen Edom. Hun lotsbestemming is identiek, omdat hun zonden identiek zijn. Zij hebben gestreden tegen God, tegen Zijn volk, en tegen Zijn wetten. En nu zal de HEERE hen verootmoedigen, ontmaskeren en vernietigen.
Het volk van God moet dit weten. Want velen zijn verward, denken dat Edom ‘de broeder’ is, denken dat Babylon slechts een figuur uit het verleden is. Maar wie ogen heeft om te zien, zal weten: de strijd is nu. En de vijand is bekend — niet vanwege onze eigen wijsheid, maar omdat Gods Woord het openbaart.
De Ondergang van de Hoogmoedigen
De HEERE is geduldig, maar niet oneindig. En de tijd komt dat Hij Zijn oordeel zal uitstorten over de volken die Zich tegen Hem verheven hebben. Babylon — en zij die haar geest dragen — hebben zich grootgemaakt, hun troon gebouwd op bedrog, en de waarheid onderdrukt. Maar hun einde is nabij. Niet omdat mensen dat wensen, maar omdat God het heeft besloten.
“Zo zegt de HEERE der heirscharen: Ziet, Ik zal u breken, gij trotse! en Ik zal uw horens van ijzer maken; en Ik zal u verbrijzelen met een hamer, en u als kaf maken op de dorsvloer.”
Vrije parafrase op Jeremia 50 en 51
De HEERE noemt Babylon “de trotse”. Niet slechts vanwege haar macht, maar vanwege haar geest. Ze veracht de wet van God, ze keert zich tegen Zijn volk, ze verdraait Zijn Woord. En daarom zal Hij haar breken — niet gedeeltelijk, maar volledig. De hamer van de HEERE is geen mensenwerk; het is een kracht die alles verpulvert wat niet in lijn is met Zijn rechtvaardigheid.
“Want de dag van de HEERE der heirscharen zal zijn over alle hovaardige en verhevene, en over al wat hoog is, dat het vernederd worde.” Jesaja 2:12
Dit oordeel is universeel. Niet alleen over een geografische stad, maar over elk systeem dat zichzelf verheft boven Gods waarheid. Of het nu religie is, wetenschap, overheid of cultuur — wie zich grootmaakt ten koste van God, zal vernederd worden. De HEERE laat Zich niet bespotten.
Het hedendaagse Babylon heeft vele gezichten. Het is niet langer slechts één stad of één natie, maar een wereldwijd netwerk van instellingen, denkbeelden en systemen die allen één doel dienen: de mens centraal stellen in plaats van God. Maar deze structuren zullen vallen. De bijbel noemt haar “de grote hoer, die op de wateren zit” — een macht die naties dronken maakt van haar verderfelijke wijn. Maar ook zij zal geoordeeld worden, want haar zonden zijn opgestegen tot aan de hemel.
En in die dag zal er geen twijfel meer zijn. Geen discussie over interpretatie, geen ruimte voor relativering. Want wanneer Babylon valt, zal iedereen weten dat het de HEERE Zelf is die dit oordeel heeft voltrokken. Dan zal geen predikant meer fluisteren over liefde zonder gerechtigheid. Geen staatshoofd zal zich nog beroemen op vrede zonder waarheid. Geen bank zal nog vertrouwen schenken. Alles wat niet van God is, wordt weggevaagd.
Daarom: wees gereed. Keer je af van haar. Bekeer je, verlaat haar wegen, verbreek haar banden. Want wie haar geest draagt, zal ook haar lot dragen. Maar wie zich verootmoedigt voor de HEERE, zal leven — zelfs te midden van het oordeel.
Israël, Gods Strijdwapen
Te midden van de oordelen over Babylon klinkt een onverwachte, maar krachtige waarheid: God zal niet alleen Zélf Babel straffen, Hij zal daarbij Zijn eigen volk gebruiken als instrument. Israël, dat eeuwenlang werd onderdrukt en verstrooid, zal in Gods plan hersteld worden tot een machtig strijdwapen — niet met zwaarden van ijzer, maar met de geestelijke kracht van waarheid, gerechtigheid en gehoorzaamheid.
“Gij zijt Mijn hamer en oorlogswerk, en door u zal Ik de volken in stukken slaan; en door u zal Ik koninkrijken verderven.” Jeremia 51:20
Israël — niet het valse ‘geestelijke Israël’, niet een religieus systeem, maar het échte, fysieke volk dat God uitverkoren heeft — zal niet passief toekijken terwijl de wereld brandt. Zij zullen opstaan in gehoorzaamheid en in waarheid. God zal hen gebruiken om Babylon neer te slaan. Niet door tanks of kogels, maar door het Woord, door gehoorzaamheid aan Zijn wetten, en door het verbreken van iedere valse band met het systeem.
“En door u zal Ik den paard en zijn ruiter in stukken slaan; en door u zal Ik den wagen en zijn ruiter in stukken slaan.” Jeremia 51:21
De strijd is breed: tegen het leger van Babylon, tegen haar militaire macht, tegen haar leiders en hun middelen. Alles wat zij heeft opgebouwd als zekerheid, wordt door de HEERE verbrijzeld via Zijn volk. En dit gebeurt niet op de manier van deze wereld — maar door het herstel van recht, door het verwerpen van afgoderij, door het prediken van Zijn waarheid te midden van een wereld vol leugen.
“En door u zal Ik mannen en vrouwen in stukken slaan; en door u zal Ik ouden en jongeren in stukken slaan; en door u zal Ik jongelingen en jonge dochters in stukken slaan.” Jeremia 51:22
Deze verzen klinken hard, maar ze onthullen een geestelijke realiteit. Het oordeel van God maakt geen onderscheid op basis van leeftijd, geslacht of status. Iedereen die zich verbonden heeft met Babylon, deelt in haar lot. En wie zich tot het volk van God rekent, maar vasthoudt aan haar zonden, zal ook getroffen worden.
“En door u zal Ik den herder en zijn kudde in stukken slaan; en door u zal Ik den landman en zijn juk van runderen in stukken slaan; en door u zal Ik stadhouders en overheden in stukken slaan.” Jeremia 51:23
Zelfs leiders, herders, en bestuurders worden genoemd. Want het Babylonische systeem heeft zich vermengd met elke laag van de samenleving — kerk, landbouw, regering, handel. En het oordeel van God zal dat hele netwerk treffen. Niet alleen het hoofd, maar ook de schakel eronder. Niet alleen de leider, maar ook de volger die weigert zich af te scheiden van het kwaad.
Daarom roept God Zijn volk op om zich gereed te maken. Niet met protestborden, maar met gehoorzaamheid. Niet met geweld, maar met de wet des HEEREN. Want Israël is Zijn strijdwapen — niet om eigen eer te zoeken, maar om Zijn gerechtigheid zichtbaar te maken op aarde. En in die strijd zal geen mens Hem tegenhouden.
Gods Volk Wint, Niet Babylon
De moderne wereld beschouwt de toekomst als onzeker. Men hoopt op vooruitgang, technologie, vrede — maar de Bijbel laat zien dat dit alles schijn is. Babylon zal niet zegevieren. Haar systemen zijn al veroordeeld. En terwijl zij nog hoogmoedig spreekt, voorbereidingen treft, en zichzelf prijst, heeft God al gesproken: “Zij is gevallen.” Het is beslist. Niet omdat mensen het zeggen, maar omdat de HEERE het heeft aangekondigd.
“Babel is een dorre berg, een verdervingsberg; zegt de HEERE; die de gehele aarde verdorven heeft; en Ik zal Mijn hand tegen haar uitstrekken, en haar van de steenrots afwentelen, en haar maken tot een verbrande berg.” Jeremia 51:25
Babylon is geen levend lichaam, maar een dode massa. Ze lijkt nog invloedrijk, nog rijk, nog machtig. Maar God noemt haar al een dorre berg — een symbool van wat eens hoog stond, maar nu niets meer voortbrengt. Ze zal verbranden, omdat zij de gehele aarde verdorven heeft. Babylon heeft de naties besmet met haar afgoderij, haar leugens, haar morele verval. Maar dat bederf zal niet ongestraft blijven.
“En men zal van u geen steen nemen tot een hoeksteen, noch een steen tot een fondament; want gij zult tot eeuwige woestheden zijn, spreekt de HEERE.” Jeremia 51:26
Er zal niets overblijven van waarde. Geen fundamentsteen, geen herinnering, geen herbouw. Niemand zal haar eren of trachten te herstellen. Haar nalatenschap zal bestaan uit verwoesting, niet uit opbouw. En daarin ligt haar einde: totaal en definitief.
Maar terwijl Babylon valt, richt God Zijn volk op. Israël, dat verstrooid was, veracht werd, onderdrukt werd, zal nu herrijzen. Niet als wereldse supermacht, maar als een geestelijk volk dat Gods wet bewaart en Zijn waarheid uitdraagt. De strijd eindigt niet in duisternis, maar in overwinning — voor hen die de HEERE vrezen.
“Zo zegt de HEERE: Ziet, een volk komt uit het noorden, en een grote natie, en vele koningen zullen opgewekt worden van de einden der aarde.” Jeremia 50:41
Deze profetie spreekt van het volk dat God gebruikt om Babylon te verslaan. In geestelijke zin is dit Israël — het ware, gehoorzame volk van de HEERE. In plaats van gebonden te zijn aan het systeem, worden zij opgewekt als een leger van waarheid, reiniging en oordeel. Niet in eigen kracht, maar in gehoorzaamheid aan hun God.
Daarom is dit niet het uur van moedeloosheid, maar van vastberadenheid. Want het oordeel komt — en met dat oordeel ook het herstel. Babel brandt, maar Sion zal staan. Wie de HEERE vreest, hoeft de toekomst niet te vrezen. Want Zijn plan is zeker, Zijn Woord is vast, en Zijn volk zal uiteindelijk overwinnen.
Het Vuur van God Verteert het Systeem
Het systeem van Babylon, dat zich uitstrekt over economie, religie, onderwijs en politiek, zal niet door mensenhanden ten val komen. De HEERE Zelf zal haar verteren. Niet stukje bij beetje, maar met vuur. Niet symbolisch, maar letterlijk, geestelijk en historisch. En dat vuur is al aangestoken — in de harten van gelovigen die zich afkeren van leugen, in de waarheid die openbaar komt, in het afbrokkelen van instituties.
“En Ik zal een vuur aansteken in haar steden, dat alles rondom haar zal verteren.” Jeremia 50:32
Geen enkel bastion van Babylon blijft gespaard. Haar steden — de machtscentra van corruptie — zullen niet herbouwd worden. Wat nu nog lijkt te bloeien, zal veranderen in as. Want Babylon heeft zich niet slechts vergist, zij heeft zich schuldig gemaakt aan opstand, aan afgoderij, aan de vervolging van Gods volk.
“Al haar beelden zijn verbijsterd; haar drekgoden zijn beschaamd.” Jeremia 50:2
Haar religie, haar schijnheiligheid, haar theologieën — alles wordt blootgelegd als leeg en vals. De afgoden van Babel zijn geen goden, maar het werk van mensenhanden, bedacht om het volk te misleiden. En wanneer het vuur komt, blijkt hoe kwetsbaar hun altaar is. Hun naam, hun prestige, hun invloed: alles verdwijnt als rook.
Maar het oordeel blijft niet hangen in vernietiging alleen. Het opent de weg voor herstel. Want zodra Babylon valt, ontstaat ruimte voor de zuivere aanbidding van de HEERE. Geen vermenging, geen compromissen, geen politieke prediking — maar de wet en het getuigenis, zoals het was in het begin. En dat is de hoop voor Israël.
“In die dagen en te dien tijde, spreekt de HEERE, zullen de kinderen Israëls komen, zij en de kinderen van Juda te zamen; zij zullen gaan, wenende voortgaande, en den HEERE hun God zoeken.” Jeremia 50:4
Als het systeem instort, zullen de ogen van het volk opengaan. Ze zullen zich herinneren wie hun God werkelijk is. Niet de God van Babylon, niet de God van menselijk succes, maar de HEERE van gerechtigheid. En hun tranen zullen niet zijn van verlies, maar van bekering. Want de leugen heeft plaatsgemaakt voor waarheid.
“Zij zullen vragen naar Sion, en hun aangezichten derwaarts wenden, zeggende: Komt, en laat ons aankleven aan den HEERE in een eeuwig verbond, dat niet vergeten worde.” Jeremia 50:5
Dat is het doel van het oordeel: niet vernietiging om vernietiging, maar herstel door zuivering. En dit verbond — dat niet vergeten wordt — is geen nieuw evangelie, geen nieuwe religie, maar de hernieuwde gehoorzaamheid aan wat God van den beginne gesproken heeft. Geen wetten van mensen, maar de wet van God. Geen menselijke structuren, maar het koninkrijk van de HEERE.
Daarom, als het vuur komt, vrees niet. Want wat verbrand wordt, moest toch al verdwijnen. Maar wat blijft, is het ware fundament: de HEERE, Zijn volk, Zijn waarheid — voor eeuwig.
Het Eeuwige Herstel van Gods Volk
Wanneer de HEERE het oordeel over Babylon heeft voltrokken, blijft er geen macht over die Zijn volk nog gevangen kan houden. De slavernij, de verstrooiing, de onderdrukking — het wordt tenietgedaan. Niet slechts als historisch feit, maar als geestelijk herstel. Want het volk van Israël, dat zo lang gebukt ging onder de lasten van Babel, zal nu vrijuit gaan.
“Mijn volk is een verloren schaap; hun herders hebben hen doen dwalen; zij hebben hen op de bergen omgevoerd; zij zijn van berg tot heuvel gegaan, zij hebben hun leger vergeten.” Jeremia 50:6
De schuld ligt niet alleen bij de vijand. Ook de leiders van het volk — herders, priesters, predikanten — hebben meegewerkt aan de verwarring. Ze hebben Gods kudde niet gevoed, maar verstrooid. Ze hebben de Waarheid vervangen door menselijk redeneren, door geestelijke slaperigheid, door verbonden met Babel. En het volk vergat daardoor haar leger — haar sterkte in de HEERE.
“Allen die hen vonden, aten hen op; en hun wederpartijders zeiden: Wij zijn niet schuldig, dewijl zij gezondigd hebben tegen den HEERE, tegen de woning der gerechtigheid, ja, tegen den HEERE, de Verwachting hunner vaderen.” Jeremia 50:7
De vijanden maakten misbruik van dit geestelijk verval. Ze spraken rechtvaardiging uit over hun geweld, omdat Israël zichzelf verlaten had. Maar hun redenering houdt geen stand. Want hoewel Israël zondigde, is het nog altijd Gods volk. En God laat Zijn erfdeel niet voor eeuwig verstrooid.
“Gaat uit uit het midden van Babel, en gaat uit van het land der Chaldeeën, en zijt als de bokken vóór aan de kudde.” Jeremia 50:8
De roep klinkt helder: verlaat haar. Niet in lichaam alleen, maar in geest, in overtuiging, in praktijk. Kom uit haar politiek, haar religie, haar denken. En wees een bok vóór de kudde — wees een voorganger in gehoorzaamheid, een leider in bekering. Want dit is het moment van scheiding: Babel wordt geoordeeld, Sion wordt opgericht.
“Want zie, Ik verwek en voer op tegen Babel een verzameling van grote volken uit het land van het noorden; die zullen zich tegen haar scharen, van daar zal zij ingenomen worden; hun pijlen zijn als van een kloek held, die niet ledig wederkeert.” Jeremia 50:9
De vijand wordt overweldigd door een kracht die zij niet kent — een volk dat niet strijdt voor eigen eer, maar voor de eer van God. Hun wapens zijn niet van ijzer, maar van gerechtigheid. Hun pijlen zijn woorden van waarheid, daden van gehoorzaamheid, gebeden van kracht. En Babel, hoe machtig zij zich ook waande, zal bezwijken.
“En Israël is een verstrooid schaap, dat de leeuwen verdreven hebben; eerst heeft hem de koning van Assur opgegeten, en laatst heeft deze Nebukadrezar, de koning van Babel, zijn gebeente gebroken.” Jeremia 50:17
Israël heeft veel geleden. Eerst onder Assyrië, later onder Babylon — en in onze dagen onder moderne machten die dezelfde geest dragen. Maar God heeft dit niet vergeten. Hij weet wat Zijn volk is aangedaan. En Hij zal niet slechts wreken, Hij zal ook herstellen. Wat gebroken is, wordt geheeld.
“Daarom zegt de HEERE der heirscharen, de God Israëls: Zie, Ik zal bezoeken den koning van Babel en zijn land, gelijk als Ik bezocht heb den koning van Assur.” Jeremia 50:18
De cyclus herhaalt zich niet eindeloos. Er komt een einde aan Babel, zoals er een einde kwam aan Assur. Niet omdat Israël sterk is, maar omdat de HEERE getrouw is. Hij heeft het beloofd, en Hij zal het doen. En Zijn volk zal weten: de HEERE is onze Verlosser, eeuwig en rechtvaardig.