Blogserie

Home / serie / De Val van Babylon in Jeremia 50 en 51 – Deel 6

< Terug naar blogoverzicht

Rubrieken

Algemeen

Duivel & Satan

Israël

Geschiedenis & Oorsprong

Nieuws

Joden & Edom

Kerkhoaxes

Wetten

De Val van Babylon in Jeremia 50 en 51 – Deel 6

Esau-Edom en Babylon: Eén en Dezelfde Vijand

De profetieën over de ondergang van Babylon gaan veel dieper dan slechts een oordeel over een oude stad. In de Schrift worden Babylon en Edom herhaaldelijk in één adem genoemd. Ze delen dezelfde geest, dezelfde zonden en hetzelfde lot. De een vertegenwoordigt het religieuze systeem dat zich tegen God verzet, de ander het aardse volk dat God haat. Maar in wezen zijn ze hetzelfde. De Bijbel maakt dit verband niet slechts toevallig, maar structureel.

De profeet Jeremia spreekt over Babel als een macht die met geweld over de aarde gaat en zich vergrijpt aan Gods volk. Tegelijkertijd noemt de profeet Obadja Edom — het nageslacht van Esau — als een vijand die zich verheft tegen Jakob, jaloers is op de zegen, en probeert diens plaats in te nemen.

“De hoogmoed uws harten heeft u bedrogen, gij die woont in de kloven der steenrotsen, in uw hoge woning, die in zijn hart zegt: Wie zal mij ter aarde nederhalen?” Obadja 1:3

Dat is Edom. En het is ook Babylon. Beide stellen zich boven God en boven Zijn volk. Beide denken onaantastbaar te zijn, gevestigd in rotsen, omringd door macht en bondgenoten. Maar de HEERE zegt: “Ik zal u van daar nederhalen.” Geen bastion is veilig voor Zijn oordeel.

De geest van Edom leeft voort in Babylon. Edom, die zijn geboorterecht verkocht en daarna zijn broeder haatte, heeft zich altijd verzet tegen Gods plan. Niet openlijk met wapens alleen, maar sluipend — infiltrerend in godsdienst, economie, politiek. Die geest is wat Babylon voedt.

“En gij zult gezegd hebben: Zie, ik heb een volk opgewekt uit het noorden, dat tegen haar zal optrekken; het zal haar steden tot een woestheid stellen, zodat er geen inwoner in zij zal zijn.” Jeremia 50:3

Wie zal Babylon vernietigen? Het is het volk uit het noorden — profetisch gezien het ware Israël, het herstelde volk van God. Niet het Babylon van onze dagen met haar vlaggen en financiële instellingen zal blijven bestaan, maar het volk dat Gods wet gehoorzaamt. Zij zijn Gods werktuig in Zijn oordeel.

Edom en Babylon zijn niet slechts historische entiteiten. Ze zijn een geestelijke tegenmacht, zichtbaar in de moderne wereld via controle over media, onderwijs, religie, en geld. Wie daar nog aan twijfelt, kijkt niet naar de Schrift, maar naar menselijke opinie. De profeten spraken niet in raadselen, maar in duidelijke lijnen.

De macht van Edom, die zich vandaag uit in de geest van Babylon, zal tot niets worden gemaakt. Niet omdat zij hun macht vrijwillig afleggen, maar omdat God hen zal breken. Hij heeft het gesproken — en Zijn Woord keert niet ledig terug.

De Verholen Erfenis van Esau

De vijandschap tussen Jakob en Esau is niet alleen een familiekwestie; het is de sleutel tot het verstaan van de strijd die tot op heden woedt tussen Gods volk en de machten van deze wereld. Esau, die zijn eerstgeboorterecht verachtte, heeft sindsdien alles in het werk gesteld om die zegen alsnog toe te eigenen — niet via gehoorzaamheid, maar via bedrog, omkering, en overheersing. En daarin ligt de wortel van Babylon’s macht.

“Want de dag des HEEREN is nabij over alle heidenen; gelijk als gij gedaan hebt, zal u gedaan worden; uw vergelding zal op uw eigen hoofd wederkeren.” Obadja 1:15

God heeft het niet vergeten. Wat Edom deed, zal op zijn eigen hoofd terugkeren. Zijn rol in het verraden van Jakob, in het afbreken van Jeruzalem, in het zich meester maken van Gods erfenis — het wordt vergolden. De HEERE is niet vergeten wat er gebeurde, ook al is het voor de wereld verborgen gebleven.

De geschiedenisboeken zwijgen over de beweging van Edomieten na hun verdrijving uit Seïr, maar de Schrift en de geschiedschrijving van buitenbijbelse bronnen onthullen hoe zij zich vestigden in Judea, zich vermengden met de bevolking, en uiteindelijk via religieuze structuren de macht grepen. In de tijd van Jezus waren de Herodianen — Edomieten — aan de macht, onder toezicht van Rome. En zij waren het die met de Farizeeën het complot smeedden om de Zoon van God te kruisigen.

Dat is geen toeval. Dat is de geest van Esau in actie.

“Gij zijt degenen, die rechtvaardigen doden, en het bloed der profeten vergoten hebben.” Mattheüs 23:31–35

Zij bouwden graven voor de profeten die hun voorvaderen vermoordden. Zij beleden godsdienst, maar dienden niet de HEERE. En hun ware identiteit was verborgen onder een mantel van vroomheid. Ze waren geen kinderen van Jakob, maar afstammelingen van Edom. En tot op vandaag dragen zij dezelfde geest.

In het moderne wereldsysteem vinden we opnieuw de geest van Edom — verholen, maar actief. Controle over geld, media, onderwijs, zelfs kerkelijke richtingen — allemaal instrumenten van beïnvloeding die zich tegen de wet van God keren en de macht van de mens centraal stellen. De wereld aanbidt deze machten, vaak zonder het te beseffen. Maar voor wie ogen heeft om te zien, is het duidelijk: Babylon leeft, en Edom regeert haar.

Maar de HEERE laat Zich niet bespotten. De profetieën zijn niet achterhaald. Edom zal geoordeeld worden. Zijn naam, hoe vermengd ook met religieuze en politieke systemen, zal tenietgedaan worden. En het volk van Jakob — het ware Israël — zal weten wie hun vijand is, en wie hun Verlosser.

De Geest van Edom in het Wereldsysteem

Het moderne Babylon, geregeerd door de geest van Edom, heeft zich vermomd in ideologieën, revoluties en economische netwerken. Wat de mensheid “vooruitgang” noemt, is in werkelijkheid slechts het uitrollen van een systeem dat tot doel heeft God uit te bannen en Zijn volk te onderdrukken. Esau’s geest leeft voort in de bewegingen die het christendom willen vervangen door humanisme, gelijkheid zonder waarheid, vrijheid zonder gehoorzaamheid.

“Ik haat Esau, en heb zijn bergen tot verwoesting gesteld, en zijn erfdeel den draken der woestijn.” Maleachi 1:3

Gods afwijzing van Esau is definitief. Niet op basis van willekeur, maar vanwege Esau’s aard, zijn daden, zijn geest. Hij verkocht zijn erfenis, haatte zijn broeder, en trachtte die zegen later met geweld terug te nemen. Hij staat model voor elke wereldmacht die pretendeert gerechtigheid te brengen, maar in werkelijkheid de orde van God ondermijnt.

De geest van Edom leeft in het communisme, dat God vervangt door de staat. Ze leeft in het kapitalisme, waar winst belangrijker is dan gerechtigheid. Ze leeft in de democratieën die zich beroemen op vrijheid van meningsuiting, maar Gods wet verbannen uit het publieke leven. En ze leeft in religieuze systemen die zich hebben aangepast aan de wereld, in plaats van zich te onderwerpen aan Gods geboden.

“De trots van uw hart heeft u verleid.” Obadja 1:3

Dat is Edom: overtuigd van eigen wijsheid, eigen macht, eigen rechtvaardigheid. Maar dat alles is bedrog. De HEERE kijkt naar het hart, en Hij ziet de haat, het bedrog, het verzet. En Hij heeft gezegd: Hij zal Edom verwoesten. Niet slechts door natuurlijke middelen, maar door Zijn oordeel — via het volk dat Hij geheiligd heeft, het volk dat leeft naar Zijn geboden.

“Daarom zal hun land worden tot een verwoesting; een eeuwige smaadheid zal er op zijn; niemand zal daarin wonen.” Jeremia 49:13

Dat oordeel is onontkoombaar. Geen alliantie, geen wereldraad, geen geestelijke leugen zal het keren. De HEERE heeft het gesproken — en het zal geschieden. En het volk dat vandaag nog onderdrukt wordt, zal dan opstaan als hoofd en niet meer als staart. Want God zal recht doen.

Dit is de boodschap die Babylon haat. Daarom onderdrukt zij de Schrift. Daarom verdraait zij de identiteit van Gods volk. Daarom roept ze het valse Israël uit tot haar geestelijk verbond. Maar de waarheid zal niet onderdrukt blijven. De stem van de profeten klinkt nog steeds, en zij spreken tegen Edom: uw einde is nabij.

De Val van de Leugen

De wereld herkent de ware vijand van Gods volk niet meer, omdat ze verblind is door een systeem dat de waarheid omdraait. Babylon noemt zichzelf de stad van vrede, van cultuur, van religieuze tolerantie. Maar in werkelijkheid is zij dronken van het bloed der heiligen. En Edom, haar geestelijke motor, wordt niet herkend omdat hij zich gehuld heeft in de mantel van het geloof. Maar God weet wie hij is.

“Wees stil voor de HEERE, want de dag des HEEREN is nabij; want de HEERE heeft een slachtoffer bereid, Hij heeft Zijn genoden geheiligd.” Zefanja 1:7

Dat offer is niet zomaar een ritueel. Het is oordeel. En het oordeel begint bij het huis Gods — bij hen die zeggen dat zij van Hem zijn, maar die in waarheid het systeem van Edom dienen. Want Babylon en Edom hebben zich genesteld binnen de muren van religie. Ze prediken vrede terwijl zij de zonde gedogen. Ze spreken over liefde, maar haten Gods wet.

De profeten hebben hierover niet gezwegen. Jeremia sprak het uit, Jesaja riep het, Obadja verklaarde het met vuur. De vijand van Gods volk is niet enkel een politieke macht, maar een geest. Een geest van bedrog, van vervalsing, van schijngerechtigheid. En die geest heeft een naam: Edom. Hij is de schaduw die zich voordoet als licht.

“Doch gij zult zijn als die in het midden van de zee woont; en als gij roept: De verwoesting is gekomen, zo zal zij komen.” Ezechiël 26:19

De val van Edom en Babylon komt plotseling, als een vloedgolf over een kuststad. Niemand verwacht het werkelijk, want het systeem lijkt stabiel, onaantastbaar. Maar het is gebouwd op leugen, op rebellie, op bloed. En de HEERE heeft de maat vol. Zijn oordeel zal komen — niet symbolisch, maar tastbaar, vernietigend.

Daarom moeten wij ons afkeren van het systeem. Niet slechts met woorden, maar met ons leven. We moeten breken met de geest van Edom — met haar vals evangelie, haar wereldse wijsheid, haar compromis. Want wie in haar blijft, zal delen in haar oordeel.

“Trek uit haar midden, Mijn volk, opdat gij niet mede vergaat in haar ongerechtigheid.” Jeremia 51:45

De roep klinkt nog steeds. De tijd is kort. Wie ogen heeft om te zien, ziet reeds de barsten in het systeem. De waarheid komt aan het licht. En met elke onthulling wordt Edom verder ontmaskerd. Maar alleen wie zich hecht aan Gods Woord zal staande blijven in de storm.

De Ontmaskering van de Eindtijdmacht

Er komt een moment waarop de sluier volledig wordt weggenomen. Dan zal zichtbaar worden wie werkelijk de machten van deze wereld heeft aangestuurd. Niet een abstract concept, niet slechts ideologieën of structuren, maar een concrete vijand — een volk dat zich meester heeft gemaakt van tronen, banken, leerstoelen en kansels. En de profeten wijzen keer op keer naar Esau, naar Edom, als het zaad van deze opstandige macht.

“De dag komt dat Ik bezoeking zal doen over Edom, zegt de HEERE, en dat Ik hem zal doen verdwijnen van onder de hemel.” Jesaja 34:5

De vernietiging van Edom is profetisch verbonden aan de dag van de HEERE — de dag waarop Hij afrekent met de vijanden van Zijn volk. En dit oordeel is niet slechts moreel of geestelijk; het is daadwerkelijk, historisch en toekomstgericht. God heeft een rekening te vereffenen met een macht die zich eeuwenlang tegen Hem heeft gekeerd, en die zich verhuld heeft onder de naam van religie, beschaving en rechtvaardigheid.

“De wereld is bedekt met duisternis, en de volken met dikke donkerheid.” Jesaja 60:2

Die duisternis is niet onwetendheid, maar bewuste misleiding. De wereld is onder de invloed van een systeem dat waarheid verdraait, gerechtigheid vervalst en zich voordoet als licht terwijl het duister is. Edom staat aan het hoofd van dat systeem. En omdat zij zich vermengd hebben met de instituten van macht, worden zij door de wereld niet herkend. Maar God herkent hen.

De Edomitische macht is in onze tijd te vinden in de hoogste raden van financiële controle, in de centra van mondiale planning, in de knooppunten van culturele vorming. Zij bepalen wat geleerd wordt, wat geloofd wordt, wat geaccepteerd wordt. En hun doel is hetzelfde als altijd: de troon van God omverwerpen en Zijn volk vernietigen of assimileren.

“Zij zeggen in hun hart: Wij zijn goden, en er is niemand buiten ons.” Jesaja 47:8

Maar hun tijd is beperkt. Het oordeel komt. En als dat oordeel eenmaal begint, zal geen bunker, geen geheim genootschap, geen internationale alliantie hen kunnen redden. De HEERE Zelf zal handelen. En het volk dat zij trachtten uit te roeien, zal oprijzen als Zijn wapen in die strijd.

Daarom moet het volk van God niet vrezen, ook niet wanneer het lijkt alsof het systeem onoverwinnelijk is. Want het is gebouwd op bedrog, en de waarheid zal het vernietigen. Esau heeft zich grootgemaakt — maar hij zal vernederd worden. Zijn naam zal uitgewist worden van onder de hemel.

De Wraak van God op Edom

Wanneer het oordeel over Edom komt, zal het niet halfhartig zijn. God zegt niet: “Ik zal hem waarschuwen.” Hij zegt: “Ik zal hem verwoesten.” En dat oordeel is niet onredelijk of willekeurig, het is rechtvaardig en verdiend. Want Edom heeft niet alleen gezondigd, hij heeft zich verheven tegen God Zelf, door Zijn volk te haten, te bedriegen, en te vervolgen.

“De dag des HEEREN is nabij over alle heidenen; gelijk als gij gedaan hebt, zal u gedaan worden; uw vergelding zal op uw eigen hoofd wederkeren.” Obadja 1:15

Gods oordeel is spiegelend: wat Edom anderen aandeed, komt op hem terug. Zijn listigheid, zijn hebzucht, zijn bloeddorst — het keert zich tegen hem. En als Gods volk dit beseft, dan hoeven zij zich niet meer te verwonderen over de toestanden van de wereld. Zij herkennen de geest van Edom in het kwaad dat hen omringt.

“Want gelijk gijlieden op Mijn heilig gebergte gedronken hebt, alzo zullen alle heidenen geduriglijk drinken; ja, zij zullen drinken en slurpen, en zij zullen zijn als of zij er niet geweest waren.” Obadja 1:16

De HEERE vergelijkt Edoms gedrag met dronkenschap op Zijn heilige berg — een belediging van het heiligdom, een schending van de orde. Maar de straf zal in gelijke mate uitgeschonken worden. Edom zal de beker van toorn drinken tot de laatste druppel. En als hij gevallen is, zal niemand hem missen. Hij zal zijn als een schaduw die vervluchtigt, een naam die vergeten wordt.

Daartegenover staat Jakob. Niet als overwinnaar in eigen kracht, maar als erfgenaam van Gods belofte. Want hoewel Jakob struikelde, zondigde, en vaak ongehoorzaam was, heeft God hem liefgehad met een eeuwige liefde. En Hij heeft beloofd hem te herstellen.

“Maar op den berg Sion zal ontkoming zijn, en die zal heiligheid wezen; en het huis Jakobs zal zijn erfelijke bezittingen weer verkrijgen.” Obadja 1:17

Dat is de toekomst van Gods volk. Geen slavernij meer, geen vermenging meer, geen verwarring. Maar heiligheid, herstel, en bezit van wat hun toekomt. Niet door revolutie, maar door de hand van God. Niet via het systeem van Edom, maar via de weg van gehoorzaamheid en waarheid.

Edom heeft geprobeerd die erfenis te stelen. Hij heeft de naam Israël op zichzelf geplakt. Hij heeft zich voorgedaan als Gods volk. Maar de HEERE zal het onderscheid herstellen. En als dat gebeurt, zal heel de wereld weten wie werkelijk het volk van God is — en wie zich slechts voor hen uitgaf.

De Onweerstaanbare Oordeelsdaad van God

Gods oordeel over Babylon en Edom zal niet slechts een waarschuwing zijn, maar een dwingende en onvermijdelijke daad. De Schrift benadrukt herhaaldelijk dat hun val totaal en onherroepelijk zal zijn. Zoals in Jeremia 51:60–64 staat, heeft God Zijn woord opgeschreven in een boek, dat gelezen moet worden in Babylon zelf — als teken dat het oordeel publiek, openlijk en definitief zal zijn.

“Wanneer gij tot Babel komt en alle deze woorden zult lezen, zult gij zeggen: Heere, Gij hebt tegen deze plaats gesproken, om haar te verderven, zodat niemand daarin zal blijven, noch mens noch dier, maar dat zij eeuwig woest zal zijn.” Jeremia 51:61

Daarna werd het boek met een steen aan de rivier de Eufraat gebonden en geworpen, wat symbool staat voor de verzegeling van het oordeel en het definitieve einde van Babylon. Dit beeld vinden we terug in Openbaring 18, waar een engel een grote molensteen in de zee werpt, met de woorden dat Babylon nooit meer zal worden gevonden.

Dit is geen klein incident, maar de grote finale van een macht die eeuwenlang weerstand bood aan Gods rechtvaardigheid en Zijn volk onderdrukte. Babylon staat symbool voor het wereldrijk dat rebelleert tegen God, het systeem dat zijn macht baseert op leugens, bedrog, en onderdrukking.

In Openbaring 17 en 18 wordt deze “Mystery Babylon the Great” genoemd, de moeder der hoereren, die dronken is van het bloed van de heiligen en martelaren van Jezus. Haar vernietiging is onafwendbaar, want zij heeft zichzelf tot het centrum van zonde en geweld gemaakt.

Het boek van Jeremia en de Openbaring beschuldigen Babylon van het drinken van het bloed van de rechtvaardigen. Dat is geen overdreven beeldspraak, maar een letterlijke beschrijving van de gevolgen van haar daden: vervolging, onderdrukking, moord op Gods volk.

“En ik zag de vrouw dronken van het bloed van de heiligen en van het bloed der martelaren van Jezus.” Openbaring 17:6

En in Openbaring 18:24 staat:

“En in haar werd gevonden het bloed van profeten en van heiligen en van allen die op de aarde gedood zijn.”

Deze passages geven ons een helder beeld van de ernst van haar zonden. Het is een macht die nietsontziend is in haar haat tegen het volk van God. En toch zal juist die bloeddorst haar ondergang zijn.

Dezelfde beschuldiging van bloeddorstigheid vinden we ook in de woorden van Jezus in Mattheüs 23. Hij richt zich tot de leiders van Zijn tijd — de Schriftgeleerden en Farizeeën — en zegt dat zij verantwoordelijk zijn voor het doden van de profeten, de rechtvaardigen, en uiteindelijk Hemzelf.

“Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, want gij sluit het Koninkrijk der hemelen voor de mensen; want gij gaat zelf niet binnen, en gij verhindert degenen die willen ingaan.”
Mattheüs 23:13

Hij noemt hen witgekalkte graven, mooi van buiten, maar van binnen vol doodsbeenderen en onreinheid. Zij zijn schuldig aan bloedvergieten door de eeuwen heen, en Jezus waarschuwt dat het oordeel zwaar zal zijn.

De profetieën sluiten af met de belofte dat Israël zal worden verlost, dat het Koninkrijk van God over Israël en de aarde zal komen. Ondanks de grote tegenspoed en onderdrukking, zal Gods trouw blijven. Het volk zal worden bevrijd, en hun vijanden vernietigd.

“En de zaligmakers zullen op de berg Sion opstaan om te oordelen over de berg Esau; en het Koninkrijk zal van de HEERE zijn.” Obadja 1:21

Gods rechtvaardigheid zal zegevieren, en de zonde, de dood en het kwaad zullen voor eeuwig overwonnen zijn.

De Definitieve Oordeel en de Toekomstige Hoop

De eindtijdprofetieën over Babylon en Esau-Edom zetten ons midden in een strijd die veel groter is dan de huidige politieke en sociale conflicten. Het is een strijd die gaat over goed en kwaad, over Gods plan en de tegenwerking daarvan. Deze hoofdstukken in Jeremia, Obadja en Openbaring tonen ons dat het kwaad uiteindelijk niet zal overwinnen, ondanks de schijnbare macht en overheersing van deze wereldse machten.

De vernietiging van Babylon en de val van Esau-Edom betekenen niet alleen het einde van hun tirannie, maar ook de bevrijding van Gods uitverkoren volk. Het is het begin van een nieuwe tijd, waarin Gods Koninkrijk zal worden gevestigd, rechtvaardig en eeuwig.

Herhaaldelijk wordt in deze profetieën benadrukt dat God zelf de schepper en onderhouder is van alles wat bestaat. Hij is de Almachtige die zelfs de sterren heeft geteld en benoemd. Dit benadrukt Zijn absolute soevereiniteit en macht over alle dingen, inclusief de machtigste rijken en naties van de aarde.

“Hij heeft de aarde gemaakt door zijn kracht, hij heeft de wereld bevestigd door zijn wijsheid, en hij heeft de hemel uitgespannen door zijn verstand.” Jeremia 51:15

Dat God zo almachtig is, geeft ons vertrouwen dat Zijn oordeel zal worden volbracht, hoe onoverwinnelijk de vijand ook lijkt.

In deze profetieën wordt Israël niet gezien als machteloos slachtoffer, maar als Gods instrument van oordeel. God noemt Israël zijn strijdbijl en wapens van oorlog waarmee Hij de volken zal breken.

“Gij zijt mijn strijdbijl en wapens van oorlog; met u zal Ik de volken verbrijzelen, en met u zal Ik koninkrijken verwoesten.” Jeremia 51:20

Dit is een krachtige herinnering dat Gods volk een centrale rol heeft in het uiteindelijke herstel van de wereldorde, niet door eigen kracht, maar door Zijn Geest en leiding.

De profetieën waarschuwen ook tegen het bedrieglijke karakter van deze machten. Hun macht en pracht zijn slechts een façade die uiteindelijk zal instorten. Hun trots en arrogantie leiden tot hun val, en hun ‘wijsheid’ is in werkelijkheid dwaasheid.

“De trots van uw hart heeft u misleid, o inwoner van de rotskloven.” Obadja 1:3

Hun verborgen plannen en samenzweringen zullen worden onthuld en vernietigd, zodat niemand hun misleiding ooit nog kan herhalen.

Voor Gods volk is deze kennis geen reden tot angst, maar tot waakzaamheid en vertrouwen. Het is een oproep om standvastig te blijven in geloof en gehoorzaamheid, wetende dat God Zijn beloften zal vervullen en Zijn volk zal beschermen.

Het is tevens een waarschuwing om niet naïef te zijn over de gevaren en de tegenstand, maar om met wijsheid en kracht te leven in deze tijd.

De Verlossing en het Koninkrijk van God

De profetieën eindigen met een boodschap van hoop en verlossing. Ondanks de duisternis en het kwaad dat de wereld beheerst, wordt ons verzekerd dat het Gods uiteindelijke doel is om Zijn Koninkrijk te vestigen en Zijn volk te redden.

“En al Israël zal behouden worden met een eeuwige behoudenis, en het Koninkrijk zal van de HEERE zijn.” Jeremia 51:64

Deze belofte is het licht aan het einde van de tunnel voor iedereen die gelooft en vertrouwt op God. Het wijst op de toekomstige tijd waarin gerechtigheid, vrede en waarheid zullen regeren over de aarde.

Tegelijkertijd is er een duidelijke en definitieve veroordeling voor degenen die zich tegen God en Zijn volk hebben gekeerd. Zij worden beschreven als ‘tweemaal doden’ en veroordelingen die hen eeuwig wachten.

“Zij zijn dood, zij zullen niet leven; zij zijn omgekomen, zij zullen niet opgewekt worden.” Jesaja 26:14

Dit benadrukt dat het oordeel van God rechtvaardig en onontkoombaar is, en dat het kwaad geen toekomst heeft in Zijn Koninkrijk.

Midden in deze profetieën wordt Gods volk opgeroepen om standvastig te blijven, om trouw te zijn aan Zijn Woord en Zijn wet. Het is een uitnodiging om niet mee te gaan in de dwaasheid en waanzin van de wereld, maar om te leven naar Gods richtlijnen.

“Met mijn ziel heb ik U gezocht des nachts, ja met mijn geest in mij zal ik U vroeg zoeken.” Jesaja 26:9

Deze woorden moedigen aan tot een diep verlangen naar God en Zijn gerechtigheid, ook wanneer de wereld in chaos lijkt te verkeren.

Ten slotte wordt ons eraan herinnerd dat Gods plannen niet kunnen worden verijdeld. Zijn almacht staat boven alles, en Zijn wijsheid overstijgt de menselijke inzichten.

“Want Hij roept aan tot de hemel, Hij wijst de aarde aan, om Zijn volk recht te geven.” Jesaja 26:16

Hierin ligt de zekerheid voor de gelovigen: ongeacht de moeilijkheden en tegenstand zal God Zijn volk uiteindelijk rechtvaardigen en herstellen.

Blijf op de hoogte van de nieuwste blogseries

Abonneer op onze nieuwsbrief via e-mail of via onze RSS Feed. Je kunt op elk gewenst moment weer afmelden.

Nieuwste blogseries

Voor het eerst hier?

Er is veel content op deze website. Dit kan alles een beetje verwarrend maken voor veel mensen. We hebben een soort van gids opgezet voor je.

800+

Geschreven blogs

300+

Nieuwsbrieven

100+

Boeken vertaald

5000+

Pagina's op de website

Een getuigenis schrijven

Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.
Naam
Vink dit vakje aan als je jouw getuigenis aan ons wilt versturen, maar niet wilt dat deze op de lijst met getuigenissen op deze pagina wordt geplaatst.

Stuur een bericht naar ons

Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.
Naam
=