Blogserie

Home / serie / Heeft God de onreine dieren of de onreine mensen gereinigd? – Deel 3

< Terug naar blogoverzicht

Rubrieken

Algemeen

Duivel & Satan

Israël

Geschiedenis & Oorsprong

Nieuws

Joden & Edom

Kerkhoaxes

Wetten

Heeft God de onreine dieren of de onreine mensen gereinigd? – Deel 3

Verdraaide Verzen — Hoe Vlees de Wet Wist te Omzeilen

In onze vorige studie hebben we uit Handelingen 10 en 11 vastgesteld dat het visioen van Petrus geen toestemming gaf om onreine dieren te eten, maar dat het juist ging over de reiniging van mensen, zoals Cornelius. Petrus zelf verklaarde dat het visioen hem had geleerd “geen mens onrein of onheilig te noemen.”

Toch blijven miljoenen christenen beweren dat dit visioen hen toestaat om varkensvlees, schaaldieren en ander verboden voedsel te eten. Zij zijn misleid. Maar Handelingen 10 is niet het enige hoofdstuk dat men hiervoor misbruikt.

Er zijn andere verzen in het Nieuwe Testament die vaak op dezelfde manier worden gebruikt — uit hun verband gerukt, half geciteerd, of volledig verdraaid — en dan gepresenteerd als bewijs dat Gods wetten afgeschaft zijn.

Neem bijvoorbeeld Romeinen 14.

Romeinen 14:14 “Ik weet en ben overtuigd in de Heere Jezus, dat niets van zichzelf onrein is; maar voor hem die denkt dat iets onrein is, voor die is het onrein.”

Zo wordt dit vers vaak geciteerd. Maar let op wat er voorafging:

Romeinen 14:1-3 “Aanvaard hem die zwak is in het geloof, zonder twist over meningen. De één gelooft dat hij alles mag eten, maar wie zwak is, eet alleen groente. Wie eet, moet hem niet minachten die niet eet; en wie niet eet, moet hem niet oordelen die wel eet; want God heeft hem aanvaard.”

Merk op: dit gaat niet over het eten van varkensvlees versus rundvlees. Het gaat over een zwakke gelovige die alleen groente eet. Dit verwijst naar mensen die geen vlees willen eten — zelfs niet rein vlees — uit angst dat het misschien onrein is geworden door afgodenoffers of verontreiniging.

Paulus zegt niet dat alles rein is verklaard door God. Hij zegt dat niets van zichzelf onrein is — wat betekent: als het volgens de wet rein is, is het dat nog steeds, tenzij iemand er zelf aanstoot aan neemt. Maar dat verandert niets aan wat God in Zijn wet heeft vastgesteld.

Romeinen 14 is dus geen toestemming om de voedselwetten te overtreden. Het is een oproep om niet te twisten over meningen, vooral wanneer het gaat over mensen die te ver gaan in hun voorzichtigheid.

Maar dit vers is zo vaak geciteerd door predikanten, dat mensen er heilig van overtuigd zijn geraakt dat Paulus hier de wet van Mozes afschaft. Terwijl Paulus in zijn brieven telkens benadrukt dat de wet heilig, rechtvaardig en goed is (Romeinen 7:12).

Dan hebben we ook nog Kolossenzen 2.

Kolossenzen 2:16 “Laat dan niemand u veroordelen inzake eten of drinken, of met betrekking tot een feestdag, nieuwe maan of sabbat.”

Opnieuw — een vers dat veelvuldig wordt gebruikt om te zeggen: “Je hoeft je niet meer aan de wet te houden.”

Maar lees het hele hoofdstuk. Paulus waarschuwt voor filosofieën, menselijke tradities en de inzettingen van mensen — niet van God.

Kolossenzen 2:8 “Zie toe dat niemand u meesleept door wijsbegeerte en ijdele misleiding, overeenkomstig de overlevering van mensen, overeenkomstig de grondbeginselen van de wereld, en niet overeenkomstig Christus.”

En verder:

Kolossenzen 2:20-22 “Indien gij dan met Christus de grondbeginselen van de wereld zijt afgestorven, waarom laat gij u dan voorschriften opleggen alsof gij nog in de wereld leeft: raak niet, proef niet, roer niet aan! — Dingen die alle door het gebruik vergaan, naar de geboden en leringen van mensen.”

Ziet u het verschil? Paulus keert zich tegen geboden van mensen, niet tegen de geboden van God. En toch gebruiken predikanten dit hoofdstuk om te beweren dat Paulus tegen Gods voedselwetten predikt.

Ze halen vers 14 aan:

Kolossenzen 2:14 “Hij heeft het handschrift dat tegen ons was, uitgewist, dat met inzettingen tegen ons was; en dat heeft Hij uit het midden weggenomen en aan het kruis genageld.”

En daaruit concluderen ze: “Zie je wel? De hele wet is afgeschaft.”

Maar wacht even.

Staat er dat de wet aan het kruis is genageld? Of dat het handschrift dat tegen ons was is weggenomen? Er is een verschil. De straf, de veroordeling — dat is uitgewist. Niet de wet zelf.

Wat aan het kruis werd genageld, was onze schuld, onze overtreding, niet Gods geboden. Als je dat niet begrijpt, mis je de kern van het evangelie.

Misleid door 1 Timoteüs — Alles is rein?

Een ander vers dat vaak wordt misbruikt om Gods voedselwetten te negeren, is 1 Timoteüs 4.

1 Timoteüs 4:1-3 “Maar de Geest zegt nadrukkelijk, dat in latere tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, zich begevend tot verleidende geesten en leringen van boze geesten; door huichelarij van leugensprekers, die hun eigen geweten hebben dichtgeschroeid; verbiedende te huwen, en gebiedende zich te onthouden van spijzen, die God geschapen heeft om met dankzegging te worden genuttigd door hen die geloven en de waarheid kennen.”

Hier staat dat het verkeerd is om te verbieden wat God geschapen heeft om gegeten te worden. Dus, wat heeft God geschapen om gegeten te worden? Dat is de kernvraag.

Antwoord: Leviticus 11 en Deuteronomium 14 vertellen precies welke dieren God heeft geschapen om door Zijn volk gegeten te worden — dat zijn de reine dieren. Dus als Paulus zegt dat men zich moet onthouden van voedsel dat God geschapen heeft om gegeten te worden, dan heeft hij het over mensen die reine dieren verbieden — niet over mensen die onreine dieren afwijzen.

De passage zegt dus niet dat alle voedsel rein is. Integendeel, vers 4 wordt vaak verkeerd geïnterpreteerd:

1 Timoteüs 4:4 “Want alle schepsel Gods is goed, en niets is verwerpelijk, als het met dankzegging wordt aangenomen.”

Veel predikanten stoppen hier en zeggen: “Zie je? Alles is goed, dus eet maar.”

Maar lees het volgende vers:

1 Timoteüs 4:5 “Want het wordt geheiligd door het woord van God en door het gebed.”

Let op: het moet geheiligd worden door het Woord van God. En wat zegt Gods Woord over voedsel? Dat sommige dieren rein zijn — en andere onrein.

Dus Paulus zegt: “Je mag het eten als het geheiligd is door Gods Woord én door gebed.” Maar als Gods Woord zegt dat een dier onrein is, dan is dat dier niet geheiligd door het Woord van God — en dus valt het buiten deze belofte.

Mensen die deze tekst misbruiken, negeren dus het voorbehoud: “geheiligd door het Woord.” Ze negeren Leviticus 11 en Deuteronomium 14, waarin God Zelf bepaalt wat voedsel is en wat niet.

Paulus zegt in 1 Timoteüs 4 niet dat alles gegeten mag worden. Hij zegt dat het voedsel dat God geschapen heeft om te worden gegeten, aanvaard mag worden met dank — als het geheiligd is door Gods Woord en gebed. En dat betekent dus: alleen datgene wat God al rein verklaard heeft.

Alles buiten die categorie is géén voedsel — het is onrein.

De Bijbel spreekt nergens over “onrein voedsel.” Als iets onrein is, is het geen voedsel.

En zo worden deze verzen dus stuk voor stuk uit hun verband gehaald.

Romeinen 14 — verdraaid.
Kolossenzen 2 — verkeerd toegepast.
1 Timoteüs 4 — half gelezen.

En telkens weer zie je hetzelfde patroon: men leest één vers, negeert de context, en gebruikt het om Gods geboden te ondermijnen. Maar als je het hele hoofdstuk leest, vers voor vers, met het hele Woord van God in gedachten, wordt het duidelijk dat de wet nog steeds geldt — en dat de Schrift zichzelf niet tegenspreekt.

De Wet: Afgeschaft of Bevestigd?

Veel predikanten zeggen vandaag dat de wet is afgeschaft. Maar vraag ze dan eens: welk deel van de wet?

Is het gebod “Gij zult niet doden” afgeschaft? Nee?

Is “Gij zult niet stelen” afgeschaft? Ook niet?

Hoe zit het dan met “Gij zult geen varken eten”?

Ze zeggen: “Dat was ceremoniële wet.” Maar wie gaf het recht om de wet in categorieën te verdelen? De Bijbel niet. Nergens maakt de Schrift onderscheid tussen morele, ceremoniële en civiele wetten. Dat onderscheid is een uitvinding van theologen — niet van God.

Psalm 119:160 “De som van Uw woord is waarheid, en al Uw rechtvaardige verordeningen zijn tot in eeuwigheid.”

In de Bijbel zijn alle wetten van God heilig, rechtvaardig en goed. Jezus zei:

Mattheüs 5:17-18 “Meent niet, dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar te vervullen. Want voorwaar, Ik zeg u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota of één tittel van de wet voorbijgaan, totdat alles is geschied.”

Heb jij de hemel en aarde nog zien verdwijnen?

Dan geldt Gods wet dus nog steeds.

En Jezus zei ook:

Mattheüs 5:19 “Een ieder dan, die één van deze geringste geboden ontbindt en de mensen zo onderwijst, zal de geringste genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar wie ze doet en onderwijst, die zal groot genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen.”

Toch zijn er vandaag duizenden predikanten die precies dát doen: ze ontbinden één van de geboden — en leren anderen om hetzelfde te doen.

“God heeft alles rein verklaard,” zeggen ze. Maar ze bedoelen eigenlijk: “God heeft Zichzelf tegengesproken.”

Want dezelfde God die zei: “Eet geen varken, dat is een gruwel voor u,” zou nu zeggen: “O, eet maar — want Ik heb het veranderd”?

God is niet wispelturig.

Maleachi 3:6 “Want Ik, de HEERE, ben niet veranderd.”

Jakobus 1:17 “Bij wie geen verandering is of schaduw van omkeer.”

En dus: als God een dier ooit onrein noemde, dan is dat dier nog steeds onrein. God verandert Zijn wet niet omdat de cultuur verandert. Hij past Zich niet aan aan onze smaak, gewoonten of verlangens.

Jesaja 66:15-17 spreekt over de wederkomst van Christus, en zegt dat Hij zal komen met vuur en zwaard om oordeel te brengen over degenen die onrein vlees eten — zelfs in de eindtijd.

Jesaja 66:17 “Zij die zich heiligen en reinigen om achter één in het midden te gaan, die zwijnen-, muizen- en andere gruwelvlees eten, zij zullen tezamen verteerd worden, spreekt de HEERE.”

Dat is geen oude, afgeschafte profetie. Dat is de toekomst. En het toont aan dat God Zijn wetten niet vergeet — en dat ongehoorzaamheid gevolgen heeft.

De vijandelijke leugen: Gij Zult Zeker Niet Sterven

De oorsprong van deze verwarring ligt niet in onwetendheid, maar in een leugen die zo oud is als de zonde zelf. Het is dezelfde leugen die in de hof van Eden werd uitgesproken door de slang, niet door God. Hij zei tot de vrouw: “Gij zult zeker niet sterven.” Daarmee werd het zaad van twijfel gezaaid, niet door de wet af te wijzen, maar door te suggereren dat ongehoorzaamheid geen gevolgen heeft.

Genesis 3:4-5 “Toen zei de slang tot de vrouw: Gij zult zeker niet sterven; maar God weet, dat ten dage dat gij daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden, en gij als God zult zijn, kennende goed en kwaad.”

Diezelfde boodschap klinkt vandaag vanaf duizenden kansels. Predikanten verkondigen dat we onder genade leven, dat de wet niet meer geldt, dat gehoorzaamheid optioneel is en dat God niet zal oordelen zolang je ‘gelooft’. Ze zeggen met andere woorden precies wat de slang zei: je zult niet sterven, zelfs niet als je ongehoorzaam bent. Maar de apostel Paulus sprak duidelijke taal:

Romeinen 6:1-2 “Wat zullen wij dan zeggen? Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade toeneemt? Volstrekt niet! Hoe zullen wij, die voor de zonde gestorven zijn, daarin nog leven?”

Romeinen 6:15 “Wat dan? Zullen wij zondigen, omdat wij niet onder de wet, maar onder de genade zijn? Volstrekt niet!”

Paulus bevestigde juist dat genade niet bedoeld is als een vrijbrief tot zonde, maar als kracht om heilig te leven. En wat is zonde? Johannes laat daar geen twijfel over bestaan:

1 Johannes 3:4 “Een ieder die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid; want de zonde is wetteloosheid.”

Wie dus zegt dat de wet is afgeschaft, beweert in feite dat zonde niet meer bestaat. Maar als zonde niet meer bestaat, dan is het kruis zinloos geworden. En dat is precies de verdraaiing die de vijand wil bereiken: het onschadelijk maken van het evangelie, door het los te maken van Gods wet.

Toch verkondigen vele predikers dat God Zijn wetten heeft aangepast. Zij leren dat wat Hij ooit een gruwel noemde, nu rein is verklaard. Maar God verandert niet. Hij is niet als een mens die van mening verandert wanneer de tijden veranderen. Hij is dezelfde, gisteren, vandaag en in eeuwigheid.

Maleachi 3:6 “Want Ik, de HEERE, ben niet veranderd.”

Jakobus 1:17 “Bij wie geen verandering is of schaduw van omkeer.”

Wie beweert dat God nu toestaat wat Hij vroeger verbood, maakt Hem tot een God die Zichzelf tegenspreekt. Maar dat is niet de God van de Bijbel. Hij is heilig en rechtvaardig, en Zijn geboden zijn eeuwig. Jesaja profeteerde zelfs dat de overtreding van voedselwetten tot de wederkomst toe gevolgen zal hebben:

Jesaja 66:17 “Zij die zich heiligen en reinigen om achter één in het midden te gaan, die zwijnen-, muizen- en andere gruwelvlees eten, zij zullen tezamen verteerd worden, spreekt de HEERE.”

Deze profetie spreekt niet over het verleden, maar over het laatste oordeel. Het bevestigt dat Gods wetten over reinheid niet tijdelijk of cultureel waren, maar blijvend. De slang heeft vandaag nieuwe vormen aangenomen, maar zijn stem is dezelfde gebleven. Hij fluistert opnieuw: “Eet gerust, je zult niet sterven.” En duizenden mensen geloven hem, omdat hij zich verschuilt achter religie, traditie en populaire leer.

Jezus waarschuwde dat vele gelovigen die Hem “Heere” noemen, niet zullen binnengaan.

Mattheüs 7:21-23 “Niet een ieder die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die de wil doet van Mijn Vader die in de hemelen is. Velen zullen op die dag tot Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd… En dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, gij werkers der wetteloosheid.”

Werkers der wetteloosheid — mensen die religieus zijn, maar de wet van God verwerpen. Dat is de echte crisis van deze tijd: een volk dat denkt dat ze God dient, terwijl het Zijn geboden negeert. En dat alles omdat ze zijn gaan luisteren naar dezelfde stem die Eva verleidde.

Wie wijs is, luistert niet naar stemmen die de wet van God verdraaien, maar naar het Woord zelf, dat leeft en kracht heeft om te oordelen over elke gedachte en elke leer. Laat niemand u misleiden. De genade van God leert ons niet om ongehoorzaam te zijn, maar om heilig te leven — zoals Hij heilig is.

Vergeten Wat Voedsel Is – En Wie God Is

Een van de grootste misverstanden in de moderne kerk is dat men denkt dat alles wat eetbaar lijkt, voedsel is. Maar de Bijbel is daar duidelijk over. God noemt alleen datgene voedsel wat Hij rein verklaard heeft. Als een dier door God onrein genoemd wordt, is het in Zijn ogen geen voedsel, hoe voedzaam of smakelijk mensen het ook vinden.

Leviticus 11:47 “Om onderscheid te maken tussen het onreine en het reine, en tussen het dier dat men eten mag en het dier dat men niet eten mag.”

De mens heeft die grens losgelaten. Hij vertrouwt liever op zijn eigen smaakpapillen dan op het Woord van God. Maar wie zijn wij om te bepalen wat voedsel is? Dat is het voorrecht van de Schepper — Hij die hemel en aarde maakte, die elk dier vormde, en die weet wat goed is voor Zijn volk.

Toch zijn er vandaag theologen en gelovigen die zeggen dat het visioen van Petrus, of Paulus’ woorden in Romeinen of Timoteüs, deze hele scheiding tussen rein en onrein heeft opgeheven. Ze zeggen dat God nu alles goedkeurt, zolang je er maar dankbaar voor bent. Maar als we dat zouden geloven, dan moeten we ook geloven dat God van gedachten verandert, dat Hij zich vergist had in Leviticus, en dat de dood van Christus de menukaart heeft gewijzigd.

Maar de dood van Christus was niet bedoeld om wormen uit een karkas te zuiveren. Hij stierf om mensen te reinigen — niet dieren. Hij stierf niet om voedselwetten af te schaffen, maar om het hart van de mens te veranderen, zodat die Gods wet zou willen gehoorzamen uit liefde in plaats van uit plicht.

Jesaja 5:20 “Wee hun die het kwade goed noemen en het goede kwaad; die duisternis voorstellen als licht en licht als duisternis; die bitter voorstellen als zoet en zoet als bitter.”

De kerk van vandaag heeft de grenzen vervaagd. Wat vroeger zonde heette, noemt men nu vrijheid. Wat God een gruwel noemde, wordt nu verkocht in kerkelijke eetgelegenheden. Zelfs zogenaamde christelijke bijeenkomsten serveren ham en garnalen als onderdeel van hun ‘genadebanket’.

En dan durft men zich af te vragen waarom de zegen ontbreekt? Waarom de kracht van God niet meer zichtbaar is? Waarom gebed zonder antwoord blijft?

Omdat men Gods Woord heeft verworpen — en denkt dat Hij dat goedkeurt.

Hosea 4:6 “Mijn volk gaat te gronde door gebrek aan kennis; omdat gij de kennis verworpen hebt, zal Ik ook u verwerpen, dat gij Mij niet zult dienen als priester; en omdat gij de wet van uw God vergeten hebt, zal Ik ook uw kinderen vergeten.”

De kerk heeft de kennis verworpen. En het begon met de verwerping van de wet. Wat we vandaag nodig hebben, is geen nieuwe leer, maar herstel van het oude pad. De weg van gehoorzaamheid, heiligheid en onderscheiding. Niet alles wat eetbaar is, is voedsel. Niet alles wat geaccepteerd wordt, is goed. En niet alles wat wettelijk toegestaan is, is gezegend.

Gods maatstaf is heilig. Hij heeft bepaald wat voedsel is. En Hij heeft niet veranderd wat Hij in den beginne goed noemde. Het is aan ons om dat weer te erkennen.

Een Heilig Volk voor een Heilige God

God heeft Zijn volk altijd geroepen tot onderscheiding. Niet alleen in gedrag en aanbidding, maar zelfs in wat zij aten, hoe zij leefden, en hoe zij zich onderscheidden van de volken rondom hen. De wetten over rein en onrein voedsel waren geen willekeurige beperkingen. Ze waren bedoeld om Israël heilig te maken — afgezonderd van de heidenen — zodat zij in alles, zelfs in hun maaltijden, zouden getuigen van de heiligheid van hun God.

Leviticus 20:25-26 “Daarom zult gij onderscheid maken tussen de reine dieren en de onreine, en tussen de onreine vogels en de reine; en gij zult uzelf niet verfoeilijk maken door dier of door vogel, of door iets dat op de aarde kruipt, dat Ik voor u heb afgezonderd als onrein. En gij zult heilig voor Mij zijn; want Ik, de HEERE, ben heilig, en Ik heb u van de volken afgezonderd, opdat gij Mij toebehoort.”

Dezelfde God die dit sprak, is nog steeds dezelfde vandaag. Hij heeft Zijn heiligheid niet afgezwakt. Hij heeft Zijn standaard niet verlaagd. En Hij verlangt nog steeds naar een volk dat zich vrijwillig aan Hem onderwerpt — in geloof, in gehoorzaamheid en in toewijding.

Als het eten van onreine dieren toen een gruwel was in Zijn ogen, waarom zou het dan nu aanvaardbaar zijn? Omdat Christus is gestorven? Nee — Christus stierf niet om het volk onreiner te maken, maar om het tot volkomen reinheid te brengen. Hij betaalde niet de prijs van het bloed om ons te bevrijden van de wet, maar om ons in staat te stellen de wet lief te hebben en te gehoorzamen — uit een nieuw hart.

Ezechiël 36:26-27 “En Ik zal u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven; en Ik zal het hart van steen uit uw lichaam wegnemen en u een hart van vlees geven. En Ik zal Mijn Geest in uw binnenste geven, en Ik zal maken dat gij in Mijn inzettingen wandelt en Mijn verordeningen in acht neemt en ze doet.”

Dat is het nieuwe verbond. Niet het afschaffen van Gods geboden, maar het schrijven ervan op het hart. Niet het loslaten van de reinheidswetten, maar het verlangen om God te eren met alles wat we zijn — inclusief wat we eten.

Het is tragisch dat deze boodschap vandaag nauwelijks nog verkondigd wordt. In plaats daarvan horen we goedkope genade, gemakzuchtige theologie en menselijke rechtvaardiging. De Bijbel wordt herleid tot een buffet, waarbij men kiest wat men lekker vindt, en de rest laat liggen. Maar God vraagt geen selectieve gehoorzaamheid. Hij vraagt overgave.

Openbaring 14:12 “Hier is de volharding der heiligen; zij die de geboden Gods bewaren en het geloof van Jezus.”

De ware heiligen worden gekenmerkt door twee dingen: ze houden vast aan het geloof van Jezus, en ze bewaren de geboden van God. Beide — niet één van beide. Niet geloof zonder wet, en niet wet zonder geloof. Maar samen, in harmonie.

Daarom is het visioen van Petrus niet een vrijbrief om alles te eten. Het is een openbaring dat God ook heidenen reinigt — niet door hen te leren de wet te overtreden, maar door hen te brengen tot geloof en gehoorzaamheid. Door hen te maken tot een heilig volk, een koninklijk priesterschap, een volk Gode ten eigendom, dat verkondigt de deugden van Hem die hen uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht.

1 Petrus 2:9 “Maar gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk ten eigendom, opdat gij zoudt verkondigen de deugden van Hem, die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht.”

Een heilig volk eet heilig voedsel. En dat voedsel wordt niet bepaald door cultuur, kerkelijke traditie of persoonlijke voorkeur — maar door het Woord van de levende God.

Voor het eerst hier?

Er is veel content op deze website. Dit kan alles een beetje verwarrend maken voor veel mensen. We hebben een soort van gids opgezet voor je.

800+

Geschreven blogs

300+

Nieuwsbrieven

100+

Boeken vertaald

5000+

Pagina's op de website

Een getuigenis schrijven

Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.
Naam
Vink dit vakje aan als je jouw getuigenis aan ons wilt versturen, maar niet wilt dat deze op de lijst met getuigenissen op deze pagina wordt geplaatst.

Stuur een bericht naar ons

Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.
Naam
=