Door Pastoor F.W.C. Neser
INLEIDING
De Bijbel z’n grote Aanspraak aangaande Zichzelf
Er kan geen twijfel mogelijk zijn omtrent, dat de Bijbel, die daar zelf aanspraak op maakt, dat dit een door God geïnspireerd en door God gegeven Boek is. De Bijbel verklaart dat “De hele Schrift is door God ingegeven” (2 Timoteüs 3:16). De uitdrukking “is door God ingegeven”, is een vertaling van het Griekse woord “Theopneustos”, wat letterlijk betekend “door God uitgeademd”. De aanspraak van de Bijbel is dus, dat “de hele Schrift”, de Bijbel in z’n geheel, “een door God uitgeademd” Boek is.
De aanspraak van de Bijbel is, dat de schrijvers die de Schrift geschreven hebben, niet schreven uit hun eigen wil, maar alleen omdat zij “gedreven” of “beheerst” waren door de Heilige Geest. 2 Petrus 1:21 verklaart dat: “want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de Heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken”.
De Bijbel zegt dus, dat de woorden die de profeten geschreven hebben, niet hun eigen woorden waren, maar de werkelijke woorden van God Zelf. De Persoon die gesproken heeft, was God en niet de mens. God heeft alleen “door middel van” of “door” de mens gesproken. “Nadat God eertijds vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had in de profeten” (Hebreeën 1:1). Lees ook Lucas 1:70, 2 Samuël 23:1,2, Jeremia 1:9, Ezechiël 2:7. De doodstraf is over de profeet uitgesproken, die enig eigen woord toevoegt, aan de woorden van God. God heeft verklaart, “Maar een profeet, die overmoedig genoeg is om in mijn naam een woord te spreken, dat Ik hem niet gebood te spreken, of die in de naam van andere goden spreekt, die profeet zal sterven” (Deuteronomium 18:20). God heeft tegen Mozes gezegd: “Gij zult aan wat ik u gebied, niet toedoen en daar van niet afdoen, opdat gij de geboden van de Here, uw God, onderhoudt, die ik u opleg” (Deuteronomium 4:2). De Bijbel onderscheid zichzelf dus zeer duidelijk op deze wijze van het woord van een mens. De profeten hebben maar alleen de woorden opgeschreven, die zij van God ontvangen hebben. Zij hebben niet altijd de volle betekenis of de inhoud begrepen, van wat zij geschreven hebben, want zij hebben wat zij zelf geschreven hebben, “onderzocht” en “nagespeurd”, zodat zij dit beter konden begrijpen (1 Petrus 1:10-12).
De Apostel Paulus verklaart: “Indien iemand meent een profeet of geestelijk mens te zijn, laat hij dan wel weten, dat hetgeen ik u schrijf, een gebod des Heren is” (1 Korintiërs 14:37). Lees ook 1 Korintiërs 2:13, 1 Tessalonicenzen 2:13. De zinsnede “Woord van God”, komt dikwijls voor en is altijd bijzonder betekenisvol. Stellingen zoals “Zo spreekt de Here”, “God heeft gezegd” en dergelijke uitdrukkingen komen meer dan 2500 maal voor in de hele Bijbel. De Schrift moet dus ontvangen worden in de waarheid, niet als het woord van een mens, maar als het Woord van God. De Bijbel is in de waarheid, zoals hij daarop aanspraak maakt, niet een natuurlijk Boek, maar een bovennatuurlijk Boek en door God ingegeven, het Woord van God is waar. Dat is de onmiskenbare taal van de Bijbel.
De Bijbel verschild daarin van alle godsdienstige boeken die ook geruggensteund worden, door vele onomstootbare feiten en bewijzen. Een aantal van deze feiten gaan we in deze brochure behandelen. Er zijn bijvoorbeeld Profetieën, die honderden, zelfs duizenden jaren geleden uitgesproken zijn en letterlijk tot vervulling zijn gekomen (sommigen hiervan behandelen we in het bijzonder in aparte studies zoals: Rusland in Profetie, Joël zijn Profetische Boodschap en Waarschuwing, Het Boek van Openbaring, De Verloren Tien Stammen van Israël, De Wederkomst van Christus, De Grote Verdrukking) en andere die de wetenschappelijke juistheid van de Bijbel, zijn geschiedkundige juistheid, die zijn bewezen door de archeologie, de wonderbaarlijke eenheid van de Bijbel, zijn onuitputtelijke dieptes, zijn onvernietigbaarheid, zijn onovertreffelijke lering, zijn ongeëvenaarde invloed, de afwezigheid van een enkele weerspreking, de getuigenis van de Here Jezus zelf, het karakter van Christus, de getuigenis van Zijn invloed op een mens z’n persoonlijke leven en nog veel meer. Een paar van de wonderlijkste en meest onomstootbare bewijzen zijn namelijk: de numerieke en mathematische (wiskundig, onomstotelijk waar, bewijs) structuur wat de Bijbel in de oorspronkelijke talen ten grondslag is gelegd, dat is door de Russische wetenschapper, Ivan Panin, aan het eind van de vorige eeuw ontdekt. We zullen een korte opsomming hiervan in deze brochure geven. Maar later, als de Heer dat wil, een studie hiervan schrijven.
“Slechte mensen of duivels zouden niet de Bijbel geschreven hebben, want deze (de Bijbel) veroordeeld hun en hun werken. Goede mensen, of engelen konden de Bijbel niet geschreven hebben, want door te zeggen dat dit van God was, terwijl dit hun eigen verzinsel was, dan zouden zij zich aan valsheid schuldig gemaakt hebben en konden zij dus niet goed zijn. Het enigste wezen wat nog overblijft die dit geschreven kon hebben is “God” , El Saddai.
Alhoewel de Bijbel door ongeveer veertig mensen, over een periode van ongeveer zestienhonderd jaar geschreven is, is er geen één enkele weerspreking of verandering van thema. Om hiermee deze inleiding af te sluiten, halen we het volgende aan: “De Bijbel bevat: het doel van God, de toestand van de mens, de weg tot zaligheid, het oordeel van zondaars en het geluk van gelovigen. Zijn leringen zijn heilig, Zijn voorschriften zijn bindend, Zijn geschiedenis is waar en Zijn besluiten zijn onveranderlijk”. Lees dat om wijs te zijn, geloof dat om veilig te zijn en beoefen dat om heilig te zijn. Deze bevatting ligt er om u te leiden, voedsel om u te onderhouden en troost om u op te nemen. Dat is de reiziger z’n kaart, de pelgrim z’n staf, de loods z’n kompas, de soldaat z’n wapen en de Christenen z’n karakter. Hier vind u het Paradijs teruggebracht, de hemel geopend en de poorten van de hel geopenbaard. CHRISTUS is het grote Onderwerp, ons welzijn, Zijn oogmerk en de eer van God z’n einddoel. Dat moet de geheugens vullen, de harten regeren en de voeten richten (looprichting). Lees dit langzaam, dikwijls en biddend. Dat is een mijn van rijkdom, een paradijs van heerlijkheid en een rivier van genot. Dat wordt aan u gegeven in het in het leven, dat zal geopend worden in het Oordeel en zal voor eeuwig onthouden worden. Dit behelst de hoogste verantwoordelijkheid, beloont de hard werkende en veroordeelt iedereen die Zijn Heilige Inhoud te licht opvat”. Lees zelf weer 2 Timoteüs 3:16.
De Bijbel wordt bevestigd door de Sterrenkunde.
Gedurende het tijdperk, toen de Bijbel bezig was geschreven te worden, waren vele werken over de sterrenkunde ook bezig om geschreven te worden. Maar deze werken moesten elke keer geschrapt worden, na gelang er nieuwe ontdekkingen gedaan waren. Dat klinkt vandaag de dag nog ongeloofwaardig, wanneer we een beetje terug kijken in de tijd van deze stellingen en theorieën van wat deze filosofen en wetenschappers van die dagen onthuld hebben. Bijvoorbeeld: Anaximines heeft geleerd dat de wereld, de vorm van een tafel gehad heeft, Leucippus: de vorm van een ton, Pindar: dat het op pilaren gestaan heeft en andere oude Griekse wetenschappers, dat het op de kop en schouders van Atlas gerust heeft. Plato en Aristoteles hebben geredeneerd dat de aarde een levende organisme was en dat aardbevingen veroorzaak werden doordat de aarde vermeerderd of opgegooid was. Natuurlijk heeft de ware wetenschap al deze theorieën als belachelijk bewezen. De telescoop verteld alleen maar het verhaal dat God reeds in Zijn Boek opgeschreven heeft.
- De Bijbel heeft geweten, dat aarde rond was.
“…toen Hij een kring trok op het oppervlak van de oceaan” (Spreuken 8:27, 1000 voor Christus). “Hij troont boven het rond der aarde…” (Jesaja 40:22, 700 voor Christus). Een van de zwaarste dingen, voor de oudere geslachten om te verstaan was, hoe de aarde een cirkelvormige vorm kon hebben. Totdat Newton aangetoond heeft, dat wat wij vandaag de dag zwaartekracht noemen, eenvoudig, maar alleen de uitwerking was van de aantrekkingskracht, die er bestaat tussen de aarde en lichamen in zijn omgeving, is dit tegenstrijdig met de rede dat lichamen aan de “onderkant” er niet zouden afvallen? Maar volgens de Bijbel is de aarde rond. Wie heeft deze waarheid aan Salomo gegeven? Wie heeft voor Jesaja gesproken?
- De Bijbel heeft geweten dat de Aarde in de Ruimte hangt.
“…Hij hangt de aarde op aan het niet” (Job 26:7, 1500 voor Christus). Copernicus was de eerste wetenschapper, die deze feiten ontdekt heeft, maar vele eeuwen voordat hij geboren is, heeft de Bijbel geleerd, dat de aarde niet alleen rond is, maar ook in de ruimte hangt. Het gehele mensdom, tot bij z’n tijd 1475 na Christus, heeft gelooft dat de aarde op een of ander vast fundament heeft gerust. Wie heeft dit aan Job geopenbaard?
- De Bijbel heeft geweten dat de Aarde om z’n as draait.
Dat wordt zeer duidelijk in Genesis 1 uitgedrukt, waar die dagen beschreven worden als volgt: de een op de ander, dat elke dag bestaat uit een “avond en ochtend, dag en nacht”. Deze regelmatige opeenvolging van duisternis en licht, kan alleen maar verklaart worden door de aarde z’n draaiing rond z’n eigen as en onze Here Jezus heeft duidelijk gewaarschuwd dat wanneer Hij komt, zal het nacht wezen op de ene plaats en dag op de andere plaats. Wie heeft het Mozes verteld? Hoe heeft Jezus dit geweten?
- De Bijbel heeft geweten dat de Sterren ontelbaar zijn.
Hipparchus (125 na Christus), heeft verklaart dat er 1022 sterren zijn. Ptolemy (200 na Christus), heeft gezegd dat er 1026 sterren zijn. Galilea (geboren 18-02-1564), was de eerste wetenschapper die geleerd heeft, dat de sterren ontelbaar zijn. De Bijbel echter, heeft lang voor Galilea dit geleerd: “…Zie toch op naar de hemel en tel de sterren…” (Genesis 15:5, 1900 voor Christus). “Zoals het heer (sterren) des hemels niet geteld…” (Jeremia 33:22, 600 voor Christus).
Hoe kan het dan verklaart worden, dat de Bijbel het bij het rechte eind had over deze onderwerpen, in een tijd toen al die geleerden van de wereld niet geweten hebben van deze wetenschappelijke feiten? Er is maar één verklaring: De Bijbel is door God ingegeven.
- De Bijbel en de Wetenschap stemmen overeen
met Jozua’s Langste Dag.
Na intocht van Israël in het Beloofde Land, verteld de Schrift ons van een wonderwerk wat God ten behoeve van Israël verricht heeft. We lezen dat Jozua gezegd heeft: “…Zon, sta stil te Gibeon en gij, maan, in het dal van Ajjalon! En de zon stond stil en de maan bleef staan…” (Jozua 10:12,13).
Jozua heeft verlangt dat God het daglicht zou verlengen, totdat hij genoeg tijd gehad heeft om de vijf koningen helemaal te verslaan. Professor Totten, van de Yale Universiteit, heeft in zijn grote boek “Joshua’s Long Day” (Jozua’s Lange Dag), zeer duidelijk bewezen, dat er zo’n lange dag in de wereld geschiedenis is geweest, en dat die precies in de tijd van Jozua was. Nou was er onlangs ook een volledig verslag van, hoe een rekenaar van een Amerikaanse ruimte-opsporingssatelliet, die niet wou werken, totdat één van de operateurs van de wetenschappers gezegd had, dat hij op de Zondagsschool geleerd heeft van de “missing day” (verloren dag), toen zij dat aan de machine toevoegden, begon deze weer te functioneren. Zodoende is ook dit incident een bewijs, dat het niet alleen een Bijbelverhaal is, maar ook een geschiedkundig feit. Gods Woord is waarheid, Zijn stellingen zijn juist en Zijn geschiedenis is volmaakt betrouwbaar.
De Bijbel wordt bevestigd door de Archeologie.
Archeologie is een betrekkelijke jonge wetenschap, maar zijn grote ontdekkingen gedurende de afgelopen aantal jaren, kan vergeleken worden met de talloze stukjes van een legpuzzel, dat alleen een basisplan nodig heeft, om hun in elkaar te passen. Het Oude Testament is dit basis patroon. Het is verbazend hoeveel tijd en grote geleerden er al aan gewijd zijn, om een verstaanbaar begrip samen te stellen van de vroegere oorsprong van de rassen, terwijl de Bijbel zoveel meer wetenschappelijker en betrouwbaarder is. Als onze professoren nu eens leerden om zekere archeologische klei tabletten te lezen en eerlijk te zijn met hun bevindingen, zouden wij een veel betere begrip van de oude geschiedenis gehad hebben als wat we vandaag de dag hebben.
De meeste van deze Bijbelverhalen kunnen geschiedkundig bevestigd worden en vele gebeurtenissen die lang betwist waren en plaatsen en geografische punten waarover gestreden was, zijn nu door de archeologie bevestigd. We hoeven niet te gissen, we kunnen ons op zekerheden beroepen.
- Het Bijbelverhaal aangaande de Hethieten is waar.
Tot betrekkelijk kort geleden hebben critici van de Bijbel ontkend dat er ooit zo’n natie, zoals de Hethieten geleefd hebben, omdat er nooit een spoor van hun gevonden was. De Bijbel maakt melding van dit ras op verschillende plaatsen, zoals bijvoorbeeld in Genesis 25:9, 36:2, 49:30, Exodus 23:28 en op verschillende andere plaatsen.
In het jaar 1905, heeft professor Hugo Winckler, in het dorpje Boghaz-Keui in Turkije, een zeer kostbare verzameling inscripties in beeldschrifttekens gevonden, dat van de Hethieten afkomstig was. Weer eens was de Bijbel, als waar bewijs en moesten de critici erkennen, dat zij het bij het verkeerde eind hadden.
- De Bijbel is waar aangaande Sanherib z’n Talenten Zilver.
2 Koningen 18:13,14, zegt dat Sanherib, de koning van Assyrië, tegen koning Hizkia van Juda, een heffing van 300 talenten zilver en 30 talenten goud opgelegd heeft. Niet zo lang geleden is Sanherib z’n eigen verslag van deze transactie ontdekt, maar hierin zegt hij, dat hij van Hizkia 800 talenten zilver (i.p.v. 300 zoals de Bijbel zegt) geëist heeft en 30 talenten goud. Deze twee verslagen stemmen overeen wat betreft het goud, maar er is een verschil van 500 talenten zilver. Er is echter kort geleden een ander document ontdekt, dat aantoont, dat terwijl de maatstaven waarmee de talenten goud berekend waren, precies hetzelfde in Judea en Assyrië was, en de standaard voor zilver zeer verschillend was. Deze heeft precies 800 Assyriësche talenten zilver genomen om 300 Hebreeuwse talenten zilver te maken. Wederom is de Bijbel tot in de fijnste bijzonderheid bevestigd.
- De Bijbel is waar aangaande Koning Sargon.
Sargon, koning van Assyrië, wordt in Jesaja 20:1 genoemd. Herodotus, Xenophon, Diodorus en Josefus maken geen melding van hem. De critici van de Bijbel waren weereens overgehaald en zijn tot gevolgtrekking gekomen, dat zo’n koning dus nooit bestaan heeft. Maar in het jaar 1843 heeft Paul Emile Botta, de Franse vice-consul in Mosoel, in het dorpje Khorsabad aan de Tigris, de getuigenis van koning Sargon ontdekt.
- De Bijbel is juist aangaande het “Ur der Chaldeeën”.
Tot voor ongeveer honderd jaar geleden, kon er geen spoor van “Ur der Chaldeeën” gevonden worden, weer eens zijn de critici tot conclusie gekomen dat er niet zo’n stad bestaan heeft en dat Abraham maar alleen een legendarisch figuur geweest moest zijn. Uiteindelijk is deze stad Ur, niet alleen ontdekt, maar ook dat het een merkwaardige bibliotheek gehad heeft en dus een bewijs was dat Abraham en zijn voorouders konden lezen en schrijven.
- Tyrus, de Voorspoedige Havenstad zou verwoest
en nooit weer herbouwd worden.
Lees zelf Ezechiël 26:3-5, 12, 14.
Tyrus was één van de grootste steden van de Oude Wereld. Haar inwoners waren de meest vooraanstaande handelaren en ontdekkers van die tijd. Haar schepen hebben met de gehele wereld handel gedreven. De stad was goed gelegen en heeft een zeer belangrijke plaats aan het Oostelijke Middellandse Zee gebied ingenomen.
Maar God heeft Zijn oordeel over deze stad uitgesproken voor al haar zonden. Ezechiël heeft voorspeld dat de muren en torens tegen de grond geworpen zouden worden, wat misschien nog merkwaardiger is, dat zelfs het puin van haar weggeveegd zou worden en zij een kale rots zou worden.
Tweehonderd twintig jaar waren voorbij gegaan en er was nog geen volledige vervulling van deze profetie. Maar toen kwam Alexander de Grote, met zijn blitsoverwinningen, die alles voor hem overrompeld heeft. Hij heeft letterlijk de stenen en het hout en zelfs het laatste hoopje grond van de stad afgeschraapt, om voor hem een weg door de zee te bouwen, over de korte afstand die de stad scheidde van het vaste land. Want zie, de stad was op een eiland gebouwd en dat maakte haar haast onneembaar. Op deze manier is Tyrus werkelijk een kale rots binnenin de zee geworden, net zoals de Schrift zegt.
Vandaag de dag wordt het andere deel van deze profetie aangaande het eiland Tyrus letterlijk vervult: voor mijlen aaneen, aan weerszijden, wordt deze kale rots gebruikt als een droogplaats voor vissersnetten, in het midden van de zee. Dat vervult dus de profetie tot in de fijnste bijzonderheden. We kunnen alleen maar tot een conclusie komen en dat is: dat de Bijbel een bovennatuurlijk, door God geïnspireerd Boek is.
- Het Lot van Kafarnaüm.
Lees Matteüs 11:20-23. Het is een verschrikkelijk oordeel, dat de Here Jezus over deze stad uitgesproken heeft. Deze woorden zijn in de Heilige Schrift neergeschreven, lang voordat Kafarnaüm z’n achteruitgang begonnen is. Kafarnaüm heeft niet alleen vele wonderwerken van de Here Jezus aanschouwd, maar Hij heeft daar ook gewoond. Het was nog een dorp, toen Antonius Martyr dit in het jaar 600 bezocht heeft. Bisschop Arculf die dat honderd jaar later gezien heeft zegt: “Dit ligt op een smal stukje grond, tussen de bergen en het meer”. Brocardus heeft dat in de dertiende eeuw als een nederig klein stadje beschreven, met alleen zeven vissershutten. Sedert 1620 is de enige zekerheid aangaande zijn juiste ligging helemaal verdwenen. Dat is in de vergetelheid verdwenen, precies zoals dat voorspeld was.
- Het Lot van de Twee Hoogste begunstigde
Steden Chorazin en Betsaida.
“Wee u, Chorazin, wee u, Betsaida…” (Matteüs 11:21). Een groot gedeelte van onze Here Jezus z’n Bediening, zijn in deze twee steden afgelegd. De mensen waren hoogst bevoorrecht om deze wonderwerken te aanschouwen en om naar Zijn lering te luisteren. Deze twee steden hebben ook grote natuurlijke voorrechten genoten. Josefus, in een staat van grote bewondering, schrijft deze blijk van hulde: “Deze dorpjes, zo vol van mensen als gevolg van de vruchtbaarheid van de grond, omvat niks minder als 15.000 mensen. Niet minder dan vier paden verbinden hun met het meer. Door deze steden is de grote karavaan gegaan op hun weg vanaf Egypte naar Damascus”. Maar al deze weelderige toebedelingen van de natuur konden niet de oordelen weerhouden die Christus over hun uitgesproken heeft. Vandaag de dag zijn deze steden alleen maar een verzameling van ruïnes.
De hoofdzaak is dit: de oordelen die over deze steden uitgesproken zijn, zijn letterlijk uitgekomen, in hun volkomen verdwijning en toch is dit gedeelte van het land één van de meest rijkbedeelde aan natuurlijke hulpbronnen in het hele Palestina.
- De Verwoesting van het Oude Babylon.
Lees Jesaja 13:19,20. Hier hebben we een merkwaardige profetie, waarin de totale, volslagen verwoesting van Babylon voorspeld wordt in het jaar 700 voor Chr., toen Babylon op de hoogte punt van haar glorie was.
Ettelijke jaren geleden, heeft een Turkse kolonel aan Dr. Cyrus Hamlin, van het Robert’s college in Konstaninopel (nu Istanboel), gevraagd om aan hem alleen een onweerlegbaar bewijs te geven, dat de Bijbel Gods Boek is. Dr. Hamlin vroeg hem toen of hij ooit het oude Babylon bezocht had. “Ja”, antwoordde hij: “en laat ik u mijn bevindingen vertellen. Ik heb mij een rijke sjeik en zijn mannen gehuurd om mij mee te nemen om daar te gaan jagen. We hebben ondervonden dat daar allerhande soorten van wilde dieren, uilen en vogels tussen die ruïnes verblijven, zodat wij in ons leven nog nooit zo lekker gejaagd hebben. We hebben hiervan zo genoten, dat we zeer kwaad waren toen de Arabieren tegen ons zeiden dat zij hun tenten enkele mijlen verwijderd van de ruïnes voor de nacht zouden opzetten. We hebben ze geprobeerd om te kopen om hun kamp hier op te slaan, maar zij hebben dat geweigerd en gezegd dat geen Arabier dat ooit gedaan heeft, want dat het hier ‘s nachts spookt en allerhande boze geesten hebben rondgedwaald, die hun zeker zouden vermoorden of dat zij hun een groot kwaad zou aandoen”.
Dr. Hamlin heeft toen zijn Bijbel bij deze verzen van Jesaja opengemaakt en die de kolonel zelf laten lezen. Door deze vervulde profetie was deze Turkse kolonel overtuigd dat de Bijbel een door God geïnspireerd Boek is.
De Bijbel wordt bevestigd door de profetieën aangaande de eerste komst van de Here Jezus.
Vele eeuwen voor de geboorte van de Here Jezus, was Zijn geboorte en karakter, Zijn smart en verheerlijking, alles tot in het kleinste detail in het Oude Testament beschreven. Hij is de enigste persoon die ooit in deze wereld geboren is, van wie de afkomst, tijd van geboorte, voorloper, geboorteplaats, wijze van geboorte, kinderjaren, lering, karakter, loopbaan, prediking, ontvangst, verwerping, dood, begrafenis, opstanding en hemelvaart in de meest wonderbaarlijke wijze lang voor Zijn geboorte beschreven is. Wie anders dan God, kan zo een volledige prent schilderen van een Man die nog niet eens geboren was.
- Profetieën aangaande de komst van God in het vlees.
In Jesaja 9:5 lezen wij: “Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst”. Dit is een zeer duidelijke voorspelling, die in 700 voor Chr. gemaakt is, dat er een Gods kind geboren zou worden. Als we nu naar Johannes 1:1,14 kijken, lezen we: “In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond…”.
In Jesaja 7:14 lezen we dat dit Godskind uit een maagd geboren zou worden. Matteüs 1:18-25 zegt ons dat Hij zo geboren is uit de maagd Maria en dat God zelf door de Heilige Geest Zijn Vader was.
- Profetie aangaande de strijd en overwinning
van de Messias over satan.
Profetie: “Daarop zeide de Here God tot de slang:… Gij (het Zaad van de vrouw) zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen” (Genesis 3:14,15).
Vervulling: “Daar nu de kinderen aan bloed en vlees deel heb-ben, heeft ook Hij op gelijke wijze daaraan deel gekregen, opdat Hij door zijn dood hem, die de macht over de dood had, de duivel, zou onttronen” (Hebreeën 2:14).
- Profetie aangaande de plaats van Zijn geboorte.
Micha 5:1 (700 voor Christus), verklaart dat het Godskind in Bethlehem geboren zou worden: “En gij, Bethlehem Efrata, al zijt gij klein onder de geslachten van Juda, uit u zal Mij voortkomen die een heerser zal zijn over Israël en wiens oorsprong is van ouds, van de dagen der eeuwigheid”. Nu lezen we in Matteüs 2:1, dat Hij in Bethlehem geboren is, net zoals dat voorspeld is en Johannes 8:42 deelt ons mede dat Hij reeds geleefd heeft, voordat Hij als een mens naar deze aarde gekomen is: “…Ik ben van God uitgegaan en gekomen;…”.
- Profetie die de intocht van Jezus in Jeruzalem beschrijft.
Zacharia 9:9 (500 voor Christus), voorspeld dat Jezus, Jeruzalem op een ezel als een koning zou binnen rijden. Matteüs 21:2-7 bevestigd dit, dat Hij Jeruzalem precies zo binnen gereden is.
- De profetie die beschrijft hoe Jezus voor
dertig zilverstukken verkocht zou worden.
Zacharia 11:121 (500 voor Christus), voorspeld hoe Jezus aan Zijn vijanden voor dertig zilverstukken verkocht zou worden. In Matteüs 26:16 lezen we: “En zij stelden hem dertig zilverlingen ter hand…”.
- De profetie, die de kruisiging van de Here Jezus beschrijft.
Zacharia 13:7 (500 voor Christus), voorspeld dat als de herder (Christus) geslagen wordt, zullen de schapen verstrooid worden. In Matteüs 26:56 lezen we (nadat zij de Here Jezus gevangen genomen hebben): “…Toen lieten al de discipelen Hem alleen en vluchtten”.
Psalm 35:11 (1000 voor Christus), voorspeld dat valse getuigen tegen Hem zouden getuigen. In Matteüs 26:59 lezen we: “De overpriesters en de gehele Raad trachtten een vals getuigenis tegen Jezus te vinden om Hem ter dood te brengen, maar zij vonden er geen”.
In Jesaja 50:6 (700 voor Christus), lezen we van Christus: “Mijn rug heb ik gegeven aan wie sloegen, en mijn wangen aan wie mij de baard uittrokken; mijn gelaat heb ik niet verborgen voor smadelijk speeksel”. In Matteüs 26:67 lezen we: “Toen spuwden zij Hem in het aangezicht en sloegen Hem met vuisten”.
Jesaja 53:7 (700 voor Christus) zegt dit: “Hij werd mishandeld, maar hij liet zich verdrukken en deed zijn mond niet open…”. Matteüs 27:12 zegt:”En op de beschuldiging, die de overpriesters en oudsten tegen Hem inbrachten, antwoordde Hij niets”.
Jesaja 53:5,6 (700 voor Christus), zegt: “Maar om onze overtredingen werd hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op hem, en door zijn striemen is ons genezing geworden. Wij allen dwaalden als schapen, wij wendden ons ieder naar zijn eigen weg, maar de Here heeft ons aller ongerechtigheid op hem doen neerkomen”. In Matteüs 26:28 bevestigt onze Here Jezus deze voorspelling, waar Hij zegt: “Want dit is het bloed van mijn verbond, dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden”. De Apostel Paulus bevestigd dit ook in 1 Petrus 2:24: “die zelf onze zonden in zijn lichaam op het hout gebracht heeft…”.
In Jesaja 53:4 voorspeld de profeet dat Christus onze krankheden (ziektes) op Zich zou nemen en onze smart (pijn) zou dragen. Lees nu Matteüs 8:16,17 voor de vervulling hiervan, 700 jaar later en dit staat vandaag de dag, één, twee duizend jaar later, nog.
Psalm 22:17 (1000 voor Christus), voorspeld dat Zijn handen en voeten doorboord zouden worden. In Lucas 23:33 lezen we, dat zij Hem gekruisigd hebben, dat betekend, dat zij spijkers door Zijn handen en voeten geslagen hebben.
In Jesaja 53:12 lezen we, dat Hij onder de overtreders werd gerekend en in Marcus 15:27 lezen we dat Hij tussen twee rovers gekruisigd was.
In Jesaja 9:5 schrijft de profeet: “Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst”.
Door te voorspellen dat dit Kind, die in de werkelijkheid de Almachtige God en Eeuwige Vader was, als een misdadiger tussen misdadigers zou sterven, bewijst ontegenzeggelijk dat Jesaja door God geïnspireerd geweest moest zijn. Geen mens kon uit zichzelf zo’n menselijk gesproken, onmogelijke voorspelling gemaakt hebben.
In Psalm 22:8,9 lezen we dat zij met Christus zouden spotten, de lip zou uitsteken, het hoofd zou schudden en Hem zouden uitdagen omdat Hij op God vertrouwd heeft, om Hem te verlossen. In Matteüs 27:39-44 lezen we hoe wonderbaarlijk en tot in de details, hoe deze voorspelling duizend jaar later vervuld is.
In Psalm 22:19 wordt dit voorspeld, hoe zij Zijn kleren zouden verdelen. In Johannes 19:23,24 lezen we van de letterlijke vervulling. Hoe heeft David dat geweten, duizend jaar voordat Christus geboren is? Er is maar alleen één logisch antwoord en dat is dat deze woorden door God geïnspireerd waren.
Psalm 69:22 voorspeld dat zij Christus azijn zouden geven om te drinken, in Johannes 19:28,29 lezen we de vervulling.
In Jesaja 53:9 lezen we dat Hij bij een rijke zou zijn in Zijn dood en in Matteüs 27:57-60 lezen we dat Jozef van Arimatea aan Pilatus om het lichaam van Jezus gevraagd heeft en het in zijn eigen nieuwe graf gelegd heeft. Lees ook Zacharia 11:13 met Matteüs 27:3-7.
- Profetie aangaande de opstanding van Christus.
Lees Psalm 16:9,10 met Handelingen 2:29-31, Psalm 2:7 met Handelingen 13:32,33.
- Jezus heeft de val van Jeruzalem voorspeld, dat letterlijk vervuld is, 40 jaar na Zijn dood en opstanding.
Lees Lucas 19:43,44, 21:20-24. De geschiedenis bevestigd de letterlijke vervulling van deze profetie, toen de Romeinse generaal Titus in het jaar 70, de stad Jeruzalem innam, dat afbrak en een grote slachting in de stad heeft aangericht. De joodse geschiedschrijver Josefus heeft berekend, dat er anderhalf miljoen joden in deze slag in Jeruzalem gesneuveld zijn. Lees nu ook Matteüs 23:37,38.
- De Bijbel voorspeld onze huidige economische crisis (het is nu oktober 1971) en voorspeld dat het alleen maar erger en erger gaat worden, totdat dit eindigt in een algehele economische ineenstorting, wat samenvalt met de aanslag van het Oosten op het Westen en zal eindigen met de laatste slag van Armageddon.
Deze is één van de meest wonderbaarlijke voorspelling van de Bijbel en één van de meest onomstootbare bewijzen dat de Bijbel waar is. Voor diegenen die in de Bijbel geloven en Zijn boodschap kennen, ziet dat met opwindende belangstelling tegemoet, hoe de natiën die van te voren aangestuurd worden in de juiste richting, dat zo duidelijk beschreven is door de Profeten Joël, Ezechiël, Zacharia, Daniël, enz. “De oorlog van deze grote dag van de Almachtige God” (Openbaring 16:14), wat z’n intensieve stadium nog in de toekomst moet bereiken, zal binnenkort in al zijn woede, onverwachts over een onvoorbereide mensdom los barsten. Hoe eerder het Christelijke werelddeel dat beseft, des te beter. Alle ware Christenen behoren hun krachten samen te spannen voor die laatste allerbelangrijkste gebeurtenis. Maar dank God, Zijn hand is nog steeds aan het roer. Hij is alleen maar bezig om Zijn volmaakte Plan uit te werken.
“Hij openbaart ondoorgrondelijke en verborgen dingen, Hij weet wat in het duister is, en het licht woont bij Hem” Daniël 2:22.
Lees ook Openbaring 16:12-16. De grote rivier de Eufraat, die de levensader van het oude Babylon in haar gloriedagen was, stelt hier de geldmacht voor, wat de levensader van onze hedendaagse Babylonische stelsel is, dat op de macht van geld gebouwd is. Geld is een idealistische macht en dat wil zeggen: macht is recht. Aanhoudende geldverspilling, een rijk en de verkwistende levenswijze is bezig om de rivier uit te drogen. Het wordt al meer en meer duidelijk, dat de “de opdroging van de financiën”, gevolgd gaat worden door de Westwaartse opmars van de Russisch-Aziatisch machten (“de koningen die uit het Oosten komen”), tegen een achteruitgaand en terugvallend Christendom. De huidige toestand is maar al te duidelijk en we kunnen zien hoe het Oosten al sterker en sterker wordt en het Westen zwakker en zwakker. De “Eufraat” is vinnig aan het opdrogen. Op het moment wanneer de rivier helemaal droog is, zullen de huidige revoluties en de smeulende onrusten zich verenigen en tot een hevige uitbarsting komen. “Dan zullen de koningen uit het Oosten met hun opmars beginnen”.
- De Bijbel bevestigd door het wonderbaarlijke mathematische patroon, wat in de oorspronkelijke grondtekst in elkaar gevlochten is.
Deze mathematische (wiskundig, onomstotelijk waar, bewijs) feiten, bewijzen ontegenzeggelijk dat de Bijbel niet alleen door mensen geschreven is, maar dat dit een bovennatuurlijk, God geïnspireerd, God gegeven boek is! Deze feiten zijn door de eeuwen heen verborgen gebleven, maar zijn nu geopenbaard in deze tijd, geloof ik, om aan een sceptische, wetenschappelijke wereld een wetenschappelijk bewijs te geven, dat de Bijbel alleen door God ingegeven kan zijn. Dat zijn niet een paar losstaande feiten, maar er zijn honderden en duizenden feiten, vanaf het eerste vers van Genesis tot aan het laatste vers van Openbaring. Dit slaat de voeten van Godloochenaars en vrijdenkers onder hun uit, want niemand kan dit weerspreken of weerleggen. Dit zijn de feiten die de sceptischen en gemoderniseerden dwingen om de Bijbel te aanvaarden, als een bovennatuurlijk, God geïnspireerd Boek.
Wat zijn hier deze wonderlijke feiten? Het Oude Testament is oorspronkelijk in het Hebreeuws geschreven en het Nieuwe Testament in het Grieks. Deze feiten zijn in deze oorspronkelijke woorden waarin de Bijbel geschreven is, ontdekt. Eerstens moeten we uw aandacht vestigen op iets dat zeer belangrijk is. Het getal “zeven”, komt meerdere malen in de Bijbel voor dan enig ander getal. Dat is het geval van het eerste boek van de Bijbel tot en met het laatste. Zo bijvoorbeeld was de Sabbat de zevende dag. In Egypte waren zeven jaar lang overschotten en zeven jaren van hongersnood. Met de inname van Jericho, moesten zeven Priesters met zeven trompetten het Volk zeven maal om de stad leiden. Elk zevende jaar moest Israël de grond volkomen met rust laten. Salomo heeft zeven jaar lang aan de tempel gebouwd en zeven dagen lang feest gevierd bij de inwijding. Naaman moest zeven keer in de Jordaan onder water gaan.
In het Boek Openbaring, het laatste boek in de Bijbel, is dit getal zeer prominent aanwezig. Er zijn zeven Gemeenten, zeven kandelaren, zeven zegels, zeven bazuinen, zeven schalen, zeven sterren, zeven geesten, enzovoorts. Alles bij elkaar komt het getal zeven meer dan vijftig keer in het Boek van Openbaring voor.
Het feit is al lang bekend, dat het getal zeven meer als enig ander getal in de Bijbel voorkomt. Het is echter betrekkelijk kort geleden ontdekt, dat het getal zeven ook op een heel geheimzinnige wijze, onder de oppervlakte, als het ware, van het Hebreeuwse Oude Testament en het Griekse Nieuwe Testament voorkomt. Dat betekend dat deze feiten niet opgemerkt zullen worden, als een mens naar de oorspronkelijke tekst kijkt en oppervlakkig leest wat er staat. De gewone Hebreeuwse en Griekse lezers zullen dat niet opmerken. Zij zijn op een wonderbaarlijke wijze onder de oppervlakte verborgen. Duizenden, die de oorspronkelijke Hebreeuwse en Griekse tekst van de Bijbel bestudeerd hebben, hebben nooit de verborgen, voorkomst van het getal zeven opgemerkt. Deze zevens waren zo diep verborgen dat alleen een speciaal onderzoek en navorsing dit aan het licht zal brengen.
Het is ontdekt dat letterlijk duizenden van deze zevens op een geheimzinnige wijze in de samenstelling van de oorspronkelijke tekst verborgen zijn, dit dient als het ware, als God z’n “watermerk” op Zijn Woord. Op een bovenmenselijke en uiterst merkwaardige wijze zijn zij op elke denkbare wijze verstopt in de oorspronkelijke Hebreeuwse en Griekse letters, woorden, zinnen, paragraven en hele gedeeltes van de Bijbel. Dat is het merkwaardige patroon, die wij op een onweerlegbare, wetenschappelijk bewijs, woord voor woord, als de Goddelijke inspiratie van de Bijbel weergeven.
Hier volgen nu enkele voorbeelden die we bedoelen en onthoud: dat er geen ander boek ter wereld is, in wat voor taal dan ook en in welke tijd deze ook geschreven is, deze eigenschappen niet bezitten, dan de Bijbel alleen.
Het boek Genesis, Hoofdstuk 1, Vers 1.
Het is bijzonder opmerkelijk, dat het aantal woorden in dit vers (in het oorspronkelijke Hebreeuws), niet 6, niet 8 is, maar 7! Telt u nu weer het aantal van deze letters, dan is dat een veelvoud van 7. Het zijn er niet 27 of 29, maar precies 28, 4 x 7. Maar dit is niet alles. De eerste drie van de zeven woorden bevatten het onderwerp en het gezegde van die zin. Deze drie woorden worden vertaalt als “ In het begin heeft God…geschapen”. Het aantal letters in deze drie Hebreeuwse woorden is precies 14, of 2 x 7. De laatste vier van deze zeven woorden, bevatten het voorwerp van de zin. Deze vier woorden worden vertaalt als “de hemel en de aarde”. Het aantal letters in deze laatste vier Hebreeuwse woorden is 14, of 2 zevens. Verder bestaan deze laatste vier Hebreeuwse woorden uit twee voorwerpen. De eerste is “de hemel” en het tweede is “de aarde”. Het aantal letters in het eerste voorwerp is precies zeven. Het aantal letters in het tweede voorwerp is zeven.
De drie hoofdwoorden in dit vers van precies zeven woorden zijn: “God” het onderwerp, “hemel” en “aarde” het voorwerp. Het aantal letters in deze drie Hebreeuwse woorden is precies 14, of 2 zevens. Het aantal letters in de overige vier woorden van het vers is 14, of 2 zevens.
De kortste van deze zeven woorden is precies in het midden, met drie aan elke kant. Het aantal letters in dit woord, plus het aantal letters van de woorden aan de linkerkant, zijn precies zeven. En dat is ook precies zo met de woorden aan de rechterkant.
U kunt dus zien dat deze zevens, deze numerieke eigenschappen en feiten, op een merkwaardige wijze als het ware, onder de oppervlakte verborgen zijn. Zij zullen nooit zichtbaar voor de gewone lezer van de Hebreeuwse tekst zijn, maar zal alleen ontdekt worden, wanneer er speciaal naar gezocht wordt. Deze feiten hierboven aangegeven, zijn nog maar een paar voorbeelden van nog veel meer merkwaardige numerieke feiten, die ontdekt zijn in de samenstelling van dit eerste vers van de Bijbel, met z’n zeven woorden. Er zijn nog letterlijk tientallen van andere fenomenale numerieke feiten, die in de structuur van dit vers vastgelegd zijn.
Dit patroon is in elke vers van de Bijbel, vanaf Genesis tot Openbaring verborgen. Het zal onmogelijk zijn om dat, in bestek van een studie zoals deze, u al deze bijzonderheden te geven, maar we zullen er nog een paar geven, om u er op te wijzen dat de Bijbel onmogelijk door de mens alleen geschreven is, maar dat dit een bovennatuurlijk, God geïnspireerd en God geven Boek is.
We gaan nu kijken naar de Griekse tekst, van het eerste vers van het Nieuwe Testament.
Matteüs 1:1-17. Het Verslag van de Afkomst van Jezus Christus naar het vlees.
De eerste zeventien verzen van het boek Matteüs, maken op zichzelf een natuurlijke en logische indeling uit, want zij behandelen een bepaald onderwerp, namelijk: de afkomst of geslachtsregister van Christus. Deze verzen kunnen op hun beurt weer in twee hoofdgroepen verdeeld worden namelijk:
(1) Vers 1-11
(2) Vers 12-17
Elk van deze groepen bevatten merkwaardige numerieke eigenschappen in de samenstelling van de tekst. De volgende zijn een paar voorbeelden in groepen van “zevens”, die onder de oppervlakte van de eerste groep, nl. vers 1-11, ontdekt zijn: Het aantal afzonderlijke woorden, die in de oorspronkelijke Griekse tekst gebruikt worden is niet 48 of 50, maar precies 49 of 7 zevens. Wat wij bedoelen met afzonderlijke woorden is dit: het aantal afzonderlijke woorden die in een passaat gebruikt worden is gewoonlijk verschillend van de totale aantal woorden, die daarin voorkomen. Bijvoorbeeld het woord “en” kan een paar keer in zo’n passaat voorkomen, maar is steeds een afzonderlijk woord. Een persoon kan bijvoorbeeld iets zeggen in 500 woorden, maar het in een artikel van vierduizend woorden schrijven.
Het aantal letters in deze 49 woorden, is precies 266 of 38 zevens. Van deze 266 letters van deze 49 afzonderlijke woorden, zijn het aantal klinkers precies 140 of 20 zevens en het aantal medeklinkers 126 of 18 zevens.
Van deze 49 woorden, is het aantal die met een klinker beginnen precies 28 of 4 zevens en die met een medeklinker 21 of 3 zevens.
Het aantal zelfstandige naamwoorden in deze woorden is precies 42 of 6 zevens en het aantal van de werkwoorden is 7. Van deze 42 zelfstandige naamwoorden in deze eerste elf verzen, zijn de aantal eigen zelfstandige naamwoorden precies 35 of 5 zevens en het aantal gemeenschappelijke zelfstandige naamwoorden 7.
Het aantal Griekse letters in deze 7 zelfstandige naamwoorden, is precies 49 of 7 x 7. Dat is merkwaardig om op te merken, dat in deze 7 zelfstandige naamwoorden alleen al meer dan 20 verschillende numerieke eigenschappen zitten.
Het aantal keren dat in deze 35 eigennamen voorkomen, is precies 63 of 9 zevens. Het aantal mannelijke namen in deze 35 eigennamen, is precies 28 of 4 zevens en het aantal dat niet mannelijk is, is 7.
Het aantal keren dat deze 28 mannelijke namen voorkomen, is precies 56 of 8 zevens. In deze eerste 11 verzen worden drie vrouwen genoemd nl: Tamar, Rachab en Ruth. Het aantal Griekse letters in deze drie namen is precies 14 of 2 zevens. Alleen één stad wordt in dit gedeelte genoemd, namelijk: Babylon. Het aantal Griekse letters in dit woord is precies zeven.
Van deze 49 afzonderlijke woorden, in de eerste elf verzen, is het aantal die meer dan één keer voorkomen, precies 35 of 5 zevens. Het aantal woorden die alleen één keer voorkomen is 14 of 2 zevens.
Van deze 49 Griekse woorden, is het aantal die alleen in een vorm voorkomen, precies 42 of 6 zevens. Het aantal die in meerdere vormen voorkomen is 7.
Deze numerieke feiten van zevens, zijn natuurlijk voor de gewone lezer van de Griekse tekst verborgen. Zij zijn stellig, op een mystieke wijze onder de oppervlakte verborgen en kunnen alleen ontdekt worden door doelgerichte naspeuringen en berekeningen.
Het tweede gedeelte, namelijk de verzen 12-17, bevatten net zulke merkwaardige kenmerken. De feiten die hierboven genoemd zijn, zijn alleen maar een paar voorbeelden van nog veel meer werkelijk merkwaardige numerieke eigenschappen, van wat in dit gedeelte verborgen ligt.
We zullen nu nog naar een paar andere eigenschappen bekijken, die in andere gedeelten in het Nieuwe Testament voorkomen.
Matteüs 1:18-25: Het verhaal van de Geboorte van Christus.
Dit is weereens merkwaardig en zelfs aangrijpend, dat het aantal afzonderlijke Griekse woorden die in dit gedeelte voorkomen, niet 76 of 78 is, maar precies 77 of 11 zevens.
Het is ook bijzonder interessant om op te merken, dat van deze 77 woorden, die de engel gebruikt in zijn gesprek met Jozef, precies 28 of 4 zevens is.
En zelfs dit korte boodschapje van de engel, heeft merkwaardige numerieke eigenschappen op zichzelf. Zij zijn helemaal afzonderlijk van de rest van dit gedeelte en toch maken zij deel uit van de numerieke eigenschappen van het hele gedeelte. Zij zijn op een wijze ingevlochten, dat het hele gedeelte, merkwaardige verschijnselen van het getal zeven bevatten.
Hier volgen alleen twee numerieke feiten, die op een eigenaardige wijze in het tweede Hoofdstuk van Matteüs verschuilt liggen.
Matteüs Hoofstuk 2: Verhaal van de kinderjaren van Christus.
Het aantal afzonderlijke Griekse woorden in het tweede Hoofdstuk van Matteüs, is precies 161 of 23 zevens.
Het aantal Griekse letters in deze 161 woorden is precies 896 of 128 zevens. Er zijn verscheidene paragraven in dit Hoofdstuk en elk paragraaf heeft verbazingwekkende numerieke eigenschappen, die helemaal eigen aan elkeen zijn. Zij zijn afzonderlijk van de rest van het gedeelte en toch op een bijzondere en ingewikkelde wijze maken zij deel uit van die merkwaardige eigenschappen van dat hele Hoofdstuk. Zo bijvoorbeeld zijn de afzonderlijke Griekse woorden in de eerste zes verzen, precies deelbaar door zeven.
Er zijn drie toespraken in dit Hoofdstuk. Herodes praat, de wijze mannen praten en de engel praat. Elke toespraak heeft numerieke eigenschappen, dat eigen is aan zichzelf en toch maakt elkeen een deel uit van het hele Hoofdstuk, die weer fenomenale eigenschappen hebben, dat weer eigen is aan zichzelf. Ieder deel vertoond hetzelfde numerieke verschijnsel, wat in het hele Hoofdstuk als geheel aangetroffen wordt.
Wanneer we het Boek Marcus onderzoeken, dan vinden we precies dezelfde numerieke verschijnselen, die in Matteüs voorkomen, ook in Marcus voorkomen.
Marcus Hoofdstuk 1 vers 1-8: het aantal afzonderlijke Griekse woorden in deze eerste acht verzen, is niet 76 en ook niet 78, maar precies 77 of 11 zevens. Van deze 77 woorden, zijn het aantal woorden dat met een medeklinker beginnen 35 of 5 zevens. Het aantal woorden die Johannes gebruikt heeft, is precies 21 of 3 zevens. Dit zijn maar een paar voorbeelden van de vele numerieke structuren, die in dit gedeelte aangetroffen worden.
Vers 9,10 en 11 beschrijven voor ons de doop van Jezus en daar zijn precies 35 afzonderlijke woorden in dit gedeelte, d.w.z. 5 zevens.
Wanneer we naar Hoofdstuk 2 van Marcus gaan voor nog een voorbeeld, dan vinden we in de verzen 13 tot 17 het verslag van de Roeping van Levi en van Christus z’n gesprek met de Schriftgeleerden en de Farizeeërs. Het aantal afzonderlijke Griekse woorden in dit gedeelte is precies 49 of 7 zevens. Van deze 49 woorden, is het aantal, dat door Christus gesproken is, precies 14 of 2 zevens, terwijl het aantal woorden die door de Schriftgeleerden gebruikt zijn precies 7 is.
In Marcus 4:3-20, vertelt Christus de Gelijkenis van de Zaaier. Het aantal afzonderlijke Griekse woorden in dit gedeelte is precies 49 of 7 zevens. In Marcus 13:5-37 vinden we onze Heer z’n belangrijke boodschap aangaande het toekomstige gebeuren en de Wederkomst van Christus. Het aantal afzonderlijke Griekse woorden in dit gedeelte is precies 203 of 29 zevens. Wanneer we toekomen aan het laatste gedeelte van Marcus, dan vinden we hetzelfde merkwaardig numerieke verschijnsel. De volgende vier zijn maar enkele van de over de honderd numerieke eigenschappen die ontdekt zijn, in de samenstelling van alleen dit gedeelte van twaalf verzen. Marcus 16:9-20. Het aantal afzonderlijke Griekse woorden in dit gedeelte is precies 98 of 14 zevens. Het aantal letters in deze 98 woorden is precies 553 of 79 zevens. Van deze 553 letters is het aantal klinkers precies 294 of 42 zevens. Het aantal medeklinkers is 259 of 37 zevens. Van deze 98 woorden is het aantal dat door Christus gebruikt is, toen Hij Zijn discipelen toegesproken heeft, precies 42 of 6 zevens. Het aantal woorden die geen deel van Christus z’n toespraak uitmaakten, is 56 of 8 zevens.
Dit gedeelte bevat niet alleen merkwaardige numerieke eigenschappen als een geheel, maar het bevat ook eigenschappen binnen eigenschappen en daarin weer verdere eigenschappen. De afzonderlijke paragraven hebben eigenschappen, ieder voor zich, die weer samen gaan met de gedeeltes als geheel. Dat is inderdaad merkwaardig. Het is ver al bijzonder verblijdend en geloofsversterkend als in aanmerking genomen wordt, dat er sommigen zijn, die dit gedeelte betwisten, omdat zij zeggen dat dit niet in het oorspronkelijke manuscript van de Bijbel voorkomt. Met dit numerieke patroon, die dwars door de Bijbel voorkomt, is er geen twijfel meer, dat dit alleen zo Goddelijk geïnspireerd is, als enig ander deel van de Bijbel.
“Ketting” Eigenschappen.
De voorbeelden die we tot dusver gegeven hebben, zijn voorbeelden of eigenschappen die onder de oppervlakte van enkele gedeelten voorkomen. De volgende eigenschappen komen echter op een andere manier voor. Zij worden ketting eigenschappen genoemd, want zij komen voor in woorden die ver van elkaar verwijderd zijn. De woorden in een “ketting” eigenschap zijn dwars door de verschillende Boeken van de Bijbel verspreid. Zij zijn niet tot een enkele bijzondere gedeelte beperkt.
De namen van de Bijbelschrijvers bijvoorbeeld, zijn wijd, dwarsdoor de Bijbel verspreid. Dat is inderdaad merkwaardig om op te merken, dat het getal “zeven” zelfs in de verspreide voorkomst van deze namen aangetroffen wordt. Het aantal Oud Testamentische schrijvers, die in de Bijbel genoemd worden, is precies 21 of 3 zevens. De numerieke waarde van deze 21 Hebreeuwse namen, is ook door 7 deelbaar, dat is precies 3808 of 544 zevens. Van deze 21 Oud Testamentische schrijvers, zijn diegenen die in het Nieuwe Testament genoemd worden, Mozes, David, Jesaja, Jeremia, Daniël, Hosea, Joël, precies 7. De numerieke waarde van deze 7 namen is precies 1554 of 222 zevens. De naam die het meest aantal keren in het Oude Testament voorkomt is: David. Het aantal keren dat zijn naam aangetroffen wordt is precies 1134 of 162 zevens. De naam Jeremia komt in 7 Oud Testamentische boeken voor en in 7 verschillende Hebreeuwse vormen. En het aantal keren dat dit in deze 7 boeken van het Oude Testament voorkomt, is precies 147 of 21 zevens. Het aantal keren dat Mozes, de schrijver van het eerste Boek van de Bijbel, in de Bijbel voorkomt, is precies 847 of 121 zevens. Dit zijn weereens een paar voorbeelden van die vele merkwaardige numerieke eigenschappen die onder de oppervlakte van de namen van de schrijvers van de Bijbel voorkomen. Er zijn bijvoorbeeld 38 of meer eigenschappen die voorkomen van alleen de naam van Mozes.
Wie heeft deze merkwaardige numerieke ontwerpen gepland en uitgevoerd?
Wie hebben dit in de basis structuur van de grondtekst van de Bijbel geplaatst? De duizenden van volmaakte patronen en ontwerpen moesten in de Schrift gekomen zijn door middel van een of andere “intelligentie”. Dat kon aanvankelijk maar een menselijke of een bovenmenselijke of goddelijke intelligentie geweest zijn.
Waren deze merkwaardige numerieke ontwerpen door de mannen, die de verschillende Boeken van de Bijbel geschreven hebben, gepland?
Dat is onmogelijk. Indien enig iemand een verstaanbaar opstel van 300 woorden kon schrijven, waarin dezelfde ontwerpen en schema’s van zevens voorkomen, als in de eerste zeventien verzen van Matteüs, zou hij zichzelf, als een wonder beschouwen, als hij dat in zes maanden doet.
Indien een persoon hetzelfde kon doen in 161 woorden met hetzelfde patroon, als in Matteüs 1:18-25, dan zou hij zichzelf een als, een nog grotere wonder beschouwen, als hij dat binnen drie jaar voor elkaar kan krijgen.
Geen sterveling zal in een leeftijd van honderd jaar, het ontwerp kunnen namaken, dat alleen maar in enkele Boeken van de Bijbel aangetroffen wordt. Dit moet onthouden worden, dat elke bijkomstige zin, het probleem om deze numerieke eigenschappen te construeren, volgens de wet van een meetkundige reeks vergroot, want elke bijkomstige paragraaf moet zo ontworpen worden, dat de vastgestelde numerieke verhoudingen zal nakomen wat past, niet alleen aan het voorafgaande, maar ook bij dat wat nog volgt. Elke bijkomstige letter, woord en zin, maakt de hele zaak gedurig en oneindig meer ingewikkelder en omvattender.
U moet ook onthouden geachte lezer, dat veel van de schrijvers van de Bijbel, mannen waren, die uit gewone levenswandelingen kwamen. Mannen die zeer weinig, indien enige school opleiding gehad hebben. Hoe konden Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes bijvoorbeeld ooit eerst geprobeerd hebben om de harmonieuze numerieke eigenschappen en ontwerpen die in hun boeken als geheel aangetroffen worden in elke afdeling en onderafdeling, zinnen, woorden, letters in te bouwen? Onmogelijk! Een zekere Dr. D.B. Turney heeft geprobeerd om een stukje te schrijven, wat sommigen van deze eigenschappen bevat. Hij zegt: “Ik heb numerieke waarden aan het alfabet gegeven en geprobeerd om iets te schrijven wat aan die numerieke eisen zou voldoen, dat elke afdeling een veelvoud van zevens zou maken en ook al die andere eigenschappen van de Bijbelse aritmetica (rekenkunde) zou bevatten, zonder de betekenis van het stuk in absolute onzin te laten vervallen. Ik kon daar niet in slagen en toch wordt dat gedaan in elkeen van die duizenden paragraven van de Bijbel, zonder de minst zichtbare inspanning”.
Om alleen nog één van de vele bewijzen te noemen, dat bewijst dat de numerieke ontwerpen van de Bijbel onmogelijk door de schrijvers zelf bedacht konden zijn. Het dubbele ontwerp van zevens in de naam van Mozes. Dit moet onthouden worden: dat de schrijvers niet in dezelfde tijd geleefd hebben, hun leeftijden lagen vele jaren van elkaar verwijderd. Er is een periode van 1600 jaar tussen het eerste Boek en het laatste Boek van de Bijbel. Dan moet ook onthouden worden dat de 66 verschillende Boeken van de Bijbel door 33 verschillende personen geschreven zijn. Bovendien waren deze personen over verschillende landen van de wereld verspreid en was hun achtergrond geheel verschillend. Hoe konden deze mannen de verspreiding van de naam “Mozes” dwarsdoor de hele Bijbel plannen, om aan dit merkwaardige numerieke patroon te voldoen? Hoe heeft elke schrijver geweten om over 1600 jaar hun woorden zo te kiezen dat wanneer alles gereed geschreven is, dit alleen deelbaar door zeven zou zijn? De ganse Bijbel van Genesis tot Openbaring, is op duizenden manieren door deze aaneen lopende manieren aan elkaar gekoppeld. Dat is bij elkaar gevoegd, paragraaf met paragraaf, boek met boek en het Oude Testament met het Nieuwe Testament. De numeriek van het Oude Testament en het Nieuwe Testament vormen samen wonderbaarlijke harmonieuze patronen, die uit elkaar zouden vallen als de een of ander weggelaten zou worden. Het Oude Testament was voltooid 400 jaar voor het Nieuwe Testament begint en toch vormen die twee samen een volledige openbaring. Zij stemmen volkomen samen, beiden zijn een deel van een harmonieus geheel.
De Bijbel is het enigste Boek dat volgens een wonderbaarlijk numeriek patroon samengesteld is.
Er is geen ander boek bekend in de hele wereld, dat volgens deze of enige ander mathematisch (wiskundig, onomstotelijk waar, bewijs) patroon geschreven is. Zelfs de Apocriefe Boeken bevatten niet dit patroon. Vele mensen hebben vele jaren doorgebracht om de oude klassieken van de oude Grieken door te zoeken, maar konden geen patroon vinden. Het is dus duidelijk dat de Bijbel niet het werk is van vele geleerden, maar die alleen van een groot auteur namelijk: God. Alleen de Alomtegenwoordige, Alwetende en Almachtige God, kon zo’n Boek door de inspiratie van de Heilige Geest geschreven hebben. En als we dan nog beseffen dat Jezus Christus zelf het Woord is, dat vlees geworden en onder ons komen wonen is, dan worden wij nog meer door dit grote Wonder overweldigd en tot aanbidding laag aan Zijn voeten gebracht.