Blogserie

Home / serie / Het vuur dat Babylon zal verteren – Deel 2

< Terug naar blogoverzicht

Rubrieken

Algemeen

Duivel & Satan

Israël

Geschiedenis & Oorsprong

Nieuws

Joden & Edom

Kerkhoaxes

Wetten

Het vuur dat Babylon zal verteren – Deel 2

Het oordeel van vuur over Babylon

Dit is het tweede deel over het vuur dat Babylon zal verbranden. Ik dacht dat ik dit in één boodschap zou kunnen afronden, maar ik had zoveel aantekeningen dat ik lang heb moeten nadenken hoever ik kon komen in vijfenveertig minuten. Het vuur dat Babylon zal verbranden is datgene wat volgens de Schrift over de aarde zal komen, tot vernietiging van de goddelozen en van dit systeem dat Babylon wordt genoemd.

Sla Openbaring 18 open. De hoofdstukken 17 en 18 gaan over “het geheimenis, Babylon, de moeder van de hoeren en de gruwelen der aarde.” In vers 8 van Openbaring 18 lezen wij over haar vernietiging:

“Daarom zullen haar plagen op één dag komen: dood, rouw en hongersnood, en zij zal geheel met vuur verbrand worden; want sterk is de Here God, die haar oordeelt.”

Haar ondergang wordt dus beschreven als: zij zal geheel met vuur verbrand worden.

Jeremia profeteerde van hetzelfde Babylon in Jeremia 51. Midden in het hoofdstuk, in vers 25, spreekt de HEERE over dit Babylonische systeem:

“Zie, Ik ben tegen u, o verdervende berg, spreekt de HEERE, die de hele aarde verderft; en Ik zal Mijn hand tegen u uitstrekken, u van de rotsen afwentelen en u maken tot een verbrande berg.”

Herinnert u zich dit vers in Jeremia. Misschien niet dit gedeelte, maar het volgende deel zal u de betekenis van “berg” tonen. Want in de profetie betekent “berg” vaak “natie”. Vervang dus het woord berg door natie, en u komt tot de juiste betekenis. Hier wordt dus gesproken over een verbrande natie.

En in vers 26:

“Men zal van u geen steen nemen voor een hoek, noch een steen voor fundamenten; maar gij zult eeuwig een woestenij zijn, spreekt de HEERE.”

De vernietiging van dit Babylon zal zó volledig zijn dat er niets van overblijft om ooit nog iets mee te bouwen. Na de verbranding zal niets meer gebruikt kunnen worden.

Dit goddeloze systeem van wereldheerschappij, dat Babylon wordt genoemd, zal dus vernietigd worden door vuur. Dat is duidelijk. Maar te veel predikers verkondigen liever dat de aarde zelf vernietigd zal worden, dan dat Babylon vernietigd zal worden.

Keer met mij naar de tweede brief van Petrus. Sommige verzen lazen we de vorige keer al, en het zal u helpen ze opnieuw te horen. Want er wordt vandaag veel vaker gepreekt over de vernietiging van de aarde, dan over de vernietiging van Babylon.

Men gebruikt bijvoorbeeld 2 Petrus 3 vers 10:

“Maar de dag des Heeren zal komen als een dief in de nacht, in welke de hemelen met gedruis zullen voorbijgaan, en de elementen brandend zullen vergaan, en de aarde en de werken die daarop zijn, zullen verbranden.”

Dit wordt vaak uitgelegd alsof de hele planeet aarde vernietigd zal worden door dit vuur. Maar men negeert daarbij de duidelijke betekenis van vele andere Schriftplaatsen, zoals Mattheüs 5 vers 5:

“Zalig zijn de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven.”

Of Openbaring 5 vers 10:

“En Gij hebt hen voor onze God gemaakt tot koningen en priesters, en zij zullen regeren op de aarde.”

Hoe kunnen deze beloften vervuld worden, als de aarde zelf vernietigd zou worden? De Schrift zegt immers dat de heiligen zullen regeren op de aarde.

De aarde blijft en wordt vervuld met Gods heerlijkheid

Keer met mij naar Numeri 14. Toen God het volk Israël uit Egypte had geleid, vonden zij zich in ongehoorzaamheid; zij wilden niet doen wat de HEERE van hen verlangde. In Numeri 14 moest Mozes zelfs God smeken hen niet te vernietigen. De HEERE zei tegen Mozes dat Hij hen wilde uitroeien, maar Mozes pleitte voor het volk. En de HEERE vergaf hen. Daarna sprak Hij in vers 21:

“Maar zo waar Ik leef, de gehele aarde zal vol worden van de heerlijkheid des HEEREN.”

De betekenis daarvan is dat, hoe ongehoorzaam Israël ook was, God toch beloofde dat de aarde eens vervuld zou worden met Zijn heerlijkheid.

Sla een aantal psalmen met mij op. In Psalm 25, vers 12 en 13, staat:

“Wie is de man die de HEERE vreest? Hij zal hem onderwijzen in de weg die hij moet kiezen. Zijn ziel zal in voorspoed verblijven, en zijn nageslacht zal de aarde beërven.”

Ik weet dat ik, en ook andere predikers die dit onderwijzen, lijnrecht ingaan tegen de algemene fundamentalistische leer van vandaag, namelijk dat onze erfenis in de hemel zou zijn. Want nergens in de Schrift wordt dat geleerd. Onze erfenis is de aarde.

In Psalm 37, vers 11, lezen wij:

“Maar de zachtmoedigen zullen de aarde beërven, en zich verlustigen in de overvloed van vrede.”

Dit is hetzelfde vers dat Christus citeerde in de Bergrede.

In Psalm 48, vanaf vers 1:

“Groot is de HEERE, en zeer te prijzen, in de stad van onze God, op de berg Zijner heiligheid. Schoon van ligging, een vreugde voor de ganse aarde, is de berg Sion, aan de zijden van het noorden, de stad van de grote Koning.”

En in vers 10 van datzelfde psalmhoofdstuk:

“Naar Uw Naam, o God, zo is Uw lof tot aan de einden der aarde; Uw rechterhand is vol gerechtigheid.”

Dus Gods Naam zal geprezen worden tot de einden der aarde, vanuit Sion.

En in Psalm 66, vers 4:

“De ganse aarde zal U aanbidden, en U psalmen zingen; zij zullen Uw Naam psalmzingen.”

Wij weten uit de geschiedenis dat deze profetieën nog niet vervuld zijn. Als de aarde in enkele jaren vernietigd zou worden, zoals sommigen verkondigen, dan zouden deze profetieën nooit in vervulling kunnen gaan. Het is dus duidelijk dat de aarde zal blijven.

In Psalm 78, vers 69, staat:

“En Hij bouwde Zijn heiligdom als hoge paleizen, als de aarde, die Hij tot in eeuwigheid gegrondvest heeft.”

En in Psalm 115, vers 16:

“De hemel, ja de hemelen, zijn des HEEREN; maar de aarde heeft Hij de mensenkinderen gegeven.”

Als u zich herinnert, is de zwaarste veroordeling van de satan dat hij zich wilde verheffen tot de hemel. En is het dan niet vreemd dat bijna iedere prediker in dit land vandaag de dag probeert u wijs te maken dat ú naar diezelfde hemel zult gaan? Terwijl Christus de duivel juist veroordeelde omdat hij daarheen wilde gaan!

Als u meer bewijs wilt, raad ik u aan uw concordantie te gebruiken en alle verzen na te lezen waar het woord “aarde” voorkomt. Wanneer u daarmee klaar bent, zult u geloven dat de aarde werkelijk voor eeuwig gevestigd is, precies zoals de Schrift zegt.

Niet de aarde, maar de goddelozen worden verteerd

Keer opnieuw met mij naar 2 Petrus 3. Vaak wordt daar alleen vers 10 gelezen, waarin staat dat de hemelen zullen voorbijgaan en de elementen brandend zullen vergaan, en dat de aarde en de werken daarop verbrand zullen worden. Maar men vergeet de voorafgaande verzen, die de betekenis duidelijk maken.

In 2 Petrus 3 vanaf vers 5 lezen wij:

“Want willens zijn zij onwetend, dat door het Woord Gods de hemelen van oudsher geweest zijn, en de aarde, uit het water en door het water bestaande; waardoor de wereld van toen, door de wateren overstroomd zijnde, vergaan is.”

De wereld van toen is dus door de vloed vergaan. Maar let wel: de planeet zelf werd niet vernietigd. Het waren de goddelozen die vergingen.

En in vers 7 staat:

“Maar de hemelen die nu zijn, en de aarde, door hetzelfde Woord als een schat weggelegd, worden bewaard voor het vuur, tegen de dag van het oordeel en van de ondergang van de goddeloze mensen.”

Dat Griekse woord dat vertaald is met “ondergang” betekent letterlijk “vernietiging”. En het gaat, zegt Petrus, over de vernietiging van de goddelozen.

Dus, zoals het water in Noachs dagen niet de aarde vernietigde maar de goddelozen, zo zal ook het komende vuur niet de aarde vernietigen, maar de goddeloze mensen en hun werken.

Wanneer u vers 10 leest in samenhang met de voorgaande verzen, is dit volkomen duidelijk. Het is een oordeel over de mensen, niet over de planeet.

Wij zagen in de eerste boodschap ook al dat God Zelf genoemd wordt een verterend vuur (Hebreeën 12:29), dat Zijn Woord als een vuur is (Jeremia 23:29), en dat Zijn dienaren vlammen van vuur worden genoemd (Hebreeën 1:7). Het is waarschijnlijk juist die combinatie die het vuur vormt dat Babylon zal verteren.

Maar wij kunnen dit oordeel van vuur niet volledig begrijpen tenzij wij weten wat Babylon is. Er zijn misschien wel meer preken gehouden over Babylon dan over welk ander onderwerp ook, maar toch bestaat er bij velen nauwelijks enig inzicht in wat Babylon werkelijk betekent. Men zingt er zelfs liederen over, maar weinigen durven het echt te identificeren.

In Openbaring 17, vers 5, lezen wij:

“En op haar voorhoofd was een naam geschreven: Verborgenheid, het grote Babylon, de moeder der hoererijen en der gruwelen der aarde.”

En in vers 6:

“En ik zag dat de vrouw dronken was van het bloed der heiligen, en van het bloed der martelaren van Jezus. En ik verwonderde mij, toen ik haar zag, met grote verbazing.”

Wat Babylon ook precies is, het is een vernietiger van de heiligen, een moordenaar van christenen.

En in vers 18 wordt gezegd:

“En de vrouw die gij gezien hebt, is de grote stad, die het koningschap heeft over de koningen der aarde.”

Babylon wordt dus beschreven als een macht die niet slechts antichristelijk is, maar die ook regeert over alle koningen van de aarde. Het gaat hier niet om de heerschappij over ieder afzonderlijk mens, maar om de controle over alle regeringen.

Jeremia bevestigt dit in hoofdstuk 51, vers 7:

“Babel was een gouden beker in de hand van de HEERE, die de gehele aarde dronken maakte; de volken hebben van haar wijn gedronken; daarom zijn de volken waanzinnig geworden.”

Wat Babylon ook is, haar invloed maakt naties krankzinnig. Zij worden niet meer in staat geacht om rationeel en verstandig te handelen.

Wanneer wij naar de wereld van vandaag kijken, dan zien wij overal beslissingen die werkelijk krankzinnig lijken. Mensen zeggen dan vaak: “Ze moeten wel gek zijn om dit te doen.” De profeet zegt echter: “De volken zijn waanzinnig geworden door de wijn van Babylon.”

Het begin van Babylon in Genesis

Laten wij helemaal teruggaan naar het boek Genesis. Het eerste gebruik van het Hebreeuwse woord dat vertaald wordt met Babylon vinden wij in Genesis 10 en 11.

In Genesis 10, vers 8 tot en met 10, staat geschreven:

“En Cusj verwekte Nimrod; die begon een geweldenaar te zijn op de aarde. Hij was een geweldig jager voor het aangezicht des HEEREN; daarom wordt gezegd: Gelijk Nimrod, een geweldig jager voor het aangezicht des HEEREN. En het begin van zijn koninkrijk was Babel…”

Hier hebben zij het vertaald met “Babel”, maar het is exact hetzelfde Hebreeuwse woord dat elders met “Babylon” wordt vertaald. Het had dus net zo goed kunnen luiden: “Het begin van zijn koninkrijk was Babylon.”

In hoofdstuk 11 wordt ditzelfde rijk verder beschreven in het verhaal dat wij kennen als de bouw van de toren van Babel. Maar ook hier is het woord eigenlijk Babylon. Die stad en die toren die gebouwd werden, waren dus Babylon.

“En de gehele aarde was van één spraak en van één woorden. En het geschiedde, als zij oostwaarts togen, dat zij een vlakte vonden in het land Sinear, en zij woonden aldaar. En zij zeiden tot elkander: Welnu, laten wij stenen bakken en die wel doorbakken. En de steen was hun tot steen, en het lijm was hun tot leem. En zij zeiden: Welnu, laat ons een stad bouwen en een toren, waarvan de top in de hemel zij, en laat ons ons een naam maken, opdat wij niet verstrooid worden over de gehele aarde.”

Vanaf het allereerste begin was Babylon dus gericht op het bouwen van een groot systeem dat alle mensen zou samenbrengen, dat hen zou beheersen, zodat zij niet verstrooid konden worden. Het was een poging om een wereldregering op te richten, los van God.

En let erop dat zij zeiden: “Laten wij een toren bouwen waarvan de top in de hemel zij.” Hier begon al de drang van Babylon om tot in de hemel op te klimmen, om de plaats van God in te nemen.

En de HEERE daalde neer om de stad en de toren te zien, en Hij zei in vers 6:

“Zie, zij zijn één volk en zij hebben allen één spraak, en dit is het begin van hun doen; nu zal niets van wat zij zich zullen voornemen, voor hen onmogelijk zijn.”

Wanneer mensen zich verenigen in dit systeem, zullen zij alles doen wat in hun hart is – en de Schrift zegt dat het hart van de mens arglistig is, vol kwaad. Daarom zei God: dit moet gestopt worden. En Hij verwarde hun taal, zodat zij verstrooid werden.

Vandaag zien wij dezelfde geest terug in de pogingen tot wereldregering. Denk bijvoorbeeld aan de Verenigde Naties. Dit is opnieuw een poging om alle volkeren onder één systeem te brengen, één doel, één macht. Het lijkt op de bouw van de toren van Babel: één taal, één spraak, of beter gezegd: één gedachte, één streven.

Vrijdagavond, zo vertelt de prediker, was hij bij een bijeenkomst in Mesa waar Dan Smoot sprak namens de American Independent Party. Hij sprak drie kwartier lang en noemde feit na feit over de plannen en werken van hen die één wereldregering willen oprichten, een regering die zelfs over Amerika zal heersen.

Hij somde resultaten op: de Verenigde Naties, die vrede zouden brengen, maar sinds hun oprichting hebben we meer dan vijftig oorlogen gehad. Het communisme heeft meer dan een miljard mensen onderworpen, juist in de tijd dat de VN bestond. Hij toonde aan dat de VN in feite opgericht was om de militaire macht van Amerika en de andere Saksische naties te neutraliseren, zodat zij het wereldcommunisme niet zouden kunnen tegenhouden.

Het plan om één wereldregering te bouwen gaat dus door, en Babylon wordt opnieuw opgebouwd. En juist Gods volk, de natie die geroepen was om het kwaad tegen te houden, wordt verlamd en misleid, zodat zij dit proces niet meer tegenhouden.

Het Babylonische systeem en de kinderen van de duivel

Dit wereldomspannende organisatieplan is op zichzelf duidelijk: regeringen, systemen en structuren. Maar we moeten niet vergeten dat zulke organisaties altijd bestuurd worden door mensen. Het gaat uiteindelijk om personen die dit Babylon bouwen en onderhouden.

Keer met mij naar Mattheüs 13. Daar vinden wij de gelijkenis van het onkruid en de tarwe. U kent die wel. Ik zal niet het hele gedeelte lezen, maar let erop wat er volgens Christus verbrand zal worden.

In vers 40 staat:

“Gelijkerwijs dan het onkruid verzameld en met vuur verbrand wordt, alzo zal het zijn in de voleinding van deze wereld. De Zoon des mensen zal Zijn engelen uitzenden, en zij zullen uit Zijn Koninkrijk verzamelen al de ergernissen en hen die de ongerechtigheid doen, en zullen hen in de vurige oven werpen; daar zal wening zijn en knersing der tanden.”

Hier zien we dus dat er niet alleen werken, maar ook mensen verbrand zullen worden. Het gaat om degenen die ongerechtigheid doen.

En Christus legt verder uit dat de tarwe de kinderen van het Koninkrijk zijn, maar dat het onkruid de kinderen van de boze is. De vijand die het onkruid gezaaid heeft, is de duivel. Er bestaan dus mensen die in Gods Koninkrijk zijn als tarwe – kinderen van God – maar er bestaan ook mensen die door Christus zelf “kinderen van de duivel” worden genoemd.

Er is in de Schrift maar één groep mensen die door Jezus Christus met die naam aangeduid werd. Keer met mij naar Johannes 8. Christus sprak daar tot de Joodse Farizeeën. En Hij zei in vers 44:

“Gij zijt uit uw vader, de duivel, en wilt de begeerten van uw vader doen. Die was een mensenmoordenaar van den beginne en is in de waarheid niet staande gebleven; want geen waarheid is in hem. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij uit zijn eigen, want hij is een leugenaar en de vader daarvan.”

En Hij voegde er in vers 45 aan toe:

“Maar Ik zeg de waarheid, daarom gelooft gij Mij niet.”

Denk daar eens over na. Jezus zegt dat deze mensen de waarheid niet kunnen geloven, juist omdat Hij de waarheid spreekt. Hun natuur is zó vijandig aan de waarheid, dat zij haar nooit kunnen aannemen.

En in vers 47 gaat Hij verder:

“Wie uit God is, hoort de woorden Gods; daarom hoort gij niet, omdat gij uit God niet zijt.”

Christus zei hun dus twee dingen: “Jullie zijn uit de duivel” en “Jullie zijn niet uit God.”

Let erop dat Israël, zelfs wanneer zij ongehoorzaam was, nooit in de Schrift “kinderen van de duivel” wordt genoemd. Zij worden altijd nog de kinderen van God genoemd, ook in hun afval. Maar Christus zegt tot deze Farizeeën: jullie zijn niet uit God, jullie zijn uit de duivel.

Dat betekent dat Babylon niet alleen een systeem is, maar ook wordt opgebouwd en bestuurd door mensen die door Christus geïdentificeerd werden als kinderen van de duivel.

Babylon, oorlog en het bloed van de aarde

Keer met mij terug naar Openbaring 18. Daar staat opnieuw dat wij Babylon niet alleen als systeem moeten begrijpen, maar ook in verband met mensen die erachter staan. Want de vraag is: wie maakt de films die verderven? Wie drukt de pornografie? Wie produceert en verspreidt de drugs die overal ellende veroorzaken? Het zijn altijd mensen die dit doen.

Wij kunnen oorlogen veroordelen, maar wie zijn het die die oorlogen plannen en uitvoeren? Kijk bijvoorbeeld naar de oorlog in Vietnam. Dat kleine land is nauwelijks een derde van de grootte van de staat Arizona. Wij hebben daar jarenlang gevochten, miljarden uitgegeven, tienduizenden Amerikaanse jongens verloren, honderdduizenden verminkt en verwoest in lichaam en geest, en toch geen enkel terrein werkelijk veroverd.

Ikzelf wist in 1961 al dat dit plan bestond. In Washington, in het Oorlogsdepartement, waren de plannen getekend om zeven jaar oorlog in Vietnam te voeren. En inderdaad: in 1964 kreeg president Johnson toestemming om troepen te sturen, en zeven jaar later – in 1971 – was het einde van die oorlog bereikt, precies volgens plan. De doden, de verminkten, de miljarden aan schatten – allemaal volgens plan.

Wie plant zulke oorlogen? Wie voert ze uit? Zijn dit toevallige gebeurtenissen? Nee, het zijn de werken van Babylon.

Lees met mij Openbaring 18, vers 23 en 24:

“En het licht van een lamp zal in u niet meer schijnen, en de stem van bruidegom en bruid zal in u niet meer gehoord worden; want uw kooplieden waren de groten der aarde, omdat door uw toverij alle volken verleid zijn. En in haar werd gevonden het bloed van profeten en heiligen, en van allen die gedood zijn op de aarde.”

Dat is een schokkende uitspraak. In Babylon, zegt de Schrift, werd gevonden het bloed van de profeten, het bloed van de heiligen, en het bloed van allen die gedood zijn op de aarde. Dat betekent dat achter alle oorlogen, achter alle bloedvergieten, de hand van Babylon staat.

Jeremia bevestigt dit in hoofdstuk 51, vers 49:

“Gelijk Babylon heeft doen vallen de verslagenen van Israël, alzo zullen in Babylon vallen de verslagenen van de ganse aarde.”

Zoals Johannes het in een visioen zag, zo sprak Jeremia er eeuwen eerder al van: Babylon is verantwoordelijk voor het bloed van Israël én voor het bloed van de hele aarde.

En Christus zelf sprak in Mattheüs 23 tot de schriftgeleerden en Farizeeën, en Hij beschuldigde hen van hetzelfde. In vers 35 zei Hij:

“Opdat over u kome al het rechtvaardige bloed dat op de aarde vergoten is, van het bloed van den rechtvaardigen Abel, tot op het bloed van Zacharia, den zoon van Barachia, die gij gedood hebt tussen de tempel en het altaar.”

En Hij sloot af met de woorden:

“Voorwaar, Ik zeg u: al deze dingen zullen komen over dit geslacht.”

En dat woord “geslacht” betekent daar “ras.” Christus zei dus: al het rechtvaardige bloed, van Abel tot Zacharia, zal komen over dit volk. Precies zoals in Openbaring staat dat in Babylon het bloed van alle gedoden werd gevonden.

Babylon is dus niet slechts een systeem van regeringen, maar een macht die oorlogen beraamt, bloedvergieten organiseert, en de volken verleidt tot waanzin.

Babylon in de moderne geschiedenis

Jezus zei dus dat over dat volk het bloed van alle rechtvaardigen zou komen, vanaf Abel tot in Zijn eigen tijd. En in Openbaring lezen wij dat in Babylon het bloed van allen die op de aarde gedood zijn, werd gevonden. Dat betekent dat het Babylon van de eindtijd verantwoordelijk is voor alle grote oorlogen en slachtingen die wij kennen.

Denk eens aan de twintigste eeuw. Wereldwijd zijn miljoenen en miljoenen mensen gestorven in oorlogen die nooit hadden hoeven plaatsvinden. Wie zat er achter de propaganda die ons opzweepte om te vechten? Wie schreef de liederen die de mensen ophitsten?

Neem bijvoorbeeld de Eerste Wereldoorlog. George M. Cohan, een Joodse liedjesschrijver, kreeg in 1936 zelfs een speciale medaille van het Amerikaanse Congres voor zijn patriottische liederen “Over There” en “You’re a Grand Old Flag.” Die liederen dienden om miljoenen Amerikanen in vuur en vlam te zetten voor een oorlog die niet in hun eigen belang was.

En in de Tweede Wereldoorlog was het niet anders. Dezelfde kringen van propagandisten, dichters en filmmakers – grotendeels Joods – produceerden massaal materiaal om de harten van de Amerikanen op te hitsen, om hen te bewegen hun eigen broeders in Duitsland en Europa te doden. Het resultaat: steden verwoest, miljoenen doden, een continent in puin.

In Rusland speelde Ilya Ehrenburg, een Joodse dichter en propagandist, een sleutelrol. Hij schreef gedichten en toespraken waarin hij de soldaten opriep te moorden en te verkrachten. Hij spoorde het Rode Leger aan om elke Duitser te doden en iedere Duitse vrouw te verkrachten. En dat gebeurde: hele steden in Oost-Duitsland werden overspoeld door soldaten die vrouwen van zes tot negentig jaar verkrachtten. Het Westen hoorde er nauwelijks van, maar miljoenen mensen leden eronder.

Dit was Babylon aan het werk: via propaganda, via muziek, via media, miljoenen mensen opstoken tot haat en vernietiging.

En hoe zit het met de wereld van het geld? Al in 1923 werd geschreven dat de wereld van de hoge financiën grotendeels een Joodse wereld was, zonder enige nationale of patriottische loyaliteit. Deze financiers zagen oorlog en vrede slechts als marktschommelingen, kansen om winst te maken. Rothschild en andere banken controleerden regeringen door hun schulden en leenden geld voor oorlogen – bloedgeld.

In datzelfde boek werd geschreven:

“De wereld van de hoge financiën is grotendeels een Joodse wereld. Voor de internationale Joodse financier zijn oorlog en vrede slechts bewegingen in de financiële markten. Net zoals koersen gemanipuleerd worden voor marktwinst, zo worden ook internationale betrekkingen beïnvloed voor financieel gewin.”

En vandaag zien wij hetzelfde: grote graanhandels, banken en multinationals zijn in handen van dezelfde macht. In 1972 meldde een Amerikaanse krant zelfs dat de beurs stilviel omdat veel handelaren thuisbleven voor de Joodse feestdag Jom Kipoer. De wereldhandel lag stil omdat een kleine groep mensen niet aanwezig was. Zo volledig is hun controle.

En toch durven de meeste predikers dit niet te zeggen. Zij vertellen u dat dit volk “Gods uitverkoren volk” zou zijn. Terwijl Christus Zelf hen beschuldigde dat zij de kinderen van de duivel waren. Babylon is dus geen vage symboliek; het is een concreet systeem, opgebouwd door concrete mensen, die oorlog, dood en verderf over de aarde brengen.

Wie kan wonen bij het eeuwige vuur?

De tijd van de prediker was bijna verstreken, maar hij wilde zijn hoorders nog een tekst meegeven om over na te denken tot de volgende samenkomst. Keer met mij naar Jesaja 33.

In vers 13 staat:

“Hoort, gij die verre zijt, wat Ik gedaan heb; en gij die nabij zijt, erkent Mijn macht.”

En in vers 14 lezen wij iets dat velen zal verrassen:

“De zondaars in Sion zijn verschrikt; beving heeft de huichelaars aangegrepen: wie onder ons zal bij een verterend vuur wonen? wie onder ons zal bij eeuwige branden wonen?”

Nu vertellen de meeste predikers dat dit de goddelozen zijn die in de hel zullen branden. Zij zeggen: het zijn de zondaars die in het eeuwige vuur terechtkomen. Maar let erop wat de Bijbel hier werkelijk zegt.

Het antwoord komt in vers 15:

“Die in gerechtigheid wandelt, en recht spreekt; die de winst van onderdrukking verwerpt; die zijn handen afschudt van geschenken; die zijn oren toesluit om geen bloedschuld te horen; en zijn ogen sluit om het kwade niet te zien.”

Het zijn dus de rechtvaardigen die zullen wonen bij het eeuwige vuur! Niet de goddelozen, maar juist degenen die God vrezen en in gerechtigheid wandelen.

Dit verandert ons hele begrip. Het vuur van God is niet slechts een straf voor de bozen, het is de blijvende woonplaats van de rechtvaardigen. Gods vuur is reinigend, zuiverend, en de plaats waar de heiligen zich bevinden. Want onze God is een verterend vuur, en Zijn volk zal met Hem wonen in dat vuur.

“O onze Vader en onze God, wij bidden voor de dag die Gij beloofd hebt, waarop Uw volk zich tot U zal keren, tot Uw Woord en tot Jezus Christus voor verlossing, voor verzoening en voor het herstel van alle dingen. O God, help ons en bespoedig die dag, in Jezus’ Naam.”

Blijf op de hoogte van de nieuwste blogseries

Abonneer op onze nieuwsbrief via e-mail of via onze RSS Feed. Je kunt op elk gewenst moment weer afmelden.

Nieuwste blogseries

Voor het eerst hier?

Er is veel content op deze website. Dit kan alles een beetje verwarrend maken voor veel mensen. We hebben een soort van gids opgezet voor je.

800+

Geschreven blogs

300+

Nieuwsbrieven

100+

Boeken vertaald

5000+

Pagina's op de website

Een getuigenis schrijven

Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.
Naam
Vink dit vakje aan als je jouw getuigenis aan ons wilt versturen, maar niet wilt dat deze op de lijst met getuigenissen op deze pagina wordt geplaatst.

Stuur een bericht naar ons

Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.
Naam
=