Blogserie

Home / serie / Geestelijk leven, leven de doden nog steeds – Deel 4

< Terug naar blogoverzicht

Rubrieken

Algemeen

Duivel & Satan

Israël

Geschiedenis & Oorsprong

Nieuws

Joden & Edom

Kerkhoaxes

Wetten

Geestelijk leven, leven de doden nog steeds – Deel 4

De Adem van Leven: De Geest, de Dood en de Grote Vergissing

Het is een eenvoudig woord, en toch is het de sleutel tot een waarheid die de kracht heeft om angst weg te nemen en de mens vrij te maken van eeuwenoude misleiding: ruach — geest, adem, leven. Niet een onzichtbaar wezen dat voortleeft na het sterven, maar de adem die God gaf, het principe van leven zelf. Als die ruach vertrekt, keert de mens terug tot stof. Niet naar een andere wereld, niet naar hemelse sferen. Maar naar stilte. Rust. Wachten.

Toch klinkt er overal in de wereld een andere boodschap. Een doctrine die mensen troost lijkt te bieden, maar hen juist berooft van ware hoop. Predikers verkondigen dat de dood een doorgang is naar een betere wereld — dat de gelovige sterft en onmiddellijk in de hemel komt. Sommigen spreken zelfs van reizen door het heelal, van het ontdekken van nieuwe werelden, van een hemels bestaan vol licht en muziek. Maar dit is geen leer uit de Schrift. Het is een illusie.

“De levende weten dat zij sterven zullen, maar de doden weten niets.” Prediker 9:5

De doden weten niets. Hun gedachten vergaan. Hun liefde en hun haat, hun plannen en hun herinneringen — alles verdwijnt in het graf. Niet tijdelijk verborgen, niet tijdelijk overgeplaatst, maar opgehouden. Het leven is werkelijk weg, en de mens keert terug tot stof.

“Stof keert terug tot de aarde, zoals het geweest is; en de geest keert terug tot God, Die hem gegeven heeft.” Prediker 12:7

Deze woorden van Salomo zijn het fundament waarop velen een verkeerde leer bouwen. Zij zeggen: zie je wel, de geest keert terug naar God, dus de ziel leeft voort. Maar zij vergeten dat Salomo eerder schreef:

“Er is één adem voor mens en dier; zoals de een sterft, zo sterft de ander.” Prediker 3:19

“Wie weet of de geest van de mensen opwaarts stijgt en de geest van het dier neerdaalt naar de aarde?” Prediker 3:21

En zij vergeten de betekenis van dat woord ruach — adem. Levenskracht. Niet een bewuste entiteit, maar het beginsel van bestaan. De adem van God, die leven geeft aan vlees. Niet iets dat blijft leven, niet iets dat afzonderlijk bestaat. Maar iets dat terugkeert.

David schreef:

“Gij neemt hun adem weg: zij sterven en keren weder tot hun stof. Gij zendt Uw Geest uit: zij worden geschapen.” Psalm 104:29–30

En:

“Zijn adem gaat uit, hij keert weder tot zijn aarde; te dien dage vergaan zijn plannen.” Psalm 146:4

Het is de adem van leven, de kracht van bestaan. Wanneer God het terugneemt, sterft de mens. En niets — geen enkele Schriftplaats — spreekt van bewust voortbestaan buiten het lichaam. Geen herinnering. Geen vreugde. Geen pijn. Alleen stilte. Tot de dag dat God weer spreekt.

Toch worden deze teksten genegeerd. Er worden boeken geschreven, traktaten verspreid, preken gehouden — allemaal om mensen te overtuigen dat zij na hun sterven ergens anders zullen zijn. En het gevolg? Een generatie gelovigen die zich losmaakt van de aarde, die geen belang meer hecht aan deze wereld, en zich volledig richt op een ontsnapping naar een andere plaats.

Maar Jezus sprak anders. Paulus sprak anders. Job sprak anders. En Salomo — de wijste van allen — stemde in met hun woorden.

“In het graf waarheen u gaat, is geen werk, geen overlegging, geen kennis en geen wijsheid.” Prediker 9:10

Dit is geen poëzie. Geen symboliek. Dit is waarheid. En de weigering om die te aanvaarden is geen kleinigheid. Het is een fundamenteel verzet tegen de leer van de opstanding. Want als men leeft na de dood, wat betekent dan de opstanding nog? Waarom zou het lichaam herrezen worden, als de ziel reeds geniet in hemelse glorie?

William Tyndale schreef:

“Door zielen in hemel, hel of vagevuur te plaatsen, vernietig je de argumenten waarmee Christus en Paulus de opstanding bewijzen.”

De leer van de bewuste ziel verlamt de kracht van het evangelie. Zij maakt de dood tot bevrijding, in plaats van tot vijand. En zij berooft het kruis van zijn doel: niet het verplaatsen van zielen, maar het herstel van de mens — door opstanding.

Paulus wist dit. Hij schreef:

“Ik weet Wie ik geloofd heb, en ik ben ervan overtuigd dat Hij bij machte is wat ik Hem toevertrouwd heb, te bewaren tot die dag.” 2 Timotheüs 1:12

Wat had Paulus toevertrouwd aan God? Niet zijn ziel als een reizend bewustzijn, maar zijn leven. Zijn adem. Zijn toekomst. De ruach — de levenskracht — waarvan hij wist dat God die op de dag van de opstanding zou teruggeven.

Want het is daar dat de hoop ligt. Niet in de dood, maar in het leven dat volgt — na de dood.

“Het uur komt waarin allen die in de graven zijn Zijn stem zullen horen, en zij zullen eruit gaan.” Johannes 5:28

Allen die in de graven zijn. Niet in de hemel. Niet in vagevuur. In de graven. Dát is hun verblijf. Totdat Hij roept. Dan zal er geen verwarring meer zijn. Geen misleiding. Alleen de kracht van leven, gegeven door de stem van de Zoon van God.

De Laatste Vijand: Dood Ontmaskerd, Leven Hersteld

De dood. Hij wordt gevreesd, verzwegen, vermomd. In religieuze kringen wordt hij vaak versierd met verhalen, geruststellende formules, troostende clichés. Men zegt dat hij een poort is, een doorgang naar een betere wereld. Men noemt hem een vriend, een thuiskomst, een bevrijding. Maar de Schrift noemt hem anders.

“De laatste vijand die tenietgedaan wordt, is de dood.” 1 Korintiërs 15:26

Een vijand. Niet een doorgang. Niet een helper. Niet een gids. De dood is een overweldiger, een breker, een afsluiter. Hij neemt het leven, niet om het over te dragen, maar om het te beëindigen. En alles wat hij neemt, houdt hij vast — tot er Eén is die sterker is dan hij.

“Ik ben de opstanding en het leven. Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven.” Johannes 11:25

Het is deze belofte die de dood zijn laatste zeggenschap ontneemt. Niet omdat de mens blijft leven, maar omdat de mens weer zal leven. De doden slapen. Hun adem is weg, hun lichaam tot stof, hun gedachten vervlogen. Maar er is Eén die roept — en als Hij spreekt, breekt het graf open, en keren adem en bewustzijn terug.

“Uw doden zullen leven; ook mijn dood lichaam, zij zullen opstaan. Ontwaak en juich, u die in het stof woont.” Jesaja 26:19

De profeten wisten het. De apostelen verkondigden het. Jezus bevestigde het. En de hele Schrift wijst in één richting: niet omhoog, maar vooruit. Niet naar de hemel bij sterven, maar naar de aarde bij Zijn wederkomst. De hoop van de gelovige is niet ontsnapping, maar herstel. Geen vluchten naar een andere wereld, maar terugkeer naar deze — hernieuwd, gereinigd, hersteld.

“De hemel moet Hem opnemen tot de tijden van het herstel van alle dingen.” Handelingen 3:21

Er is geen leerstellige subtiliteit in deze woorden. Het is eenvoudig. Zuiver. En het snijdt dwars door alle menselijke verzinsels heen. De doden weten niets. Hun adem is bij God. Hun herinnering is gestild. Maar Hij bewaart het leven, en zal het teruggeven — op die dag.

“Wij zullen allen veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij de laatste bazuin.” 1 Korintiërs 15:51–52

Dit is het moment waar alles op wacht. Niet een zucht bij sterven, maar een bazuin bij wederkomst. Niet onmiddellijke beloning of straf, maar oordeel na opstanding. Alles in Gods tijd, op Gods wijze, volgens Gods plan.

En precies daarom is deze waarheid zo gevaarlijk voor hen die de mens klein willen houden. Want wie de opstanding gelooft, leeft niet in angst. Wie weet dat God hem weer tot leven zal roepen, buigt niet voor onrecht. Hij is niet te koop, niet te breken, niet te vangen in het net van leugens en religieuze illusies.

“Zalig en heilig is hij die deel heeft aan de eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht.” Openbaring 20:6

Zij zijn onaantastbaar. Niet omdat zij onsterfelijk zijn op zichzelf, maar omdat zij van Hem zijn. En Hij is leven.

Daarom buigen zij zich niet onder de leugen dat de dood een bevrijding is. Zij buigen zich ook niet onder de dwaling dat hun toekomst elders ligt. Zij weten: deze aarde is hun erfdeel. Hier zullen zij leven. Hier zullen zij heersen — met Hem.

“De zachtmoedigen zullen de aarde beërven en vreugde scheppen in grote vrede.” Psalm 37:11

De zachtmoedigen. Niet de doden. Niet de zwevende zielen. Maar de levenden — opgewekt, vernieuwd, rechtvaardig gemaakt.

En tot die dag? Rust. Niet angstig wachten. Niet bewust ervaren. Rust — veilig in Gods hand, in Zijn herinnering, in Zijn belofte.

De Greep van de Misleiding: Waarheid als Muur Tegen de Overlevering van Mensen

De strijd om waarheid is nooit neutraal. Er staat altijd iets op het spel — niet alleen theologische helderheid, maar het denken, het handelen, het vertrouwen van mensen. De leer dat de doden niet werkelijk dood zijn, is geen onschuldige vergissing. Het is een vernietigende doctrine. Zij berooft het kruis van zijn kracht, de opstanding van haar noodzaak, en het geloof van zijn fundament.

Wat is geloof, als het niet gegrond is op wat God gesproken heeft? Wat is hoop, als zij rust op wat mensen verzonnen hebben? En wat is waarheid, als zij gebogen wordt tot iets wat de mensen graag willen horen?

“En zij zullen hun oren afkeren van de waarheid en zich keren tot verzinsels.” 2 Timotheüs 4:4

Het is geen nieuwe strijd. Al in de dagen van Paulus en Petrus waren er mensen die de opstanding geestelijk maakten, haar verdraaiden, haar timing verschoof naar het heden of naar het moment van sterven. Zij brachten verwarring. Zij ondermijnden het geloof.

“En hun woord zal voortwoekeren als een kanker. Tot hen behoren Hymeneüs en Filetus, die van de waarheid zijn afgeweken, door te zeggen dat de opstanding al heeft plaatsgevonden. En zij brengen het geloof van sommigen aan het wankelen.” 2 Timotheüs 2:17–18

Als men zegt dat de opstanding al heeft plaatsgevonden — óf geestelijk is, óf plaatsvindt bij de dood — dan ondermijnt men het evangelie. Want dan wordt er geen lichaam opgewekt. Dan wordt er niets hersteld. Dan sterft de mens, en leeft verder, zonder oordeel, zonder wacht, zonder belofte van herstel.

En dan is de dood geen vijand meer — maar een poort. Dan is de opstanding geen noodzaak meer — maar een bijzaak. En dan wordt het hele plan van God vervangen door menselijke verbeelding.

“Mijn volk gaat te gronde door het gebrek aan kennis.” Hosea 4:6

De kennis van de Schrift is de enige bescherming tegen de stroom van religieuze tradities, visioenen, ervaringen en leringen die niet gegrond zijn in wat er staat geschreven. Mensen vertellen over tunnels van licht, gesprekken met gestorvenen, reizen naar andere werelden. Maar de Schrift zegt:

“De doden weten niets.” Prediker 9:5

“Hun liefde, hun haat en hun ijver zijn al lang vergaan.” Prediker 9:6

“Er is geen werk, geen overlegging, geen kennis en geen wijsheid in het graf.” Prediker 9:10

Als deze woorden geen betekenis meer hebben, dan heeft niets betekenis. Want zij spreken niet poëtisch. Zij spreken wat God zegt. En Hij liegt niet.

Daarom is het zo dringend dat deze waarheid wordt hersteld. Niet als theologisch alternatief, maar als noodzakelijke correctie. Want zolang mensen geloven dat hun gestorven geliefden hen nu aankijken, met hen spreken, voor hen bidden — zolang blijven zij kwetsbaar voor leugen.

“Wanneer men tegen u zegt: Raadpleeg de geesten van doden en waarzeggende geesten die fluisteren en mompelen — moet een volk zijn God niet raadplegen? Moet men voor de levenden de doden raadplegen?”
— Jesaja 8:19

Het antwoord is: nee. Want de doden zijn stil. Zij spreken niet. Zij weten niet. En zij kunnen niets voor de levenden betekenen. Alleen God spreekt. En Zijn stem is genoeg.

De Adem van God: Hoe de Leugen van de Ziel de Waarheid van de Opstanding Ondergraaft

Er is een subtiele, maar vernietigende kracht in de leer van de onsterfelijke ziel. Zij doet zich voor als troost, maar zij is vergif. Want wie gelooft dat de mens bij zijn dood onmiddellijk naar de hemel gaat, heeft geen plaats meer voor de opstanding als middelpunt van de hoop. En waar geen opstanding is, daar is geen toekomst.

De Schrift spreekt niet in duistere taal. Zij zegt niet: gij zult opstijgen. Zij zegt:

“Uw doden zullen leven.” Jesaja 26:19

En als zij zullen leven, dan leven zij nu niet. Dat is de simpele, onverbiddelijke waarheid. Geen gedachtegang, geen filosofie, geen menselijke ervaring kan dat ondermijnen.

De verkondiging van de moderne kerk is echter anders. Ze leert dat bij het sterven de ziel het lichaam verlaat en zich kleedt met een hemels, geestelijk lichaam — direct. Ze noemt het “een tijdelijke toestand,” een wachtkamer voor het uiteindelijke nieuwe lichaam. Maar de Bijbel zegt:

“De doden weten niets.” Prediker 9:5

Wat geen kennis heeft, kan niets verwachten. Wat geen bewustzijn heeft, kent geen tussenfase. De doden weten niets — en dát is hun toestand. Geen lijden, geen vreugde, geen tijd. Slechts wachten in het stof.

En wie dit ontkent, ontkent de profeten. Ontkent David. Ontkent Job. Ontkent zelfs Jezus.

Toch is er een hardnekkig vasthouden aan de mythe van bewust leven na de dood. Men citeert Salomo’s woorden:

“En het stof keert terug naar de aarde zoals het geweest is, en de geest keert terug tot God, Die hem gegeven heeft.” Prediker 12:7

Maar men negeert wat Salomo eerder zei:

“Wie weet of de geest van de mensen naar boven gaat en de geest van het dier naar beneden gaat naar de aarde?” Prediker 3:21

En dat de doden in Sheol zijn — datzelfde woord dat men elders als “graf” vertaalt. Het is geen plaats van leven, geen bestemming van zielen. Het is de stilte waarin allen neerliggen.

De sleutel ligt in het woord zelf: ruach — adem, geest, levensenergie. Het is wat God in Adam blies, waardoor hij een levende ziel werd. Niet een ziel met leven, maar een ziel door leven. En wanneer dat leven wordt teruggenomen, blijft er niets over.

“Gij neemt hun adem weg, zij sterven en keren weder tot hun stof.” Psalm 104:29

“Gij zendt Uw Geest uit, zij worden geschapen.” Psalm 104:30

De ruach is geen zelfstandige entiteit. Het is de kracht van leven — en die ligt uitsluitend in Gods hand. Als Hij die terugneemt, vergaat het denken, het voelen, het zijn.

“Zijn adem gaat uit, hij keert weder tot zijn aarde; te dien dage vergaan zijn plannen.” Psalm 146:4

Wat de mens is zonder adem, is stof. Wat de ziel is zonder God, is niets.

Toch proberen velen deze teksten te buigen. Zij maken van de ruach een persoon, een bewuste entiteit, een karakter dat verder reist. Maar het Hebreeuwse woord is duidelijk. Het betekent adem, leven, kracht. En het is ook dat woord dat gebruikt wordt voor dieren. Geen onderscheid. Geen hogere orde. Alleen verschil in belofte.

De mens zal opstaan. Het dier niet. De mens ontvangt opnieuw de ruach — op Gods tijd, niet eerder.

“De Geest zal terugkeren tot God, Die hem gegeven heeft.” Prediker 12:7

Niet als bewust wezen. Niet als reizende ziel. Maar als het eigendom van God — bewaard, niet werkend. Totdat Hij spreekt.

En daarom is de leer van de ziel, zoals zij nu onderwezen wordt, zo gevaarlijk. Zij vervangt hoop door illusie. Zij vervangt verwachting door bevrediging. En zij stelt het kruis voor als een brug naar onmiddellijke heerlijkheid — in plaats van als poort naar opstanding, op een dag die nog moet komen.

De Leugen van de Eeuwige Ziel: Wanneer Uitleg Belangrijker Wordt dan de Schrift

De grootste misleiding is niet altijd de meest schokkende. Soms is het de zachtste stem die de diepste schade aanricht. Het is niet de openlijke aanval op de waarheid die het gevaarlijkst is, maar de subtiele vervorming ervan. En nergens wordt dat duidelijker dan in de leer van de ziel die blijft leven na de dood.

Men zegt dat het troost brengt. Dat het mensen hoop geeft. Maar ware troost rust niet op wat fijn klinkt — zij rust op wat waar is. En de waarheid zegt:

“De doden weten niets.” Prediker 9:5

Het zijn geen woorden van wanhoop. Het zijn woorden van helderheid. Want als de doden niets weten, hoeven de levenden niets te vrezen. Er is geen bewust lijden, geen afrekening bij het sterven, geen oordeel op het moment van overlijden. Alleen rust. Stilte. En wachten.

Toch proberen duizenden predikers, geleerden en kerkleiders die eenvoud te ondergraven. Zij nemen teksten uit hun verband. Zij bouwen leerstellingen op woorden die bedoeld zijn als poëzie. En wanneer de Bijbel iets zegt dat hun dogma ondermijnt, leggen zij het uit — totdat het hun past.

Men leest:

“De geest keert terug tot God, Die hem gegeven heeft.” Prediker 12:7

En zegt: zie je wel, de ziel stijgt op. Maar dezelfde schrijver zegt:

“De doden weten niets.” Prediker 9:5

“Er is geen kennis, geen wijsheid in het graf.” Prediker 9:10

Wie de ene tekst letterlijk neemt, en de andere vergeestelijkt, is niet op zoek naar waarheid, maar naar bevestiging. En zo ontstaan de dogma’s: men wil graag dat het waar is, dus men maakt het waar.

Toch is de Schrift consistent. Door alle boeken heen, door alle tijden. Job sprak van slapen tot de opstanding. David zei dat zijn gedachten vergingen op de dag dat hij stierf. Jezus sprak over Lazarus als iemand die sliep. Paulus gebruikte het woord “ontslapen” voor hen die gestorven waren in Christus. En Johannes beschreef de martelaren niet als zingende zielen, maar als zij die zouden leven nadat zij opgewekt waren.

“De overigen van de doden werden niet weer levend, totdat de duizend jaren tot een einde gekomen waren.” Openbaring 20:5

Totdat. Niet meteen. Niet op het moment van sterven. Maar op zijn moment.

Toch houdt men zich vast aan de alternatieve uitleg. En wanneer iemand zegt: “De Bijbel zegt dat de doden slapen,” dan antwoordt men: “Ja, maar de ziel leeft verder.” En zo maakt men een scheiding die de Schrift niet kent.

Adam werd geen levende ziel omdat hij er een kreeg. Hij werd een levende ziel — doordat God hem de adem van het leven gaf. Dat was de ziel: de levende mens. Niet een onzichtbaar wezen. Niet een tweede entiteit. Maar de mens zelf, levend door Gods adem.

“Toen formeerde de HEERE God de mens van het stof van de aardbodem, en blies de levensadem in zijn neusgaten; zo werd de mens tot een levende ziel.” Genesis 2:7

Niet: hij had een ziel. Hij werd een ziel. En toen hij stierf, keerde hij terug tot stof. De adem het leven, de ruach — keerde terug tot God.

De leer dat de ziel blijft leven is geen voortzetting van deze waarheid. Het is een vervorming ervan. En het resultaat is dat mensen geen belang meer hechten aan de opstanding. Zij zien sterven als bevrijding, als thuiskomst. En daarmee wordt het kruis een ontsnapping, geen overwinning. De aarde een tussenstop, geen erfdeel.

Maar de Schrift zegt:

“De zachtmoedigen zullen de aarde beërven.” Psalm 37:11

“Zalig en heilig is hij die deel heeft aan de eerste opstanding.” Openbaring 20:6

En zo keren we terug tot de essentie. Het gaat niet om theorie. Het gaat niet om details. Het gaat om het beeld dat men van God heeft — en van Zijn plan met de mens. Niet de mens die sterft en opstijgt, maar de mens die slaapt en wacht. Niet de ziel die leeft, maar de mens die herleeft. Niet een hemel als ontsnapping, maar een aarde als Koninkrijk.

Zij Zullen Leven: De Stilte Voor de Stem

Er zijn waarheden die men hoort en weer vergeet. Maar er zijn ook waarheden die zich in het hart nestelen, als een vuur dat niet dooft. De waarheid over de dood is van die laatste soort. Zij laat zich niet wegredeneren, niet verzachten, niet ombuigen tot iets comfortabelers. Zij blijft staan. Zoals de stilte na het sterven. Zoals het graf dat zwijgt. Zoals de aarde die wacht.

De mens sterft. En hij slaapt. Zijn adem keert terug tot God. Zijn gedachten houden op. Zijn plannen vergaan. Zijn lichaam keert terug tot stof. Niet als straf, maar als toestand. Niet als einde, maar als wachten. Want hij werd stof. En tot stof keert hij terug.

“Stof zijt gij, en tot stof zult gij wederkeren.” Genesis 3:19

Maar de adem — die is van God. En God vergeet Zijn adem niet.

“Uw doden zullen leven; ook mijn dood lichaam, zij zullen opstaan.” Jesaja 26:19

Die woorden zijn geen poëzie. Zij zijn belofte. En zij worden pas volledig begrepen wanneer men het durft te geloven: de doden leven nu niet. Zij wachten. Geen stem. Geen zicht. Geen vreugde of angst. Alleen stilte. Heilige, goddelijke stilte. Totdat Hij spreekt.

“Allen die in de graven zijn, zullen Zijn stem horen.” Johannes 5:28

Niet: allen die in de hemel zijn. Niet: allen die voortleven. Maar: allen die in de graven zijn. Dáár liggen zij. Dáár rusten zij. En dáár, precies dáár, zal het leven hen weer vinden.

Voor wie dit begrijpt, verandert het perspectief. De dood is geen geheimzinnige doorgang meer. Geen overgang naar een andere wereld. Zij wordt wat zij werkelijk is: de laatste vijand. Geen vriend. Geen gids. Een vijand — maar een vijand die overwonnen zal worden.

“De laatste vijand die tenietgedaan wordt, is de dood.” 1 Korintiërs 15:26

En pas dan — wanneer hij is vernietigd, niet eerder — zal het leven volledig zijn. Pas dan zal de mens weer zijn wat hij bedoeld was te zijn: levend, verheerlijkt, onvergankelijk. Niet door eigen kracht. Niet door ziel of geest. Maar door de stem van Hem die leven spreekt.

“De doden zullen opstaan, onverderfelijk.” 1 Korintiërs 15:52

Tot die dag is er rust. Geen hemel, geen hel, geen vagevuur. Alleen rust. Want het oordeel is nog niet geweest. De opstanding is nog niet gekomen. En het loon — dat komt mét Hem.

“Zie, Ik kom spoedig, en Mijn loon is bij Mij.” Openbaring 22:12

Zij die gestorven zijn, zijn veilig. Niet omdat zij bewust zijn. Maar juist omdat zij het niet zijn. Geen pijn. Geen dwaling. Geen misleiding. Alleen Gods herinnering. En Zijn herinnering is volmaakt.

Blijf op de hoogte van de nieuwste blogseries

Abonneer op onze nieuwsbrief via e-mail of via onze RSS Feed. Je kunt op elk gewenst moment weer afmelden.

Nieuwste blogseries

Voor het eerst hier?

Er is veel content op deze website. Dit kan alles een beetje verwarrend maken voor veel mensen. We hebben een soort van gids opgezet voor je.

800+

Geschreven blogs

300+

Nieuwsbrieven

100+

Boeken vertaald

5000+

Pagina's op de website

Een getuigenis schrijven

Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.
Naam
Vink dit vakje aan als je jouw getuigenis aan ons wilt versturen, maar niet wilt dat deze op de lijst met getuigenissen op deze pagina wordt geplaatst.

Stuur een bericht naar ons

Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.
Naam
=