Door Arnold Kennedy
Waar het ons om gaat is het lenen van geld tegen rente [Heb. daneizo], niet andere vormen van ‘lenen’, d.w.z. Heb Sha’al. Lenen zonder rente wordt geprezen, maar woekerrente wordt afgekeurd.
Exodus 22:25 Als je geld leent aan iemand van mijn volk die arm is, mag je hem niet als een woekeraar behandelen en mag je hem geen rente aanrekenen.
Het principe tegen lenen tegen rente is vastgelegd in de wet en wordt duidelijk uitgedrukt in de volgende twee verzen.
Deuteronomium 15:6 Want de HEERE, uw God, zal u zegenen, zoals Hij u beloofd heeft, en gij zult aan vele volken lenen, maar GIJ ZULT NIET LENEN; en gij zult over vele volken heersen, maar zij zullen niet over u heersen.
Deuteronomium 28:12 De HEERE zal Zijn goede schatkamer voor u openen, de hemel, om uw land regen te geven op zijn tijd, en al het werk van uw hand te zegenen; en gij zult aan vele volken lenen, maar GIJ ZULT NIET LENEN.
Deuteronomium 23:19-23 Gij zult uw broeder geen rente vragen, geen rente voor geld, geen rente voor levensmiddelen, geen rente voor iets dat tegen rente wordt uitgeleend. AAN EEN VREEMDELING (EEN BUITENLANDER) MAG JE TEGEN RENTE UITLENEN; maar aan je broeder mag je niet tegen rente uitlenen, opdat de HEERE, uw God, u zegent in alles wat u onderneemt in het land dat u gaat bezitten.
Er is dus een duidelijk onderscheid tussen Gods volk en degenen die dat niet zijn. Gods volk mag van niemand, christen of niet-christen, tegen rente lenen (d.w.z. rente betalen).
Er is voldoende bevestiging in het Nieuwe Testament, bijvoorbeeld Romeinen 13:8 WEES (opheilo) NIEMAND IETS SCHULDIG, behalve elkaar lief te hebben; want wie de ander liefheeft, heeft de wet vervuld.
De reden hiervoor wordt vermeld in 1 Kor. 7:23 Jullie zijn duur gekocht; wees dan geen slaven van mensen.
Spreuken 22:7 De rijke heerst over de arme, en wie leent, is de slaaf van degene die hem leent.
Zodra er geld wordt geleend, wordt de lener een slaaf van degene die hem leent en wordt hij dus ongehoorzaam aan de Heer en staat hij onder oordeel, vooral financieel.
Zoals Jezus het uitdrukte:
Matteüs 18:26-30 De dienaar viel dan neer en aanbad hem, zeggende: Heer, heb geduld met mij, en ik zal u alles betalen. Toen werd de heer van die dienaar met medelijden bewogen, en hij liet hem los en vergaf hem de schuld. Maar diezelfde dienaar ging naar buiten en vond een van zijn mededienaren, die hem honderd penningen schuldig was; en hij greep hem bij de keel en zei: Betaal mij wat je schuldig bent. En zijn mededienaar viel aan zijn voeten en smeekte hem, zeggende: Heb geduld met mij, en ik zal u alles betalen. 30 Maar hij wilde niet, maar ging heen en wierp hem in de gevangenis, totdat hij de schuld zou betalen. Dat wil zeggen: leen niet en heb geen last van zulke problemen.
Wanneer een kerk geld leent van de bank, is het vertrouwen in God misplaatst. De mens wordt dan de bron van voorziening in plaats van God. Een bank is niet God en elke lener die woekerrente vraagt, is niet van God, omdat God woekerrente veroordeelt.
Filippenzen 4:19 Maar mijn God zal in AL UW BEHOEFTEN voorzien naar Zijn rijkdom in heerlijkheid door Christus Jezus.
“Behoefte” wordt hier door Strong gegeven als chreia = 1. noodzaak, behoefte… 2. plicht, zaken.
Jezus wees op de noodzaak om voldoende middelen bij de hand te hebben om een bouwwerk (purgos) te voltooien VOORDAT MEN BEGINT MET BOUWEN. Een christen of christelijke organisatie kan dus geen geld lenen tegen rente om het werk te doen.
Lucas 14:28-30 Want wie van u, die een toren wil bouwen, gaat niet eerst zitten om de kosten te berekenen, of hij genoeg heeft om het te voltooien? Opdat niet, nadat hij het fundament heeft gelegd en niet in staat is om het te voltooien, allen die het zien hem beginnen te bespotten, zeggende: Deze man is begonnen te bouwen en was niet in staat om het te voltooien.
VOORBEELDEN UIT DE “HET STAAT GESCHREVEN” UIT HET OUDE TESTAMENT
Bedenk dat Jezus zegt dat als we Mozes en de profeten niet geloven, we Zijn woorden niet kunnen begrijpen, en dat dit dus niet kan worden afgedaan als “dat is het Oude Testament”.
Jesaja 24:1-3 Zie, de HEERE maakt de aarde leeg en verwoest haar, keert haar om en verstrooit haar bewoners. En het zal zijn, zoals met het volk, zo ook met de priester; zoals met de dienaar, zo ook met zijn meester; zoals met de dienstmaagd, zo ook met haar meesteres; zoals met de koper, zo ook met de verkoper; zoals met de geldschieter, ZO OOK MET DE LENER; zoals met degene die woekerrente neemt, zo ook met degene die hem woekerrente geeft. Het land zal volkomen leeggehaald en volkomen verwoest worden, want de HEERE heeft dit woord gesproken.
Hier wordt Gods oordeel over lenen getoond. Alle voorspoed komt ten einde. Het “land” wordt leeggehaald.
Denk aan Elisa en de weduwe in haar nood.
2 Koningen 4:6-7 En toen de vaten vol waren, zei zij tot haar zoon: Breng mij nog een vat. En hij zei tot haar: Er is geen vat meer. En de olie bleef staan. Toen kwam zij en vertelde het aan de man Gods. En hij zei: Ga heen, verkoop de olie, en BETAAL UW SCHULD, en leef u en uw kinderen van de rest.
Elisa had kunnen doen wat kerken doen, namelijk geld lenen om in een behoefte te voorzien, maar dan zou er geen voorziening van God zijn geweest. Elisa wist dat het probleem van de weduwe voortkwam uit schulden. De oplossing voor haar probleem was dat de schuld werd betaald. Als we diezelfde intentie hebben, eert God ons wanneer wij Hem eren; alleen door vertrouwen dat blijkt uit gehoorzaamheid, stort God Zijn zegeningen uit. Als we niet onmiddellijk de middelen hebben om een schuld met rente af te lossen, maar van plan zijn om alles te doen wat we kunnen, dan zal God, die naar het hart kijkt, ons helpen om ons aan Zijn wil te conformeren.
DE KERKEN VAN VANDAAG WILLEN DE WET NIET NALEVEN ZOALS JEZUS DAT DEED
Met een leerstellig probleem over wat ‘voldoen’ betekent, weigeren zij lenen als een zonde te zien. Wanneer Gods volk zelf woekerrente vraagt, moeten zij dit rechtzetten door ‘waarachtig oordeel’ te oefenen, zoals deze vers laat zien.
Ezechiël 18:5-8 Maar als een mens rechtvaardig is en doet wat wettig en rechtvaardig is, en niet op de bergen gegeten heeft, noch zijn ogen opgeheven heeft naar de afgoden van het huis van Israël, noch de vrouw van zijn naaste onteerd heeft, noch zich genaderd heeft tot een vrouw in haar onreinheid, en niemand onderdrukt heeft, MAAR DE SCHULDENAR ZIJN PAND TERUGGEGEVEN, niemand met geweld beroofd heeft, zijn brood aan de hongerigen gegeven heeft en de naakte met een kleed bedekt heeft; Hij die geen rente heeft gegeven, noch enige winst heeft genomen, die zijn hand heeft onthouden van ongerechtigheid, die rechtvaardig oordeel heeft gedaan tussen mens en mens.
Er is veel tegen het verstrekken van leningen tegen rente aan ‘broeders’ door Gods volk. Gods eigen volk leent niet van broeders tegen rente en verstrekt ook geen leningen tegen rente aan broeders. Zij mogen wel leningen tegen rente verstrekken aan anderen.
Exodus 22:25-27 Als je geld leent aan iemand van mijn volk die arm is, mag je hem niet als een woekeraar behandelen en mag je hem geen rente aanrekenen. Als je de kleding van je naaste IN PAND neemt, moet je die voor zonsondergang aan hem teruggeven. Want dat is zijn enige bedekking, het is zijn kleding voor zijn huid: waarin zal hij slapen? En het zal geschieden, wanneer hij tot mij roept, dat ik zal horen, want ik ben genadig.
Leviticus 25:36 Neem geen rente van hem, noch vermeerdering, maar vrees uw God, opdat uw broeder bij u kan leven.
Deuteronomium 24:10-13 Wanneer gij uw broeder iets leent, zult gij niet in zijn huis gaan om ZIJN PAND te halen. Je zult buiten blijven staan, en de man aan wie je leent, zal HET PAND naar buiten brengen om het aan jou te geven. En als de man arm is, zult gij niet met zijn pand slapen: In ieder geval zult gij hem het pand weer teruggeven wanneer de zon ondergaat, opdat hij in zijn eigen kleding kan slapen en u zal zegenen:
en het zal gerechtigheid voor u zijn voor het aangezicht van de HEERE, uw God. Job 22:6
Want gij hebt EEN PAND van uw broeder voor niets genomen en de naakten van hun kleren ontdaan. Job 24:9
Zij rukken de wezen van de borst en nemen EEN PAND van de armen.
Amos wijst erop dat dit het aanbidden van een andere God is, d.w.z. “hun god”.
Amos 2:8 En zij leggen zich neer op kleren die ALS PAND bij elk altaar zijn neergelegd, en zij drinken de wijn van de veroordeelden in het huis van hun god.
EEN KERK KAN NIET GARANT STAAN VOOR DE SCHULDEN VAN EEN ANDERE KERK
Spreuken 22:26 Wees niet een van hen die handen slaan, of van hen die borg staan voor schulden.
Dit doen is hetzelfde als de grensstenen verwijderen.
Spreuken 22:28 Verwijder de oude grensstenen niet, die uw vaderen hebben geplaatst.
“Hand in hand gaan” gaat over het aangaan van schulden tegen rente. Job sprak zich uit over spotters die zich zo uitleven:
Ja, het zijn spotters!
Job 17:2-7 Zijn er geen spotters bij mij? En blijft mijn oog niet voortdurend hun provocaties zien? Ga nu liggen, stel mij als borg voor u; wie is hij die met mij HAND IN HAND wil gaan? Want Gij hebt hun hart voor het begrip verborgen; daarom zult Gij hen niet verheffen. Hij die zijn vrienden vleierij spreekt, zelfs de ogen van zijn kinderen zullen falen. Hij heeft mij ook tot een spreekwoord van het volk gemaakt; en vroeger was ik als een tamboerijn. Ook mijn ogen zijn troebel door verdriet, en al mijn ledematen zijn als een schaduw.
Let goed op deze twee spreuken.
Spreuken 11:15 Wie voor een vreemdeling borg staat, zal daarvoor boeten, en wie een borgstelling haat, is veilig.
Spreuken 17:18 Een man zonder verstand slaat de handen ineen en staat borg in het bijzijn van zijn vriend.
WAT TE DOEN ALS JE SCHULD HEBT
Als we uit onwetendheid zondigen, vergeeft God ons, maar alleen als we berouw tonen.
Handelingen 3:17-19 En nu, broeders, ik weet dat JULLIE HET UIT ONWETENDHEID HEBBEN GEDAAN, evenals jullie leiders. Maar wat God tevoren door de mond van al zijn profeten had laten zeggen, dat Christus zou lijden, heeft Hij zo vervuld. BEKEERT U DAN OOK en bekeert u, opdat uw zonden uitgewist worden, wanneer de tijden van verfrissing zullen komen van de aanwezigheid van de Heer; En God heeft de tijden van deze onwetendheid door de vingers gezien, maar nu gebiedt Hij alle mensen overal ZICH TE BEKEREN:
Probeer aan de situatie te ontsnappen.
Spreuken 6:1-5 Mijn zoon, als je voor je vriend borg staat, als je je hand hebt geslagen met een vreemdeling, dan ben je verstrikt geraakt in de woorden van je mond, dan ben je gevangen door de woorden van je mond. Doe dit nu, mijn zoon, en bevrijd jezelf, wanneer je in de handen van je vriend bent gekomen; ga heen, verootmoedig jezelf en stel je vriend gerust. Geef uw ogen geen slaap, noch uw oogleden sluimering. Bevrijd uzelf als een ree uit de hand van de jager, en als een vogel uit de hand van de vogelvanger.
Uit de onderstaande verzen zien we wat lijkt op lenen uit noodzaak, maar we zien dat God op dit gebied geen ‘schaduw van verandering’ heeft.
Nehemia 5:1-5 En er was een groot geroep van het volk en van hun vrouwen tegen hun broeders, de Joden. Want er waren die zeiden: Wij, onze zonen en onze dochters zijn talrijk; daarom nemen wij graan voor hen, opdat wij kunnen eten en leven. Sommigen zeiden ook: WIJ HEBBEN ONZE GRONDEN, WIJNGAARDEN EN HUIZEN VERHYPOTHEKEERD OM GRAAN TE KUNNEN KOPEN, VANWEGE DE SCHAARSTE. Anderen zeiden: WIJ HEBBEN GELD GELEEND voor de schatting van de koning, en dat op onze gronden en wijngaarden. Maar nu is ons vlees als het vlees van onze broeders, onze kinderen als hun kinderen; en zie, wij brengen onze zonen en onze dochters in slavernij om dienaren te zijn, en sommige van onze dochters zijn al in slavernij gebracht; en het is niet in onze macht om hen vrij te kopen, want andere mannen hebben onze akkers en wijngaarden. Hoewel het lenen van geld hier het gevolg was van droogte en ook om belasting te betalen, kon het niet worden gerechtvaardigd omdat God hen nog steeds veroordeelde vanwege hun ongehoorzaamheid. Ze waren dienaren van de geldschieters geworden! Nehemia 5:9-10 Ook zei ik: Het is niet goed wat jullie doen. Moeten jullie niet wandelen in de vreze van onze God vanwege de smaad van de heidenen, onze vijanden? Ook ik, mijn broeders en mijn dienaren zouden geld en graan van hen kunnen eisen: ik smeek u, LATEN WE STOPPEN MET DEZE WOEKER.
Wanneer we ons door het lenen van wat noodzakelijk lijkt, met de molensteen van de dienstbaarheid hebben belast, moet ons doel berouw zijn, d.w.z. alles doen wat we kunnen om uit alle schulden te komen en rechtvaardig te zijn voor God. Als dat betekent dat we moeten bezuinigen, verkopen en alleen geld uitgeven aan essentiële zaken, dan moet dat maar zo zijn. Iedereen en elke kerk kan God op dit gebied bewijzen als het hart gebroken is en de intentie om God vanuit het hart te gehoorzamen aanwezig is.
Sommigen gebruiken het excuus dat een hypotheek geen schuld is, mits de termijnen op tijd worden betaald, maar dat is misleiding. De schuld blijft bestaan. Christenen vragen zich echter af hoe ze een gezinswoning kunnen bouwen zonder hypotheek. In een echte christelijke gemeenschap zouden allen samenkomen om te geven naar gelang de behoefte. Mannen zouden “weten dat gij mijn discipelen zijt, indien gij liefde hebt onder elkander”. Mensen zouden aangetrokken worden door wat zij zien van de Geest van God die in de heiligen werkt.
Handelingen 5:13-14 En niemand van de anderen durfde zich bij hen aan te sluiten, maar het volk verheerlijkte hen. En er kwamen steeds meer gelovigen bij de Heer, zowel mannen als vrouwen.
Maar vandaag de dag zien mensen geen verschil tussen zichzelf en kerkgangers, omdat kerkgangers zich net als niet-christenen aanpassen aan deze wereld. Het gebod om “zich niet aan deze wereld aan te passen” wordt genegeerd. Lenen om voorzieningen te bieden om mensen aan te trekken kan nooit werken, omdat het in strijd is met wat de Schrift zegt dat aantrekt. Er zal geen “niemand durfde zich bij hen aan te sluiten” zijn; dit is wat bedoeld is voor een ware christelijke gemeenschap. Handelingen 4:32 En de menigte van hen die geloofden waren één van hart en één van ziel: niemand van hen zei dat iets van wat hij bezat zijn eigendom was, maar zij hadden alles gemeenschappelijk.
ZE HADDEN GEEN KERKGEBOUWEN, ze kwamen “van huis tot huis” bijeen. Als God niet voorziet in de behoeften van lokale gemeenschappen, het onderhoud van gebouwen of wat dan ook, dan is het tijd om dat gebouw te verlaten en ruimte te huren in een schoolzaal, een schuur te kopen of een huiskerk te beginnen met degenen die op God willen vertrouwen in plaats van op de arm van het vlees [d.w.z. banken].
Banken willen hun geld. Wanneer het geld dat in de gemeente wordt ingezameld naar de banken gaat, kan het niet worden gebruikt om in de behoeften van de armen en behoeftigen te voorzien (dit moet alleen binnen de groep gebeuren, zoals in de vroege kerk). De collecte wordt dus misbruikt. Dit is zonde! Geen enkele zondige kerk kan bloeien.
Kerken kunnen hun opwekkingsbijeenkomsten houden, evangelisten uitnodigen,‘wondercampagnes’ organiseren, aansporingen geven om meer te bidden en meer te betalen [eigenlijk om de banken te betalen], ‘aanbidding’ in de plaats stellen van gehoorzaamheid en ze kunnen dansen zoveel ze willen, zoals de profeten van Baäl op de berg Karmel, maar zonder gehoorzaamheid is het allemaal tevergeefs. Degenen die God met heel hun hart zoeken, moeten zich afscheiden van die kerken die ongehoorzaam blijven en niet op God vertrouwen.






