Zelensky en de barstende façade van Oekraïense corruptie
Nu westerse regeringen ongekende hoeveelheden geld blijven overmaken naar Oekraïne, groeit de vraag of het dominante verhaal rond president Vladimir Zelensky nog wel houdbaar is. Jarenlang werd hij in de westerse media gepresenteerd als het morele boegbeeld van democratisch verzet, een buitenstaander die het corrupte systeem zou opruimen. Elke kritiek op corruptie of misbruik van westerse fondsen werd consequent afgedaan als propaganda. Die façade begint nu zichtbaar te scheuren.
Een belangrijke aanleiding hiervoor is het recente vertrek van Andrei Yermak, de stafchef van Zelensky en algemeen beschouwd als de op één na machtigste man van Oekraïne. Yermak trad af nadat de nationale anticorruptiedienst een inval had gedaan in zijn woning. Hoewel officieel niet is bevestigd dat dit direct verband houdt met een lopend corruptieonderzoek, staat vast dat vrijwel alle betrokkenen in deze zaken zich in de directe omgeving van Zelensky bevinden.
Opvallend is dat juist de New York Times, lange tijd een verdediger van Zelensky, nu erkent dat zijn regering betrokken is geweest bij het faciliteren van grootschalige verduistering van buitenlandse hulpgelden. Volgens het onderzoek van de krant zijn anticorruptiemechanismen doelbewust ontmanteld, toezichthoudende instanties geneutraliseerd en bedrijfsstatuten herschreven om toezicht te beperken. Hierdoor konden honderden miljoenen dollars worden uitgegeven zonder effectieve externe controle.
Centraal in het schandaal staat Timur Mindich, een voormalige mediapartner van Zelensky, samen met diverse kabinetsleden, waaronder oud-vicepremier Alexei Chernyshev. Zij worden beschuldigd van het verduisteren van overheidsgeld dat bestemd was voor het herstel van het Oekraïense energienetwerk. Daarnaast is er sprake van een corruptiezaak rond het staatsbedrijf voor kernenergie, waarbij naar schatting honderd miljoen dollar is verdwenen.
Ondanks deze onthullingen blijft de financiële steun vanuit Europa en de NAVO onverminderd doorgaan. NAVO-leiders hebben recent afgesproken maandelijks meer dan een miljard dollar vrij te maken voor nieuwe wapenleveranties. In de Verenigde Staten wordt Zelensky daarbij nog steeds grotendeels als held gepresenteerd.
De achtergrond van Zelensky werpt echter al langer vragen op. Hij kwam niet voort uit de traditionele politiek, maar uit de entertainmentwereld. Als komiek speelde hij de hoofdrol in de televisieserie Servant of the People, waarin hij een gewone man vertolkte die na een virale video tegen corruptie onverwacht president wordt. De serie werd uitgezonden door een zender in handen van oligarch Ihor Kolomoisky, die het programma intensief promootte met primetime-uitzendingen, reclamecampagnes en cross-over met nieuwsprogramma’s.
In 2018 richtte Zelensky in stilte een politieke partij op met dezelfde naam als de serie. In april 2019 kondigde hij zijn kandidatuur aan via Instagram, zonder traditionele campagne, zonder debatten en met minimale persconferenties. De zender van Kolomoisky bood hem vrijwel onbeperkte zendtijd en positieve berichtgeving. Westerse ngo’s en Amerikaanse instanties, waaronder USAID, waren actief betrokken bij zogenoemde democratiseringsprogramma’s in Oekraïne, waarvoor miljarden dollars beschikbaar werden gesteld.
Zelensky won de verkiezingen met 73 procent van de stemmen, gedragen door volkswoede over decennialange corruptie. Die overwinning werd gezien als het begin van een nieuwe politieke cultuur. Zes jaar later is die belofte grotendeels verdampt. Ambtenaren erkennen inmiddels openlijk corruptie, maar stellen dat dit risico moet worden geaccepteerd vanwege het grotere geopolitieke belang.
Dit patroon is historisch niet nieuw. Tijdens de Vietnamoorlog toonden de Pentagon Papers aan hoe enorme sommen geld verdwenen door corruptie binnen de Zuid-Vietnamese regering, terwijl de oorlogsinspanningen onverminderd doorgingen. In de jaren tachtig onthulde de Iran-Contra-affaire hoe geheime financiële netwerken functioneerden onder het mom van nationale veiligheid, met illegale wapenleveranties en verduisterde middelen.
Ook na de Amerikaanse invasie van Irak verdwenen miljarden aan wederopbouwfondsen spoorloos. Steeds opnieuw bleek dat geopolitieke urgentie en zwakke instituties een voedingsbodem vormen voor corruptie, waarbij toezicht als hinderlijk wordt beschouwd.
Voor de oorlog stond Oekraïne al bekend als een van de meest corrupte landen van Europa. Media die dat destijds zonder terughoudendheid benoemden, schilderden het land na 2022 plots af als een baken van hervorming en liberale waarden. De Pandora Papers toonden echter offshore-structuren en dubieuze transacties rond personen in Zelensky’s directe kring. De instroom van honderden miljarden dollars heeft het systeem niet hervormd, maar volgens recente onderzoeken juist verder verankerd.
Terwijl onderzoeksjournalistiek steeds meer misstanden blootlegt, proberen delen van de westerse media de aandacht te verleggen naar andere narratieven. Kritische vragen over waar belastinggeld blijft, worden vermeden of afgedaan als verdacht. Het gevolg is een groeiende kloof tussen het officiële verhaal en de zichtbare werkelijkheid.
De ontrafeling van het Zelensky-verhaal roept een fundamentele vraag op. Als Oekraïne vóór de oorlog al diep in corruptie verstrikt was, en als toezicht tijdens de grootste financiële injectie uit zijn geschiedenis bewust is afgebroken, hoe diep zit de rot dan nu werkelijk? Westerse regeringen rechtvaardigen hun steun met het argument dat zij de democratie verdedigen, maar de feiten wijzen erop dat deze fondsen een systeem hebben versterkt dat diezelfde waarden ondermijnt.
De geschiedenis laat zien dat wanneer enorme buitenlandse middelen samenkomen met geopolitieke druk en zwakke instituties, corruptie geen uitzondering is maar een gevolg. Oekraïne lijkt dit bekende scenario opnieuw te volgen, en de gevolgen beginnen nu pas zichtbaar te worden.
Babylon als wereldsysteem: wanneer macht, geld en leiders samenvallen
De Bijbel spreekt niet alleen over individuele zonden of persoonlijke moraal, maar ook over systemen. Wanneer corruptie structureel wordt, wanneer leiders niet langer dienen maar handelen, en wanneer naties worden samengehouden door geldstromen in plaats van waarheid, noemt de Schrift dit geen incident maar Babylon. Babylon is geen losstaande stad of enkel een historisch rijk. Het is een terugkerend wereldsysteem dat telkens opnieuw verschijnt, aangepast aan tijd en plaats, maar herkenbaar aan vaste kenmerken.
In de Schrift ontstaat Babylon waar politieke macht, economische belangen en moreel verval elkaar versterken. Koningen regeren er niet zelfstandig, maar functioneren als beheerders van een groter financieel en geopolitiek netwerk. Profeten beschrijven dit systeem consequent als verleidelijk, welvarend en indrukwekkend aan de buitenkant, terwijl het van binnen wordt gedragen door diefstal, bedrog en onderdrukking.
Wat opvalt is dat Babylon zelden openlijk als vijand verschijnt. Het presenteert zich als beschermer, hervormer en stabilisator. Het belooft veiligheid, vrede en voorspoed, maar eist daarvoor gehoorzaamheid, afhankelijkheid en zwijgen. In Jeremia wordt Babylon beschreven als een macht die naties dronken maakt met haar wijn, waardoor zij hun onderscheidingsvermogen verliezen en meegaan in haar beleid zonder nog vragen te stellen.
Leiders die binnen zo’n systeem opereren, worden in de Schrift niet gezien als autonoom. Zij zijn schakels. Jesaja spreekt over vorsten die “met dieven samengaan” en Jeremia over herders die het volk verstrooien terwijl zij vrede prediken. Het probleem is niet slechts persoonlijk falen, maar deelname aan een structuur die gebouwd is op onrecht. Wanneer toezicht wordt afgebroken, waarheid wordt vervangen door propaganda en geld belangrijker wordt dan recht, bevindt een natie zich al binnen de muren van Babylon, ook al noemt zij zichzelf democratisch of bevrijd.
Ezechiël 34 legt de vinger op deze dynamiek wanneer God de herders van Israël aanklaagt. Zij weiden zichzelf, verrijken zich en laten het volk verzwakken, terwijl zij formeel nog steeds leiders zijn. De schapen worden niet beschermd maar gebruikt. Het oordeel dat volgt, richt zich niet alleen op de herders, maar op het gehele systeem dat hen in stand houdt.
In Openbaring wordt Babylon expliciet verbonden aan handel, rijkdom en internationale samenwerking. De kooplieden der aarde worden genoemd als haar bondgenoten, zij die rijk zijn geworden door haar overvloed. Wanneer Babylon valt, is hun rouw niet moreel maar economisch. Hun verlies is geen gerechtigheid, maar winst. Dit maakt duidelijk dat Babylon niet draait om ideologie, maar om transacties. Wie betaalt, regeert. Wie controleert, bepaalt het verhaal.
De parallellen met moderne geopolitieke structuren zijn moeilijk te negeren. Buitenlandse geldstromen die zonder effectief toezicht binnenkomen, creëren geen hervorming maar afhankelijkheid. Leiders die aanvankelijk worden gepresenteerd als vernieuwers, worden beheerders van een systeem dat groter is dan zijzelf. Kritiek wordt afgedaan als gevaarlijk, vragen als ondermijning, en controle als hinderlijk. Precies dit patroon zien we telkens terug wanneer Babylon opnieuw gestalte krijgt.
Habakuk beschrijft dit mechanisme scherp wanneer hij spreekt over het vergaren van rijkdom door geweld en bedrog, en waarschuwt dat wat onrechtmatig is opgebouwd, onvermijdelijk instort. Babylon lijkt stabiel zolang het groeit, maar is innerlijk hol. Het draagt zijn eigen oordeel in zich, omdat het leeft van leugen en uitbuiting.
De Bijbelse boodschap is hierin consequent en ongemakkelijk. God legitimeert geen systeem dat zichzelf onderhoudt door corruptie, ook niet wanneer dat systeem zich beroept op hogere doelen, veiligheid of beschaving. Babylon valt niet omdat het militair wordt verslagen, maar omdat het moreel is uitgehold. Het moment dat de waarheid zichtbaar wordt, begint de ontbinding.
Daarom is de vraag die de Schrift stelt niet of Babylon bestaat, maar waar men zich bevindt ten opzichte van haar. Wie haar structuren verdedigt, verdedigt haar lot. Wie haar patronen herkent, ziet dat zij altijd eindigt op dezelfde manier: ontmaskerd, leeg en verlaten.
De val van Babylon en de ontmaskering van haar dienaren
Wat zich in onze tijd openbaart, is geen toeval en geen uitzonderlijke ontsporing, maar een patroon dat de Schrift al eeuwenlang beschrijft. Wanneer leiders worden gepresenteerd als redders, wanneer ongekende geldstromen worden vrijgemaakt onder morele slogans, en wanneer toezicht bewust wordt afgebroken in naam van urgentie of noodzaak, dan is Babylon werkzaam. De Bijbel leert dat zulke systemen niet plotseling instorten, maar eerst worden ontmaskerd.
In Openbaring wordt Babylon niet geoordeeld omdat zij openlijk oorlog voert, maar omdat zij handelt. Zij verkoopt, verleidt, financiert en bindt naties aan zich. Haar macht ligt niet primair in legers, maar in krediet, afhankelijkheid en narratief. Koningen werken met haar samen, niet uit overtuiging, maar omdat zij zonder haar niet kunnen regeren. Wanneer haar ware aard zichtbaar wordt, keren zij zich niet af uit berouw, maar uit angst voor eigen ondergang.
Dit verklaart waarom corruptie zo lang wordt ontkend, zelfs wanneer zij publiekelijk aan het licht komt. Niet omdat zij onzichtbaar is, maar omdat erkenning het gehele bouwwerk zou ondermijnen. In de Schrift is dit exact het moment waarop Babylon begint te vallen. Niet wanneer zij haar macht verliest, maar wanneer zij haar geloofwaardigheid verliest.
Jeremia beschrijft Babylon als een macht die de volken dronken maakt. Die dronkenschap is geen emotie, maar verblinding. Men verliest het onderscheidingsvermogen en ziet niet langer waar geld vandaan komt, waar het naartoe gaat en wie er werkelijk van profiteert. Wanneer deze bedwelming wegebt, ontstaat paniek. Niet bij het volk, maar bij de leiders en de kooplieden die hun fundament zien verdwijnen.
Op dat moment worden beschermlagen afgeworpen. Media die jarenlang dekking boden, beginnen afstand te nemen. Toezichtstructuren blijken uitgehold of geneutraliseerd. Personen uit de directe omgeving van de macht vallen weg. Niet omdat gerechtigheid plots overheerst, maar omdat het systeem zichzelf niet langer kan bedekken. Babylon beschermt haar dienaren zolang zij nuttig zijn. Daarna laat zij hen vallen.
De Schrift is hier nuchter over. Zij verwacht geen hervorming van Babylon. Zij kondigt haar ontbinding aan. In Openbaring wordt geen herstel beloofd, maar een oproep gedaan om uit haar te gaan. Niet omdat men moreel beter zou zijn, maar omdat het systeem zelf onder oordeel staat. Wie zich eraan vastklampt, deelt haar lot.
Tegelijk maakt de Bijbel onderscheid tussen leiders en volk. Het oordeel richt zich primair op hen die regeren, handelen en profiteren. De herders die zichzelf weidden. De kooplieden die rijk werden. De machthebbers die waarheid verwisselden voor stabiliteit. Het volk wordt niet veroordeeld omdat het misleid werd, maar gewaarschuwd om niet langer deel te nemen.
De geschiedenis bevestigt dit telkens opnieuw. Grote wereldsystemen vallen niet door externe vijanden, maar door interne ontmaskering. Wanneer geld zijn geheim verliest, propaganda haar kracht verliest en leiders hun geloofwaardigheid verliezen, is de val al begonnen. Wat volgt is geen plotselinge explosie, maar een reeks scheuren die niet meer te herstellen zijn.
Daarom is de uiteindelijke vraag niet of Babylon schuldig is. Die vraag heeft de Schrift al beantwoord. De vraag is of men haar herkent wanneer zij opnieuw verschijnt, en of men bereid is de consequenties van die herkenning te aanvaarden. Babylon belooft bescherming, maar eist uiteindelijk stilte.
De Bijbel laat geen twijfel bestaan over de uitkomst. Babylon valt. Altijd. En wanneer zij valt, blijkt hoeveel mensen haar dienden zonder haar te begrijpen, en hoeveel haar verdedigden zonder haar lief te hebben.






