Inleiding
Als er één uitdrukking in de Bijbel is welke door de hedendaagse predikers en Schriftverklaarders smadelijk wordt misbruikt, dan is het wel het “nageslacht van Abraham”.
De eerste neiging die zij tonen, is om alles te vergeestelijken, ten spijten van het feit dat het tegendeel duidelijk blijkt uit de woorden van wat er staat in de oorspronkelijke talen en wat gebruikelijk is.
Deze tactiek komt echter telkens voor wanneer Schriftverklaarders hopeloos vastlopen in hun eigen strikken van vergeestelijking. Dit dient als “journaalbeschrijving” wanneer hun boeken niet in balans zijn. Straks beweren zij dat de kinderen van Abraham niet meer een fysiek nageslacht kan zijn?
Wie zijn de kinderen van abraham?
Natuurlijk Ismaël (uit de slavin Hagar) en Isaäk uit Sarah.
“Er staat immers geschreven, dat Abraham twee zonen had, één bij de slavin en één bij de vrije. Maar die van de slavin was naar het vlees verwekt, doch die van de vrije door de belofte. Dit is iets, waarin een diepere zin ligt. Want dit zijn twee bedelingen: de ene van de berg Sinaï, die slaven baart, dit is Hagar. Het woord Hagar betekent de berg Sinaï in Arabië. Het staat op één lijn met het tegenwoordige Jeruzalem, want dat is met zijn kinderen in slavernij. Maar het hemelse Jeruzalem is vrij; en dat is onze moeder. Want er staat geschreven: Verheug u, gij onvruchtbare (huis van Israël), die niet baart, breek uit en roep, gij die geen weeën kent; want talrijk zijn de kinderen der eenzame dan van haar, die de man heeft (Juda). En gij broeders, zijt evenals Isaäk, kinderen der belofte. Maar zoals destijds, die naar de geest verwekt was, vervolgde, zo ook nu. Maar wat zegt het schriftwoord? Zend de slavin weg met haar zoon, want de zoon der slavin zal in geen geval erven met de zoon der vrije. Daarom broeders, zijn wij geen kinderen ener slavin maar van de vrije”.
De apostel Paulus schildert het verschil tussen deze twee kinderen van Abraham haarscherp en zegt van Ismaël dat deze verwekt is naar het vlees (vers 23) en hij gaat verder door te zeggen: “Wat zegt het Schriftwoord?”. “Zend de slavin weg met haar zoon, want de zoon der slavin zal in geen geval erven met de zoon der vrije” (vers 30).
Dus valt Ismaël buiten de belofte volgens de Schrift.
Maar wat zegt de Schrift van Isaäk? Dat kunnen wij lezen in Romeinen 9:6-9.
“Maar het is niet mogelijk, dat het woord Gods zou vervallen zijn. Want niet allen, die van Israël afstammen, zijn Israël, en zij zijn ook niet allen kinderen, omdat zij nageslacht van Abraham zijn, maar: Door Isaäk zal men van nageslacht van u spreken. Dat wil zeggen: niet de kinderen van het vlees zijn kinderen Gods, maar de kinderen der belofte gelden voor nageslacht. Want er ligt een belofte in dit woord: omstreeks deze tijd zal Ik komen en Sara zal een zoon hebben”.
De apostel Paulus toont ondubbelzinnig aan dat alleen Isaäk het kind der belofte is. Er zijn meer voorbeelden in de Bijbel te vinden die dit aantonen.
Laten wij nu de lijn volgen vanaf Isaäk. Isaäk heeft twee zonen gehad: Jakob en Ezau. Wat zegt de Schrift aangaande Ezau? Romeinen 9:13 geeft een duidelijk antwoord.
“Jakob heb Ik liefgehad, maar Ezau heb Ik gehaat”.
Dus Ezau is uitgesloten van de belofte en Jakob is juist de drager van Gods belofte. Uit Jakob komen de twaalf zonen, de 12 stammen van Israël dragers van de belofte. Wie zijn de “kinderen van Abraham?” Als de Bijbel deze uitdrukking gebruikt, spreekt zij over de smalle lijn van Jakob’s fysieke kinderen der belofte. Voortgekomen uit Abraham Isaäk Jakob. Alleen uit deze fysieke lijn wordt de Verlosser van Israël geboren. Jezus de Messias, de Gezalfde Koning van Israël.
Mattheüs 1:21.
“Zij zal een zoon baren en gij zult Hem de naam Jezus geven. Want Hij is het, die zijn volk zal redden van hun zonden’.
Dus iemand uit Ismaël en zelfs uit Ezau, past niet in het raamwerk van de belofte en behoren dan ook niet in die zin tot het nageslacht van Abraham.
Maar zegt de apostel Paulus het niet duidelijk tegen de Galaten wie nu de kinderen van de beloften zijn?
Galaten 3:29.
“Indien gij nu van Christus zijt, dan zijt gij zaad van Abraham, en naar de belofte erfgenamen”.
Wie waren van Christus? Zijn volk Israël! Niemand anders!
Christus is de Gezalfde Koning van Israël. Dus het nageslacht van Abraham via Isaäk wordt wettelijk bevestigt in Christus.
Romeinen 9:4.
“Immers, zij zijn Israëlieten, hunner is de aanneming tot zonen”.
Jezus gesprek met de Farizeeërs laat heel duidelijk zien wie nu werkelijk nageslacht van Abraham zijn.
Johannes 8:39-47.
“Zij antwoorden en zeiden tot Hem: Onze vader is Abraham. Jezus zeide tot hen: Indien gij kinderen van Abraham zijt, doet dan de werken van Abraham: Maar nu tracht gij Mij te doden, een mens, die u de waarheid gezegd heeft, welke Ik van God gehoord heb; dit deed Abraham niet. Gij doet de werken van uw vader. Zij zeide tot Hem: Wij zijn niet uit hoererij geboren, wij hebben één Vader, God. Jezus zeide tot hen: Indien God uw Vader was, zoudt gij Mij liefhebben, want Ik ben van God uitgegaan en gekomen; want IK ben niet van Mijzelf gekomen, maar Hij heeft Mij gezonden. Waarom begrijpt gij niet wat Ik zeg? Omdat gij mijn woord niet kunt horen. Gij hebt de duivel tot vader en wilt de begeerte van uw vader doen. Die was een mensenmoorder van den beginne en staat niet in de waarheid, want er is in heem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader der leugen. Maar omdat Ik u de waarheid zeg – Mij gelooft gij niet. Wie van u overtuigt Mij van zonden? Als Ik de waarheid spreek, waarom gelooft gij Mij niet? Wie uit God is, hoort de woorden Gods; daarom hoort gij niet, omdat gij uit God niet zijt”.
Waarom verstaat de hedendaagse theologen deze boodschap niet. Omdat de waarheid van Christus doelbewust beredeneerd, gefilosofeerd, getheologiseerd en aldus gecompliceerd wordt, die de waarheid daarvan ons machteloos en gebonden maakt! Maar voor het liberale begrip het ‘nieuwe geestelijk Israël’ is dit uiterst noodzakelijk. Waarom staan wij niet in de getuigenis van onze Grote broer de levende Messias.
Lucas 10:21.
“Terzelfder tijd verblijdde Hij Zich door de Heilige Geest en zeide: IK dank u Vader, Heer des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor wijzen en verstandige verborgen hebt, doch aan kinderkens geopenbaard. Ja, Vader, want zo is het een welbehagen geweest voor U”.
Volg nu eens dit eenvoudige begrip in de volgende Bijbelgedeelte: Lucas 19:9; Handelingen 13:26; Romeinen 4:13-18; 2 Korintiërs 11:22, 26; Galaten 3:7. Hebreeën 2:16.
Door het verkeerd interpreteren van het begrip “zaad van Abraham”, heeft dit tot gevolg gehad, dat er een multicultureel Christendom is ontstaan. Maar de Schrift zegt: Gods volk Israël is een apart-heilig volk voort gekomen uit het zaad van Abraham Isaäk en Jakob.
Lucas 19:9.
“En Jezus zeide tot hem: Heden is aan dit huis redding geschonken omdat ook deze een zoon van Abraham is”.
Handelingen 4:13-18.
“Mannen broeders, zonen van het geslacht van Abraham, en vereerders van God onder u, tot ons is deze boodschap gezonden”.
Romeinen 4:13-18.
“Want niet door de wet had Abraham of zijn nageslacht de belofte, dat hij een erfgenaam der wereld zou zijn, maar gerechtigheid des geloofs. Want indien zij, die het van de wet verwachten, erfgenaam zijn, dan is het geloof zonder inhoudt en de belofte zonder gevolg. De wet immers bewerkt toorn; waar echter geen wet is, is ook geen overtreding. Daarom is het alles uit geloof, opdat het zou zijn naar genade, en dus de belofte zou gelden voor al het nageslacht, niet alleen voor wie de wet, maar ook voor wie uit het geloof van Abraham zijn, die de vader van ons allen is, gelijk geschreven staat. Tot de vader van vele volken heb Ik u gesteld – voor het aangezicht van die God, in wie hij geloofde, die de doden levend maakt en het niet zijnde tot aanzijn roept. En hij heeft tegen hoop op hoop geloofd, dat hij een vader van vele volken zou worden, volgens hetgeen gezegd was: Zo zal uw nageslacht zijn”.
2 Korintiërs 11:22, 26.
“Hebreeën zijn zij? Ik ook, Israëlieten zijn zij? Ik ook. Nageslacht van Abraham zijn zij? Ik ook”.
Vers 26.
“Telkens op reis, in gevaar door rivieren, in gevaar door rovers, in gevaar door volksgenoten, (Joden) in gevaar door heidenen, in gevaar in de stad, in gevaar in de woestijn, in gevaar op zee, in gevaar onder valse broeders”.
Galaten 3:7.
“Gij bemerkt dus, dat zij die uit het geloof zijn kinderen van Abraham zijn”.
Dit zijn de kinderen die hun Israël identiteit verstaan.
Vers 14.
“Zo is de zegen van Abraham tot de heiden gekomen (de tien stammen) in Jezus Christus, opdat wij de belofte des geestes ontvangen zouden door het geloof”.
Hebreeën 2:16.
“Want over de engelen ontfermt Hij Zich niet, maar Hij ontfermt Zich over het nageslacht van Abraham”.
M.a.w. de Schrift kent geen multicultureel Godsvolk op aarde.