JOËL-hoofdstuk III
Het herstel van Israël
Het zal ons door het lezen van de eerste twee hoofdstukken duidelijk zijn dat wij nu leven in de dagen die door JOËL worden beschreven. Als wij de juiste sleutel gevonden hebben om de profetieën van de Bijbel te ontsluiten, dan wordt dit voor ons het spannendste boek ooit geschreven en meer in overeenstemming met het wereldgebeuren dan onze ochtendkrant. Wij leven werkelijk in een tijd dat wij gebeurtenissen kunnen verwachten van wereldschokkende omvang. In de hoofdstukken I en II hebben wij al gezien hoeveel van de profetieën van JOËL werkelijkheid zijn geworden en hoeveel andere nu het stadium van vervulling hebben bereikt.
Het gericht over ISRAËL’s vijanden: vers 1
“Want zie, in die dagen en te dien tijde, wanneer Ik een keer zal brengen in het lot van Juda en van Jeruzalem,…..”
Een van de hoofdthema’s van de Bijbel is het herstel en de terugkeer van ISRAËL naar het Land van Belofte en de vestiging van JERUZALEM als de HOOFDSTAD van de wereld.
“En het zal te dien dage geschieden, dat de volken de wortel van Isaï zullen zoeken, die zal staan als een banier der natiën, en zijn rustplaats zal heerlijk zijn. En het zal te dien dag geschieden, dat de HERE wederom zijn hand opheffen zal om los te kopen de rest van ZIJN VOLK die overblijft in Assur, Egypte, Patros, Ethiopië, Elam, Sinear, Hamat en de kustlanden der zee. En Hij zal een banier opheffen voor de volken, en de verdrevenen van ISRAËL verzamelen en de verstrooide dochters van Juda vergaderen van de vier einden der aarde.” (Vergelijk Mattheüs 24:31).
Jesaja 11:10-13.
“Dan zal de afgunst van Efraïm (tien stammen, zoals ze vandaag gevonden worden onder de Westerse naties) verdwijnen en zij die Juda (onder de Joden) benauwen, zullen uitgeroeid worden; Efraïm zal niet afgunstig zijn op Juda en Juda zal Efraïm niet benauwen.”
Jeremia 3:17-18.
“Te dien tijde zal men Jeruzalem noemen de troon des HEREN, en alle volken zullen zich daarheen verzamelen om de naam des HEREN te Jeruzalem, en zij zullen niet meer wandelen naar de verstoktheid van hun hart. In die dagen zal het huis van Juda naar het huis van ISRAËL gaan, en zij zullen tezamen uit het Noorderland komen naar het land dat Ik aan uw vaderen ten erfdeel gegeven heb.”
Jeremia 23:5-8.
“Zie de dagen komen, luidt het woord des HEREN, dat Ik aan David een rechtvaardige Spruit zal verwekken; die zal als koning regeren en verstandig handelen, die zal recht en gerechtigheid doen in het land. In zijn dagen zal Juda (twee stammen) behouden worden en ISRAËL (tien stammen) veilig wonen; en dit is zijn NAAM, waarmede men hem zal noemen; DE HERE, ONZE GERECHTIGHEID. Daarom zie, de dagen komen, luidt het woord des HEREN (Jehovah), dat men niet meer zal zeggen: Zo waar de Here leeft, die de Israëlieten uit het land Egypte heeft doen optrekken, meer veeleer: Zo waar de Here leeft, die het nageslacht van het huis Israëls heeft doen optrekken en die het heeft doen komen uit het Noorderland en uit al de landen waarheen Hij hen verdreven had; en zij zullen op hun eigen grond wonen.”
Joël 3:17.
“En gij zult weten, dat Ik, de HERE, uw God ben, die woon op Sion, mijn heilige berg, en Jeruzalem zal een heiligdom zijn, en vreemdelingen zullen er niet meer doortrekken.”
Zacharia 2:10).
“Jubel en verheug u, gij dochter van Sion! want zie, Ik kom in uw midden wonen, luidt het woord des Heren.”
Lees ook de schriftgedeelten Ezechiël 37:21-28; Amos 9:3-15; Handelingem15:15-17.
Er is een periode geweest dat God met de mens in de tuin van Eden wandelde, maar zonde hebben beiden God en mens daaruit verbannen. Daarna heeft God in de persoon van Jezus Christus weer voor korte tijd de aarde bezocht en als mens over de stoffige wegen rondgewandeld, goed doende en allen genezende die in de macht van de duivel waren. Maar ook de zonde heeft Hem aan het kruis genageld. Goddank brengt de tekst van Joël 3:1 ons naar de Dag van Herstel, waar de zonde betaald is, Satan gebonden en Eden weer opengesteld zal worden. Dan zal God in Christus komen om Zijn Heiligdom voor eeuwig in ISRAËL op te richten (Ezechiël 37:28; Openbaring 21:3).
Deze terugkeer en het herstel van ISRAËL in de eindfase zal bovennatuurlijk verlopen en zal plaatsvinden door middel van engelen. Wij mensen geloven niet werkelijk wat de Bijbel zegt, daarom leven wij ook niet meer uit het Woord. Israëls verlossing uit Egypte was bovennatuurlijk en wonderbaarlijk. De Heer zelf heeft gezegd ‘dat Hij hen op arendsvleugelen zou dragen en hen tot Hem brengen’. De Bijbel spreekt op vele plaatsen van machtige daden die door engelen zijn verricht. Dit is werkelijkheid. Over het herstel en behoud van ISRAËL, dat zal samenvallen met de wederkomst van Jezus Christus zegt Hij dat Hij Zijn engelen zal uitsturen met luid trompetgeschal, en zij zullen Zijn uitverkorenen verzamelen uit de vier windstreken, van het ene einde der hemelen tot het andere (vergelijk Jesaja 11:10-13). Andere schriftgedeelten die handelen over het geluid van bazuinen en trompetten zijn te vinden in 1 Korinthiërs 15:52; 1 Thessalonicenzen .4:16. Vergelijk Exodus 19:16-19.
Wij moeten Gods woord letterlijk nemen, tenzij het verband duidelijk aantoont dat de tekst een symbolische betekenis heeft. Omdat wij de Bijbel niet letterlijk als Gods woord beschouwen, zijn wij beland in dit schemertijdperk van onze godsdienst, niet koud en ook niet warm en op het punt uitgespuwd te worden.
Door deze houding hebben het communisme en andere -ismen hun kans gekregen om tot ontwikkeling te komen. De Bijbel weigert ontkend te worden, wij moeten hem aanvaarden of verwerpen. Het communisme en verwante bewegingen zeggen; “Verwerp hem, scheur hem in stukken!” De Heilige Geest zegt: “Geloof Mijn Woord, leef daaruit en daardoor!” Het is het een of het ander, water en vuur kunnen niet vermengd worden, ook het licht en de duisternis niet. Een opsomming in de notendop betreffende de verzameling van de naties voor de laatste slag waarover JOËL schrijft en die staat te gebeuren voor onze ogen. Terugkerend tot het bovennatuurlijke behoud en herstel van ISRAËL door middel van de engelen, dit moet voor ons toch niet zo vreemd zijn als wij ons de bovennatuurlijke wijze herinneren waarop ISRAËL uit de slavernij in Egypte is uitgeleid. Net zoals ISRAËL herhaaldelijk in de Bijbel vermaand wordt om die uitredding niet te vergeten, zo zal in de komende eeuwen, toekomstige geslachten herinnerd worden aan de bovennatuurlijke wijze waarop Jeruzalem hersteld is en ISRAËL teruggebracht naar haar land.
Jeremia 23:7 en 8 zegt hierover:
“Daarom zie, de dagen komen, luidt het woord des HEREN, dat men niet meer zal zeggen: Zo waar de HERE leeft, die de Israëlieten uit het land Egypte heeft doen optrekken, maar veeleer: Zo waar de HERE leeft, die het nageslacht van het huis Israëls heeft doen optrekken en die het heeft doen komen uit het Noorderland en uit al de landen waarheen Hij hen verdreven had; en zij zullen op hun eigen grond wonen.”
Heeft Johannes niet op het eiland Patmos 2000 jaar geleden het visioen gezien van de Heilige Stad, het Nieuwe Jeruzalem? (Openbaring 21:1-2).
De bediening van engelen.
Zoals wij verder zullen zien, gaan Gods engelen een enorm belangrijke rol spelen in de oordelen van God over de naties die Hem weerstaan. Het is gedurende deze tijd dat de scheiding tussen koren en onkruid en de verzameling van ISRAËL zal plaatsvinden. Engelen zullen dit werk doen:
Mattheüs.13:39-43.
“…..de oogst is de voleinding der wereld; de maaiers zijn de engelen. Zoals nu het onkruid verzameld wordt en met vuur verbrand, zo zal het gaan bij de voleinding der wereld. De Zoon des mensen zal zijn engelen uitzenden en zij zullen uit zijn koninkrijk verzamelen al wat tot zonde verleidt en hen, die de ongerechtigheid bedrijven, en zij zullen hen in de vurige oven werpen; daar zal het geween zijn en het tandengeknars. Dan zullen de rechtvaardigen stralen als de zon in het Koninkrijk huns Vaders. Wie oren heeft, die hore!”
Mattheüs.25:31.
“Wanneer dan de Zoon des mensen komt in zijn heerlijkheid en al de Engelen met hem, dan zal Hij plaats nemen op de troon zijner heerlijkheid.”
Lees ook Mattheüs.24:31; Op.19-11-21; 2 Kon.2:1,11; 6:16,17.
Als een wagen van vuur gebruikt werd om Elia lichamelijk van de aarde weg te voeren, waarom zou dit dan niet weer kunnen gebeuren op massale schaal? Veel van onze hedendaagse waarnemingen van vliegende schotels hebben bewezen dat het niet slechts verbeelding en fantastische verhalen zijn, want ze zijn op radarschermen waargenomen en de echtheid ervan is bevestigd. Sommige waren zo groot als schepen, met een snelheid van zo’n 20.000 mijl/h. Met deze snelheid konden ze rechthoekig van richting veranderen. Hier zijn kennis en wetten aan het werk, die onze ruimtevaartdeskundigen van de 21e twintigste eeuw onnozele ganzen laten lijken. Wij leven werkelijk in de meest spannende periode van alle tijden als wij gereed zijn om de Heer te ontmoeten. “Daarom, weest ook gij bereid, want op een uur dat gij het niet verwacht, komt de Zoon des mensen:” (Mattheüs.24:44). Het zal echter ook een tijd zijn van benauwdheid van Jakob (Christelijke westerse naties). Wij leven in de dagen van globale strategie. Er wordt geen grote moderne oorlog meer gevoerd om een enkele stad.
Neen, de gehele aarde zal erin betrokken worden. Alhoewel de laatste beslissende slag zich in Palestina zal afspelen, zal het werkelijke slagveld mondiaal zijn. Lees Jeremia 25:32-33.
De verzameling van de naties in het dal van Josafat: vers 2.
“…zal Ik alle volken verzamelen en afvoeren naar het dal van Josafat, en Ik zal aldaar met hen in het gericht treden ter oorzake van mijn volk en van mijn erfdeel ISRAËL, dat zij onder de volken verstrooid hebben, terwijl zij mijn land verdeelden.”
Josafat betekent: God oordeelt. Het is in het licht van deze betekenis dat wij dit vers moeten uitleggen. Om de hele laatste slag tot de vallei van deze naam – die aan de buitenwijken van Jeruzalem grenst – te beperken, zou niet logisch zijn. Het betekent dat God de naties voor de laatste slag zal verzamelen om hen te oordelen. Maar de ‘macht’ die hen zal verzamelen zal de haat voor ISRAËL (Christelijke westerse naties) zijn, om hun geloof, hun kerk en hun Bijbel te vernietigen. Wij kunnen deze haat al waarnemen in de manier waarop het in de V.V.O-bijeenkomsten openbaar wordt. Het zal niet lang meer duren dat die haat ook zal ontvlammen in West-Europa, Australië, Nieuw Zeeland, Canada, de U.S.A. De wereld komt in opstand tegen het gezag en het leiderschap van de blanke Protestantse beschaving.
Psalm 2:2-3.
“De koningen der aarde scharen zich in slagorde en de machthebbers spannen samen tegen de Here en zijn gezalfde en zeggen: “Laat ons hun banden verscheuren en hun touwen van ons werpen!”
Psalm 83:4-5.
“Zij smeden een listige aanslag tegen uw volk en beraadslagen tegen uw beschermelingen. Zij zeggen: Komt, laten wij hen als volk verdelgen, zodat aan de naam van ISRAËL niet meer gedacht wordt.”
Om de Schrift op een handjevol Joden in Palestina toe te passen zou belachelijk zijn. Het zou ook totaal tegenstrijdig zijn met de toestand op de wereld van dit ogenblik. Het gist onder de heidense naties, ze zijn in opstand tegen het westerse leiderschap. God noemt ISRAËL ook Mijn Volk en Mijn Erfdeel en wij kunnen zien wie dat vandaag de dag zijn, de dragers en kampvechters van de Bijbel en het Christelijke geloof. Afvallig als wij zijn, heeft de Ware Kerk van Jezus Christus toch haar tehuis in het Protestantse westen en niet in het Jodendom, of in het oosten of onder de zwarte naties. Deze zelfde waarheid wordt ook in Zacharia 14:1-3 verkondigd. Hij spreekt van een grote heidense aanslag op het Protestantse westen. Hij waarschuwt ook dat zij een grote mate van succes zullen hebben, voordat God ter wille van Zijn volk zal ingrijpen. Op 16 mei 1948 is Palestina en Jeruzalem tussen de Joden en Arabieren verdeeld.
Sommige Joden vertegenwoordigen alleen de Juda (Benjamin behoord tot de 10 Tien Stammen), en dan ook nog maar gedeeltelijk, vanwege de aanwas van vreemde volken die het Joodse geloof hebben aangenomen en daarom aan het Joodse volk zijn toegevoegd. Wettelijk kunnen zij geen aanspraak maken op ook maar een enkele vierkante meter van het beloofde land. De Jood van Israëlitisch bloed zal de gelaatstrekken en lichaamsbouw hebben van de gemiddelde West-Europeaan die zijn rasgenoot van de Tien Stammen (Huis van ISRAËL) is. Geen wonder dat God toornig is geworden toen zij Zijn land verdeelden en het recht op Palestina opeisten.
De almachtige God geeft Zijn misnoegen in Ezechiël 11:15 als volgt te kennen:
“Mensenkind, het zijn uw broeders, uw verwanten en het ganse huis Israëls in zijn geheel, tot wie de inwoners van Jeruzalem zeggen: blijft verre van de Here, aan ons is dit land in bezit gegeven….”
Hij belooft volledig herstel van het land aan alle twaalf stammen
Ezechiël 11:17-20.
“Daarom spreek: zo zegt de Here Here: Ik zal u vergaderen uit de volken en u bijeenbrengen uit de landen waarin gij verstrooid zijt, en Ik zal u het land ISRAËL geven; zij zullen daar komen en daaruit verwijderen al zijn afschuwelijkheden en al zijn gruwelen; Ik zal hun één hart geven en een nieuwe geest in hun binnenste, en Ik zal het hart van steen uit hun lichaam verwijderen en hun een hart van vlees geven, opdat zij naar mijn inzettingen zullen wandelen en naarstig mijn verordeningen onderhouden; zij zullen Mij tot een volk zijn en Ik zal hun tot een God zijn.
“
Niet een van deze beloftes is in de zogenaamde Israëli-staat, die op 16 mei 1948 tot stand gekomen is, vervuld. Zij wandelen niet naar God’s inzettingen, hebben nog altijd het hart van steen en erkennen evenmin Jezus van Nazareth als de Messias. Oorzaak is dat zij een Jodendom vertegenwoordigen dat met geweld en satanische list de Britten heeft verplicht hun mandaat prijs te geven. De Arabieren zijn met afschuwelijke gruweldaden uit grote gedeelten van Palestina verdreven om plaats te maken voor massa’s Joden die vooral uit Centraal- en Oost-Europa naar het land zijn gekomen. Als men praat van misleiding is het wel de Joden Staat Israël! (Vert.)
God heeft het land aan het nageslacht van Abraham beloofd door Izaäk en later door Jakob zijn zoon. De huidige Joden hebben een groot percentage bloed van Ezau in hun aderen en hebben dus geen recht op het land. Ze doen zich voor als afstammelingen van Jakob en proberen op deze manier het eerstgeboorterecht, dat hun voorvader aan Jakob heeft verkocht voor een pan linzensoep, terug te stelen. God zal echter het ware ISRAËL, alle twaalf stammen, terugbrengen naar het land, gereinigd en bekeerd (Ezechiël 36:33-38; Sefanja 3:13-20; Jesaja 51:11; 61:9; Ezechiël 11:19-20).
ISRAËL zal terugkeren onder het Nieuwe Verbond in Christus (Mattheüs.26:28). De huidige Israëli-staat verwerpt Christus. ISRAËL zal met de wederkomst van Christus verzameld worden en teruggebracht naar het land (Deuteronomium 30:3; Mattheüs.24:31; Jeremia 31:9).
In de verzen 3-8 gaat de Heer voort om Zijn zaak tegen deze heidense naties te verduidelijken, waarvan de nazaten juist die naties zijn die zich op dit moment gereed maken ons te overweldigen en dan te zeggen: “Waar is jullie God?” In de dagen van de Bijbel is het op dezelfde manier gegaan. “Kan een Kusiet zijn huid veranderen of een luipaard zijn vlekken?” (Jeremia 13:23). Hier wordt in het algemeen gesproken, er zijn natuurlijk uitzonderingen.
Een heilige oorlog!: verzen 9-16
“Roept dit uit onder de volken: Heiligt de oorlog, doet de helden opstaan; dat alle krijgslieden aantreden, oprukken! Smeedt uw ploegscharen tot zwaarden en uw snoeimessen tot speren; de zwakke zegge: Ik ben een held. Maakt u op en komt, alle volken van rondom, en verzamelt u. Doe, oh Here, uw helden daarheen afdalen. Laat de volken opstaan en oprukken naar het dal van Josafat, want daar zal Ik zitten om alle volken van rondom te richten. Slaat de sikkel erin, want de oogst is rijp. Komt, treedt, want de perskuip is vol; de wijnbakken stromen over. Want hun boosheid is groot. Menigten, menigten in het dal der beslissing, want nabij is de dag des Heren in het dal der beslissing. De zon en maan worden zwart en de sterren trekken haar glans in. En de Here brult uit Sion en verheft zijn stem uit Jeruzalem, zodat hemel en aarde beven. Maar de Here is een schuilplaats voor zijn volk en een veste voor de kinderen Israëls.”
Nog nooit in de geschiedenis van de mens was er zo’n voorbereiding tot oorlog sedert de afgelopen wereldoorlog. Zelfs het zwarte Afrika en de gele Aziatische staten zijn de afgelopen dertig jaar bezig hun ‘messen te scherpen’ voor de grote finale. In de Bijbel is een boom het symbool voor een natie. Jezus heeft gezegd dat het uitbotten van de vijgeboom en alle andere bomen een teken is dat de zomer nabij is. De vijgeboom symboliseert het Huis van Juda, de wingerd het Huis van ISRAËL, de andere bomen de overige naties. Wij hebben de afgelopen tientallen jaren zoveel Afrikaanse en Aziatische landen hun onafhankelijkheid zien krijgen, dat zij in de Verenigde Naties nu in de meerderheid zijn. Brittannië vreest hun invloed, het is dan ook bereid in Afrika haar eigen rasgenoten op te offeren ter wille van de vrede met deze ‘bomen’ die nu ‘bladeren’ beginnen te krijgen. De Westerse naties zullen nog moeten leren dat onze vrede en veiligheid niet afhangen van het sluiten van verdragen en verbonden met heidense naties, maar om God te gehoorzamen en Zijn Wetten en Inzettingen en Zijn Verordeningen te onderhouden.
Zolang het ISRAËL in bijbelse dagen dit deed, was het sterk tegenover de heidenen rondom, maar zodra de Israëlieten afvallig werden van hun Verbonds-God, hebben de heidenen hen bedreigd en soms overheerst. De Protestantse westerse naties van vandaag zijn de letterlijke afstammelingen van ISRAËL (tien stammen) en de heidense naties van vandaag de letterlijke nazaten van de heidenen uit bijbelse tijden. De geschiedenis is doende zichzelf voor de laatste keer te herhalen. ‘De DAG DES HEREN’, de laatste ‘DAG’ VAN AFREKENING’ staat op de drempel. Vers 10 zegt dat de zwakke zal zeggen: “Ik ben een held!” Is dit niet wat wij om ons heen zien? Barbaarse en onbeschaafde staten ballen hun vuisten tegen het grote Westen, met eeuwen beschaving achter de rug en laatstgenoemde kruipt op de knieën om ze te paaien.
Joël geeft zo’n rake beschrijving van de dagen waarin wij nu leven, dat we wel blind moeten zijn om het niet te zien. Ongelukkigerwijs zijn wij blind, want ‘de God dezer eeuw heeft de zinnen van de ongelovigen met blindheid geslagen (2 Korinthiërs 4:4). Personen of naties die moedwillig het evangelie minachten of verwaarlozen, raken in een toestand van verblinding en struikelen nog in het helderste licht.
Vers 11 toont ons duidelijk dat wanneer de heidenen beginnen samen te komen voor de algehele vernietiging van Gods volk, dan geeft de Heer bevel aan Zijn engelen (de helden van de Heer) af te dalen om Zijn volk te bewaren, te beschermen en te bevrijden. Psalm 103:20,21 noemt de engelen “krachtige helden die Zijn woord volbrengen, in gehoorzaamheid aan Zijn stem… Zijn legerscharen, Zijn dienaars die Zijn welbehagen doen”. Zij zullen Zijn erfdeel ISRAËL beschermen en de heidenen straffen en verslaan.
2 Thessalonicenzen 1:7,8 dat zegt:
“…..de openbaring van de Here Jezus van de hemel met de engelen zijner kracht, in vlammend vuur, als Hij straf oefent over hen, die God niet kennen en het evangelie van onze Here Jezus niet gehoorzamen.”
Openbaring 19:17,18 zegt:
“En ik zag een engel staan op de zon en hij riep met luider stem en zeide tot alle vogels, die in het midden des hemels vlogen: Komt verzamelt u tot de grote maaltijd Gods, om te eten het vlees van koningen en het vlees van oversten over duizend en het vlees van sterken en het vlees van paarden en van hen die daarop zitten, en het vlees van allen, vrijen en slaven, kleinen en groten.”
Lees ook Mattheüs.25:31 en 13:39-43. In de dagen van de Bijbel heeft een engel in een nacht 185.000 van ISRAËL’s vijanden verslagen (Jesaja 37:36). Met de kruisiging van Jezus wilden meer dan 12 legioenen engelen Hem te hulp snellen, maar zij werden niet toegelaten, want Jezus ging aan het kruis om met Zijn bloed voor onze zonden te betalen om zo voor ons de weg naar God weer vrij te maken. En deze keer zullen zij samen met Hem in grote kracht en heerlijkheid komen en wee de heidenen die zich tegen God en Zijn volk hebben verzet.
Vers 12. Zoals reeds aangeduid, leven wij nu in de dagen dat de heidenen wakker zijn geworden en zich gereed maken om tegen Gods volk (het Christelijke westen) op te trekken. Als dat gebeurt zal de wereld een onbeschrijfelijk schouwspel van Goddelijk ingrijpen zien als de Heer tussenbeide zal komen om Zijn volk te redden en de heidenen te oordelen. In de verzen 13 en 14 spreekt de Bijbel over het oordeel aan het einde der wereld als de oogst rijp is en van de engelen als de maaiers (Mattheüs.13:39). Het is merkwaardig dat het nationale kenteken van Rusland de hamer en de sikkel is, want Rusland wordt met naam genoemd in Ezechiël 38 en 39 in verband met de oordelen aan het einde van dit tijdperk.
Wij weten ook dat Rusland militant atheïstisch is. Lees ook Openbaring 14:18-20; Jesaja 63:1-6; 2:10-22 voor verdere beschrijvingen van de slachting in het dal der beslissing. Vers 15 beschrijft hetzelfde toneel als JOËL 2:10,30,31. Vers 16; De Heer zelf zal zich haasten om Zijn uitverkoren volk te beschermen en te verdedigen. De naties zullen beven van angst.
Psalmen.2:5).
“Dan spreekt Hij tot hen in zijn toorn en verschrikt hen in zijn gramschap.”
Openbaring 1:7.
“Zie, Hij komt met de wolken en elk oog zal Hem zien, ook zij, die Hem hebben doorstoken, en alle stammen der aarde zullen over Hem weeklagen.”
Lees ook Hebreeën 12:25-29. De naties die God getart hebben en onze Here Jezus, de Christus, veracht hebben, zullen dan eigen machteloosheid beseffen, wanneer God de hemel en de aarde in Zijn toorn gaat schudden.
Degenen die Christus verwerpen zullen versteend zijn van angst, maar de kinderen van God zullen vervuld worden van blijdschap en aanbidding, want zij beseffen dat de Heer gekomen is als antwoord op hun gebeden en om Zijn Naam te heiligen voor het aangezicht van de heidenen:
“De zon zal verduisterd worden en de maan zal haar glans niet geven. En de sterren zullen van de hemel vallen en de machten der hemelen zullen wankelen.” Marcus 13:24-25; Mattheüs.24:29).
De hemelen en de aarde zullen schudden als God Zijn stem verheft. De wereld zal dan weten wat het is om God te horen spreken in Zijn toorn. Dan zal de nederlaag die Sion (het Christelijke westen) in het gezicht staart worden omgekeerd in een overwinning. JOËL zegt: “Wees niet bevreest, oh aarde, juich en wees blij, want de Here doet grote dingen!”
Lees ook Micha 4:11-13; Openbaring 19:11-15. Deze profetie zal de voorloper zijn van de wederkomst van de Zoon van God, die op de Troon van David zal zitten aan het begin van het Duizendjarig Vrederijk. Lees Lucas 1:31-33 en Mattheüs.25:31,32. Lees ook de volgende schriftgedeelten die hier nauw mee samenhangen en tot grote zegen zullen zijn: Haggai 2:21,22; Ezechiël 38:21; Zacharia 12:4, 14:12-15; Openbaring 19:17-19.
Openbaring 20:1-3.
“En ik zag een engel nederdalen uit de hemel met de sleutel des afgronds en een grote keten in zijn hand en hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en hij bond hem duizend jaren, en hij wierp hem in de afgrond en sloot en verzegelde die boven hem, opdat hij de volkeren niet meer zou verleiden, voordat de duizend jaren voleindigd waren.
Koninkrijks-zegeningen: verzen 17-21
Zo zal dan in zijn volle glorie het Duizendjarig Vrederijk van onze Here Jezus op aarde aanbreken. Dan zal het gebed het “Onze Vader” beantwoord zijn: …“Laat Uw koninkrijk komen, laat Uw wil geschieden, gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde.” (Mattheüs.6:9-14; Zacharia 12:8, 14:9).
“Te dien tijde zal men Jeruzalem noemen de Troon des Heren, en alle volken zullen zich daarheen verzamelen om de naam des Heren te Jeruzalem, en zij zullen niet meer wandelen naar de verstoktheid van hun boos hart. In die dagen zal het huis van Juda naar het huis van ISRAËL gaan, en zij zullen tezamen uit het Noorderland komen naar het land dat ik aan uw vaderen ten erfdeel gegeven heb.” Jeremia 3:17-18.
Jeruzalem zal de hoofdstad van de nieuwe wereld zijn en de Here Jezus zal koning zijn.
Zacharia 14:9.
“En de Here zal koning worden over de gehele aarde, te dien dage zal de Here de enige zijn, en Zijn naam de enige.”
Lees ook Jesaja 35; Jesaja 52:1; Psalm 2:6; Openbaring 19:8; Nahum 1:15; Zacharia 14:21; Openbaring 21:27.
Dan zal de blijdschap weer terugkeren op deze oude aarde en verdriet, kommer en zorgen zullen verdwijnen. Dan zal de belofte die onze Here Jezus heeft gedaan bij het laatste avondmaal, namelijk dat Hij op die dag samen met Zijn verlosten opnieuw de vrucht van de wijnstok in het koninkrijk van Zijn Vader zal drinken, worden vervuld.
Mattheüs.26:29; Lucas 22:18; Johannes 2:10; Lucas 12:37; Joël 3:18.
De aarde zal haar opbrengst in overvloed geven en er zal nooit meer hongersnood zijn.
Jesaja 55:13.
“Voor een doornstruik zal een cypres opschieten, voor een distel zal een mirt opschieten, en het zal de Here zijn tot een naam, tot een eeuwig teken, dat niet uitgeroeid zal worden.”
Ezechiël 34:29.
“Ik zal voor hen een plantengroei doen opschieten, waarvan men overal spreekt, zodat niemand in het land meer door honger zal worden weggerukt en zij de smaad der volken niet langer te dragen hebben.”
Lees in dit verband ook Jesaja 2:1-5, Jesaja 11:1-9; Ezechiël 34:11-31; Micha 4:1-5; Romeinen 8:18-25; Ezechiël 36:29-30; Amos 9:13.
In dit herstelde koninkrijk zullen degenen die aan de Eerste Opstanding hebben deelgenomen, samen met Christus regeren.
Openbaring 20:6.
“Zalig en heilig is hij, die deel heeft aan de eerste opstanding; over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn en zij zullen met Hem als koningen heersen, die duizend jaren.”
Terwijl wij nu de laatste paar jaren van dit tijdperk betreden, komt de oproep opnieuw tot ons om ons hele wezen op Gods altaar te leggen. Groot zal onze beloning zijn.
Wij leven in een veelbewogen tijd, een zwarte nacht die uitloopt in een heldere dag. Aan zij die volhouden en overwinnen wordt niets minder aangeboden dan een heerschappij samen met Christus.
Openbaring 3:21.
“Wie overwint, hem zal ik geven met Mij te zitten op mijn troon, gelijk ook Ik heb overwonnen en gezeten ben met mijn Vader op zijn troon.”
2 Timotheüs 2:12.
“Indien wij volharden, zullen wij ook met Hem als koningen heersen; indien wij Hem zullen verloochenen, zal ook Hij ons verloochenen.”
Romeinen 8:17.
“Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen; erfgenamen van God, en medeërfgenamen van Christus; immers indien wij delen in zijn lijden, is dat ook om te delen in zijn verheerlijking.”
In de boodschap van de opgestane Christus aan elk van de zeven Gemeentes is er een heerlijke belofte voor wie overwint.
EFEZE: “Wie overwint, hem zal ik geven te eten van de boom des levens die in het paradijs Gods is.” Openbaring 2:7.
SMYRNA: “Wie overwint, zal van de tweede dood geen schade lijden.” Openbaring 2:11.
PERGAMUM: “Wie overwint, hem zal Ik geven van het verborgen manna, en Ik zal hem een witte steen geven en op die steen een nieuwe naam geschreven, welke niemand weet, dan die hem ontvangt.” Openbaring 2:17.
TYATIRA: “En wie overwint, en mijn werken tot het einde toe bewaart, hem zal Ik macht geven over de heidenen; en hij zal hen hoeden met een ijzeren staf, als aardewerk worden zij verbrijzeld, gelijk ook Ik van mijn Vader ontvangen heb, en Ik zal hem de morgenster geven.” Openbaring 2:26-27.
SARDES: “Wie overwint, zal aldus bekleed worden met witte klederen; en Ik zal zijn naam geenszins uitwissen uit het boek des levens, maar Ik zal zijn naam belijden voor mijn Vader en voor zijn engelen.” Openbaring 3:5.
FILADELFIA: “Wie overwint, hem zal Ik maken tot een zuil in de tempel mijns Gods en hij zal niet meer daaruit gaan; en Ik zal op hem schrijven de naam mijns Gods en de naam van de stad mijns Gods, het nieuwe Jeruzalem, dat uit de hemel nederdaalt van mijn God, en mijn nieuwe naam.” Openbaring 3:12.
LAODICEA: “Wie overwint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op mijn troon, gelijk ook Ik heb overwonnen en gezeten ben met mijn Vader op zijn troon.” Openbaring 3:21.
Openbaring 21:5-8.
“En Hij die op de troon gezeten is, zeide: Zie, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zeide: Schrijf, want deze woorden zijn getrouw en waarachtig. En Hij sprak tot mij: Zij zijn geschied. Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde. Ik zal de dorstige geven uit de bron van het water des levens, om niet. Wie overwint, zal deze dingen beërven, en Ik zal hem een God zijn en hij zal Mij een zoon zijn. Maar de lafhartigen, de ongelovigen, de verfoeilijken, de moordenaars, de hoereerders, de tovenaars, de afgodendienaars en alle leugenaars – hun deel is in de poel, die brandt van vuur en zwavel; dit is de tweede dood.”