door pastoor E. W. Kidwell
Nederlandse bewerking kolonel G.J. van Loon
Richteren 6:1-24 “Maar de Israëlieten deden wat kwaad is in de ogen des Heren; daarom gaf de Here hen over in de macht van Midjan gedurende zeven jaar, waarin Midjan de overhand had over Israël. Uit vrees voor Midjan richtten de Israelieten voor zich de schuilplaatsen in, die in het gebergte liggen, de holen en burchten. Wanneer Israël gezaaid had, kwamen Midjan, Amalek en de stammen van het Oosten opdagen en trokken tegen hen op, sloegen hun kamp op in hun gebied en vernielden het veldgewas tot bij Gaza, en lieten geen leeftocht over in Israël, geen schaap, geen rund of ezel. Want zij trokken op met kudden en tenten, en zij kwamen talrijk als sprinkhanen; zij waren niet te tellen, zij, noch hun kamelen, en zij kwamen het land verwoesten, zodat Israël zeer verarmde door toedoen van de Midjanieten. Toen riepen de Israelieten tot de Here. Toen nu de Israelieten tot de Here riepen vanwege de Midjanieten, zond de Here een profeet tot de Israelieten, die tot hen zeide: Zo zegt de Here, de God van Israël: Ik heb u uit Egypte gevoerd en uit het diensthuis geleid; Ik heb u verlost uit de macht der Egyptenaren en uit de macht van allen die u verdrukten, ja, Ik heb hen voor u uit weggedreven en hun land aan u gegeven. En Ik heb tot u gezegd: Ik ben de Here, uw God; eert dan niet de goden van de Amorieten, in wier land gij woont. Maar gij hebt naar mijn stem niet geluisterd. Toen kwam de Engel des Heren en zette zich neer onder de terebint te Ofra, eigendom van de Abiezriet Joas, terwijl diens zoon Gideon bezig was in de wijnpers tarwe uit te kloppen om die voor de Midjanieten in veiligheid te brengen. De Engel des Heren verscheen hem en zeide tot hem: De Here is met u, gij dappere held. Maar Gideon zeide tot hem: Och, mijn heer, indien de Here met ons is, waarom is dit alles ons dan overkomen? Waar zijn dan al zijn wonderen, waarvan onze vaderen ons vertelden, als zij zeiden: Heeft de Here ons niet uit Egypte gevoerd? Maar nu heeft de Here ons verstoten en ons prijsgegeven aan de greep van Midjan. Toen wendde de Here Zich tot hem en zeide: Ga heen in deze uw kracht en verlos Israel uit de greep van Midjan. Ik zend u immers? Maar hij zeide tot Hem: Och, Here, waarmee zal ik Israel verlossen? Zie, mijn geslacht is het geringste in Manasse en ik ben de jongste van mijn familie. En de Here zeide tot hem: Ik ben met u, daarom zult gij Midjan verslaan als was het een man. Toen zeide hij tot Hem: Indien ik genade in uw ogen gevonden heb, geef mij dan een teken, dat Gij het zijt, die met mij spreekt. Ga niet vanhier weg, voordat ik bij U terugkom en de gave die ik ga halen, voor U neerleg. En Hij zeide: Ik zal blijven, tot gij terugkomt. Toen ging Gideon naar binnen en bereidde een geitenbokje en ongezuurde broden van een efa meel; het vlees deed hij in een mand en het vleesnat in een pot, en hij bracht het Hem onder de terebint en zette het Hem voor. De Engel Gods zeide tot hem: Neem het vlees en de ongezuurde broden en leg ze op deze rots en giet het vleesnat uit. En hij deed dat. Toen strekte de Engel des Heren de staf die hij in de hand hield, uit en raakte met het uiteinde het vlees en de ongezuurde broden aan; en vuur steeg op uit de rots en verteerde het vlees en de ongezuurde broden. Daarop verdween de Engel des Heren uit zijn gezicht. Toen begreep Gideon, dat het de Engel des Heren was, en hij zeide: Wee mij, Here Here! want ik heb de Engel des Heren gezien van aangezicht tot aangezicht. Doch de Here zeide tot hem: Vrede zij u! Vrees niet, gij zult niet sterven. Toen bouwde Gideon daar een altaar voor de Here en noemde dat: De Here is vrede. Het staat tot op de huidige dag nog in Ofra der Abiezrieten.”
Waarmee meet God ons? Als we kijken naar onze omstandigheden, dan ziet men, dat de mens elkaar meet, aan hun wijsheden, en hun kennis van zaken. Maar God meet ons om te zien hoe groot ons hart is. Zullen wij die toets kunnen weerstaan?
Neem als voorbeeld Davids broers, zij waren niet met hem ingenomen. Zij hadden hem nooit gekozen als koning. Kijk naar Mozes, die heeft nooit in de rij gestaan, om de kinderen Israëls uit Egypte uit te geleiden. Jozef, wie zal in een rij gaan staan om als slaaf verkocht te worden om een wonderwerk voor God te kunnen doen.
U ziet God weet hoe het met ons hart gesteld is. De wereld kijkt naar de kennis die wij bezitten, zij kijken wat wij in handen hebben. Dan zegt men kijkt die man is groot, hij bezit veel. Maar bedenk wel, een mens kan de gehele wereld bezitten, maar als hun hart niet rein is voor God, wil Hij niets met hem vandoen te hebben. Zo is Gods maatstaf.
Als God naar Gideon kijkt, heeft Hij allang zijn hart aangezien, en daar spreekt God hem op aan, zo is het ook met ons. Wat was er in het hart van Gideon: vrees!
In de tijd waarin wij nu leven heerst er een angst vrees, vrees over de toekomst, vrees voor mensen, vrees voor de omstandigheden, vrees voor ziekten enz, enz, Zo was het ook met Gideon. Maar God alleen wist dat er grote dingen stond te gebeuren, ondanks hun zonden!
Op één ding moeten wij nauwkeurig acht geven, namelijk op Gods Woord. Wij hebben de Bijbel in onze eigen taal, en dat is een groot voorrecht. We moeten lezen wat er geschreven staat, het Woord zegt: “Maar de Israelieten deden wat kwaad is in de ogen des Heren; daarom gaf de Here hen over in de macht van Midjan gedurende zeven jaar.” Hieraan kunnen wij niet aan voorbijgaan, het verzachten, of negeren, of anders inkleuren. Israël heeft kwaad gedaan: punt uit! Dit is de situatie. En wat deed de Here? Nu moeten wij geen vrome praatjes verkopen, Nee, God heeft Israël overgegeven in de handen van Midjanieten, dit deed Hij omdat Israël zondigden.
En nu moet God deze zaak rechtzetten, want Israël was door vrees bevangen. “Uit vrees voor Midjan richtten de Israelieten voor zich de schuilplaatsen in, die in het gebergte liggen, de holen en burchten.”
Zij hadden bergvestingen uitgehouwen in de bergen, en kijk hoe zij werden behandeld als zij gezaaid hadden vers 3-5 zegt: “Wanneer Israel gezaaid had, kwamen Midjan, Amalek en de stammen van het Oosten opdagen en trokken tegen hen op, sloegen hun kamp op in hun gebied en vernielden het veldgewas tot bij Gaza, en lieten geen leeftocht over in Israel, geen schaap, geen rund of ezel. Want zij trokken op met kudden en tenten, en zij kwamen talrijk als sprinkhanen; zij waren niet te tellen, zij, noch hun kamelen, en zij kwamen het land verwoesten, zodat Israel zeer verarmde door toedoen van de Midjanieten.”
Kijk naar ons als hedendaagse Israëlieten, wat gebeurd er in ons eigen land, precies het zelfde als bij onze voorvaderen; onze herders (geestelijke en overheidsdienaars) zijn slavendrijvers en valse baalpriesters, die als goddeloze over ons heersen, en de moderne Midjanieten slaan hier ook hun tenten op, ze komen als sprinkhanen, en beroven ons van alles wat wij bezitten. Als wij naar Gods Woord kijken, dan zien we hoe ook ons volk vandaag voor hun goddeloosheid worden gestraft. Er heerst een sprinkhanenplaag van vreemdelingen in ons land. En weet u wat zo verwonderlijk is, de goddeloze overheid en kerkelijke leiders verwelkomen hen als gelijken, en als jij niet hetzelfde doet, ben je een racist. Maar ondertussen wordt ons land kaal geplukt; zoals het was in de dagen van ons voorgeslacht staat ook hier te gebeuren: “en lieten geen leeftocht over in Israel, geen schaap, geen rund of ezel.” En de toestroom is niet te stoppen! Ons land heeft zich verkocht aan mammon, aan éénwereldleiders, en door hun geldzucht verdragen gesloten hebben met de heiden volken, en nu krijgt men de opbrengst van hun handelen. God staat toe dat wij net als het oude Israël verdrukt gaan worden, door de heidenen. Er zal daarom in ons land niets meer overblijven.
Reis door je land, en je ziet vreemdelingen in menigten, geen stad op dorp is zonder vreemdelingen, ontelbaar zoals sprinkhanen. Ja zelfs in ons parlement hebben zij zich gevestigd. Zwarten die blanken Nederlanders de les lezen. Dieper kunnen wij niet zinken.
Maar wat is nu het ergste, vrees heeft Gods volk in haar greep, want zegt niets verkeerds van vreemdelingen, asielzoekers of men daagt je voor de rechter. Moslims terroriseren met hun moskeeën ons stadsbeeld, en juist onze goddeloze regering, die onze God uit ons land heeft verbannen, helpen de moslims om hun tempels te bouwen.
Maar de Here God zend aan Israël een profeet zonder naam, vers 8:- en wat deze profeet:” En Ik heb tot u gezegd: Ik ben de Here, uw God; eert dan niet de goden van de Amorieten, in wier land gij woont. Maar gij hebt naar mijn stem niet geluisterd.”
M.a.w. eert dan niet Allah en zijn profeten, eert niet Mammon, of welke andere god dan ook, en vrees hen niet! Vrees ook u eigen overheid niet, vrees ook niet je goddelozen landgenoten, vrees alleen Mij zegt God. Maar ons volk beeft van vrees voor de vreemdelingen, beeft van vrees voor de goddelozen onder ons! Het volk beeft door de slechte herders en hun theologie, dit is de hedendaagse realiteit. Veel godendom in ons land, van Koningshuis tot arbeiders, ze lopen allemaal achter andere goden, de een achter een sportgod, de ander achter geld, of carrière, en zo kunnen wij maar invullen wat wij maar kunnen bedenken. Maar Israëls God heeft in ons land afgedaan. Het Christendom in ons land is zoals vals geld, van buiten lijkt het echt maar is wel vals.
Ons volk kent geen geestelijke moraal meer, dit is totaal verloren gedaan, een ieder doet wat goed is in zijn of haar ogen. Heeft de Here God ons niet dit land gegeven?: ”Ik heb u verlost uit de macht der Egyptenaren en uit de macht van allen die u verdrukten, ja, Ik heb hen voor u uit weggedreven en hun land aan u gegeven.”
Hebben onze voorouders dit land niet opgebouwd, met bloed zweet en tranen, en hebben wijzelf dit ook niet gedaan? Waarom vrezen wij dan de vreemdeling, en vrezen wij onze eigen kerkelijke en overheidsdienaars, politieke partijen, actiegroepen. Waarom zijn wij bevreesd voor links, liberalen?
Het eerst wat ons volk moet doen is alle vreemde goden uit ons land verdrijven. Alle vreemde volken moeten ons land verlaten. Dit is een opdracht van God!
Bedenkt wel, onze overheid geeft ons opdrachten die tegen Gods heilige wetten indruisen. Abortus gaat als een holocaust door ons land, we importeren zelfs kinderen uit het buitenland die hier geadopteerd worden, vooral uit China importeren wij veel kinderen, en denken dat men daar goed mee bezig is, en wat importeren wij nog verder, veel vreemde arbeidskrachten uit alle landen. Homo-huwelijken; is ook zo’n export product, men kweekt opzettelijk onkruid onder ons volk. Vandaar dat wij naar Gideon’s les moeten kijken.
Daarom moest God bij Gideon de vrees wegnemen, voor de goden van de Amorieten, en dit geld ook voor ons. God zendt zijn engel vers 11:”Toen kwam de Engel des Heren en zette zich neer onder de terebint te Ofra, eigendom van de Abiezriet Joas, terwijl diens zoon Gideon bezig was in de wijnpers tarwe uit te kloppen om die voor de Midjanieten in veiligheid te brengen.”
Gideon was in het geheim bezig om tarwe uit te kloppen, in een perskuip nog wel, zo werd hij aan het oog onttrokken uit vrees voor de goden en Midjanieten. En als wij het gehele verhaal goed gelezen hebben, dan moeten wij op het volgende letten: ook onder ons volk leeft vrees voor geweld, onder de vreemdelingen, kijk ook naar onze eigen mensen, als er een voetbalwedstrijd is afgelopen, rellen alom, treinen worden totaal gesloopt. Men is bang voor de Marokkaanse en Antillianen jeugdbendes. Zo was het ook in de tijd van Gideon.
Maar Gideon bemerkt wie hij voor zich had vreest hij opnieuw, maar dan zegt vers 22: “Toen begreep Gideon, dat het de Engel des Heren was, en hij zeide: Wee mij, Here Here! want ik heb de Engel des Heren gezien van aangezicht tot aangezicht.”
Maar wat zegt God tegen Gideon:”Doch de Here zeide tot hem: Vrede zij u! Vrees niet, gij zult niet sterven.” Als wij een ontmoeting met God hebben, dan mogen wij nooit vrezen, ons hart moet gerust zijn. Wij moeten net als Gideon de altaren van de valse goden afbreken!
Vers 27:“Toen nam Gideon tien mannen van zijn knechten en deed zoals de Here hem gezegd had; omdat hij dit echter uit vrees voor zijn familie en de mannen van de stad niet overdag wilde doen, deed hij het des nachts.”
Zijn ook wij bang voor onze familie – buren, of zelfs vrienden, bang voor de overheid?
Vele christenen zijn te bang om te getuigen van hun God, uit vrees voor wat men dan zal zeggen. Ja als men onder elkaar is, dan heeft men het grootste woord, maar in het openbaar zijn ze te bang voor de goden van de vreemdelingen die onder ons wonen.
Zeg niets van Joden, ze brengen je voor het gerecht, maar hun ondermijnende politieke handelingen vreest men. Amsterdam heeft een joodse burgemeester, en is de meest vunzigste stad van ons land. Ze is uitgeroepen als homostad van Europa. Rotterdam staat bekent om haar overlast van hoeren en drugs. En zo kunnen wij wel een hele rij namen van andere steden in ons land opnoemen.
Maar het wonderlijke is dat er niemand van ons volk bang is voor God, zelfs de kerken hullen zich in een diepstilzwijgen, zij zijn de goede weg totaal uit het oog verloren. Dit alles komt voor uit vrees voor mensen. Ook Gideon was te bang voor zijn familie lees maar verder:- vers
28-33:
”Toen nu de mannen van de stad in de vroege morgen opstonden, zie toen was het altaar van Baal afgebroken, de gewijde paal die daarbij stond, was omgehouwen en de tweede stier geofferd op het altaar, dat er gebouwd was. Zij zeiden tot elkander: Wie heeft dit gedaan? En toen zij een onderzoek instelden en navraag deden, zeide men: Gideon, de zoon van Joas, heeft dit gedaan. Daarop zeiden de mannen van de stad tot Joas: Breng uw zoon naar buiten: hij moet sterven, omdat hij het altaar van Baal heeft afgebroken en de gewijde paal omgehouwen, die daarbij stond. Maar Joas zeide tot allen, die bij hem stonden: Wilt gij voor Baal strijden? Of wilt gij hem helpen? Wie voor hem strijdt, zal nog deze morgen ter dood gebracht worden. Indien hij een god is, laat hij voor zichzelf strijden, nu iemand zijn altaar neergehaald heeft. En men gaf hem op die dag de naam Jerubbaal, daar men zeide: Baal strijde met hem, nu hij diens altaar afgebroken heeft. Geheel Midjan nu en Amalek en de stammen van het Oosten hadden zich met elkander verenigd; zij waren overgestoken en hadden zich gelegerd in de vlakte van Jizreel.”
God moet ook ons de vrees uit onze harten en leven weg halen, voordat wij als volk totaal te gronde zullen gaan. Want de maatstaf van onze overheid was dan ook:’men wil dit zo hebben’, en zo krijgt het volk dat ook.
Als men goed oplet dan zult u opgemerkt hebben; de getuigenis omtrent onze God, de God van Abram, Isaak en Jacob wordt steeds minder. Men wil geen aanstoot geven aan de vreemdeling onder ons. Er wordt nu gesproken over een multiculturele godendom, ook dit komt voort uit vrees. Maar kijk hoe onze Here God met Gideon verder handelt.
Let op ver 3 van hoofdstuk 7:
“Nu dan, roep ten aanhoren van het volk: wie bang is en beeft, kere terug en sluipe weg van het gebergte Gilead. Toen keerden er tweeentwintigduizend van het krijgsvolk terug en er bleven tienduizend over.”
Als we deze situatie overdenken dan kan men concluderen: Gideon had door, welk een geweldige helper hij voor zich had staan, en sprak daarom met vuur over de verkregen hulp tegen zijn volks genoten, zodat er tweeëndertig duizend waren die wel wilden vechten, maar als het zover is, dan maken zeer velen een andere keuze. Zij wilde wel met Gideon als leider, maar toen sprak: hij die bang is kan gaan, toen kwam de aap uit de mouw, tweeëntwintig duizend gingen weg.
Zo is het ook altijd onder ons eigen volk geweest. De Tweede Wereldoorlog geeft daar de cijfers van, ons volk schikte zich al zeer snel onder het gezag van de Duitsers. Een handvol mannen en vrouwen hebben zich maar verzet. Ja, toen de bevrijding kwam, toen waren er velen zogenaamd in het verzet geweest. De tijd is veranderd, maar de tijdgeest van angst heerst nog steeds over ons volk. Vrees voor politiek links, liberaal of wat het anders zei, vrees voor de joden is al een oud gegeven, nu komt de vrees voor de moslims er ook nog bij. Na 11 september is die vrees zelfs toegenomen.
Men heeft massaal afstand gedaan van Gods Woord in Nederland. Op de TV ziet men de meest afschuwelijke programma’s die zogenaamd over godsdienst gaan, van NCRV tot KRO, ja zelfs de EO is totaal veranderd. Men spreekt niet meer over de God van de Bijbel, nu is elke andere godsdienst welkom. Ja er heerst wel een soort van godszaligheid, maar dit stelt niets voor. Men keert zich massaal tegen de God van Israël, dit alles komt voort uit vrees.
Gideon verloor in een oogwenk tweederde van zijn manschappen, als gevolg van wat? Vrees.
Kijken we nu naar ons zelf. Zal ik op dezelfde manier handelen zoals Gideon’s manschappen?
Maar God neemt Gideon mee naar het water, want God was nog niet klaar met hen, want als de vrees blijft, zal ook de rest worden bezoedelt, en daarom opnieuw een afval van vreesachtige lieden. God kan namelijk nietwerken met mensen die vrees in hun harten hebben, en daarom neemt hij Gideon mee.
Vers 4-7:“Maar de Here zeide tot Gideon: Nog is er te veel krijgsvolk; doe het afdalen naar het water, dan zal Ik hen daar voor u schiften. Ieder van wie Ik u zeggen zal: deze zal met u gaan, die zal met u gaan, maar ieder van wie Ik u zeggen zal: deze zal niet met u gaan, die zal niet gaan. Toen deed Gideon het volk afdalen naar het water, en de Here zeide tot hem: Al wie met zijn tong het water opslurpt als een hond, die zult gij afzonderen van al degenen, die op hun knieën gaan liggen om te drinken. Het getal nu van hen die slurpten met de hand aan de mond, bedroeg driehonderd man, maar al het overige volk ging op de knieën liggen om water te drinken. Toen zeide de Here tot Gideon: Door de driehonderd mannen, die geslurpt hebben, zal Ik u verlossen: Ik zal Midjan in uw macht geven; maar al het overige volk kan heengaan, ieder naar zijn woonplaats.”
Nu zal ik u op iets wonderbaarlijk wijzen. Deze driehonderd waren minder dan 1%, die het water met hun hand aan hun mond gebracht. Er is iets met dat water, kijk maar in: De Efeziërs hebben het water met hun hand naar hun mond gebracht.
Efeziërs 5:25-26 “Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft, om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord.”
Kijken naar hoofdstuk 4:11-12. Dan lezen wij het volgende:
”En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars, om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus.”
Als wij Gods Woord onderzoeken dan zien we dat dit één geheel is, we moeten leren om het water, Gods Waarheid te benaderen op de weg van Gods Woord. Daarom kon Gideon deze drie honderd gebruiken. God kent geen grotere vreugde, dan het werken met een overblijfsel, want wiens hart gemeten is door God zelf, en wie volstaat in het Woord van God, en daar waar geen vrees is. Daarom gebruikt God minder dan 1%. Nee, Hij gebruikt geen massa’s.
Waarom gebeuren al deze dingen? We lezen weer uit Richteren hoofdstuk 6:2:
“Waarin Midjan de overhand had over Israel. Uit vrees voor Midjan richtten de Israelieten voor zich de schuilplaatsen in, die in het gebergte liggen, de holen en burchten.”
M.a.w. zij waren gevangen zij konden nergens heen, er was een vijandelijke infiltratie.
Vers 3: “Wanneer Israel gezaaid had, kwamen Midjan, Amalek en de stammen van het Oosten opdagen en trokken tegen hen op.”
Ons bruto nationaal product wordt gestroopt
Vers 4:“Sloegen hun kamp op in hun gebied en vernielden het veldgewas tot bij Gaza, en lieten geen leeftocht over in Israel, geen schaap, geen rund of ezel.”
Het wordt steeds erger, er komt steeds meer immigratie, vanuit de gehele wereld, uit alle armen landen, de zogenaamde onderontwikkelde landen, ze komen als een sprinkhanen plaag, we krijgen geen huizen of werk meer, zeker nu oost Europa er ook is bijgekomen, we worden steeds armer en armer, dit alles is het gevolg van vrees, en we zijn er nog lang niet, lees het volgende:
Vers 5:“Want zij trokken op met kudden en tenten, en zij kwamen talrijk als sprinkhanen; zij waren niet te tellen, zij, noch hun kamelen, en zij kwamen het land verwoesten.”
Dit overkomt ook Nederland omdat zij verkeerd gedaan hebben in de ogen van onze Here.
Maar dan kijken wij nu naar de positie van Gideon, hij heeft 300 man, uitgezocht mannen door God. Langzaam maar zeker zijn de kerken in ons land leger en leger geraakt. Gods Waarheid is in ons land moeilijk te vinden, maar God is nog steeds bezig, om met de hand 300 te zoeken die onder Zijn leiding ons land zullen helpen te verlossen.
Een geweldige overmacht was tegen hen, alleen Gideon en drie honderd man waren overgebleven. Maar toen God dit voor elkaar had gebracht begon Hij zijn eigenlijke werk.
Maar wat doet God?
Stap 1: God geeft aan Gideon en de drie honderd man kracht en stuurt opnieuw een profeet.
Amos 3:6-7:“Wordt de bazuin in een stad geblazen, zonder dat de inwoners opschrikken? Geschiedt er een ramp in een stad, zonder dat de Here die bewerkt? Voorzeker, de Here Here doet geen ding, of Hij openbaart zijn raad aan zijn knechten, de profeten.”
Hoe is de toestand in ons land vandaag: regering politieke partijen, en kerkleiders hebben het voor het zeggen, er is in ons land geen goede profeet te vinden. Mensen kijken niet meer naar Gods Grootse profeet, Jezus, en Zijn Woord. Wel gelooft men de politieke leiders op hun woord, zij zullen wel zorgen dat het beter zal gaan, de economie zal wel weer aanslaan. Zij hebben wel een antwoord. Maar men vergeet dat deze profeten hun eigenbrood opeten, hun eigenbelang op het oog hebben. Kijk naar ons vorstenhuis, rijkdom in overvloed 120 miljoen Euro kost dit ons per jaar, en wat krijgen wij er voor terug, een zinloos sprookje, een leeg ei.
Kijk naar de vele miljonairs, en miljardairs en hun ondernemingen, als zij geen winst genoeg maken schoppen zij hun werknemers op straat, zo is dat al vele eeuwen geweest, daar waar mammon heerst is er altijd vrees geweest. Wie veroorzaken eigenlijk de oorlogen? De kapitalisten, communisten, liberalisten, fascisten en welke ander ismen dan ook zelfs het katholicisme heeft zeer veel leed op hun blazoen.
Kijk naar onze geschiedenis, daar waar voor uit gang was, kwam altijd door gelovige en trouwe dienstknechten van God. De Here heeft in onze geschiedenis altijd 300 man uitgezocht om een keer in onze geschiedenis te maken. Want God heeft een Afspraak met Abraham, Isaak en Jakob, onze voorvaderen. God heeft deze mannen gezegend met bedieningsgaven, hun harten en verstand gevuld met Goddelijke kennis, zoals Hij deed met Gideon.
Elia en Johannes de Doper hadden geen vrees in hun harten, het wordt tijd dat er weer van zulke mannen onder volk zullen opstaan.
Stap 2: God stuurt een engel naar Gideon
“Toen kwam de Engel des Heren en zette zich neer onder de terebint te Ofra, eigendom van de Abiezriet Joas, terwijl diens zoon Gideon bezig was in de wijnpers tarwe uit te kloppen om die voor de Midjanieten in veiligheid te brengen. De Engel des Heren verscheen hem en zeide tot hem: De Here is met u, gij dappere held.”
Kijk wat zegt Gideon: “Maar hij zeide tot Hem: Och, Here, waarmee zal ik Israel verlossen? Zie, mijn geslacht is het geringste in Manasse en ik ben de jongste van mijn familie.”
Maar de Here had zijn hart allang onderzocht en gemeten dan zegt God tot Gideon:”
“En de Here zeide tot hem: Ik ben met u, daarom zult gij Midjan verslaan als was het een man”(Vers 16).
Laten ook wij ons hart door God laten meten en worden zoals Gideon. We moeten nooit ontmoedigd worden, Gideon begon met 32 duizend man en hield er 300 over, God werk door minderheden. Door u en mij, zijn we uitgezocht door God, leeft dit verlangen in ons hart.
Gideon vraagt een teken aan God
“Toen zeide hij tot Hem: Indien ik genade in uw ogen gevonden heb, geef mij dan een teken, dat Gij het zijt, die met mij spreekt” (Vers 17).
Wat was nu het teken voor Gideon?
1 Johannes 5:7-9:“Want drie zijn er, die getuigen in de hemel: de Vader, het Woord, en de Heilige Geest; en deze drie zijn een. En drie zijn er, die getuigen op de aarde: de Geest en het water en het bloed, en de drie zijn tot een. Indien wij het getuigenis der mensen aannemen, het getuigenis van God is meerder, want dit is het getuigenis van God, dat Hij van zijn Zoon getuigd heeft.”
Nu gaan we weer terug naar Richteren 6:17-21:“Toen zeide hij tot Hem: Indien ik genade in uw ogen gevonden heb, geef mij dan een teken, dat Gij het zijt, die met mij spreekt. Ga niet vanhier weg, voordat ik bij U terugkom en de gave die ik ga halen, voor U neerleg. En Hij zeide: Ik zal blijven, tot gij terugkomt. Toen ging Gideon naar binnen en bereidde een geitenbokje en ongezuurde broden van een efa meel; het vlees deed hij in een mand en het vleesnat in een pot, en hij bracht het Hem onder de terebint en zette het Hem voor. De Engel Gods zeide tot hem: Neem het vlees en de ongezuurde broden en leg ze op deze rots en giet het vleesnat uit. En hij deed dat. Toen strekte de Engel des Heren de staf die hij in de hand hield, uit en raakte met het uiteinde het vlees en de ongezuurde broden aan; en vuur steeg op uit de rots en verteerde het vlees en de ongezuurde broden. Daarop verdween de Engel des Heren uit zijn gezicht. Toen begreep Gideon, dat het de Engel des Heren was, en hij zeide: Wee mij, Here Here! want ik heb de Engel des Heren gezien van aangezicht tot aangezicht.”
Wat deed Gideon?
1e. Hij slacht een geitenbokje, daar vloeit bloed –
2e. En ongezuurde broden van een efa meel; wat symboliseert dit?
Jezus zeg Ik Ben (Gods naam) het brood des levens- Johannes 17:17: ”Uw Woord is de Waarheid.”
3e. Hij giet het vleesnat uit. Bereid uit Water, en giet dit uit en de engel stak het aan met vuur. Hier geeft God aan Gideon het verbondsteken!!
4e. En dit alles vond plaats op een rost, wie is deze rots, de Here Jezus.
“De Vader, het Woord, en de Heilige Geest; en deze drie zijn een. En drie zijn er, die getuigen op de aarde: de Geest en het water en het bloed, en de drie zijn tot een.”
Voorwaar Gods Woord is accuraat en wonderlijk
Gideon neemt het vlees van een geitenbokje, dat symboliseert Bloed.
Gideon neemt de ongezuurde broden, dit symboliseert de Waarheid.
Gideon legt het op de Rots, dit symboliseert Christus als altaar
En de Engel neemt zijn staf, en raakt het aan, dan komt het vuur van God en symboliseert Zijn Heilige Geest. Een groter teken had Gideon niet nodig.
Zo was het ook bij Elia op de berg Karmen. Er was altaar, met daarop het vlees,- en gooide er water over, en toen kwam God vuur. Opnieuw het verbondsteken.
Wat gebeurde er op Golgotha: God gaf opnieuw Zijn Verbond’s teken van water bloed en de Geest? En nog steeds zijn wij vreesachtig, en twijfel.
Gideon ontvangt uit Gods handen een wonderteken, wij zijn allemaal mensen, en daarom twijfelen wij aan het Verbondsteken, maar bedenk wel dat God maar met één volk een verbond gegeven heeft, en dat is Israël.
Bent u overtuigd van Golgotha overtuigd: dat de Here Jezus voor u gestoven is, dat uit Zijn zij bloed en water vloeide. Dat Hij ons Zijn Heilige Geest heeft gegeven, want dit verbondsteken was vanaf het begin. Jezus heeft vervolmaakt op het kruis.
Gideon de wachter van God heeft voor zich zien gebeuren. Kijken wij nu nog naar andere tekenen? Terwijl de aller grootste teken Golgotha al heeft plaats gevonden.
Een van de wonderlijkste tekens van God heeft Gideon en drie honderd mannen gehad, bloed water en de Geest, dit zijn die drie waarvan Johannes heeft gezegd: “De Vader, het Woord, en de Heilige Geest; en deze drie zijn een. En drie zijn er, die getuigen op de aarde: de Geest en het water en het bloed, en de drie zijn tot een.”
Nu moeten ook wij opstaan als waarachtige wachters van God. God kijkt niet naar onze lengte of rijkdom, maar Hij meet ons hart, hoe trouw zijn wij.
Israël was in een verschrikkelijke toestand, en wij zitten in zo’n zelfde situatie, mensen lopen achter alles en iedereen, behalve naar hun God.
Al blijft u moederziel alleen dan noch zal God voor u zorgen, tweeëntwintig duizend liepen van Gideon weg, er bleef maar 1% over. Omdat vrees hen bevangen had en hield. Daar moeten wij ons voor waken, er moet geen vrees in onze harten zijn, God is groter dan onze nood.
Vanuit de uittocht van uit Egypte heeft God aan Israël een verbondsteken gegeven, dwars door de woestijn, het was aanwezig in de Ark, tot aan Golgotha toe was God daar met Zijn verbondsteken. God heeft het perfecte Lam laten slachten om Zijn teken voor altijd te laten bevestigen. En wij kunnen terug zien op ruim twee duizend jaar verbondsbevestiging. En dit geld nog altijd en uitsluitend voor Israël, niet voor de heidenen, o nee, alleen en uitsluitend voor Zijn eigen volk waarvan Hij de Schepper is:
Jesaja 43:15: “Ik de Here, uw Heilige, de Schepper van Israel, uw Koning.”
Maar ondanks zulk een rijke getuigenis, loopt ons volk achter de goden van de moderne Amorieten. Daarom moeten wij een vast besluit nemen, en God op Zijn Woord geloven en waarachtige kwartiermakers worden van Gods volk Israël.
Wij moeten op de bazuin blazen, want er is vrees onder ons volk. Wat zal hun familie, vrienden, baas of wie dan ook zeggen, als wij van onze God getuigen. Deze verlammende vrees voor mensen heeft ons volk geestelijk dood gemaakt. Als men op de bazuin blaast zullen velen weglopen, en u voor gek verklaren, maar God is met u. Kijk naar Gideon hij hield er maar 300 over van de drie duizend, omdat hun harten door God gemeten was.
Vers 24 van ons gelezen tekstgedeelte zegt wat Gideon tot slot deed: “Bouw dan een altaar voor de Here, uw God, op de top van deze versterkte plaats; breng het in gereedheid.”
Waarvoor bouwt men een altaar? Voor aanbidding, laten ook wij net zoals Gideon een altaar voor God bouwen, om Hem daar te ontmoeten, zodat wij versterkt kunnen worden.
Gideon, wachter van God
Richteren 7:9-21:“In die nacht zeide de Here tot hem: Sta op, val de legerplaats binnen, want Ik heb die in uw macht gegeven. Indien gij echter bevreesd zijt om die binnen te vallen, daal dan met uw dienaar Pura af naar de legerplaats; dan zult gij horen wat zij zeggen; daarna zullen uw handen gesterkt worden en zult gij de legerplaats binnenvallen. Toen daalde hij met zijn dienaar Pura af tot aan de voorposten van de strijdmacht in de legerplaats. Midjan nu en Amalek en al de stammen van het Oosten lagen in de vlakte, talrijk als sprinkhanen, en hun kamelen waren ontelbaar, talrijk als het zand aan de oever der zee. Toen Gideon aankwam, vertelde juist een man een droom aan zijn makker en zeide: Ik heb een droom gehad; zie, een gerstebroodkoek rolde de legerplaats van Midjan binnen, kwam tot aan de tent, stootte die om, zodat ze neerviel, en keerde ze onderstboven, en daar lag de tent. Toen antwoordde zijn makker en zeide: Dit is niet anders dan het zwaard van Gideon, de zoon van Joas, de Israëliet; God heeft Midjan en de gehele legerplaats in zijn macht gegeven. Zodra Gideon het verhaal van de droom en de uitlegging daarvan gehoord had, boog hij zich in aanbidding neder; daarop keerde hij terug naar de legerplaats van Israel en zeide: Staat op, want de Here heeft de legerplaats van Midjan in uw macht gegeven. Toen verdeelde hij de driehonderd man in drie groepen en gaf hun allen horens en ledige kruiken in de hand met fakkels binnen in de kruiken. En hij zeide tot hen: Gij moet op mij letten en doen als ik. Zie, wanneer ik aan de buitenrand van de legerplaats gekomen ben, doet dan als ik: wanneer ik op de hoorn blaas met allen die bij mij zijn, dan moet ook gij op de horens blazen rondom de gehele legerplaats, en roepen: Voor de Here en voor Gideon! Gideon nu en de honderd mannen die bij hem waren, kwamen aan de buitenrand van de legerplaats bij het begin van de middelste nachtwake, toen men juist de wachtposten had uitgezet. Toen bliezen zij op de horens, terwijl zij de kruiken stuksloegen, die zij in de hand hadden. Zo bliezen de drie groepen op de horens, braken de kruiken stuk en hielden in de linkerhand de fakkels en in de rechterhand de horens om te blazen en riepen: Het zwaard van de Here en van Gideon! Daarbij bleven zij staan, ieder op zijn plaats, rondom de legerplaats, maar het gehele leger ging op de loop en vluchtte al schreeuwend.”
Bij de meeste Christenen is dit verhaal van Gideon wel bekend, dat hij met driehonderd man de overwinning op de Midjanieten behaalde. Maar in het gelezen gedeelte, ligt ook een harte pijn verborgen die door velen niet raak gezien wordt. Het verhaal van Gideon kan zo naar onze dagen worden overgezet. Op de eerste plaats kijk naar Gideon, hij geloofde de profeet die tot hem gezonden was niet, en die tot hem zei, vrees niet de goden der Amorieten, en na deze kwam een engel, die hij ook niet geloofde. Terwijl die engel toch op een wonderbaarlijke manier met hem handelde, ja hij geloofde ook niet het verbondsteken. Hoe weet ik dit?
Wat doet de Here – hier komt de harte pijn; de Here stuurt Gideon tot in het vijandelijke kamp, en moet naar de vijand luisteren, dan pas zal hij geloven. Zo is het ook met ons eigen volk, ook zij moeten zeggen wat zegt onze vijand, voordat zij naar de profeten en de Engel des Heren gaan luisteren. Zo was het ook met Gideon. Hij kwam bij de grens van het vijandelijke kamp en ging daar zitten luisteren, en toen hoorde hij die droom, als u uw geestesoog gebruikt dan zult u zien hoe dat hij en zijn dienstknecht, en let wat de Here gezegd heeft:” Indien gij echter bevreesd zijt om die binnen te vallen, daal dan met uw dienaar Pura af naar de legerplaats; dan zult gij horen wat zij zeggen; daarna.”
M.a.w. Die vrees was nog steeds in zijn hart, daarom zegt de Here:”daal dan met uw dienaar.” En zij gingen en kwamen bij de juiste tent aan, en wat horen zij. Dan horen zij van een droom;”Toen Gideon aankwam, vertelde juist een man een droom aan zijn makker en zeide: Ik heb een droom gehad; zie, een gerstebroodkoek rolde de legerplaats van Midjan binnen, kwam tot aan de tent, stootte die om, zodat ze neerviel, en keerde ze onderstboven, en daar lag de tent.”
Kunt u geloven dat er een grote menigte verslagen is door ‘gerstebroodkoek? Laten wij eens kijken wat er in Johannes 6:32-35 geschreven staat: “Jezus zeide dan tot hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, niet Mozes heeft u het brood uit de hemel gegeven, maar mijn Vader geeft u het ware brood uit de hemel. want dat is het brood Gods, dat uit de hemel nederdaalt en aan de wereld het leven geeft. Zij zeiden dan tot Hem: Here, geef ons altijd dit brood. Jezus zeide tot hen: Ik ben het brood des levens; wie tot Mij komt, zal nimmermeer hongeren en wie in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten.”
Wat zegt de Here Jezus: Ik ben het brood.” En wie overwon de Midjanieten: “Ik ben het brood des levens”, en nu kon Gideon de uitleg van de droom verstaan: Toen antwoordde zijn makker en zeide: Dit is niet anders dan het zwaard van Gideon, de zoon van Joas, de Israëliet; God heeft Midjan en de gehele legerplaats in zijn macht gegeven.”
Nu moet u goed opletten De interpretatie van die droom was: ”De Here heeft gezegd: “Ik ben het brood des leven.” En het ging om het zwaard van God en van Gideon.
1 Johannes 3:8:“Wie de zonde doet is uit de duivel, want de duivel zondigt van den beginne. Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou.”
Ik ben dat is het brood Gods, dat uit de hemel nederdaalt- om de werken des duivels te verbreken. “ En wat gebeurde er in dat kamp, dat Gods zwaard en die van Gideon de overwinning behaalde, daarom zegt Johannes later dat ditzelfde brood uit de hemel gekomen is: “Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou.”
Hoeveel van onze volksgenoten zitten gevangen in de zonde van het leven, en toen kwam dat “gerstebroodkoek” opdagen om de werken van de duivel te verbreken. Hij kwam om de werken van de vijand te verbreken. Kijk hoe de duivel ons volk in zijn greep heeft. Gideon geloofde de profeet niet, en ons volk geloofd al heel lang niet meer wat de profeten gezegd hebben. Net als bij Gideon moet ook ons eigen volk de waarheid van de vijand horen, en niet uit Gods Woord, die zij zo minachten.
Hoe zit het vandaag met ons en dat Levende brood?
1 Korinthe 10:14-16:“Daarom dan, mijn geliefden, ontvlucht de afgoderij! Ik spreek immers tot verstandige mensen; beoordeelt dan zelf, wat ik zeg. Is niet de beker der dankzegging, waarover wij de dankzegging uitspreken, een gemeenschap met het bloed van Christus? Is niet het brood, dat wij breken, een gemeenschap met het lichaam van Christus? Omdat het een brood is, zijn wij, hoe velen ook, een lichaam; wij hebben immers allen deel aan het ene brood.”
Zijn wij geen deel van dat ene brood die de tent der Midianieten omvergooide?
Er staat ons nog veel werkt te wachten, mensen willen niet luisteren, zij stellen geen belang in Gods Woord daarom is er voor ons zo veel getuigenis werk te doen, omdat wij deel zijn van dat ene brood. Wij kunnen niet aan Gods tafel zitten en deel hebben aan dat ene brood, als wij andere gedachten hebben, we moeten één zijn, deel hebben aan dat éne brood, in die droom werd er van één brood gesproken, en wat doet Gideon: lees nauwkeurig – waar is hij? Hij zit in het kamp van de vijand en wat zegt het Woord: Hij boog hij zich in aanbidding neder –
Hij riep niet hard op Halleluja, prijs de Here. Maar hij boog in stilte omdat God aan hem iets had geopenbaard.
“Zodra Gideon het verhaal van de droom en de uitlegging daarvan gehoord had, boog hij zich in aanbidding neder; daarop keerde hij terug naar de legerplaats van Israel en zeide: Staat op, want de Here heeft de legerplaats van Midjan in uw macht gegeven.”
In het vijandige kamp spreekt God tot Gideon, en dit was het begin van de overwinning.
Er komt nog een tijd dat ook wij nadat wij stil in aanbidden met God zijn geweest ook onder ons eigen volk op de ramshoorn zullen blazen voor de overwinning, deze tijd breekt spoedig aan. En als wij onze Bijbel goed lezen dan staat er ook voor ons: Staat op, want de Here heeft de legerplaats van de moderne Midjan in uw macht gegeven.”
En Gideon deed een geweldige zaak, die God aan hem had gegeven. Het was in het midden van de nacht, wachter hoe ver is de nacht, we zouden zo’n keuze gemaakt hebben, alleen een bidder, wie zal een vijand aanpakken met een ramshoren en een brandende kruk in de nacht, alleen een aanbidder. Deze zaken moeten diep in ons hart verborgen liggen, wil met ook tot zo’n resultaat komen. We moeten aanbidders van God zijn! Zo deed Gideon het ook, bidden in Geest en Waarheid.
2 Korinthe 10:3-6:“Want al leven wij in het vlees, wij trekken niet ten strijde naar het vlees, want de wapenen van onze veldtocht zijn niet vleselijk, maar krachtig voor God tot het slechten van bolwerken, zodat wij de redeneringen en elke schans, die opgeworpen wordt tegen de kennis van God, slechten, elk bedenksel als krijgsgevangene brengen onder de gehoorzaamheid aan Christus, en gereed staan, zodra uw gehoorzaamheid volkomen is, alle ongehoorzaamheid te straffen.”
Waarmee streed Gideon mee?
“Toen verdeelde hij de driehonderd man in drie groepen en gaf hun allen horens en ledige kruiken in de hand met fakkels binnen in de kruiken.” Hier wordt de Geest van God mee bedoeld, want Ook wij zijn een aarde kruik met een licht in ons, we hebben ook ramshoorns waar wij op moeten blazen in onze dagen. Wij zijn krachtig om vestingen neer te werpen.
Vers 17 vermaant ons om niet in onszelf te roemen:”Maar wie roemt, roeme in de Here.”
Want Hijzelf zal voor ons strijden.
2 Kronieken 20:15:“En hij zeide: Luistert, geheel Juda en inwoners van Jeruzalem en koning Josafat! Zo zegt de Here tot u: weest niet bevreesd en wordt niet verschrikt voor deze grote menigte, want het is geen strijd van u, maar van God.”
Kent u de volgende tekst?
Spreuken 20:27:“De geest van de mens is een lamp des Heren, doorzoekende al de schuilhoeken van het hart.”
M.a.w. hoe is onze geest, welk licht straalt uit ons: “De geest van de mens is een lamp des Heren.” Brand die lamp werkelijk in ons – als dat zo is, dat hoeven we zelf niet te zeggen, want dit licht zal door een ieder gezien worden. En wat is het wonder daarvan? Als u geest oprecht is, als een lamp van God – dan zullen onze volksgenoten aan zien dat God in ons midden is. God heeft nog altijd een overblijfsel gebruik, om Zijn werk te doen.
De driehonderd van Gideon die op hun ramshoorn bliezen – deden dit niet om hun eigenvolk wakker te maken, nee, bliezen op hoorns, maar dit was om aan die goddelozen te zeggen; dat Gods oordeel op weg was. Hoe staat het met u ramshoorn, de heiligen moet blazen om de overwinning te behalen.
2 Korinthe 4:6:“Want de God, die gesproken heeft: Licht schijne uit het duister, heeft het doen schijnen in onze harten, om ons te verlichten met de kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Christus.”
En waar moet dit schijnen? In de duisternis, wachter hoe ver is de nacht God zegt er moet licht schijnen vanuit de duisternis. Wanner begon Gideon de strijd -in het midden van de nacht.
Daarom wordt het hoog tijd dat ook wij onze lichten onder ons duistere volk zullen laten schijnen.
2 Corinthe 4:7:“Maar wij hebben deze schat in aarden vaten, zodat de kracht, die alles te boven gaat, van God is en niet van ons.”
Waar zijn u en ik van gemaakt – van aarde – en nu kunnen wij begrijpen waarom Gideon en zijn mannen in de ene hand de ramshoorn hadden en in de andere een aarde kruik met licht, dit symboliseert dat wij. Ten eerste: Door God geformeerd zijn om met Hem te regeren Ten Tweede: Dat wij dit kunnen doen onder de krachtige leiding van de Heilige Geest.
Daarom moet die aarde kruik gebroken worden om het licht te laten schijnen, ja Paulus was zeer accuraat in zijn schrijven aan het Huis van Israël, want zij moet Gods licht aan de wereld tonen. En niet zoals nu achter andere volken en goden aanwandelen. Pas op God heeft ook Nederland in de handen van de moderne Midjanieten overgeven, alleen wij beseffen dit nog niet. Ons volk moet gebroken worden op dezelfde wijze als onze voorvaderen willen een helder licht kunnen laten schijnen. Er moet weer Gods kennis onder volk gebracht worden.
Ons volk is nog lang niet gebroken! Zelf in Jeremia’s tijd weende hij veel over zijn volk, en niemand kwam tot bekering, zo is het ook met ons eigen volk, deze wil alleen brood en spelen. Maar Jeremia werd een gebroken kruik voor God, en zo dienstbaar voor zijn volk kon zijn, want de Here richten hem op.
Gideon’s licht zaaide verwarring onder de vijand, wanneer zaaien wij verwarring onder onze vijanden in ons land? Waarmee strijden wij mee? Lees opnieuw mee
Richters 7:21:“Daarbij bleven zij staan, ieder op zijn plaats, rondom de legerplaats, maar het gehele leger ging op de loop en vluchtte al schreeuwend.”
Zo bleven zij staan, ieder op zijn plaats. – dat is het geheim, zo moet het met ons ook zijn, op de plaats waar God ons heeft geplaatst, anders zullen wij geen overwinning behalen.
We zijn door de Here onder ons eigen volk geplaatst, om de ramshoorn te blazen, we kunnen niet wachten op de kerken en groepen, die wandelen achter de moderne baälpriesters aan, zij spelen op een toverfluit en misleiden ons volk, zoals de rattenvanger van Hamelen, en brengen ons tot totale vernietiging.
Bedenk wel dat onze geest een lamp van God is.
Toen Gideon en zijn mannen de kruiken braken het licht zichtbaar werd, was dit het teken van Gods Geest en almacht, want de Here is ondoordringbaar Licht, en de tegenstanders van Israël vluchten in paniek weg.
Hoe staat met ons? Laten wij zo ons licht schijnen, zodat ook de vijanden van ons volk zullen vluchten. En wij weer een uiverkoren volk van God worden tot eer van Zijn Heilige Naam.
Gideon was een wachter van God – hij geeft dit door aan ons. Daarom aan ons de keus – leven vanuit Gods licht of wandelen in de duisternis van Zijn tegenstander.
Er zijn oren onder ons volk die niet zullen horen, en ogen die niet zien, tot welke behoord U.
Amen
Spit dieper naar de schatten die verborgen liggen in het Woord van God en vraag de Heilige Geest, uw hart met blijdschap over uw redding te vervullen. Dan worden uw leven en uw spreken uw medemensen tot zegen.
Ch.H.Spurgeon
Dit is een vrije bewerking van de boodschap van pastoor Errol Kidwell voorgangers van de Ekklesia Evangeliegroep in Vereeniging te Zuid-Afrika –
Uitgesproken tijdens de Gelofte dag herkenning 16 December – Geloftennaweek te Rooikraal 2004 “Wagter Hoe ver is dit in die nag?