De val van Adam en Eva
in de Tuin van Eden.
Genesis 2:16-17; 3:15.
“En de Here God legde de mens het gebod op: Van alle bomen in de hof moogt gij vrij eten, Maar van de boom der kennis van goed en kwaad, daarvan zult gij niet eten, want ten dage, dat gij daarvan eet, zult gij voorzeker sterven….En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen.”
Adams val was een zeer tragische en onnodige gebeurtenis. Satan heeft het voor elkaar gekregen om Adam en Eva te laten zondigen, met rampspoed als gevolg. Adam en Eva zijn van God vervreemd geraakt. Adam heeft zijn heerschappij verloren en aan satan afgestaan. Hij is een slaaf van de zonde geworden, de heerser is dienstknecht geworden. Dorens en distels hebben hun opwachting gemaakt en satan is begonnen om de aarde te vullen met zijn beeld en met goddeloosheid. Voor de eerste maal heeft zonde, ziekte, dood, pijn, verdriet en mislukking hun opwachting op aarde gemaakt. Machten zijn op aarde vrijgelaten, die op dat stadium ongekend waren. De wezens van de aarde zijn opstandig geworden. Adam en Eva zijn uit de Tuin van Eden en van Gods aanwezigheid verwijderd. De aarde heeft zijn opbrengsten niet meer gewillige gegeven. De mens zou de volgende 6000 jaar in een worstel- en overwinningsstrijd gewikkeld zijn. Het zou nu ook niet meer zo makkelijk zijn om een goede verhouding met God te onderhouden, zoals dat was in de Tuin van Eden.
Ook is er een addergeslacht op aarde losgelaten, die met macht en vermenging op het spoor van het goede zaad zou blijven, die gereed zou staan, om bij elke gelegenheid toe te slaan in een poging om het Raadsplan van God proberen te verijdelen. De strijd om de aarde is begonnen! Het is een strijd tussen licht en duisternis; satan tegen God; het onkruid tegen het goede zaad en zonde tegen gerechtigheid.
De Raad van God is door deze gebeurtenissen verstoord en vertraagd, maar geenszins verijdeld. God zou deze duisternis tot zijn voordeel aanwenden en een openbaring van Zichzelf en Zijn karakter geven, zoals Hij nog nooit voorheen gedaan heeft. De Here God zal aantonen dat, ten spijt van alles, Hij nog steeds de teugels in handen heeft en dat Hij zal ingrijpen en werken, zoals Hij dat nodig acht. Adams val kon niet verhinderen dat God zijn Plan niet tot uitvoer zou brengen. Maar de aarde zou echter veel, heel veel ellende kennen, voordat God alles weer zou herstellen, zoals het oorspronkelijk was. In dit proces heeft satan echter de hand aan zichzelf geslagen en daarmee zijn eigen lot bepaald. Hij en zijn nageslacht zullen op een dag finaal en voor eeuwig van het toneel verwijderd worden, voorgoed verdwijnen!
Het drama van de eeuwen is in de Tuin van Eden begonnen! Wat daar verkeerd gelopen is heeft de totale gang van het mensdom bepaald. Als we niet begrijpen wat daar gebeurd is, dan zullen we de rest van de Bijbel niet begrijpen.
De Tuin van Eden.
Genesis 2:8-10.
“Voorts plantte de Here God een hof in Eden, in het Oosten, en Hij plaatste daar de mens, die Hij geformeerd had. Ook deed de Here God allerlei geboomte uit de aardbodem opschieten, begeerlijk om te zien en goed om van te eten; en de boom des levens in het midden van de hof, benevens de boom der kennis van goed en kwaad. Er ontsprong in Eden een rivier om de hof te bevochtigen, en daar splitste zij zich in vier stromen.”
De naam Eden betekent “Verlustiging”. De Septuagint (Griekse vertaling van het Oude Testament) vertaald dit met “Paradijs”.
Ezechiël 31:9, 16, 18;
“Schoon had Ik hem gemaakt met zijn overvloed van takken; alle bomen van Eden die in Gods hof stonden, benijdden hem….Door het gedreun van zijn val deed Ik de volken beven, toen Ik hem deed neerdalen in het dodenrijk, bij hen die in de groeve zijn neergedaald. Maar in de onderwereld troostten zich alle bomen van Eden, de keur en het schoonste van de Libanon, alle waterdrinkers..Aan wie onder de bomen van Eden zijt gij dan in heerlijkheid en grootheid gelijk? Met de bomen van Eden zult gij neergeworpen worden in de onderwereld, liggen te midden van onbesnedenen, bij hen die met het zwaard gedood zijn. Zo gaat het Farao met zijn gehele mensenmenigte, luidt het woord van de Here Here.”
Joël 2:3
“Voor hem uit verteert een vuur en achter hem laait een vlam; als de hof van Eden is het land voor hem, en achter hem is het een woeste wildernis; en ook is er aan hem niet te ontkomen.”
Ezechiël 28:13.
“In Eden waart gij, Gods hof; allerhande edelgesteente overdekte u: rode jaspis, chrysoliet en prasem, turkoois, chrysopraas en nefriet, lazuursteen, hematiet en malachiet. Van goud was het werkstuk, waarin zij waren gevat en aan u vastgehecht; toen gij geschapen werdt, waren zij gereed.”
Het Hebreeuwse woord voor paradijs, namelijk pardes, wordt met park vertaald in Hooglied 4:13; Prediker 2:5 en Nehemia 2:8. Dit woord heeft een specifieke oorsprong en betekend in het Perzisch, “ommuring en lusthof”. Het is voorwaar een wonderlijke plaats om te vertoeven.
Maar voor de goede orde moeten we onderscheid maken tussen de Tuin van Eden, van Lucifer (Ezechiël 28:11; Jeremia 4:23-26) en die van Adam, die als paradijs wordt aangewezen.
Het Adamitische of Arische Ras is in Eden ontstaan, maar waar lag Eden precies?
Genesis 2:10-14
“Er ontsprong in Eden een rivier om de hof te bevochtigen, en daar splitste zij zich in vier stromen. De naam van de eerste is Pison; deze stroomt om het gehele land Chawila, waar het goud is; En het goud van dat land is goed; daar is de balsemhars en de steen chrysopraas. De naam van de tweede rivier is Gichon; deze stroomt om het gehele land Ethiopië. De naam van de derde rivier is Tigris; deze stroomt ten oosten van Assur. En de vierde rivier is de Eufraat.”
Nu komen er slimme vaktheologen, die beweren dat het Paradijs ligt tussen de Tigris en de Eufraat. Maar dat kan onmogelijk waar zijn, want de huidige landstreken voldoen niet aan wat er in de Schrift staat geschreven. Want de Tigris en de Eufraat hebben geen gemeenschappelijke oorsprong, er bestaat geen bron of water, waarin hij in vieren is gedeeld of zijn ontsproten.
Wat men op de huidige landkaarten ziet is het volgende: wel komen zij bij elkaar als twee rivieren die naar zee stromen, maar dan missen we de andere twee rivieren. Elke goede landkaart kan u dit tonen. Maar er wordt gesproken van een rivier, die uit Eden uitging en zich verdeelde in vier stromen. Als wij de Bijbel als gezaghebbend aanvaarden, wordt het onze plicht, om naar een groep rivieren te gaan zoeken, waaruit een bron voortspruit. Zo’n plaats, waar vier rivieren uit één bron voortkomen, vinden wij op het Pamir Plato in Centraal Azië
De enige plaats, waar dit wel gebeurt en die precies zoals Genesis ons meedeelt, is te vinden in het gebied van Centraal Azië, tussen de Tian Shan bergen in het noorden en de Hindu Cush in het zuiden. Vanuit die meren op dit plateau vloeien de volgende 4 rivieren op uit; de Indus, Jaxartes, Oxus en Tarim.. De Oxus wordt steeds Gihon of Dgihon genoemd door de bewoners. De Chiltral tak van de Indus stemt dus overeen met de beschrijving van de Pison. De Jaxartes is de oorspronkelijke Eufraat en de Tarim, die oostwaarts vloeit, is de Hiddekel.
Prof S. H Buchanan zegt in zijnboek:”The world and the Book, dat het bovengenoemde plateau het beste aan de geografie beantwoord, zoals uitgebeeld in het eerste hoofdstuk van Genesis, want hier wordt goud, edelgesteenten en bedellium aangetroffen, dit is de plaats op aarde waar sprake van is waar de vier rivieren, die uit één bron voortvloeien, bij elkaar komen.
Sir Catson Maspero, de gewezen directeur-generaal van Egyptische oudheden, identificeert ook in zijn boek Ancient History of the Oriënt, het Pamir plateau als de plaats waar de Tuin van Eden gelegen heeft. Dit plateau was een hoog bergachtig, rechthoekig en uitgestrekt plateau, zo hoog gelegen, dat dit zou doen voorkomen alsof dit tussen hemel en aarde hangt. Van daaruit heeft een sterke rivier gevloeid, die zichzelf in vieren verdeeld heeft en zich over de omliggende landen heeft verspreid. Hier was de navelstreng van de wereld en de wieg van het mensdom.
Volgens Prof. Renan beschouwd de bevolking van Azië dit Pamir Plateau als het middelpunt van de aarde, waar de Tuin van Eden of het Paradijs gelegen was. Hij zegt: Alles duidt er op dat de tuin van Eden van de Semieten (Ariërs) in die bergreeks van Belurtag moet liggen, waar de reeks samensmelten met de Himalaya’s van het Pamir plateau. Dit plateau ziet er vandaag anders uit dan zevenduizend jaar geleden. Het gehele Azië was toen lager gelegen, dan dat van vandaag. Een grote binnenlandse zee heeft de steppen van dit Zuidelijke Siberië bedekt. De Kaspische Zee en de Arale Zee zijn hier de overblijfselen van.
Door al deze aanwijzingen in dat Noordelijke Siberië blijkt dat daar een semi-tropisch klimaat heeft geheerst en dat daar de ideale klimaatsomstandigheden op dit Pamir Plateau geheerst heeft. Dit plateau heeft een unieke plaats bekleed; dit werd het dak van de wereld genoemd en de waterschuur van Azië gevormd.
Dit plateau is heden op 15.000 voet boven de zeespiegel gelegen, daarboven komen de bergtoppen, die nog eens 10.000 voet hoger doen rijken. Slechts dit Pamir plateau beantwoordt aan de geografische aanwijzingen, zoals deze in Genesis 2:10 weergegeven wordt. Geen andere plaats in Azië beantwoordt aan deze beschrijving en al de bewoners van Azië beschouwen dat als “verboden Pamirs”; als de plaats van het oorspronkelijke Paradijs. Heden wordt dit plateau niet meer bewoond, dat meer als 15.000 voet boven de zeespiegel ligt, maakt het leven hier onmogelijk. Deze vierkant achtige aarde van ongeveer 180 bij 180 mijl vormt een lege en mysterieuze plek op de kaart van Azië. Heeft God dit misschien zo beschikt, totdat Hij de Tuin van Eden zal Herstellen?
Alles nog even op een rijtje:
Neem de Okses = Gichon, de Tamar = Hidekel, Jacartus = Eufraat, Indes = Pison, en dit brengt ons bij een landstreek met de naam Pamierplateau. Pamier betekent: “Land van valleien”. Dus een hoog land, met veel valleien. En dit deel was de grote water voorraadschuur van geheel Azië. Dus het oorspronkelijke Paradijs moet op dit Pamier plateau gelegen hebben. Want alleen deze plaats voldoet aan de beschrijving van de Schrift. En nadat Adam uit het Paradijs is gezet, is hij naar het Oosten gevlucht, naar een gebied in China, een Tamir/vallei gebied, een gebied van duizend mijl lengte en vijfhonderd mijl in de breedte. Zestienhonderd kilometer bij achthonderd kilometer, een geweldig stuk land, een zeer vruchtbaar gebied en in dit Tamir gebied is het nageslacht van Adam verder gegroeid en ontwikkeld, zij zijn daar gebleven tot aan de zondvloed. In dit gebied heeft God Zijn letterlijk beeld voortgeplant. Als we naar de aarde van die tijd kijken.
Een belangrijke opmerking; bij het woord aarde, moet men goed acht geven in welke context wij dit lezen? Wijs dit woord aarde naar de aardbol, zoals wij die vandaag kennen? Of wijst de term aarde in de Schrift naar een specifieke bewoonde plaats. Men moet goed bedenken en de volgende vraag stellen: om wie bekommert God zich? Alleen over het nageslacht van Adam en van Abraham, bij hem zien we nog een scherpere uitgezochte lijn. Maar daar later meer over.
Perfecte Harmonie.
Adam en Eva hebben in perfecte harmonie met God, met elkaar en de schepping geleefd.
Genesis 3:8.
“Toen zij het geluid van de Here God hoorden, die in de hof wandelde…”
God heeft hen geregeld bezocht, zoals een vader zijn kinderen bezoekt. Zij bezaten een fysiek en geestelijke leven. Zij bezaten de heerschappij over de gehele aarde, alsook het groeiende inzicht in de wil en wet van God. Zij hebben geweten dat ze gestraft zouden worden bij overtreding en beloond als zij goed deden. Zij waren Gode bewust en onschuldig met een natuurlijke geaardheid, die gekenmerkt is door liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, zachtmoedigheid, goedheid, geloof nederigheid en zelfbeheersing. Zij konden keuze maken, hun gebied regeren en beschermen tegen indringers. Zij hebben het vooruitzicht gehad van nog grotere heerlijkheid, indien zij in Gods toets zouden slagen, hun heerschappij en schepping- vermogen zou naar de planeten, sterren, ja het gehele heelal uitbreiden.
Adam was een miniatuur van God, een zoon van God (Lucas 3:38), geschapen naar het beeld en gelijkenis van God. Hij was onbedorven, vrij van smet, zondige begeerten, valsheid en alle vormen van boosheid. Hij was hoogst intelligent en geestelijk actief. Zijn geest en ziel verkeerden in een verheerlijkte toestand en hij kon de vreugde van zo’n toestand ten volste genieten. Hij had macht over satan, zijn engelen en de wezens van de aarde. Hij kon succesvol over hen heersen en aan God getrouw blijven, indien hij het zo verkoos. Hij kon van dit alles ten volste genieten, behalve van de verboden boom. Niets anders wat hij deed zou hij kunnen doen zonder te zondigen. God zou mettertijd meer van Zijn Wet aan Adam geopenbaard hebben, maar op dat stadium was daar maar één wet om aan gehoorzaan te zijn: ”daarvan zult gij niet eten.”
Adam leefde in het Koninkrijk van God. Alles in die toestand was volmaakt. De prachtige schoonheid van dit aardse koninkrijk kon alleen gemeten worden in de termen van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, die opgericht gaat worden met Jezus z’n komst. In deze prachtige en volmaakte omgeving hebben Adam en Eva in onschuld geleefd; zij waren volmaakt en kenden geen zondige natuur. Zij zijn in onschuld geschapen en de wet van tegenstrijdigheid (Romeinen 7:15-25) was daar niet aanwezig.
Adam en Eva’s lichamen waren volmaakt, gekleed met licht of de heerlijkheid van God en zij schaamde zich niet voor hun naaktheid. Zij hadden onvergankelijkheid, zowel de heerlijkheid. Voor hun val waren zij het prefecte beeld of heerlijkheid van God. Zij waren niet onderworpen aan een gevallen natuur, daarom konden zij eeuwig leven. Zij bezaten voorwaardelijke onvergankelijkheid. Het eeuwige leven was gebaseerd op hun onvoorwaardelijke gehoorzaamheid aan God. Hun lichamen werden niet ouder. Voor hun val was hun bloed in een andere vorm, dan dat van heden het geval is, bloed is gestold licht. Adam en Eva waren gekleed in een lichaam van licht, daarom veranderden hun lichamen niet. Pas na hun ongehoorzaamheid is zonde in hun bloed gekomen en dit licht of heerlijkheid verdwenen.
Romeinen 3:23.
“Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods.”
Dit is de oorzaak, dat mensen hun bloed moeten laten nakijken, om te bepalen wat zij mankeren. Zonde is de kiem geworden, zoals gerechtigheid in het bloed gedragen wordt en met de ziel verbonden is. Adam en Eva’s bloed waren drager van het licht, Gods heerlijkheid.
Adam is geschapen met volle on-benadeelde verantwoordelijkheid, omdat er geen boze natuur in hem was. Allebei zijn zij geschapen met een neiging naar het goede en hebben de vrijheid van keuzen ontvangen. Deze vrijheid was noodzakelijk zonder een keuze te maken om Gods geboden te gehoorzamen. Adam en Eva waren verantwoordelijk voor de geopenbaarde wil van God, dat gedeelte van Gods waarheid was aan hen gegeven en waren de normen waar zij mee moesten leven. Zij waren niet verantwoordelijk voor wat zij niet gekend hebben van Gods Raadsplan.
Deuteronomium 29:29.
“De verborgen dingen zijn voor de Here, onze God, maar de geopenbaarde zijn voor ons en onze kinderen voor altijd, opdat wij al de woorden dezer wet volbrengen.”
God heeft hun beide bevel gegeven, om volgens Zijn geopenbaarde wil te leven. Waar zij niets van wisten was buiten hun grenzen van hun verantwoordelijkheid. De soevereine wil behoort aan God alleen, de mens, een geschapen wezen, leeft door geloof in termen van de soevereine wil, zoals God dit openbaard.
De wet was in Adams geweten geschreven, hij is met onvergankelijkheid geschapen, die zou voortduren zo lang als hij niet van de boom van kennis van goed en kwaad zal eten. Hij kon kiezen tussen goed en kwaad. De boom van leven symboliseert gehoorzaamheid. Dit was de sleutel voor de mensverhouding met God en was tevens noodzakelijk om voort te leven in onvergankelijkheid. Adam heeft alleen kennis gedragen van wat goed was. Hij had geen zonde. Gods, onze Vader, bedoeling was dat Adam Hem lief zou hebben en Hem vrijwillig zou dienen.
Openbaring 4:11.
“Gij, onze Here en God, zijt waardig te ontvangen de heerlijkheid, de eer en de macht; want Gij hebt alles geschapen, en om uw wil was het en werd het geschapen.”
Deze tekst maakt duidelijk, dat Adam vrijheid van keuze ontving, zodat hij tussen goed en kwaad kon kiezen. De lof en eer, dat God bij Adam gezocht had, zou niet mogelijk geweest zijn, als Adam een robotachtig wezen geweest was, zonder de vrijheid om keuzen te kunnen maken.
De vraag, die gesteld mag worden, waarom God in de eerste plaats het kwaad geschapen heeft? De Schrift is erg duidelijk waarom God het kwaad geschapen heeft.
Jesaja 45:7.
“Die het licht formeer en de duisternis schep, die het heil bewerk en het onheil schep; Ik, de Here, doe dit alles.”
Jesaja 54:16.
“Zie, Ik ben het, die de smid geschapen heb, welke het kolenvuur aanblaast en naar zijn kunst het wapen vervaardigt, maar Ik ben het ook, die de verderver geschapen heb om te vernielen.”
1 Samuël 16:14.
“Maar van Saul was de Geest des Heren geweken, en een boze geest, die van de Here kwam, joeg hem angst aan.”
2 Samuël 12:11.
“Zo zegt de Here: Zie, Ik zal over u een kwaad doen komen, uit uw eigen huis; Ik zal uw vrouwen voor uw ogen weghalen en aan uw naaste geven; die zal bij uw vrouwen liggen op klaarlichte dag.”
Daniël 9:14.
“Daarom was de Here wakker om het onheil over ons te brengen; want de Here, onze God, is rechtvaardig in al de werken die Hij doet, maar wij hebben niet geluisterd naar zijn stem.”
Het is zeer redelijk, om te aanvaarden, om te geloven dat God het kwaad geschapen heeft, zodat de mens een keuze kon maken. De vrijheid van de wil vereist zo’n keuze. Zonder de tegenwoordigheid van het kwaad zou er niet geen keuze gemaakt kunnen worden. Kunnen wij de keuze maken, zonder het bestaan van kwaad? Kunnen wij licht kennen, zonder het contrast van duisternis. Kunnen we zoetigheid waarderen, zonder bitterheid? Zouden we de schoonheid van liefde kunnen zien, zonder het concept van haat? Het bestaan van het kwaad is noodzakelijk, zodat de keuze van vrijheid tot zo’n recht kan komen.
God heeft op al mogelijke wijze geprobeerd om Adam en Eva te beschermen, heeft hen alle hulp toegezegd om hen te helpen, zodat zij eerder het goede konden kiezen, dan het kwade. Adam kon van de Boom des levens eten en voor altijd leven. Hij had de volledige heerschappij over de aarde ontvangen en kreeg de opdracht om de Tuin te bewerken en te bewaken. Hij had de volle verantwoording over vee, landbouw en van elk andere vertakking kennis gedragen. Hij was in staat om alle levende wezens, die door God geschapen waren, te classificeren en aan hen namen te geven.
Adam kende de Wet van God zeer goed. Hij kende bijvoorbeeld de tien geboden en al de andere wetten, die noodzakelijk waren voor een goed bestuur van Gods schepping. Dit wordt bevestigd door het feit dat Abraham de wet gekend heeft.
Genesis 18:19.
“Want Ik heb hem gekend, opdat hij gebieden zou, dat zijn zonen en zijn huis na hem de weg des Heren zouden bewaren door gerechtigheid en recht te doen, opdat de Here aan Abraham vervulde wat Hij over hem gesproken heeft.”
Genesis 26:5.
“Omdat Abraham naar Mij geluisterd en mijn dienst in acht genomen heeft: mijn geboden, mijn inzettingen en mijn wetten.”
Ook Noach heeft ook de Wet gekend, hij nam reinen dieren om te offeren.
Genesis 8:20.
“En Noach bouwde een altaar voor de Here, en hij nam van al het reine vee en van al het reine gevogelte en bracht brandoffers op het altaar.”
Adam en Eva kende de volmaakte Wet van God.
Psalm 19:8.
“De wet des Heren is volmaakt, zij verkwikt de ziel; de getuigenis des Heren is betrouwbaar, zij schenkt wijsheid aan de onverstandige.”
De enige beperking, die Adam en Eva van God kreeg, was dat zij niet van de boom van kennis van goed en kwaad mochten eten. Op de dag dat zij daarvan zouden eten zouden zij sterven.
Genesis 2:17.
“Maar van de boom der kennis van goed en kwaad, daarvan zult gij niet eten, want ten dage, dat gij daarvan eet, zult gij voorzeker sterven.”
Het feit, dat de dood niet aanwezig was zonder overtreding van deze wet, wordt bevestigt met het feit, dat de zondige natuur in Adam en Eva ontbrak voor de Val. Romeinen 5:12 bevestigd dat de dood door de zonde gekomen is: ”Daarom, gelijk door een mens de zonde de wereld is binnengekomen en door de zonde de dood, zo is ook de dood tot alle mensen doorgegaan, omdat allen gezondigd hebben.”
Voordat de dood kwam was er geen tegenstrijdige zondige natuur in Adam en Eva. God heeft Adam uitdrukkelijk gewaarschuwd wat de gevolgen zouden zijn als hij van de boom van kennis van goed en kwaad zou eten: zonde zou zijn intrede in de wereld doen en de dood zou door zonde op Adams gehele nageslacht gelegd worden: ”Want, indien door de overtreding van de ene de dood als koning is gaan heersen door die ene…(17).
Adam heeft in Eva een wonderlijke helper en vennoot gehad. Zij was niet zijn hoofd geworden, om over hem te heersen; ook niet zijn voeten, dat hij op haar moest trappen; maar uit zijn zijde, om zijn gelijke te zijn; onder zijn armen dat, hij haar moet beschermen; en nabij zijn hart, om haar lief te hebben. Zij moesten elkaar aanvullen. Zij waren medewerkers van God. Indien zij aan God gehoorzaamden zou de doodzonde en de vloek nooit gekomen zijn. Er zou nooit ziekten, dood, pijn mislukkingen, ouderdom, ongelukkigen zijn, dorens en distels in de ganse Schepping geweest zijn. Maar hun liefde voor God moest examen afleggen.
Redenen waarom God de Mens moet toetst.
Adam en Eva waren als vrije wezens geschapen, met een vrije wil, zij waren geen robots, zij konden kiezen of keuzes maken. Maar de wil van de mens moest getoetst worden, om te zien of hij met God zal samenwerken tot voordeel van allen. Iedereen met een vrije wil moest zijn wil reinigen, om elke mogelijkheid, om te vallen uit te sluiten. Zodat daar een wederzijds vertrouwen tussen hen en God kan zijn. Zodoende zal er geen mogelijkheid aan de kant van de mens ontstaan, dat hij Gods Eeuwig Plan op enig stadium in de toekomst kan dwarsbomen.
Een vrije wil moet onder al mogelijke omstandigheden geplaatst worden, zodat er geen mogelijke overtredingen tegen het eeuwige plan van God, op welk stadium in de toekomst zal zijn. God moest Adam testen, voordat Hij de eeuwige verantwoordelijkheid op hem kon leggen, die Hij voor hem in gedachten had. Iedereen heeft een vrije wil en moet de volgende lessen leren:
- God moet gehoorzaamd en gerespecteerd worden.
- Zijn wetten zijn perfect en rechtvaardig.
*Zonde loont niet en zal nooit geëxcuseerd worden.
*Gods vorm van regering is de enige correcte manier.
*Vrijwillige onderwerping aan God, omdat wij Hem liefhebben is het grootste en eerbaarste beginsel van regeren.
*Gerechtigheid en rechtvaardigheid moeten aanwezig zijn, anders kan er geen gemeenschap voortbestaan.
*Toewijding aan God, tot voordeel van allen moet de aard en grootste voorrecht van de mens zijn.
*Gods is genadig en barmhartig, Hij zal de overtredingen vergeven aan hen die berouw tonen en geleerd hebben dat ongehoorzaamheid niet loont.
God is de enige, absolute, rechtvaardige, perfecte Wezen en de enige, die waardig is en in staat is tot gezag, die nooit onder vraagtekens geplaatst kan en moet worden. - Alle aantijgingen van rebellie tegen God zijn leugens.
- God doet alleen dingen, die voordeel opleveren voor Zijn gehele schepping.
- Als gevolg van Zijn positie, als Schepper, als in standhouder en Beschermer, moet Hij erkend worden als de Opperheerser van het heelal.
De Twee Bomen in de Tuin.
Veel is er al geschreven over de bomen in de Tuin van Eden. Wat ook de boom van Leven was, dit was een symbool van gehoorzaamheid, om daarvan te eten was om in gehoorzaamheid te leven aan de morele Wil en Wet van de Schepper.
Deuteronomium 8:3.
“Ja, Hij verootmoedigde u, deed u honger lijden en gaf u het manna te eten, dat gij niet kendet en dat ook uw vaderen niet gekend hadden, om u te doen weten, dat de mens niet alleen van brood leeft, maar dat de mens leeft van alles wat uit de mond des Heren uitgaat.”
Adam zou van de Boom des Levens gegeten hebben door gehoorzaamheid aan de bevelen van de Schepper. Als Gelovigen eten wij op dezelfde wijze van de Boom des Levens:
Johannes 6:33, 35.
“Want dat is het brood Gods, dat uit de hemel nederdaalt en aan de wereld het leven geeft…Jezus zeide tot hen: Ik ben het brood des levens; wie tot Mij komt, zal nimmermeer hongeren en wie in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten.”
Ons nieuwe leven in Jezus, de Gezalfde, geeft aan ons een nieuwe natuur, waardoor wij in gehoorzaamheid aan de eeuwige wet van God eeuwig kunnen leven.
De Boom der kennis van goed en kwaad kan met recht een boom van zonde en dood genoemd worden. Deze staat als teken van de gevolgen van ongehoorzaamheid. God heeft duidelijk aan Adam gezegd, dat het eten van deze boom de dood tot gevolg zal hebben:
1 Johannes 3:5.
“Ieder, die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid, en de zonde is wetteloosheid.”
Romeinen 6:23.
“Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood, maar de genade, die God schenkt, is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Here.”
Kennis van goed en kwaad was nodig, om de goede en de slechte kanten van de Wet te leren kennen.
Deuteronomium 1:39.
“En uw kleine kinderen, waarvan gij gezegd hebt: ten roof zullen zij zijn, en uw zonen, die op dit ogenblik nog geen kennis hebben van goed en kwaad, die zullen daar komen, ja, aan hen zal Ik het geven en zij zullen het in bezit nemen.”
Zegen volgt op gehoorzaamheid en de vloek op ongehoorzaamheid en de vloek volgt op ongehoorzaamheid.
Deuteronomium 11:26-28.
“Zie, ik houd u heden zegen en vloek voor: Zegen, wanneer gij luistert naar de geboden van de Here, uw God, die ik u heden opleg; Maar vloek, indien gij naar de geboden van de Here, uw God, niet luistert….”
Dit beginsel wordt ook uitgedragen in:
Deuteronomium 30:15.
“Zie, ik houd u heden het leven en het goede voor, maar ook de dood en het kwade.”
Ongehoorzaamheid aan de Wet van God was omdat men at van de Boom der Kennis van goed en kwaad.
De Here God wilde niet dat Adam en Eva het kwaad moesten wedervaren. Want dit zou zonde zijn en kon slechts door verbreking van de Wet plaatsvinden.
1 Johannes 3:4.
“Ieder, die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid, en de zonde is wetteloosheid.”
God wil niet hebben dat zijn kinderen met de zonden zouden experimenteren. De uitdaging en verbreking van Zijn Wet betekenen zonde en een gewisse dood. God heeft geprobeerd, om Adam en Eva te beschermen, door aan hen duidelijke waarschuwingen te geven met wat er zou gebeuren als zij van de Boom der Kennis zou eten. Adam en Eva hebben slechts het goede gekend, zij kenden geen zonde en konden eeuwig leven, indien zij niet van de Boom der Kennis zouden eten.
Adam heeft de keuze gehad om zelf te kiezen, of hij al dan niet God zal gehoorzamen. God heeft Zijn wil aan Adam bekend gemaakt, zo ook de beloning voor gehoorzaamheid en de straf voor ongehoorzaamheid. Er zijn geen uitvluchten voor het kwaad en het kiezen om met Gods vijanden heulen. Hij kon kiezen, om God te gehoorzamen en de duivel uit de Tuin te houden, door deze te bewaken, zoals de opdracht van God luidde. Bedenk, dat Adam niet in een hopeloze positie verkeerde, waar hij geen keuze had en aan de Verzoeker moest toegeven. Hij heeft immers niet zoals wij, een gevallen natuur gehad.
De twee bomen in de Tuin van Eden bepaalden de toekomst van Adam en zijn geestelijke positie voor God, want de Boom van Leven en de Boom van kennis kan men vergelijken met de Genade Boom van Leven, of de wet van leven in Jezus, de Gezalfde. De genade Boom heeft Adam met voorwaardelijke onvergankelijkheid voorzien, dat betekent dat hij voor eeuwig zou hebben kunnen leven indien hij Gods Geboden gehoorzaam was gebleven.
De Wet van de Geest van Leven in Jezus, de Gezalfde.
Wij leven in- en volgens de “wet van de geest van leven in Jezus, de Gezalfde” door te eten van de Genade Boom, of de Boom van het leven.
Romeinen 8:2.
“Want de wet van de Geest des levens heeft u in Christus Jezus vrijgemaakt, van de wet der zonde en des doods.”
Nogmaals Adam kon eeuwig geleefd hebben en zou nooit gestorven zijn! Door te eten van de Genade Boom zou betekenen, dat hij Gods volmaakte wet onderhouden had. De Here Jezus leerde dat ook zijn discipelen en dus ook aan ons.
Mattheüs 19:7.
“Hij zeide tot hem: Wat vraagt gij Mij naar het goede? Een is de Goede. Maar indien gij het leven wilt binnengaan, onderhoud de geboden.”
Wanneer Jezus opstandingskracht in ons is, door middel van Zijn persoon, worden wij levend gemaakt voor de Wet.
Romeinen 8:4, 10-11.
“En Jezus zeide tot hem: Zie toe, dat gij het aan niemand zegt, maar ga heen toon u aan de priester en offer de gave, die Mozes heeft voorgeschreven, hun tot een getuigenis….Toen Jezus dit hoorde, verwonderde Hij Zich en zeide tot hen, die Hem volgden: Voorwaar, zeg Ik u, bij niemand in Israel heb Ik een zo groot geloof gevonden! Ik zeg u, dat er velen zullen komen van oost en west en zullen aanliggen met Abraham en Isaak en Jakob in het Koninkrijk der hemelen.”
1 Johannes 2:3-4.
“En hieraan onderkennen wij, dat wij Hem kennen: indien wij zijn geboden bewaren. Wie zegt: Ik ken Hem, en zijn geboden niet bewaart, is een leugenaar en in die is de waarheid niet.”
Let op: dit vers zegt niet: dat als wij zijn geboden bewaren wij Hem dan kennen (dit als gevolg van het houden van de Wet). Het is niet zo, dat door de Wet te onderhouden wij eeuwig leven ontvangen, maar wij onderhouden Zijn Geboden, omdat wij Hem kennen! Er is een groot verschil. Niemand kan rechtvaardig worden door de Wet te onderhouden, want niemand, behalve Jezus, kon dit ooit voor elkaar krijgen. Het onderhouden van zijn Geboden is een uitvloeisel of vrucht van onze geestelijke Wedergeboorte en verhouding met Hem.
Romeinen 3:10.
“Gelijk geschreven staat: Niemand is rechtvaardig, ook niet een.”
Johannes 5:24.
“Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie mijn woord hoort en Hem gelooft, die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel, want hij is overgegaan uit de dood in het leven.”
M..a.w. wanneer de zondaar, het Woord van God hoort, dan kan hij uit de dood in het eeuwige leven overgaan. Wanneer een zondaar, de Meester leert kennen, begint hij te eten van de Genade Boom. En de wet van de Geest van leven in Jezus, de Gezalfde, zal de zondaar levend maken voor de wet en hem in staat stellen om de Geboden van de Levende God te onderhouden. Hij is een nieuw schepsel geworden, met een innerlijke aandrijving en motivering van de Heilige Geest.
2 Korinthiërs 5:17.
“Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen.”
Filippenzen 2:13.
“Want God is het, die om zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u werkt.”
Het leven dat uit Jezus vloeit wordt een rivier van levend water en dit is tevens de kracht van de Heilige Geest.
Johannes 7:37.
“En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus en riep, zeggende Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke!..Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.”
Johannes 15:26.
“Wanneer de Trooster komt, die Ik u zenden zal van de Vader, de Geest der Waarheid, die van de Vader uitgaat, zal deze van Mij getuigen.”
De Genade Boom symboliseert leven in Jezus. Het is van levens belang, dat wij begrijpen, dat Jezus, de Gezalfde en Zijn volmaakte Wet-Woord in de Boom van het Leven verzinnebeeld wordt.
Johannes 6:47.
“Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie gelooft, heeft eeuwig leven.”
Johannes 11:26.
“En een ieder, die leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven; gelooft gij dat?”
1 Johannes 5:11-12.
“En dit is het getuigenis: God heeft ons eeuwig leven gegeven en dit leven is in zijn Zoon. Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet….Doch wij weten, dat de Zoon van God gekomen is en ons inzicht gegeven heeft om de Waarachtige te kennen; en wij zijn in de Waarachtige, in zijn Zoon Jezus Christus. Dit is de waarachtige God en het eeuwige leven.”
De vrucht van die Boom is gehoorzaamheid aan de wet, die het weer mogelijk maakt wordt door de wet van de Geest en in het Leven van Jezus. Er was op de herstelde aarde en in het Paradijs geen zonde aanwezig, daarom kon Adam in een zondeloze natuur eeuwig leven, indien hij zou voortgaan om in de gehoorzaamheid aan de wet te leven. De Boom van Leven en Jezus, de Gezalfde, zijn onafscheidelijk van elkaar. Jezus is de Weg, de Waarheid en het Leven, door Hem kunnen wij de geboden van God onderhouden als weg voor ons leven.
Johannes 14:6.
“Jezus zeide tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij.”
De “Wet van Zonde en de Dood” Boom.
Die boom is een symbool van de dood, die door zonde in de wereld gekomen is, op het ogenblik dat Adam aan God ongehoorzaam werd door te eten van de Boom der Kennis van Goed en Kwaad.
Romeinen 8:2.
“Want de wet van de Geest des levens heeft u in Christus Jezus vrijgemaakt, van de wet der zonde en des doods.”
Het gebruik van het woord wet is betekenisvol, omdat deze verwijst naar de Boom van Kennis van Goed en Kwaad. M.a.w. de boom van kennis. Want de wet verwijst naar de “wet van wet der zonde en des doods. De Vloek, die op Adam kwam toen hij de verboden vrucht at, dat is nu precies het woord van de wet, wanneer Paulus het gebruikt of wanneer hij spreekt van de Gezalfde, die ons verlost van de “vloek van de wet”.
Romeinen 7:6.
“Maar thans zijn wij van de wet ontslagen, dood voor haar, die ons gevangen hield, zodat wij dienen in de nieuwe staat des Geestes en niet in de oude staat der letter.”
Galaten 3:13.
“Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek der wet door voor ons een vloek te worden…”
De vrucht van de “Wet van Zonde en de Dood” is in de wereld gekomen door te eten van de vrucht van de Boom van kennis, m.a.w. men leerde het kwaad kennen (die kennis bezat Adam niet) en de waarschuwing luidde dat, die door ongehoorzaamheid zijn intreden zou doen. Dit gaf aan Adam een geweldige verantwoording, want met hem zou zijn hele nageslacht leven of sterven. Maar hij koos voor de dood, stom he? Maar hoe stom zijn wij? Kiezen wij voor Jezus, of kiezen wij voor de vruchten van kennis en worden wij gelijk aan Adam?
Paulus schrijft met grote nadruk dat de “kennis van zonde” door de wet komt en Johannes bevestigt dat de zonde overtreding van de wet is. Het is ook duidelijk, dat de zonde niet zonder de wet gekend kan worden. Het eten van de vrucht van de “wet van zonde en de dood” en de “boom van kennis” zou er dus zijn om de zonde te leren kennen. In tegenstelling met de Boom van Genade, zou deze boom Adam onder de vloek van de dood brengen en Adam zodoende onder een nieuwe wet plaatsen: “de wet van zonde en dood”
Lees nu eens aandachtig de volgende Schriftgedeelten, die ons inzicht geven van deze kennis.
Romeinen 3:20.
“Daarom, dat uit werken der wet geen vlees voor Hem gerechtvaardigd zal worden, want wet doet zonde kennen.”
1 Johannes 3:4.
“Ieder, die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid, en de zonde is wetteloosheid.”
Romeinen 7:7.
“Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Volstrekt niet! Ja, ik zou de zonde niet hebben leren kennen, tenzij door de wet; immers, ook van de begeerlijkheid zou ik niet geweten hebben, indien de wet niet zeide: gij zult niet begeren.”
Romeinen 8:2.
“Want de wet van de Geest des levens heeft u in Christus Jezus vrijgemaakt, van de wet der zonde en des doods.”
Romeinen 5:12.
“Daarom, gelijk door een mens de zonde de wereld is binnengekomen en door de zonde de dood, zo is ook de dood tot alle mensen doorgegaan, omdat allen gezondigd hebben.”
Er zijn genoeg Schriftuurlijke gronden om de Boom van Kennis ook de Wet van Zonde en de Dood te noemen.
Deuteronomium 30:15-16, 19.
“Zie, ik houd u heden het leven en het goede voor, maar ook de dood en het kwade: Doordat ik u heden gebied de Here, uw God, lief te hebben door in zijn wegen te wandelen en zijn geboden, inzettingen en verordeningen te onderhouden, opdat gij leeft en talrijk wordt en de Here, uw God, u zegene in het land, dat gij in bezit gaat nemen. Ik neem heden de hemel en de aarde tegen u tot getuigen; het leven (genade boom van leven) en de dood stel ik u voor, de zegen en de vloek (wet van zonde boom); kies dan het leven, opdat gij leeft, gij en uw nageslacht.”
De kennis van het kwaad (zonde) was steeds aanwezig, maar dit heeft voor Adam en Eva geen problemen gegeven, zolang zij van de Boom des Levens (genade) aten. In hun onschuldige staat hebben Adam en Eva geen kennis van zonde gehad. Zij hebben in en met de wet van de geest van leven in Jezus, de Gezalfde, gewandeld en de wet onderhouden. Als geestelijke wezens in aardse lichamen hebben zij de wet gehouden, omdat die: goed, heilig, rechtvaardig en volmaakt was.
Romeinen 7:12.
“Zo is dan de wet heilig, en ook het gebod is heilig en rechtvaardig en goed.”
Psalm 19:8.
“De wet des Heren is volmaakt, zij verkwikt de ziel; de getuigenis des Heren is betrouwbaar, zij schenkt wijsheid aan de onverstandige.”
In hun onschuldige staat, zonder kennis van het kwaad, zonder een zondige natuur, die niet in hen heeft gewoond (Romeinen 7:15-25) zouden Adam en Eva niet voor het kwaad gekozen hebben, tenzij er een derde partij hen negatief zou kunnen beïnvloeden. De mogelijkheid, om te zondigen, was in Adam en Eva wel aanwezig, maar was aan hen bekend, voordat zij van de verboden boom gegeten hadden. Adam en Eva hebben kennis van het goede gehad. Als God hen met een zondige natuur geschapen had, zou God van hun zonde beschuldigd kunnen worden. Zij hebben alleen maar een ingeboren neiging tot goedheid gehad.
De vraag, die kan ontstaan, is: kon Adam en Eva ooit zondigen zonder een derde partij, een verzoeker, die hen misleidde? Die verzoeker kon hen tot zonde verleiden, maar hij kon niet voor hen zondigen. Adam en Eva zouden zonder een derde partij in onschuld verder geleefd kunnen hebben. Het feit, dat zij verzocht zijn, is ook een recht, anders zou hun vrijheid om te kiezen nooit getest worden. Een andere vraag is: Satan is volmaakt geschapen (Ezechiël 28:15) menende zonder een zondige natuur. Wie heeft satan verzocht (getest?) Het antwoord is duidelijk: Satan was in een hogere positie, dan de mens, geschapen en heeft in die positie meer kennis gehad, dan de mens, onthoud: hij was bij de Troon van God, zelfs in Zijn tegenwoordigheid. Satan heeft kennis van goed en kwaad gekend, kon zondigen zonder dat er een tegenwoordigheid van een ander hem kon verzoeken.
De slang van Genesis 3:1.
Laten wij nu de derde persoon bestuderen, de slang vangen 3:1. Adam en Eva leefden door te eten van de boom des Levens (gehoorzaamheid aan Gods wet), totdat de slang zijn opwachting in de Tuin van Eden kwam maken
Hebreeën 2:14. “Daar nu de kinderen aan bloed en vlees deel hebben, heeft ook Hij op gelijke wijze daaraan deel gekregen, opdat Hij door zijn dood hem, die de macht over de dood had, de duivel, zou onttronen.”
De Bijbel identificeert de slang erg duidelijk. Die zegt precies wie de slang van Genesis 3:1 is. Enig andere interpretatie zou verkeerd zijn.
In Openbaring 12:9 en 20:2 lezen we duidelijk van de “oude slang”
“De grote draak werd eruit geworpen, de oude slang, die ook wel de duivel of Satan wordt genoemd en die de hele wereld misleidt. Hij en zijn engelen werden op de aarde geworpen.”
Het woord slang in het Hebreeuws is Nachash en dit betekent, om te fluisteren, te blazen en mompelen, zoals een tovernaar. M.a.w. een betovenaar. Het was zijn doel, om Eva te overtuigen, om kennis van de zonde te ervaren. De slang, in Genesis 3:1, was geen letterlijke slang en de verboden vrucht was niet een appel aan de boom! Wij moeten verlost worden van sprookjes verhalen en waan vertolkingen van de Schrift en onszelf inzetten, om bij de Waarheid van Gods Woord uit te komen.
Genesis 3:1. (Statenvertaling).
“Nachash nu was listiger dan al het gedierte des velds, hetwelk de HEERE God gemaakt had; en zij zeide tot de vrouw: Is het ook, dat God gezegd heeft: Gijlieden zult niet eten van allen boom dezes hofs?
De slang van Genesis 3:1 was satan, een imponerende, indrukwekkende en erg aantrekkelijke engel. Het is verkeerd, om hem voor te stellen met horentjes en gespleten hoeven en een hooivork in de hand.
Paulus spreekt van die gebeurtenis in Genesis 3:1 en hij zegt:”Och, of gij mij een weinig verdroegt in de onwijsheid; ja ook, verdraagt mij! Want ik ben ijverig over u met een ijver Gods; want ik heb ulieden toebereid, om u als een reine maagd aan een man voor te stellen, namelijk aan Christus. Doch ik vrees, dat niet enigszins, gelijk de slang Eva door haar arglistigheid bedrogen heeft, alzo uw zinnen bedorven worden, om af te wijken van de eenvoudigheid, die in Christus is. Want indien degene, die komt, een anderen Jezus predikte, dien wij niet gepredikt hebben, of indien gij een anderen geest ontvingt, dien gij niet hebt ontvangen, of een ander Evangelie, dat gij niet hebt aangenomen, zo verdroegt gij hem met recht.”
Satan verschijnt in de Tuin als een wijze en subtiele engel. Zijn verschijning was in een aardslichaam, die erg veel op die van Adam en Eva geleken heeft. Eva was zwaar onder de indruk dat zij met iemand kon preken, die door God was gestuurd. Satan is niet in de gedaante van een slang bij Adam en Eva op bezoek geweest. Hij deed dit op dezelfde wijze, zoals hij dat later ook bij de Here Jezus deed.
Mattheüs 4:1.
“Toen werd Jezus van den Geest weggeleid in de woestijn, om verzocht te worden van den duivel.”
Eva heeft geen zondige natuur gehad, die haar aanspoorde, om van de verbodenvrucht te eten, want zij heeft nog niet gezondigd. De zondige natuur is in haar gekomen, nadat zij van de verboden vrucht gegeten had en is zodoende onder de wet van de dood gekomen. (Romeinen 5:12).
Bullinger heeft in zijn Companion Bible het volgende gezegd over de slang van Genesis 3:1:
“In Genesis 3 hebben wij nog zinnenbeelden, mythen, legenden of fabels, maar die geven de letterlijke historische feiten weer. De structuur van Genesis 3 toont aan dat cherubs (hemelse of geestelijke wezen) van het laatste vers (Genesis 3:24) eisen dat een soort gelijksoortig wezen in vers één voorkomt. Deze Nachash, of slang, die Eva verleid heeft (2 Korinthiërs 11:3) wordt een “engel des lichts genoemd” (vers 14). Hebben we hier geen duidelijke aanwijzing dat dit geen slang was. Maar een glansrijk wezen, waarschijnlijk een engel, aan wie Eva grote eerbied bewees, aan hem herkenning heeft gegeven, als iemand die leek of hij verheven kennis had en het is zeer duidelijk dat dit een wezen van hogere oorsprong was? Meer nog in de beschrijving van satan, als de “koning van Tirus”, wordt dit duidelijk geïmpliceerd, dat laatstgenoemde een wezen van bovennatuurlijke orde was, omdat hij een “cherub” genoemd wordt (Ezechiël 28:14, 16..11-19). Zijn tegenwoordigheid in “Eden”, de tuin van God (vers 13), wordt erg duidelijk gesteld, zowel het feit, dat hij “volmaakt in schoonheid” was (vers 12), hij was volkomen in al zijn wegen, vanaf de dag dat hij werd geschapen, totdat er ongerechtigheid in hem gevonden werd (vers 15) en Hij “hoogmoedig” geworden is en over zijn “schoonheid”(vers 17). Er is veel meer over “de koning van Tirus” in Ezechiël 28:11-19 als het werkelijk waar was, dat de “prins”of “vorst” van Tirus (verzen 1-10). Deze woorden kunnen alleen begrepen worden op een machtig en meeste verheven bovennatuurlijk wezen, die God ooit geschapen heeft, dit met een doel om te tonen hoe groot zijn val was. Wanneer er van satan gesproken wordt, als van een slang, is dit figuurlijk. Dit betekent net zo min een slang als dat Dan een “slang” wordt genoemd in Genesis 47:17; of wanneer Nero een “leeuw” genoemd wordt (2 Timotheüs 4:17), of wanneer Herodus een “Jakhals” genoemd wordt (Lucas 13:32); of wanneer Juda een “Jonge Leeuw” genoemd wordt in Genesis 49:9. Dit is hetzelfde geval wanneer leerstellingen zuurdeeg genoemd wordt (Mattheüs 16:6). Dit toont aan dat men meer aan de werkelijkheid wil voldoen en dichterbij de waarheid staat. Indien figuurlijke taal gebruikt wordt, dan doet men het om de waarheid beter onder woorden te brengen of uit te drukken, daarom wordt deze beeldende taal gebruikt, want het zegt veel meer dan de letterlijke letter.”
Toen de slang voor Jezus verscheen (Mattheüs 4; Marcus 1:12-13 en Lucas 4:1-13). Is hij er niet in geslaagd, om Jezus te laten eten van de Boom van de Wet, van zonde en dood. Jezus reageerde door de Schrift te citeren. In Genesis 3:2-3 heeft Eva ook gereageerd door de Schrift (Dit wat God gezegd heeft) aan satan voor te houden, maar in dit geval heeft de slang aangehouden, om de Schrift te verdraaien en te vervalsen, totdat hij haar op het laatste moment kon verleiden, om van de verbodenvrucht te eten (Genesis 3:5). Satan wist, dat als hij de invloed van Gods Woord en wet in Eva kon afbreken, zij zou doen wat hij zegt.
- Zaai twijfel omtrent Gods woord (Genesis 3:1). Door alle eeuwen heen heeft satan zo gewerkt, door vraagtekens te plaatsen bij het Woord, zo zijn alle valse leerstellingen ontstaan. Dit is een bewijs van satans tegenstand tegen de Bijbel. Elke theorie, die God niet bedoeld heeft of heeft gezegd, die bij Zijn woord wordt bijgevoegd zijn dwaze uitleggingen, deze zijn satanisch geïnspireerd.
- Spreekt Gods Woord tegen (Genesis 3:4). Satan spreekt Gods Woord tegen door te zeggen: ”Gij zult geenszins sterven.” Hij noemt God een leugenaar! Jezus heeft gezegd: Satan is een leugenaar en is zelf de vader der leugen (Johannes 8:44). Als God zegt: ”..de ziel die zondigt, die zal sterven” (Ezechiël 18:4; Romeinen 6:23), dan bedoelt hij dit ook! Het is ons recht, dit te geloven of niet, maar dan moeten wij wel bereid zijn, om de gevolgen te ondergaan.
*Waanvertolking van Gods Woord (Genesis 3:4). In zijn tweede stelling, aan Eva, legt satan de basis voor alle valse uitleg van Gods Woord, door de eeuwen heen: “en gij als God zult zijn” (Genesis 3:5). M.a.w. “Jullie kunnen als God zijn om zonder iets te doen wat Hij gezegd heeft.” Satan haat Gods verordeningen en een uitstaand kenmerk van satans strategie is om Gods woord te verdraaien. Wij horen vele malen de uitdrukking: “wij hoeven niet alles letterlijk te nemen.” En “dit is niet wat er echt staat.”, of het in het “licht van deze tijd.” Als God zegt bekering, dan bedoeld Hij bekering. Als Hij zegt niet vermengen; moet er niet vermengd worden, punt uit!
- Verzoekingen, om Gods woord te overtreden (Genesis 3:6). De verzoeking was om kennis te verkrijgen, om zoals God te worden. De begeerte op zichzelf is geen zonde. God heeft ons toch immers volgens Zijn Beeld en Gelijkenis geschapen, wij als gelovigen behoren te streven om gelijkvormig te worden aan het Beeld van Zijn Zoon Jezus, de Gezalfde Koning van Israël. Dit lukt nooit op onze eigen manier en zeker niet door ongehoorzaamheid. De Here Jezus heeft de juiste weg aangegeven, maar niet op de zelfzuchtige manier van satan, zoals hij het aan Eva liet voorkomen. Wij moeten worden zoals God, door zelfkruisiging, door nederigheid en gehoorzaamheid aan het Woord van God, zoals onze Meester dit gedemonstreerd heeft (Filippenzen 2:5-10). De weg om hoog is laag beginnen!
Jakobus 4:6:
”Maar Hij geeft dan ook des te grotere genade. Daarom heet het: God wederstaat de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade.”
De val van Adam in de Tuin van Eden.
Satans verzoekingen vinden plaats op drie punten namelijk:
- Begeerlijkheid van het vlees
- Begeerlijkheid van de ogen
- De liefde voor de wereld hovaardig leven.
Johannes beschrijft deze drie punten voor ons in zijn brief:
1 Johannes 2:15-17.
“Hebt de wereld niet lief en hetgeen in de wereld is. Indien iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem. Want al wat in de wereld is: de begeerte des vlezes, de begeerte der ogen en een hovaardig leven, is niet uit de Vader, maar uit de wereld. En de wereld gaat voorbij en haar begeren, maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid.”
Als wij deze drie gebieden kunnen overwinnen, dan hebben wij satan, de wereld en het vlees overwonnen. Op deze drie gebieden heeft de Gezalfde aan het kruis de duivel overwonnen!
De “begeerlijkheden van het vlees.” Is om onze lichamelijke behoeften de vrije hand te geven. Maar wij kunnen niet toestaan, dat ons lichaam ons overheerst. De Here Jezus heeft gezegd: “Er staat geschreven: Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat” (Mattheüs 4:4).
De “begeerlijkheid van de ogen”: heeft te maken met de ziel. Daar ontstaan alle vleselijke lusten, m.a.w. ons denken. De Schrift zegt: “Want indien gij naar het vlees leeft, zult gij sterven; maar indien gij door de Geest de werkingen des lichaams doodt, zult gij leven” (Romeinen 8:13). Daarom is van het uiterste belang dat wij in ons denken vernieuwd moeten worden, en dat elke schans of weerstand in ons denken tegen de waarheid neergeworpen moet worden: “zodat wij de redeneringen en elke schans, die opgeworpen wordt tegen de kennis van God, slechten, elk bedenksel als krijgsgevangene brengen onder de gehoorzaamheid aan Christus” (2 Korinthiërs 10:5).
“De liefde voor de wereld, hovaardig leven.” Heeft te maken met onze aanbidding, met onze geest. Wie zit op de troon van ons leven? Zijn wij dat zelf, of is dat de Here Jezus. Ben ik mijn eigen god geworden en aanbid ik de werken van mijn eigenhanden? Zoek ik mijn eigen eer en roem, zelfs ten koste van anderen? Satan heeft Eva op deze drie gebieden benaderd, verzocht en Gods eerste mens is gevallen.
De val van Adam en Eva.
In Genesis 3:1-6 vinden wij het verslag hoe Eva, door Nachash, is misleidt en dat zij toen van de boom is gaan eten: “Nachash nu was het listigste van alle dieren des velds, die de Here God gemaakt had; en zij zeide tot de vrouw: God heeft zeker wel gezegd: Gij zult niet eten van enige boom in de hof? Toen zeide de vrouw tot de Nachash: Van de vrucht van het geboomte in de hof mogen wij eten, Maar van de vrucht van de boom, die in het midden van de hof staat, heeft God gezegd: Gij zult daarvan niet eten noch die aanraken; anders zult gij sterven. Nachash echter zeide tot de vrouw: Gij zult geenszins sterven, Maar God weet, dat ten dage, dat gij daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden, en gij als God zult zijn, kennende goed en kwaad. En de vrouw zag, dat de boom goed was om van te eten, en dat hij een lust was voor de ogen, ja, dat de boom begeerlijk was om daardoor verstandig te worden, en zij nam van zijn vrucht en at, en zij gaf ook haar man, die bij haar was, en hij at.”
Satan is, in de tuin verschenen, als een engel des lichts. Hij was van een hogere orde dan de mens en beslist hoger als de Levende Wezens. Hij was gevuld met allerhande wijsheden en was knapper dan alle ander levensvormen op aarde. Satan heeft de oorlog in de hemel verloren (Openbaring 12:7-9) en heeft zich daarom toegespitst op Gods werk op aarde, in het bijzonder op de mens, die in zijn plaats op aarde is komen wonen.
In de Pulpit Commentary staat een interessante gedeelte die verwijst naar Eva en Nachash.
“Hij is met de vrouw begonnen, die de zwakste van twee mensen. Hij heeft haar aangevallen toen zij alleen was – de beste tijd voor verzoeking. Pas op voor afzondering en het alleen zijn. Hij heeft de plaats goed gekozen waar hij zijn eerst slag te slaan was – toen de vrouw dicht bij de boom was om de gehele boom te zien. Hij was uiterst voorzichtig in zijn beweringen – door te beginnen met een gewonen vraag. Hij bewoog zich verder zo voorzichtig, dat hij in haar hart een plaats verover had. Hij openbaard nooit zijn werkelijke doel of motieven, maar verbergt dit in onduidelijke taal. Dan lijkt het alsof hij nooit de leiding heeft. In alles wat hij zegt geeft hij de vrouw het voordeel van de twijfel. Hij kiest het best aas dat er is om de nieuwschierigheid en verbeelding van de vrouw te bevredigen – zo dat zij inzicht krijgt.”
Nachash pleegt zijn eerste aanslag, op de vrouw, door twijfel in haar gemoed te zaaien: “God heeft zeker wel gezegd: Gij zult niet eten van enige boom in de hof? Hij is begonnen om de haat, de hoogmoed te testen, door het oppergezag van God en Zijn geldigheid van de wet te bevraagtekenen. Hij heeft de liefde voor de wereld, hovaardig leven getest, de geestelijke inhoud van de vrouw. Hij heeft geweten dat hij Eva moest scheiden van haar absolute vertrouwen in het oppergezag van God en diens Wet.
Merk eens op hoe de vrouw reageert op Nachash’s vraag: “Toen zeide de vrouw tot de Nachash Van de vrucht van het geboomte in de hof mogen wij eten, Maar van de vrucht van de boom, die in het midden van de hof staat, heeft God gezegd: Gij zult daarvan niet eten noch die aanraken; anders zult gij sterven.”
Eva openbaart de volledige kennis van de Waarheid, waarmee God Adam had geïnstrueerd, zij was volledig op de hoogte.
Door van de verboden vrucht te eten zouden zij proefondervindelijk inzicht krijgen van het verschil tussen goed en kwaad. Hiermee zouden zij hun heerlijkheid en voorwaardelijke onvergankelijkheid verliezen. De inherente kennis van de vrucht, hoe men zonde kan doen, geeft geweldige implicaties aan Adam en Eva. Zij zouden ontdekken dat de zonde een kloof brengt tussen God en mens. Zij zouden daarna verantwoordelijk zijn om alles goed te doen (wat eerst in hun natuur verankert lag zodat zij dit automatisch deden), maar hun zondige natuur heeft hen krachteloos gemaakt, om het goede te doen, die zij zelf voorgenomen hadden om te doen (Romeinen 7:15-25). God heeft Adam bevel gegeven om uit de buurt en van de boom af te blijven. Hij wilde niet dat zij proefondervindelijk kennis zouden krijgen tussen goed en kwaad. Het Woord van God waarschuwt ons dat Hij de zonde haat (Amos 5:15; Psalm 97:10).
Gelovigen mogen op geen enkele wijze met de zonde experimenteren. Een klein beetje zuurdesem (zonde) maakt het hele deeg zuur (Galaten 5:9). Laten we nu eens kijken hoe Nachash, het bij Eva, voor elkaar heeft gekregen, zodat zij ging experimenteren met de kennis van goed en kwaad:”Nachash echter zeide tot de vrouw: Gij zult geenszins sterven” (Genesis 3:4). Nachash maakt een aanslag op de ziel (intellect, wil en emoties) van de vrouw. Hij daagt openlijk Gods gezag uit, ontkent de geldigheid van Zijn Woord, alsook het feit, dat de dood het gevolg is van ongehoorzaamheid. In Johannes (8:44, 55) noemt Jezus Nachash’s nageslacht leugenaars en satans kinderen. Nachash daagt God openlijk uit toen hij zij: “Gij zult geenszins sterven.” Het gevecht, die in de hemel al had plaats gevonden vóór de grondlegging der wereld (Jesaja 14:12-14 en Openbaring 12:7-9), wordt op aarde voortgezet. Satan is woedend in zijn oorlog tegen God en het gezag van Zijn Woord.
Verder zegt Nachash: “Maar God weet, dat ten dage, dat gij daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden, en gij als God zult zijn, kennende goed en kwaad” (Genesis 3:5).
Dit is de taal van humanisme en New Age – “jullie zijn goden”; je moet God niet zoeken, wees je eigen god.” Nachash toetst haar onafhankelijkheid van God en Zijn Woord. Hij overtuigt haar, dat er een andere weg bestaat naar kennis, dan God en ZijnWoord. De mens kan goed en kwaad kennen zonder het oppergezag van God en Zijn Wet. Zij kon een god worden als zij van de verboden boom at. De hoeksteen van humanisme is gelegd. De gedachte, dat een mens god kan zijn, zonder de Waarheid van Jezus, de Gezalfde en Zijn Woord is de kern van het humanisme, in welke vorm, die dan ook verschijnt. Nachash impliceert, dat God de kennis van Adam en Eva tegenhoudt. Nachash heeft bij haar aangedrongen, om van de verboden boom te eten, om de zonde te doen, door middel van deze “kennis” zou zij haar weg tot in het wezen van God vinden, door er zelf één te worden. De begeerte van de mens, om onafhankelijk van God en Zijn Woord te leven, om zelf besluiten te nemen wat goed of verkeerd is, dat is de natuur van het humanistisch denken.
Wat was nu precies de zonde van Eva toen zij van de vrucht gegeten heeft?
Bij deze uiterst belangrijke zaak is het noodzakelijk dat gelovigen niet dwalen. Bedenk wel, dat de rest van de Bijbel, de gevolgen draagt van de gebeurtenissen van Genesis 3. Dit toont de enige weg terug naar de Boom des Levens (eeuwig leven in de Gezalfde), het volledig herstel en redding van de mens en het Koninkrijk van God op aarde. Als wij Genesis drie niet goed begrijpen is er geen basis, of fundament, voor de rest van de Bijbel.
Genesis 3:6 vertelt ons de verschrikkelijke gebeurtenis van Eva, die van de Boom gegeten heeft:”En de vrouw zag, dat de boom goed was om van te eten, en dat hij een lust was voor de ogen, ja, dat de boom begeerlijk was om daardoor verstandig te worden, en zij nam van zijn vrucht en at, en zij gaf ook haar man, die bij haar was, en hij at.”
Wat was nu de zonde, die de val van Adam en Eva bewerkstelligd heeft? Meer specifiek, wat was de inhoudt van de zonde, toen zij van de Boom van kennis van goed en kwaad hadden gegeten?
Het woord eten heeft verschillende betekenissen in het Hebreeuws, waarvan er één luidt: om “te liggen”, (398 in Strongs Exhaustive Concordance). In Genesis 3:3 zegt de vrouw tegen Nachash, dat het verboden is om de boom aan te raken, of daarvan te eten.
Wat was Eva verboden om aan te raken? Wat was haar verboden om te eten? Let eens op het woordgebruik van het eten in Spreuken 30:20: ”Zo is de weg der overspelige vrouw: zij eet, veegt haar mond af en zegt: Ik heb geen kwaad gedaan.”
U ziet dat dit soort eten met overspel te maken heeft. Wat heeft God bedoeld toen Hij gezegd heeft dat Adam en Eva niet van de Boom Kennis van Goed en kwaad mochten eten? Bedenk wel, dat het woord eten verschillende betekenissen heeft in het oorspronkelijke Hebreeuws. Vruchten eten van een natuurlijke boom heeft een andere betekenis, dan het eten van de Boom des Levens. Het eten van de Boom van Kennis heeft weer een andere betekenis.
Voedsel is een interessant woord en is afkomstig van het Hebreeuwse woord Maakal (Strongs 3978). Wat interessant is dat dit van hetzelfde stamwoord komt als eten (398). Het gebruik van voedsel, in Genesis 3:6 (Zie KJV), wordt door zijn betekenis verbonden aan eten, die op zijn beurt weer verbonden wordt aan de betekenis van liggen. Het voedsel van deze Boom van Kennis was onwettige seksuele betrokkenheid met satan.
Het woord “vrucht” komt van Periy en een ander grondwoord Parah in het Hebreeuws bevat de gedachte van nageslacht of kroost (Strong 6529 en 6509). Vrucht dragen in de Bijbel, met betrekking tot zaad of kinderen, behelst een nageslacht. De Webster Dictionairy beschrijft één van de betekenissen van vrucht als volgt: ”Offspring, young, as the fruit of the womb, of the loins, of the body.” Van welke soort vrucht heeft de vrouw gegeten in Genesis 3:6? De vrucht, van het zaad, van de duivel, via Nachash. Eva heeft gemeenschap gehad met Nachash, die op zijn beurt door satan gebruikt werd. De duivel (geest) is persoonlijk in Nachash gevaren en heeft zijn zaad/sperma gebruikt, om Eva te bevruchten, zodat er een bastaard nageslacht op aarde kwam.
Stelling: De duivel is een prachtig hemels wezen, zo wordt hij althans in de Bijbel beschreven, die komt in de Tuin met de bedoeling om Eva verleiden, dan heeft satan toch geen ander wezen nodig, zoals Nachash, om die te gebruiken, om zijn doel te bereiken?
Eva en het “Levende Wezen” beschikken beiden over een fysiek lichaam en konden daarom geslachtsgemeenschap hebben, maar dit kan niet met een geesten wezen.
Daarom is het een verkeerde voorstelling van zaken om Nachash als een reptiel voor te stellen. Uit de verenig van Eva en Nachash komt de vrucht Kaïn en deze wordt in de Bijbel aangeduid als nageslacht (zaad) van de boze: ”niet gelijk Kaïn: hij was uit de boze.” De duivel en Nachash werden tot één lichaam gesmeed. Mensen, die door de duivel bezet zijn, blijven hun eigen structuur behouden, alleen is hun geest onder controle van de duivel. Dus een buitenstaander ziet alleen een persoon van vlees en bloed! Dit is belangrijk om te weten.
Het woord begeren of begeerte, die in Genesis 3:6 en 3:16 gebruikt wordt, is erg belangrijk. Wat is de betekenis van begeerte? Toen de vrouw van de vrucht van de Boom van Kennis wilde eten? Wat wilde zij hebben? Waarom heeft God gezegd dat haar begeerte naar haar man zal uitgaan? Dit impliceert dat haar begeerte vroeger naar iemand anders uitging. In Genesis 3:6 is satans verschijning “als een engel des lichts” en manifesteert zichzelf in Nachash. De vrouw wilde door Nachash de sleutel tot de kennis van goed en kwaad in haar bezit krijgen, om zo in staat gesteld te worden om een god te kunnen zijn. Wij kunnen niet ontkennen dat het woord begeren een seksuele connectie heeft.
Genesis 3:6.
“En de vrouw zag, dat de boom goed was om van te eten, en dat hij een lust was voor de ogen, ja, dat de boom begeerlijk was om daardoor verstandig te worden, en zij nam van zijn vrucht en at, en zij gaf ook haar man, die bij haar was, en hij at.”
Dus om”verstandig te worden” en dat de boom begeerlijk was (to make one wise-KJV). Volgens de Oxford Universal Dictionairy heeft het woord “verstandig” de volgende betekenis “om een goed oordeel of een goede onderscheiding aan de dag te leggen of te beoefenen; om de vermogens te hebben om de beste middelen aan te wenden om een doel te bereiken.”
Satan heeft vroeger geprobeerd Eva te misleiden door haar te laten geloven, dat als zij van de vrucht at, haar ogen open zouden gaan, zoals God zei. Het gebruik, van het woord verstandig, wijst op (verstand) en dit heeft verrijkende gevolgen. Het heidense idee van wijsheid, zoals in de Babylonische godsdienst in het verleden werd verkregen, was om seksuele omgang, om goden, te hebben, om wijsheid te verkrijgen. Deze vorm vindt men in tal van andere heidense godsdiensten over de gehele wereld. Kijk maar om u heen, het is allemaal sex wat de klok slaat, bij reclame heeft dit element de overhand. Men kan geen nieuwe auto kopen, zonder dat er een foto van een half naakte vrouw te zien is. Verder vindt men deze tactiek ook bij vele andere producten, en ook erg in is het om kleurlingen te gebruiken. De achter liggende gedachte is zich te vermengen, om zodoende een bastaard geslacht op de aarde te zetten. Satans eerste aanval, op het Adamitisch nageslacht, was de vrouw Eva en hij werkt nog steeds verder met hetzelfde plan!
Romeinen 1:25.
“Zij immers hadden de waarheid Gods vervangen door de leugen en het schepsel vereerd en gediend boven de Schepper, die te prijzen is tot in eeuwigheid. Amen.”
Kijk hoe onze overheid, in samenwerking met de vaktheologen, bezig zijn om dit land met vreemde volkeren te laten integreren, oftewel te verbasteren. Zelfs vaktheologen, die de boodschap van Israël’s identiteit kennen, zwichten voor deze manier van werken, zij kussen de grond waarop de buitenlanders, vooral zwarten en joden, lopen.
De wijsheid van de duivel is een pertinente leugen! De gedachte dat met wijsheid, door geslachtelijk gemeenschap met de Jezus zou kunnen verkrijgen, is zo walgelijk dat dit niet te beschrijven is. De gehele gebeurtenis van Genesis 3 verklaart tevens waarom de maagdelijke geboorte van Jezus heeft moeten plaats vinden. Waarom moest de Here Jezus op deze wijze naar de aarde komen? Heeft dit niet te maken met wat er in de Tuin van Eden is gebeurd? Het wonderwerk van Zijn geboorte is, dat dit zonder geslachts gemeenschap heeft plaats gevonden. Wanneer wij in het Nieuwe Testament kijken wat er met Maria, de moeder van Jezus, gebeurd is en hoe zij door de Heilige Geest, zonder geslachtsomgang, bevrucht is, om aan Jezus geboorte gestalte te geven. Nu kunnen wij begrijpen hoe satans plan werkte. Hij kan niet scheppen, er was maar één manier om zichzelf voort te planten, dat was via Nachash. Hij wilde een eigen zaad op aarde hebben en dit was het doel van satans verzoeking bij Eva. Als satan kon verhinderen dat Jezus, uit een zuivere zaad, op aarde geboren zou worden en hij in dat proces ook zijn eigen zaad op aarde kon vestigen, dan kon hij de macht op aarde opnieuw in handen krijgen. Zijn enige opzet was/is om Gods geslacht op aarde te vernietigen.
Het is belangrijk om er op te wijzen hoe men in de heidense godsdiensten de geslachts gemeenschap inneemt, in de verschillende duivelaanbiddingen. Het beoefenen van prostitutié is erg in zwang, om aan kennis te komen. Denk aan de zeven volken van Kanaän (Leviticus 18). Waarom gebruiken deze heidenen het beeld van fallus, een mannelijk voortplantingsorgaan, als symbool voor scheppingsmacht onder meer Bacchus, Baäl en anderen. De leugen van satan is dat kennis te verkrijgen is door seksuele eenheid.
Lust: is een belangrijk woord in de theologische ontdekking van Genesis 3:6. Dit woord wordt ook direct gekoppeld aan het hierboven vermelde uitleg van begeerte en verstand. Het Hebreeuwse woord Taavah (strong 8378) betekent een begeerte, lust, lekkernij, begerigheid. Toen Eva zag dat de boom een lust voor het oog was heeft dit een vleselijk zonde tot gevolg gehad.
1 Johannes 2:16.
“Want al wat in de wereld is: de begeerte des vlezes, de begeerte der ogen en een hovaardig leven, is niet uit de Vader, maar uit de wereld.”
“Maar van de vrucht van de boom, die in het midden van de hof staat, heeft God gezegd: Gij zult daarvan niet eten noch die aanraken; anders zult gij sterven” Genesis 3:3).
Het woord aanraken betekend, volgens Strongs 5960, om bij een vrouw te liggen. De Hebreeuwse betekenis heeft verreikende gevolgen. Dit wordt namelijk aan satans leugen verbonden, dat seksuele omgang de manier is om van Eva een god te maken, door het kennen van goed en kwaad. Nu kennen wij Eva’s overtreding, maar wat was die van Adam?
Adams overtreding.
Als de omgang met de duivel Eva’s zonde was, wat had Adam dan gedaan? Adam heeft de staat van heerlijkheid en onvergankelijkheid behouden, toen Nachash Eva verleide. Toch was hij zich terdege van bewust van wat er geurt is. Hij is niet misleid.
1 Timotheüs 2:14.
“En Adam heeft zich niet laten verleiden, maar de vrouw is door de verleiding in overtreding gevallen.”
Adam heeft door eigen keuze afstand gedaan van zijn heerlijkheid en onvergankelijkheid, omdat hij de vrouw liefhad, die hij van God gekregen had. Die twee waren immers één vlees geworden (Genesis 2:24). Dit was ook de eerste huwelijksvoltrekking op aarde.
Eva had haar lichaam aan Nachash gegeven buiten het huwelijksbond om en de eenheid tussen haar en Adam verbroken. Zij heeft op haar eigen wijze van de boom gegeten, zonder haar man. Eva is misleid en toen verleid. Nu lezen wij het volgende: “en zij nam van zijn vrucht en at, en zij gaf ook haar man, die bij haar was, en hij at” (Genesis 3:6). Adam moet het van de vrouw aannemen om van de boom te eten. Adam heeft geen band of verhouding met de boom gehad. Adam is tot Eva’s niveau afgedaald, heeft afstand gedaan van zijn heerlijkheid en onvergankelijkheid ter wille van de vrouw, die hij liefhad. Hij heeft met haar fysiek gemeenschap gehad. Was Adams zonde dan, dat hij gemeenschap met zijn vrouw heeft gehad?
1e. Adam heeft geweten, dat Eva door satan is misleid en verleid.
2e. Adam heeft geweten, dat de vrouw uit haar positie van heerlijkheid en onvergankelijkheid is gevallen en nu in een lichaam van zonde is gaan wonen.
3e. Adam heeft geweten, dat als hij met Eva in haar zondige toestand fysieke omgang had, dat hij de toorn van God over zichzelf zou brengen. Adam heeft echter geen kans gehad om van haar te scheiden, daarom heeft hij zich willens en wetens met haar in haar zondige toestand met haar verenigd. Zoals miljarden mensen dit vandaag nog steeds doen. Adam overtrad Gods morele wet en bracht zo de toorn van God over zichzelf. Hierdoor werd hij een type voor de Tweede Adam, Jezus, de Gezalfde, die ter wille van de liefde voor Zijn vrouw Israël de straf op zich heeft genomen.
2 Korinthiërs 5:21.
“Hem, die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem.”
Adam en Eva waren naakt, maar zij schaamden zich niet.
In hun onschuldige staat zouden Adam en Eva alleen geslachtsgemeenschap gehad hebben om zich voort te planten. Daar is sex oorspronkelijk ook voor gemaakt. Dit is zichtbaar in het dierenrijk. Wellust voor plezier van de fysieke intimiteit bestond bij Adam en Eva niet. Zij waren naakt, maar zij schaamden zich niet. Waarom niet? Zij hebben géén zonde gekend, alleen het goede. De geslachtsdaad gebeurde in reinheid en daar was geen lust voor nodig. Adam en Eva waren voor de Val in zo’n verheven toestand, wat wij ons echt niet kunnen voorstellen. Adam en Eva waren beide naakt voor hun val, maar schaamden zich niet. Wat heeft het tot schaamte gebracht?
Genesis 3:8-11.
“Toen zij het geluid van de Here God hoorden, die in de hof wandelde in de avondkoelte, verborgen de mens en zijn vrouw zich voor de Here God tussen het geboomte in de hof. En de Here God riep de mens tot Zich en zeide tot hem: Waar zijt gij? En hij zeide: Toen ik uw geluid in de hof hoorde, werd ik bevreesd, want ik ben naakt; daarom verborg ik mij. En Hij zeide: Wie heeft u te kennen gegeven, dat gij naakt zijt? Hebt gij van de boom gegeten, waarvan Ik u verboden had te eten?
Waarom hebben zij vijgenbladeren gebruikt om hun geslachtsdelen te verbergen? Als de zonde een keus van hun verstand was, dan heeft dat niets met het lichaam te maken gehad, waarom sloten zij niet hun ogen? Wanneer wij het woord naakt in het Hebreeuws gaan bestuderen, dan begrijpen wij waarom zij zo gehandeld hebben.
Het woord naakt van Genesis 2:25 komt van een ander woord, dan die van Genesis 3:7-11. Waarom dat verschil? In Genesis 2:25 is het woord arown (Strong 6174), dat naakt betekend, zoals wij dat kennen. Bedenk wel, er was niets mis met de naaktheid van Adam en Eva, voor de zondeval van Genesis drie, wat ook beschreven staat in Genesis 2:25. Dit heeft geen zondige of negatieve implicatie gehad. Adam en Eva waren in ieder geval gekleed in een lichaam van licht, gekleed met Gods heerlijkheid.
Het woord naakt in Genesis 3:7-11. Komt van het woord eyrom (Strongs 5903), die de basis gedachte in zich draagt van om naakt te worden, maar dan in een kleinerende of afbrekende vorm “om geslepen te zijn.” Het gebruikte woord in Genesis 3:7-11 impliceert van iets afbreken. Wat hadden Adam en Eva gedaan, dat zij zich gingen schamen voor hun naaktheid? Het gebruik van het woord naakt wordt direct gekoppeld aan de leugen van satans vraag aan Eva, namelijk dat seksuele gemeenschap haar in staat stelt een god te zijn.
Adam en Eva’s poging, om hun geslachtsdelen met vijgenbladeren te bedekken, duidt op de ware aard van hun zonde. Zij waren beschaamd. Zij hadden het verbod van de Levende God overtreden. Het gebruik van het woord bandeloos (Naked- KJF), zie ook Exodus 32:25 en Leviticus 18 en 20 (zie de King James Vertaling), duidt op seksuele connecties. Kijk ook naar de manier waarop het woord schaamte (nakedness), in Ezechiël 16:36-37, gebruikt wordt. Wij hebben hier in Genesis te doen met twee soorten naaktheid: de eerste in Genesis 3:7, deze bevat de elementen van schande en zonde. Deze naaktheid is een degradatie in afbrekende zin. Voor de val hebben Adam en Eva in de volle heerlijkheid van God geleefd, geschapen naar Zijn Beeld en Gelijkenis, zij hadden de tegenwoordigheid en heerlijkheid van God, in en over zich gehad.
Adam en Eva waren niet naakt, zoals wij die kennen. De man en vrouw waren met licht bedekt of gekleed. Zij waren bekleed met de heerlijkheid van God, m.a.w. zij waren met licht bekleed. In het Apocriefe Boek van Eden staat in hoofdstuk 12:6-7, 14 het volgende geschreven:”O Adam, en terwijl jij in Mijn Tuin was en Mij gehoorzaam was, heeft daar een helder licht ook op jou gerust. Maar toen ik hoorde van jou overtreding heb Ik dat heldere licht van jou weggenomen… Want Ik heb jou van licht gemaakt; en Ik wilde kinderen van licht uit jou laten voorbrengen zoals jij.” Adams zonde heeft het licht weggenomen
Romeinen 3:23.
“Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods.”
Na de val moest God voor hen kleren van huiden maken (Genesis 3:21), dat spreekt van de dood van een onschuldige (dier), om de naaktheid van de schuldige te bedekken. Dit verwijst naar de dood van de Here Jezus, die geofferd moest worden voor het zondige Adamitische geslacht. Adam en Eva hebben hun heerlijkheid verloren. Zij waren niet langer met licht bekleed. Hun fysieke schaamte werd ten volste geopenbaard en zij waren vol schuldgevoelens, schaamte en probeerden zo hun naaktheid voor God te verbergen. In plaats dat zij hun schuld bekennen, blameren zij anderen.
De Nachash heeft mij verleid. (de Staten vertaling vertaalt dit met bedrogen, andere vertalingen geven misleiden weer).
Genesis 3:13.
“Daarop zeide de Here God tot de vrouw: Wat hebt gij daar gedaan? En de vrouw zeide: De Nachash heeft mij verleid en toen heb ik gegeten.”
Laten wij deze woorden eens nader bestuderen, de vertalers gaan uit van het Hebreeuwse basiswoord: nasha (Strongs 5377). Dit heeft de betekenis: Om op een dwaalspoor te leiden, verstandelijk te misleiden, of moreel te verleiden: bekoren, misleiden grotelijks, geheel en al.
De Webster Dictionairy definieert verleiden: (Engels. beguile) als volgt: “To deprive (of or out) by deceit). Eva is door bedrog beroofd van haar maagdelijkheid, zij is misleid en toen verleid, omdat Nachash haar heeft laten geloven, dat de daad van geslachts gemeenschap de manier is om goed en kwaad te kennen, om zoals God, of om een god te worden. Paulus zegt dit heel duidelijk in:
1 Timotheüs 2:14.
“En Adam heeft zich niet laten verleiden, maar de vrouw is door de verleiding in overtreding gevallen.”
Volgens HAT, Verklarende Handboek van de Afrikaanse taal, betekent het woord verleiden:
Verkeerd leiden; overhalen om iets verkeerds te doen. Tot zonde brengen. Jonge meisjes verleiden. Eva is eerst in haar denken misleid en toen is zij lichamelijk verleid.
Zaad.
Zaad is een ander uiterst belangrijk woord als wij Genesis drie willen begrijpen. Dit wordt 275 keer in de Bijbel gebruikt en in het Hebreeuws is het basiswoord, Zera (Strongs 2233), afkomstig van vrucht, plant, zaaitijd, of nageslacht, afgeleid van zara (Strongs 2322) wat om vrucht te dragen of te ontvangen betekent.
Het gebruik van het woord zaad moet vanaf het begin tot aan het eind van de Bijbel voorzichtig opgespoord worden. Als wij de tegenstrijdigheden, rondom het woord zaad, die in Genesis 3:15 voorkomt niet uitzoeken, zullen wij bij het opsporen door de gehele Bijbel problemen krijgen. Wanneer dit in het Nieuwe Testament gebruik wordt, zoals b.v. in:
Mattheüs 13:24.
“Nog een gelijkenis hield Hij hun voor en Hij zeide: Het Koninkrijk der hemelen komt overeen met iemand, die goed zaad gezaaid had in zijn akker.”
Het zaad komt van het Griekse woord sperma (Strongs 4690) ”iets wat gezaaid is” (inclusief het mannelijke sperma), heeft de betekenis van nageslacht.
De Here Jezus heeft gezegd dat een vijandig mens zaad (sperma) gezaaid heeft, terwijl Adam sliep (Genesis 13). Het zaad, van Genesis 3:15 was het zaad, die in de daad van gemeenschap gezaaid was, eerst tussen Nachash en de vrouw en toen tussen Eva en de man Adam. Zaad is een verzamelnaam en kan enkelvoudig zowel als meervoudig zijn. Dit zal zeker helpen om te kijken hoe het woord zaad in de volgende Schriftgedeelten gebruikt wordt. Het gaat om nageslacht, seed.
Psalm 69:37.
“Het kroost van zijn knechten zal het beërven, en wie zijn naam liefhebben, zullen daarin wonen.”
Psalm 89:5, 30, 37.
“Voor altoos zal Ik uw nakroost bevestigen, en uw troon bouwen van geslacht tot geslacht. Zijn nakroost zal Ik voor immer doen voortbestaan, en zijn troon als de dagen des hemels. Zijn nakroost zal voor altoos bestaan, zijn troon zal als de zon voor mij zijn.”
Psalm 105:6-10.
“Gij nakroost van Abraham, zijn knecht, gij kinderen van Jakob, zijn uitverkorenen. Hij, de Here, is onze God, zijn oordelen gaan over de ganse aarde; Hij gedenkt voor eeuwig aan zijn verbond, het woord, dat Hij gebood aan duizend geslachten Dat Hij met Abraham sloot, en aan zijn eed aan Isaak; Ook stelde Hij het voor Jakob tot een inzetting, voor Israel tot een eeuwig verbond.”
Psalm 109:13.
“Zijn nakroost zij ter uitroeiing, in het volgend geslacht worde hun naam uitgewist.”
Jesaja 57:1-5.
“De rechtvaardige komt om en er is niemand, die het zich aantrekt, en de vromen worden weggerukt, terwijl niemand er acht op slaat, want vanwege de boosheid wordt de rechtvaardige weggerukt; hij gaat in vrede; Zij die de rechte weg bewandeld hebben, rusten op hun legersteden. Maar, gij, nadert herwaarts, kinderen van een tovenares, nakroost van echtbreker en overspeelster. Over wie maakt gij u vrolijk, tegen wie spert gij de mond open, steekt gij de tong uit? Zijt gij geen kinderen der zonde, leugengebroed? Gij, die in wellust ontbrandt bij de terebinten, onder elke groene boom; die de kinderen slacht in de dalen, in de rotsspleten.”
Kijk naar het contrast tussen de volgende Psalmen.
Psalm 58:4-5.
“De goddelozen zijn van de geboorte aan afvallig, de leugensprekers dwalen van de moederschoot aan. Hun venijn is gelijk het venijn van een serpent; als een dove adder, die haar oor toesluit.”
Psalm 71:6.
“Op U heb ik gesteund van de moederschoot aan, van het ingewand mijner moeder aan zijt Gij mijn helper. U geldt bestendig mijn lofzang.”
Al de hierboven aangehaalde woorden zijn uiterst belangrijk voor ons begrip van Genesis drie. Miljoenen oprechte gelovigen hebben nooit de waarheid, omtrent Genesis drie, gehoord. Zij aanvaren de fabel van een serpent/slang en een appel, zonder daar vraagtekens bij te zetten. Dit heeft tot gevolg gehad dat zij, op een verschrikkelijke manier, aan het dwalen geraakt zijn door de gehele Schrift. Hoe kunnen wij een huis van waarheid bouwen, zonder dat er een behoorlijk fundament gelegd is in Genesis drie, juist in het boek van het begin? Er worden door de Here God gelukkig predikers opgewekt en er komen er steeds meer, om de fabels rond Genesis drie een genadeslag toe te dienen, om de waarheid aan het licht te brengen, om de volle Raad van God te verkondigen.
Waarom wordt de zonde van Eva niet gespecificeerd onthuld? De Bijbel echter definieert zonde als een overtreding van de Wet (1 Johannes 3:4), de vrouw moest iets gedaan hebben, zoals dit in de wet is vastgelegd (Romeinen 3:20; 7:7). Hoe kan het eten van een appel een overtreding van Gods wet zijn? Wat de vrouw gedaan heeft was een overtreding van Gods rechtvaardige wet. Wij weten nu wat die overtreding inhield. Eva heeft haar lichaam aan de combinatie Nachash/satan overgegeven en dacht zij op deze manier de kennis van goed en kwaad in handen kon krijgen, dat zij tevens een god kon worden, dit alles met zeer verstrekkende gevolgen!
De gevolgen van de Val.
Dood was de straf voor ongehoorzaamheid aan de Scheppers bevel: “want ten dage, dat gij daarvan eet, zult gij voorzeker sterven.”
Paulus gaat daar zeer krachtig op in:
Romeinen 5:12.
“Daarom, gelijk door een mens de zonde de wereld is binnengekomen en door de zonde de dood, zo is ook de dood tot alle mensen doorgegaan, omdat allen gezondigd hebben.”
De dood is in Adams geest gekomen en heeft hem geestelijk van God gescheiden, daarna is het in zijn ziel/bloed gekomen en deze brengt het tot in de kleinste cel van het lichaam, zodat hij na 930 jaar gestorven is.
Adam en Eva zijn in elk van hun menselijk wezen gevallen, geest, ziel en lichaam. Hun geest werd passief tegenover God en zij reageerden niet meer op Hem. Er was geen communicatie meer met de Heilige Geest. Alle Adamieten die worden geboren met een dode geest, m.a.w. geestelijk dood. Dit betekent dat zij van God gescheiden zijn. Daarom was het noodzakelijk dat er iemand uit de Geest van God geboren moest worden. Geestelijke geboorte of Wedergeboorte brengt weer het leven van God terug en de menselijke geest wordt opnieuw levend.
Adam en Eva’s zielen zijn ook geaffecteerd, onnatuurlijk geworden. In plaats van ingesteld zijn op God heeft er nu een intrede van het kwaad plaats gevonden. Zij konden niet meer leven onder de vrijheid van hun wil. Hun wil is van God afgekeerd en zij hebben nog de wil en de kracht gehad om zich tot God te keren. In hun lichamen waren zij nu overgeleverd aan de begeerten van het vlees, of zoals de Schrift zegt zij moeten verder leven onder de tegendraadse wet
Romeinen 7:15-25.
“Wij weten immers, dat de wet geestelijk is; ik echter ben vlees, verkocht onder de zonde. Want wat ik uitwerk, weet ik niet; want ik doe niet wat ik wens, maar waar ik een afkeer van heb, dat doe ik. Indien ik nu wat ik niet wens, toch doe, stem ik toe, dat de wet goed is. Doch dan bewerk ik het niet meer, maar de zonde, die in mij woont. Want ik weet, dat in mij, dat wil zeggen in mijn vlees, geen goed woont. Immers, het wensen is wel bij mij aanwezig, maar het goede uitwerken, kan ik niet. Want niet wat ik wens, het goede, doe ik, maar wat ik niet wens, het kwade, dat doe ik. Indien ik nu datgene doe, wat ik niet wens, dan bewerk ik het niet meer, maar de zonde, die in mij woont. Zo vind ik dan deze regel: als ik het goede wens te doen, is het kwade bij mij aanwezig; want naar de inwendige mens verlustig ik mij in de wet Gods, maar in mijn leden zie ik een andere wet, die strijd voert tegen de wet van mijn verstand en mij tot krijgsgevangene maakt van de wet der zonde, die in mijn leden is. Ik, ellendig mens! Wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? Gode zij dank door Jezus Christus, onze Here!
Zij woonden niet langer meer in een lichaam, waar hun geest en ziel onder leiding stonden van de Heilige Geest. Adam en Eva hadden een geest (pneuma), ziel (psyche) en lichaam (soma), die nu onder de “wet van zonde en de dood” gekomen was.
De straf voor de zonde is de dood.
Romeinen 6:23.
“Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood, maar de genade, die God schenkt, is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Here.”
Ongehoorzaamheid aan Gods bevel heeft niet alleen de dood en oordeel over Adam en Eva gebracht, maar ook over hun nakomelingen. Dit wordt door de Schrift bevestigd, lees voor uzelf eens aandachtige de volgende teksten door het zal zeer verhelderend werken.
Hebreeën 6:2; 9:27; 2 Petrus 2:9; 3:7; Judas 14-15; 2 Korinthiërs 5:10; Handelingen 17:31; Romeinen 14:10; 2 Timotheüs 4:1; Openbaring 20:12; Johannes 5:22; Romeinen 2:16.
Een ieder die van het Zaad, van de vrouw, afkomstig is moet zichzelf voor God vernederen en beseffen dat met de zonde ook de dood de aarde binnen gedrongen is. En dit geldt nu voor het gehele Adamitische ras. Elke ontkenning v/d oorspronkelijke Adamitische zonde is een grote dwaling. Geen enkele gelovige moet een geestelijke verhouding hebben met mensen, die de waarheid of realiteit van de oorspronkelijke zonde ontkennen. In Adam hebben al zijn nakomelingen gezondigd. Het humanisme leert, dat de mens onschuldig geboren wordt, dit is immers de kern van het humanisme, er is geen kwaad in ons. Satan en al de demonen van de hel eren die persoon, die de leer van de oorspronkelijke zonde ontkennen, want deze wet neemt een centrale plaats in de openbaring van God door Jezus, de Gezalfde, Zijn Zoon. Zonder een goed begrip van de oorspronkelijke zonde kunnen wij de reddingsgeschiedenis van het zaad van de vrouw niet goed begrijpen of waarderen.
In Adam hebben alle mensen (Adamieten) gezondigd.
Romeinen 5:17 bevestigd deze waarheid: ”Want, indien door de overtreding van de ene de dood als koning is gaan heersen door die ene, veel meer zullen zij, die de overvloed van genade en van de gave der gerechtigheid ontvangen, leven en als koningen heersen door de ene, Jezus Christus…. Daarom, gelijk door een mens de zonde de wereld is binnengekomen en door de zonde de dood, zo is ook de dood tot alle mensen doorgegaan, omdat allen gezondigd hebben” (vers 12).
In Adams val vielen alle Adamieten met hem mee, zijn zonde maakte ons allen schuldig, want wij waren allen in Adams lendenen. Wanneer wij door geloof, in de Here Jezus, tot bekering komen, wij onze zonden belijden, gedoopt worden door onderdompeling, dan begint voor ons een nieuw leven in gehoorzaamheid aan Gods wetten. Wij ontvangen vergiffenis voor onze oorspronkelijke, als wel voor onze werkelijke zonde. Wij worden een Nieuwe Schepsel, die niet het fysieke nageslacht van God op aarde is, maar ook zijn onze geest en ziel opgewekt, of levend gemaakt door de krachtige werking van de Geest van de Levende God.
2 Korinthiërs 5:17.
“Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen.”
Efeziërs 2:5-6, 10.
“Ons, hoewel wij dood waren door de overtredingen mede levend gemaakt met Christus, – door genade zijt gij behouden -, en heeft ons mede opgewekt en ons mede een plaats gegeven in de hemelse gewesten, in Christus Jezus.”
De Heilige Schrift leert zeer duidelijk dat alle Adamieten onder het doodvonnis en oordeel van zonde liggen. Romeinen 3:10-11, 11; Prediker 7:20; Psalm 14:2-3; Job 14:4. Laat daarom ons gebed zijn:”Wat klaagt dan een mens in het leven! Ieder klage over zijn zonde. Laten wij onze wegen doorzoeken en doorvorsen en ons bekeren tot de Here. Laten wij met de handen ons hart opheffen tot God in de hemel: Wij hebben overtreden en zijn weerspannig geweest. Gij hebt niet vergeven” (Klaagliederen 3:39-42).
Het progressieve = voortschrijdende pad van zonde.
Zonde volgt altijd een vast patroon. Het begint met hoogmoed in het hart.
Jeremia 17:9.
“Arglistig is het hart boven alles, ja, verderfelijk is het; wie kan het kennen?”
Spreuken 4:23.
“Behoed uw hart boven al wat te bewaren is, want daaruit zijn de oorsprongen des levens.”
Marcus 7:21-23.
“Want van binnenuit, uit het hart der mensen, komen de kwade overleggingen, hoererij, diefstal, moord, echtbreuk, hebzucht, boosheid, list, onmatigheid, een boos oog, godslastering, overmoed, onverstand. Al die slechte dingen komen van binnen uit naar buiten en maken de mens onrein.”
Wanneer onze geest van God gescheiden wordt zijn wij vrij om onze eigen onafhankelijke geest te volgen. Om ons verstand als een steunpunt, waarna wij steeds kunnen verwijzen, om te gebruiken voor wat goed en wat fout is, zo heeft de zonde het eerste gevecht gewonnen. De volgende stap op de weg van de zonde is, daar waar het verstand beïnvloedt en gedicteerd wordt door de vleselijke natuur in plaats van door Messiaanse geest. Wanneer de menselijke geest aan de vleselijke natuur wordt overgegeven, wordt de ziel (verstand) van de mens door begeerte van het vlees geleid. Wanneer de wil, intellect en emoties (ziel van de mens), overwonnen is door een geestelijke geest (duivel), dan geeft de geest de ziel weer over aan de begeerten van het vlees. Het verstand wordt nu bestuurd door de begeerten van het lichaam. Zonde is nooit tevreden met één overtreding der Wet. Hij volgt altijd een patroon van een voortschrijdende weg.
Kijk nauwkeurig naar Jacobus z’n waarschuwing: ”Laat niemand, als hij verzocht wordt, zeggen: Ik word van Godswege verzocht Want God kan door het kwade niet verzocht worden en Hijzelf brengt ook niemand in verzoeking. Maar zo vaak iemand verzocht wordt, komt dit voort uit de zuiging en verlokking zijner eigen begeerte. Daarna, als die begeerte bevrucht is, baart zij zonde; en als de zonde volgroeid is, brengt zij de dood voort” (Jacobus 1:13-15).
Zonde begint in het menselijk hart (de geest die gescheiden is van God), waar het verstand beïnvloedt (ziel) en deze neemt het bestuur van het lichaam over. Dit is precies de betekenis van 1 Johannes 2:15-17.”Hebt de wereld niet lief en hetgeen in de wereld is. Indien iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem. Want al wat in de wereld is: de begeerte des vlezes, de begeerte der ogen en een hovaardig leven, is niet uit de Vader, maar uit de wereld.”
Het verschil bij Johannes is dat hij bij het eindresultaat begint, namelijk de begeerte van het vlees, dat via de begeerlijkheid van de ogen (ziel) en de grootheid van het leven (geest) gekomen is.
Het patroon of volgorde van de zonde wordt erg duidelijk in:
Genesis 3:1-6.
“En Nachash nu was het listigste van alle dieren des velds, die de Here God gemaakt had; en zij zeide tot de vrouw: God heeft zeker wel gezegd: Gij zult niet eten van enige boom in de hof? Toen zeide de vrouw tot de Nachash: Van de vrucht van het geboomte in de hof mogen wij eten, Maar van de vrucht van de boom, die in het midden van de hof staat, heeft God gezegd: Gij zult daarvan niet eten noch die aanraken; anders zult gij sterven. Nachash echter zeide tot de vrouw: Gij zult geenszins sterven, Maar God weet, dat ten dage, dat gij daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden, en gij als God zult zijn, kennende goed en kwaad. En de vrouw zag, dat de boom goed was om van te eten, en dat hij een lust was voor de ogen, ja, dat de boom begeerlijk was om daardoor verstandig te worden, en zij nam van zijn vrucht en at, en zij gaf ook haar man, die bij haar was, en hij at.”
Nachash probeert eerst de onafhankelijke geest in Eva te scheppen, door haar te verzekeren dat zij niet zal sterven (vers 4). Nadat haar geest hoogmoedig geworden is kon zij roemen op een onafhankelijke geest, die los stond van God en Zijn Wet. Satan won de eerste ronde. De twee face vinden wij in (vers 5). Satan maakt aanspraak op Eva’s onafhankelijke geest en overtuigt haar dat haar ogen (verstand-ziel-intellect) geopend zullen worden, zodat zij een god kan worden, om goed en kwaad te kunnen onderscheiden. De vrouw heeft beiden, haar geest en ziel aan de zonde overgegeven. Dan zien wij het finale stadium plaats vinden: ”Daarna, als die begeerte bevrucht is, baart zij zonde; en als de zonde volgroeid is, brengt zij de dood voort” (Jacobus 1:15).
Let goed op: dat de dood niet komt, voordat de zonde zijn weg voltooid heeft. Belangrijk om te onthouden is het volgende: wanneer de zonde de gehele weg heeft afgelegd, dit zal zich altijd manifesteren in de vleselijke begeerte van het vlees. De vrouw (Eva), wiens geest (hart) en ziel (verstand) door satan gewonnen is, geeft nu haar lichaam over aan een vleselijke wellust. De vrouw heeft gezien, gehoord, begeerd en toen trad zij fysiek op. Zij heeft haar lichaam aan de combinatie Nachash-satan overgegeven, een engel van het licht en de zonde is volgens volgens Jacobus 1:15 in vervulling gegaan. In deze finale stap van de zonde heeft Eva haar heerlijkheid en onvergankelijkheid verloren.
Zonde zoekt altijd de hoogste vervulling, ten eerste de grootheid van het leven (scheiding van de menselijke geest van de Heilige Geest), ten tweede in de begeerlijkheid van de ogen (overgaven van de ziel, intellect, wil emotie), en ten derde in de begeerlijkheden van het vlees. Wij zullen erg weinig begrijpen van de twee zaden van Genesis 3:15. Zonder een duidelijk begrip van het patroon van zonde, die in Genesis drie onthuld wordt.
Nadat de vrouw totaal in haar geest en ziel is misleid, was zij gereed om de uiteindelijke stap te nemen op de weg van zonde, namelijk de begeerlijkheden van het vlees. In Genesis 3:13 zegt de vrouw: Nachash heeft mij verleid en toen heb ik gegeten. De apostel Paulus bevestigt dit in:
2 Korinthiërs 11:3.
”Maar ik vrees, dat misschien, zoals de Nachash met zijn sluwheid Eva verleidde, uw gedachten van de eenvoudige en loutere toewijding aan Christus afgetrokken zullen worden.”
Het basis woord voor bedriegen is nawshaw en betekent op een dwaalspoor te brengen, verstandelijk te misleiden, om geheel te worden bedrogen. Het Griekse woord voor bedriegen betekent: om geheel te misleiden, te bedriegen of om te begoocheld te worden. Eva was in geest, ziel en lichaam misleid. De oorspronkelijk zonde was meer dan een gedachte in het gemoed. Dit was een totale overgave van het gehele menselijke wezen, geest, ziel en lichaam, aan het genot van zonde.
Eva is verleidt:”En Adam heeft zich niet laten verleiden, maar de vrouw is door de verleiding in overtreding gevallen”(1 Timotheüs 2:14), zij heeft de verboden vrucht genomen omdat zij misleid werd. Adam is niet misleid, maar heeft met zijn volle verstand van de boom gegeten. De man kon niet van de boom eten zonder zijn vrouw. Waarom? Want de aard van deze specifieke zonde behelsde vleselijke of seksuele omgang.
Het moet nu geen probleem meer zijn om Eva’s zonde te begrijpen, maar die van Adam is moeilijk te begrijpen. Het was voor Adam geen zonde, om fysiek gemeenschap met zijn vrouw te hebben, het was per slot van rekening Gods oorspronkelijke bedoeling dat zij één vlees zouden worden en zich zouden vermenigvuldigden (Genesis 2:14; 1:28). De begeerte van het vlees was voor Adam en Eva echter onbekend terrein, vóór het eten van de verboden vrucht. Adams zonde was dat hij met zijn volledige verstand van de verboden vrucht heeft gegeten. Dat hij met volledige kennis van zaken naar de vrouw is gegaan, heeft met haar gemeenschap gehad, wetende dat zij door Nachash verleid was. Adam kon de verzoeking wederstaan hebben als hij God om hulp had gevraagd, hij kon vergiffenis en verzoening voor zichzelf en zijn vrouw bepleit hebben. In plaats daarvan heeft hij willens en wetens gekozen om de gevolgen van zijn daden te proberen omzeilen en heeft de verboden vrucht aanvaard, ter wille van de vrouw die hij lief had.
In Genesis 3:7 lezen wij: ”Toen werden hun beider ogen geopend, en zij bemerkten, dat zij naakt waren; zij hechtten vijgenbladeren aaneen en maakten zich schorten.”
Adams en Eva’s ogen werden geopend, zij beseften opeens, dat zij naakt waren. Naakt in Genesis 3:7. heeft een onaangename connectie, terwijl het woord nakend in Genesis 2:25 een gunstige betekenis heeft.. Het is dus duidelijk dat Genesis 3:7 met het lichaam als met het verstand handelt. Gods vraag aan Adam en Eva is dan ook: ”Wie heeft u te kennen gegeven, dat gij naakt zijt?” Waarom vraagt God dit aan Adam?
Het is interessant om te zien dat er een ander persoon nodig was die tegen Adam moest zeggen dat hij naakt was. Immers voor de zonde schaamde Adam zich niet voor zijn naaktheid (Genesis 2:25). Adam kreeg schaamte, nadat hij van de boom gegeten had. Adam als wel Eva hadden geen zondige natuur. Voor de zondeval was hun naaktheid geen schaamte. Er was er een derde partij vereist om hen te misleiden en te verleiden, om te eten van de verboden boom. Zij konden tegen die derde partij, in dit geval de combinatie Nachash/duivel, nee zeggen om gehoorzaam te blijven.
Hoe reageert iemand met een zondige natuur?
Adam en Eva bezaten nu de volledige kennis van het kwaad. Het feit, dat zij zich schaamden en zich gingen bedekken, toont de eenvoudig de waarheid aan, dat de begeerte van het vlees de wortel, of oorzaak, van de oorspronkelijke zonde in de Tuin van Eden was.
Genesis 3:8.
“Toen zij het geluid van de Here God hoorden, die in de hof wandelde in de avondkoelte, verborgen de mens en zijn vrouw zich voor de Here God tussen het geboomte in de hof.”
Adam en Eva konden hun Schepper horen roepen. Uit deze context kunnen we opmaken dat er geregeld bezoeken en gesprekken tussen God en het mensenpaar plaatsvonden, maar na hun zonde kropen zij weg voor God, om hun schaamte te verbergen. Zij hebben geprobeerd om hard weg te lopen van een enorm schuldgevoel. Zonde brengt altijd een schuldgevoel teweeg, tenzij je geweten dicht geschroeid is.
Genesis 3:9.
“En de Here God riep de mens tot Zich en zeide tot hem: Waar zijt gij?”
God zocht naar Adam. Dit is tevens een prachtig voorbeeld, van hoe God later Israël opgezocht heeft in Zijn Zoon, Jezus, de Gezalfde: “Want de Zoon des mensen is gekomen om het verlorene te zoeken en te redden” (Lucas 19:19).
Sedert Adams val zoek God nog steeds naar de mens, om hem terug te brengen naar de positie van het kindschap, die hij verloren heeft. Het is Hij die niet meer veroordeeld, maar een beroep op ons doet, om te geloven in het bloed van Zijn Zoon, die gestorven is voor ons, om ons met Zichzelf te verzoenen. Het is God die naar ons zoekt, wij zelf zoeken niet naar God. In plaats van dat Adams zijn zonde erkend en om genade smeekt, verontschuldigd hij zichzelf en plaats een schuld op Eva.
Adam kon niet aan de gevolgen van zijn zonde ontkomen. Wie de verantwoordelijk is, is erg duidelijk, omdat God de man als eerste ter verantwoording roept. Adam was verantwoordelijk voor de bescherming van de vrouw en om haar hoofd te zijn.
1 Korinthiërs 11:3.
“Ik wil echter, dat gij dit weet: het hoofd van iedere man is Christus, het hoofd der vrouw is de man, en het hoofd van Christus is God.”
Genesis 3:10.
“En hij zeide: Toen ik uw geluid in de hof hoorde, werd ik bevreesd, want ik ben naakt; daarom verborg ik mij.”
In deze tekst wordt Adams zonde ten diepste geopenbaard. Voorheen verwelkomde hij Gods stem, maar nu was hij bang, hij had immers Gods Wet overtreden. Zijn berouw over zonde en schaamte voor zijn ongehoorzaamheid moest een motivering voor zijn angst zijn, maar dat is niet het geval met de zondige mensen (Dit betekent voor allen, die uit het Zaad van de vrouw zijn). Zondige mensen kunnen wel de stem van God horen! Wij horen de woorden van de prediker en we zijn ons van bewust van de inwonende Heilige Geest in ons geweten. Maar in plaats van tot bekering te komen, dat wij ons schamen, ons schuldig voelen, om onze zonden, die wij gedaan hebben, nee zeggen wij, we proberen onze zondige toestand op een ander over te dragen, door hen te beschuldigen voor onze zondige toestand. Adam en Eva probeerden hun naaktheid te verbergen met vijgenbladeren (Genesis 3:7).
Zonde brengt ten alle tijden een schuldgevoel teweeg en verwijdering tussen God en ons. Maar in plaats dat wij God om vergiffenis vragen, beschuldigen wij anderen en proberen wij onze geestelijke naaktheid te bedekken met vijgenbladeren van zelfrechtvaardiging of godsdienstigheid. Wij verschuilen ons achter een kerklidmaatschap, godsdienstigheid en intussen is ons hart ver van God. Want onze vijgenbladen is onze eigen gerechtigheid, die moet dienen als boetekleed voor God, om onszelf voor Hem weer aanvaarbaar te maken.
Jesaja 64:6.
“Wij zijn allen geworden als een onreine, al onze gerechtigheden als een bezoedeld kleed; wij vielen allen af als het loof en onze ongerechtigheden voerden ons weg als de wind.”
Romeinen 10:3.
“Want onbekend met Gods gerechtigheid en trachtende hun eigen gerechtigheid te doen gelden, hebben zij zich aan de gerechtigheid Gods niet onderworpen.”
Deze toestand kan onze naaktheid niet bedekken Tezelfdertijd is vrees ook een kenmerk van Satans heerschappij in ons leven.
Hebreeën 2:14-15.
“Daar nu de kinderen aan bloed en vlees deel hebben, heeft ook Hij op gelijke wijze daaraan deel gekregen, opdat Hij door zijn dood hem, die de macht over de dood had, de duivel, zou onttronen, en allen zou bevrijden, die gedurende hun ganse leven door angst voor de dood tot slavernij gedoemd waren.”
Er moet wel een vrees voor God aanwezig zijn, maar dat moet een gezonde vrees zijn. Satans houvast op mensen, door middel van vrees, is een ongezonde vrees en dit leidt tot slavernij.
Genesis 2:11.
“En Hij zeide: Wie heeft u te kennen gegeven, dat gij naakt zijt? Hebt gij van de boom gegeten, waarvan Ik u verboden had te eten?”
Adam wordt hier gedwongen om naar zichzelf te kijken, te kijken naar zijn eigen persoonlijke ongehoorzaamheid, om zijn zonde te belijden, zijn schande te bedekken onder de genade van de Almachtige. Maar hoe reageert Adam?
Genesis 3:12.
“Toen zeide de mens: De vrouw, die Gij aan mijn zijde gesteld hebt, die heeft mij van de boom gegeven en toen heb ik gegeten.”
Hier openbaart Adam de ware karakter van zijn zondige natuur. Hij toon geen berouw voor zijn zonde, hij bied geen excuus aan. In plaats daarvan beschuldigd hij zijn Schepper en de vrouw, die hij als gave van God ontvangen had. Beiden, de Gever en de gaven, worden beschuldigd voor zijn armzalige toestand. God heeft de vrouw als gave/gift aan Adam gegeven. Hij had een hulp nodig. Hij moest de vrouw liefhebben, beschermen, haar koesteren als een hulp. Adam probeert zijn schuld te verbergen door zijn schuld op God en Eva over te dragen. Dit geeft ons een goed beeld van de akelige zondige gevallen natuur.
Genesis 3:13.
“Daarop zeide de Here God tot de vrouw: wat hebt gij daar gedaan? En de vrouw zeide: Nachash heeft mij verleid en toen heb ik gegeten.”
De vrouw volgt het voorbeeld van haar zondige man en went ook geen enkel poging aan om haar zonde te erkennen. Zij bied ook geen verontschuldiging aan, dat zij haar man van de verboden vrucht heeft laten eten. Zonder te huiveren plaats zij de schuld op de combinatie-Nachash-Satan. Zij erkent dat zij door Nachash bedrogen is.
De straf wordt aangekondigd.
Genesis 3:14-24.
“Daarop zeide de Here God tot Nachash: omdat gij dit gedaan hebt, zijt gij vervloekt onder al het vee en onder al het gedierte des velds; op uw buik zult gij gaan en stof zult gij eten, zolang gij leeft. En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen. Tot de vrouw zeide Hij: ik zal zeer vermeerderen de moeite uwer zwangerschap; Met smart zult gij kinderen baren en naar uw man zal uw begeerte uitgaan, en hij zal over u heersen. En tot de mens zeide Hij: omdat gij naar uw vrouw hebt geluisterd en van de boom gegeten, waarvan Ik u geboden had: gij zult daarvan niet eten, is de aardbodem om uwentwil vervloekt; al zwoegende zult gij daarvan eten zolang gij leeft, En doornen en distelen zal hij u voortbrengen, en gij zult het gewas des velds eten; in het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem wederkeert, omdat gij daaruit genomen zijt; want stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren. En de mens noemde zijn vrouw Eva, omdat zij de moeder van alle levenden is geworden. En de Here God maakte voor de mens en voor zijn vrouw klederen van vellen en bekleedde hen daarmede. En de Here God zeide: zie, de mens is geworden als Onzer een door de kennis van goed en kwaad; nu dan, laat hij zijn hand niet uitstrekken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij in eeuwigheid zou leven. Toen zond de Here God hem weg uit de hof van Eden om de aardbodem te bewerken, waaruit hij genomen was. En Hij verdreef de mens en Hij stelde ten oosten van de hof van Eden de cherubs met een flikkerend zwaard, dat zich heen en weer wendde, om de weg tot de boom des levens te bewaken.”
We lezen in de hierboven aangehaalde teksten dat het oordeel en straf van een soevereine God op Nachash, de vrouw en man gelegd worden. Zonde wordt altijd gestraft. De mens kan nooit, nee nooit aan de straf ontkomen. Alles wat in Genesis twee gezegend was, wordt in Genesis drie vervloekt. Adams zondeval heeft de gehele schepping ontregeld, de gevolgen waren catastrofaal
Romeinen 8:22.
“Want wij weten, dat tot nu toe de ganse schepping in al haar delen zucht en in barensnood is.”
Mogen wij allen, ja Gods gehele volk, in deze dagen tot waarachtige berouw en bekering komen. Dat wij tot het besef mogen komen van onze geestelijke afvallige toestand en knielen voor de Almachtige God van ons volk, Israël, nederig onze zonde belijden, ons bekeren tot onze Gezalfde Koning van Israël, de Here Jezus.
De straf van Nachash.
Genesis 3:14.
“Daarop zeide de Here God tot Nachash: Omdat gij dit gedaan hebt, zijt gij vervloekt onder al het vee en onder al het gedierte des velds; op uw buik zult gij gaan en stof zult gij eten, zolang gij leeft.”
U moet eens opletten in dit tekstvers: God stelt aan Nachash geen enkele vraag. De rede is dat de oorspronkelijke zonde al terug gevonden kan worden in zijn oorsprong, in Lucifers opstanding, dat er daarom geen ondervraging nodig was. Ook is er voor het duo Nachash-satan geen vergiffenis, dus welk nut heeft dan een ondervraging? Het einde voor satan en zijn engelen is vastgelegd:
Mattheüs 25:41.
“Dan zal Hij ook tot hen, die aan zijn linkerhand zijn, zeggen: Gaat weg van Mij, gij vervloekten, naar het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bereid is.”
Openbaring 20:10.
“En de duivel, die hen verleidde, werd geworpen in de poel van vuur en zwavel, waar ook het beest en de valse profeet zijn, en zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheden.”
2 Petrus 2:4.
“Want indien God engelen, die gezondigd hadden, niet gespaard heeft, maar hen, door hen in de afgrond te werpen, aan krochten der duisternis heeft overgegeven om hen tot het oordeel te bewaren.”
Judas 6.
“En dat Hij engelen, die aan hun oorsprong ontrouw werden en hun eigen woning verlieten, voor het oordeel van de grote dag met eeuwige banden onder donkerheid heeft bewaard gehouden.”
Satan is oorspronkelijk als een beschutte cherub geschapen, met volledige kennis van goed en kwaad, hij was een schitterend wezen, zonder een kleed waar hij geen zonde onder kon verbergen, hij kan niemand beschuldigen. Daarom is er voor satan en zijn engelen geen vergiffenis mogelijk, nog in deze wereld, als ook niet in de toekomstige wereld.
Nu het slangenbeest is vervloekt, stof moest eten, al de dagen van zijn bestaan. Dit is niet letterlijk, want zo’n kronkelende slang eet geen stof, maar het is wel waar, getrouw aan de werkelijke bedoeling van de straf. Zo ook wanneer gelovigen bestraft worden, omdat zij elkaar:”elkander bijt en vereet.”
Galaten 5:14-15.
“Want de gehele wet is in een woord vervuld, in dit: gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Indien gij echter elkander bijt en vereet, ziet dan toe, dat gij niet door elkander verslonden wordt.”
Dan wordt dit nog veel dieper en heeft het meer hartenpijn, dan de letterlijke betekenis van de woorden. “Mogen voor hem de woestijnbewoners zich bukken, zijn vijanden het stof lekken.” (Psalm 72:9)
Maar dat betekent toch niet dat zij letterlijk op hun knieën, met hun tong lekken. Maar dat betekend, dat zij volkomen verslagen en neergeworpen zijn. Deze toestand kan moeilijk met woorden beschreven worden!
Psalm 72, is een Messiaanse Psalm, die spreekt in vers 9 van de verheerlijking van de Gezalfde Koning in Zijn aards millennium- Koninkrijk, waar zijn vijanden het stof zullen likken. Wij gebruiken heden ten dagen zo dikwijls de woorden in het stof bijten, als wij verliezen of een zaak verloren hebben. Wij duiden hiermee iemands nederlaag of mislukking aan.
God gebruikt een beeldspraak, om aan te duiden, dat satan neergeworpen is, vanaf zijn ere positie en dat zijn neder werping voort duurt. Wanneer de Schrift zegt: ”Want onze ziel is in het stof gebogen, ons lijf kleeft aan de grond.” (Psalm 44:26), dan duidt dat op een volslagen diepe onderworpenheid. Die nooit letterlijk overgedragen of uitgesproken kan worden. Satan zal nooit kunnen winnen of het laatste woord hebben, totdat hij finaal vernederd zal worden in de poel van vuur. De volgende Schriftgedeelten brengen onder woorden de gedachte wat het woord stof betekent.
Deuteronomium 28:24.
“De Here zal poeder en stof over uw land laten regenen; van de hemel zullen die op u neerdalen, totdat gij verdelgd zijt.”
Jozua 7:6.
“En Jozua scheurde zijn klederen en wierp zich op zijn aangezicht ter aarde voor de ark des Heren tot aan de avond, hij en de oudsten van Israel, terwijl zij zich stof op het hoofd strooiden.”
2 Samuël 22:43.
“Toen vermaalde ik hen als stof der aarde; ik vertrad en vertrapte hen als slijk der straten.”
Lees ook: 2 Koningen 23:15; Job 21:26; Psalm 44:26; 72:9; Jesaja 47:1; Jesaja 52:2; 65:25.
Genesis 3:15.
“En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen. “
En gij zult het de hiel vermorzelen spreekt van een dure prijs, die door de Gezalfde uit het zaad van de vrouw, zou betalen, om satan uiteindelijk te overwinnen, te vernietigen en dat voorgesteld wordt: de kop vermorzelen. Het is juist door Zijn dood, dat Jezus de macht, die de duivel over de dood bezat, terug veroverde, want elke Israëliet zat gevangen in satans doodsmacht. Tevens zorgde Jezus dat satan later in de poel van vuur geworpen zal worden.
Hebreeën 2:14.
“Daar nu de kinderen aan bloed en vlees deel hebben, heeft ook Hij op gelijke wijze daaraan deel gekregen, opdat Hij door zijn dood hem, die de macht over de dood had, de duivel, zou onttronen.”
1 Johannes 3:8.
“Wie de zonde doet is uit de duivel, want de duivel zondigt van den beginne. Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou.”
Openbaring 20:1-3, 10.
“En ik zag een engel nederdalen uit de hemel met de sleutel des afgronds en een grote keten in zijn hand; en hij greep de draak, de oude serpent-Nachash, dat is de duivel en de satan, en hij bond hem duizend jaren, 3 en hij wierp hem in de afgrond en sloot en verzegelde die boven hem, opdat hij de volkeren niet meer zou verleiden, voordat de duizend jaren voleindigd waren; daarna moest hij voor een korte tijd worden losgelaten….en de duivel, die hen verleidde, werd geworpen in de poel van vuur en zwavel, waar ook het beest en de valse profeet zijn, en zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheden.”
De overwinning van de Gezalfde Koning, van Israël, zou een volkomen overwinning zijn, want als de hiel vermorzeld is kan men nog genezen, maar als u hoofd verbrijzeld is, dan bent u dood. Wij hebben dus in de Gezalfde Koning met een verslagen vijand te doen, die alleen maar macht over ons kan uitoefenen, als wij dat toestaan.
Omdat wij in het volgende hoofdstuk behoorlijk veel aandacht zullen schenken aan dit vers gaan wij er nu niet dieper op in. Want dit vers is het allerbelangrijkste vers in de gehele Bijbel. Als wij begrijpen wat hier gezegd wordt, dan kunnen wij de gehele weg, van overwinning volgens Genesis lijnrecht, door de gehele Bijbel tot en met Openbaring lezen/vinden. Wij zullen gaan begrijpen wie Nachash en zijn addergeslacht is, waarvan de Here Jezus gesproken heeft en wie de synagoge van satan in Openbaring is. De Schepper spreekt van een slang, als van de duivel (hemelse geest), die de satan (tegenstander) is. (Openbaring 20:2). Daar zal vijandschap (haat, spanning) zijn tussen zijn fysieke nageslacht en het fysieke nageslacht van de vrouw. Het woord zaad verwijst die éne en die véle beiden van elkaar. Zaad van de combinatie Nachash/duivel en het zaad van de vrouw, deze vijandschap zal voortduren totdat satan, het hoofd van het slangenzaad, verbrijzeld wordt, onder de voeten van de Here Jezus, de Gezalfde, met Zijn Wederkomst.
Romeinen 16:20.
“De God nu des vredes zal weldra de satan onder uw voeten vertreden. De genade van onze Here Jezus zij met u!”
Satan zou zich volledig richten om het zaad van de vrouw te vervolgen en de vijandschap was zeer prominent aanwezig bij de kruisiging van de Here Jezus. Maar het kruis is tevens het verwijzingspunt van satans totale nederlaag. De Here Jezus heeft al de machten verslagen en ontkleed. Hij heeft hen openlijk vernederd/ tentoongesteld.
Kolossenzen 2:15.
“Hij heeft de overheden en machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en zo over hen gezegevierd.”
De straf voor de vrouw .
Genesis 2:16.
“Tot de vrouw zeide Hij: Ik zal zeer vermeerderen de moeite uwer zwangerschap; met smart zult gij kinderen baren en naar uw man zal uw begeerte uitgaan, en hij zal over u heersen.”
Aan deze tekst moeten wij bijzonder aandacht schenken. Niet alleen de vrouw (Eva), maar elke andere vrouw, van het Adamitische ras, valt onder de wet van zonde en dood, maar ook de andere gevolgen moeten wij ook goed in ogenschouw nemen Met de geboorte van haar kinderen, zal de vrouw smart en pijn ervaren. Dat dit een letterlijke pijn is wordt bevestigd door Jesaja; Jeremia en Johannes.
Jesaja 13:8.
“Ja, zij zijn verschrikt, krampen en weeën grijpen hen aan, als een barende krimpen zij ineen; de een ziet verbijsterd de ander aan, hun gelaat staat in vlam. “
Jesaja 26:17.
“Zoals een zwangere die in barensnood raakt, ineenkrimpt en onder haar weeën schreeuwt, zo waren wij voor uw aangezicht, Here.”
Jeremia 4:31.
“Want ik hoor een kreet als van een, die in barensnood is, benauwdheid als van een, die voor het eerst baart, de kreet der dochter Sions; zij hijgt naar adem, breidt haar handen uit: Wee mij, want ik bezwijk voor moordenaars!”
Johannes 16:21.
“Een vrouw, die baart, heeft droefheid, omdat haar uur gekomen is; maar wanneer zij het kind ter wereld heeft gebracht, denkt zij niet meer aan haar benauwdheid, uit vreugde, dat een mens ter wereld is gekomen.”
De vloek ligt niet in het krijgen van kinderen (want dit was/is de oorspronkelijke opdracht), maar in het baren van kinderen, want de geboorte was oorspronkelijk gebaseerd om het zonder pijn en smart te laten plaatsvinden.
Waarom heeft God, na de zonde van Eva, de pijn toegevoegd aan het baren? Want deze straf past bij de overtreding! Pijn en smart tijdens de zwangerschap en de geboorte zijn correct, zij zijn immers het gevolg van de overtreding van Gods Wet. Als de zonde nu niet seksueel was, zoals sommigen willen beargumenteren, waarom heeft de Schepper de vrouw dan op zo’n wijze gestraft, als het gaat om de daad van voortplanting? Het volgende feit is van belang: de vrouw kan gered worden door baren van kinderen (saved in childbearing KJV), dit is zeer betekenisvol.
1 Timotheüs 2:15.
“Doch zij zal behouden worden, kinderen ter wereld brengende, indien zij blijft in geloof, liefde en heiliging, met ingetogenheid.”
M.a.w. God heeft en zal steeds Zijn genade geven aan elke vrouw, die haar zwangerschap en geboorte met dapperheid en geloof in Hem tegemoet treden.
De begeerte van de vrouw zal naar haar man uitgaan, zij moet onder zijn leiding staan. Deze straf is een duidelijke aanduiding dat haar begeerte eerst naar iemand anders uitging. De basis van haar zwakheid, waarmee zij haar zonde pleegde, was om onafhankelijk zonder gezag te leven. Daar heeft Eva naar gezocht, zij wilde onafhankelijk van God zijn. Zij wilde zonder Zijn Woord en niet onder de beschermende hand van haar man leven. Nu heeft God haar teruggeplaatst, onder het gezag van haar man, met de opdracht dat haar begeerte alleen naar haar man moet uitgaan. Bedenk goed, dat deze ‘straf’ een bedekte zegen voor elke vrouw inhoudt. Zij zal bescherming, voorzieningen en richting vinden onder leiding van haar man. Dit is Gods genade aan haar ten spijten van haar overtreding. Daarom moet de man zijn priesterlijke taak dan ook zeer correct uitvoeren.
Verder heeft God ook genade aan de vrouw bewezen, dat haar begeerte zal uitgaan naar haar eigen man, niet naar andere mannen. Dit betekent dat, zelfs in een zondige staat, de vrouw niet naar een andere man zal gaan zoeken of willen hebben. Slechts die vrouwen, die een geest van wellust ontwikkelen, zullen andere mannen begeren. Over het algemeen wordt de vrouw niet door begeerte van het vlees geaffecteerd. De geest van hoererij is iets wat in een vrouw aangewakkerd moet worden, dit is normaal gesproken niet in de vrouw aanwezig. De inherente zwakheid van de vrouw, die de zonde tot gevolg had, was om onafhankelijk te willen zijn. Elke vrouw moet voor deze zwakheid waakzaam zijn.
De straf voor de man.
Genesis 3:17-19.
“En tot de mens zeide Hij: Omdat gij naar uw vrouw hebt geluisterd en van de boom gegeten, waarvan Ik u geboden had: Gij zult daarvan niet eten, is de aardbodem om uwentwil vervloekt; al zwoegende zult gij daarvan eten zolang gij leeft.”
De bodem is vervloek ter wille van Adams overtreding. Het oordeel over de mens is over de gehele aarde en schepping verspreidt. De grond, waarop de mens loopt, is onder een vloek geplaatst: ”En doornen en distelen zal hij u voortbrengen, en gij zult het gewas des velds eten.” Tegen Adam is gezegd dat hij moet werken in het zweet des aanschijns, want de aarde zal haar opbrengst niet meer gewillig afstaan, zoals voorheen: ”In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten…”
M.a.w. de Adamiet zal met moeite en hard werken eten van de opbrengst van de grond. En tijdens dit werk wordt hij tevens geconfronteerd met de vloek die, over hen en zijn nageslacht, is uitgesproken, totdat zij: ’Totdat gij tot de aardbodem wederkeert, omdat gij daaruit genomen zijt; want stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren….”
In alles wat zij ondernemen zullen zij bedreigd worden door ongunstige omstandigheden, pestziekten, plagen, enz. Maar zelfs in de straf is er genade! Want in het zweet van de gevallen man zal door zijn arbeid de vruchten van het land aan hem toekomen. Werk zal eerbaar zijn! God zal de arbeid van de mensen handen zegenen. Zelfs onder de vloek zal de aarde reageren op het werk van de mens. De Schepper zal regen en zonneschijn op de juiste tijd geven en het menselijk handwerk zal worden gezegend. Elk mens moet zijn werk vinden en dit met overgave in geloof verrichten. De aarde zal al het ruwe materiaal geven, die hij nodig heeft.
Jezus, de Gezalfde, heeft ons terug gebracht naar het hart van de Vader. De Here heeft een weg geopend, waardoor de gevallen mens gered kan worden.
Lucas 1:68-69.
“Geloofd zij de Here, de God van Israel, want Hij heeft omgezien naar zijn volk en heeft het verlossing gebracht, en heeft ons een hoorn des heils opgericht, in het huis van David, zijn knecht.”
En de Here Jezus is die weg, die waarheid en het leven; hij is de deur naar de Vader, zonder hem kunnen wij nooit in Gods nabijheid komen:
Johannes 14:6.
“Jezus zeide tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij.”
1 Timotheüs 2:5-6.
“Want er is een God en ook een middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus, die Zich gegeven heeft tot een losprijs voor allen; en daarvan wordt getuigd te juister tijd.”
Diegenen, die uit het zaad van de vrouw, Eva, zijn voort gekomen, die gered zijn, kunnen nu juichen dat God op een dag zijn Koninkrijk zal her oprichten, om dan nooit meer te verdwijnen, dan gaan de volgende beloften in vervulling.
Mattheüs 5:5, 10.
“Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven….Zalig de vervolgden om der gerechtigheid wil, want hunner is het Koninkrijk der hemelen. ”
Jesaja 66:22.
“Want zoals de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, die Ik maken zal, voor mijn aangezicht zullen blijven bestaan, luidt het woord des Heren, zo zal uw nageslacht en uw naam blijven bestaan.”
Openbaring 21:1.
“Toen zag ik een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. De eerste hemel en de eerste aarde waren verdwenen en ook de zee bestond niet meer.”
Het Paradijs van Eden zal hersteld worden en de beloften van Openbaring 2:7 en 22:12-15 zal vervuld worden:
”Wie overwint, geef ik te eten van de levensboom die in de tuin van God staat….Weet: ik kom spoedig, en het loon heb ik bij me: ieder krijgt het loon voor zijn daden. Ik ben de alfa en de omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde. Gelukkig zij die hun gewaden wassen, zodat zij recht krijgen op de vrucht van de levensboom en zij door de poorten de stad binnengaan. Daarbuiten zijn de honden: zij die magie bedrijven en ontucht, de moordenaars, de afgodendienaars, iedereen die de leugen bemint in woord en daad.”
Wij zullen nooit meer de gevolgen van Adams zondeval met ons meedragen, wij zullen er zelfs niet meer aan denken. God Zijn oorspronkelijke plan zal voortgang vinden, hervat worden na de onderbreking, die voortkwam uit de zonde val.