De zaden van vijandschap
van Genesis 3:15.
Genesis 3:15.
“En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen.”
Er zijn er maar weinig mensen, die de gebeurtenissen van Genesis 3 niet goed begrijpen, dit is ook tevens de rede waarom er vele dingen in de rest van de Bijbel niet begrepen worden. Daarom is het van groot belang, dat wij deze twee groepen leren te onderscheiden. Het gaat immers om twee vijandige groepen, die tegenover elkaar staan, tot aan de voleinding der wereld. Al duizenden jaren heeft het verkeerde zaad zich met geweld en list zich proberen te infiltreren in het goede zaad. Daarom heeft de Here God van het eerste beging een eeuwige vijandschap tussen deze twee zaden ingesteld, die loopt van Genesis tot aan de Wederkomst van de Gezalfde. Velen jaren zijn wij klemgezet, omtrent een totale mis opvatting, die de ware aard van Adam en Eva’s zonde overtreding verdoezelden. Met het gevolg, dat de Bijbel en onbegrepen Boek is geworden voor de mens.
Zeer ernstige Bijbel studenten hebben echter de waarheid ontdekt dat de vijandschap zijn beslag vindt in het feit dat Abel en Kaïn een tweeling waren, maar door twee verschillende vaders waren verwekt. Zij waren geen identieke tweeling, die zoveel voorkomen (dan de identieke tweeling), de niet identieke twee is het gevolg van twee eieren, die gelijktijdig vrijkomen en door twee verschillende soorten spermacellen bevrucht worden, dan vormen er zich ook twee foetussen. Dit heeft nu plaatsgevonden bij Abel en Kaïn. Onderzoek heeft duidelijk aangetoond, dat een vrouw een geboorte kan geven aan een tweeling, die door twee verschillende spermacellen bevrucht zijn. Eva is eerst door het duo náchásh-satan bevrucht en even later door Adam.
Toen God Adam en Eva geschapen had, was de duivel reeds een gevallen engel, die zich had ontpopt als tegenstander van God. Hij is een mensenmoordenaar en de vader van alle leugens.
Johannes 8:44.
“Gij hebt de duivel tot vader en wilt de begeerten van uw vader doen. Die was een mensenmoorder van den beginne en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader der leugen.”
Hij heeft geweten, dat als hij een vaste plaats op aarde wilde bezitten, hij moest zorgen voor een eigen nageslacht. Het woord slang, zoals wij reeds gezien hebben, betekent nachash en is een eigen naam, net zoals Jansen. Maar deze naam, nachash, heeft, zoals gebruikelijk is, in de Bijbel meerdere betekenissen, betoveren of te hypnotiseren, zoals een slang met zijn prooi doet, voordat hij deze vangt. De beeldspraak van de slang, in de Tuin, brengt belangrijke feiten naar voren. Precies zoals de beeldspraak van de draak (Openbaring 2):2) moest dienen, om de wreedheden en af schrikwekkendheid uit te beelden, zo moet ook de slang zijn bedrieglijke aanlokkelijkheid en verleidingen typeren.
Eva zou nooit naar de duivel geluisterd hebben als hij in zijn ware gedaante tot haar gekomen was. Hij heeft zich bediend van het levende wezen,-nachash, via hem heeft satan een poot aan de grond gekregen, en zijn methoden zijn altijd met list gepaard gegaan.
2 Korinthiërs 11:2-3, 13-15.
“Want met een ijver Gods waak ik over u, want ik heb u verbonden aan een man om u als een reine maagd voor Christus te stellen. Maar ik vrees, dat misschien, zoals de slang met haar sluwheid Eva verleidde, uw gedachten van de eenvoudige en loutere toewijding aan Christus afgetrokken zullen worden….Want zulke lieden zijn schijn-apostelen, bedrieglijke arbeiders, die zich voordoen als apostelen van Christus. Geen wonder ook! Immers, de satan zelf doet zich voor als een engel des lichts. Het is dus niets bijzonders, indien ook zijn dienaren zich voordoen als dienaren der gerechtigheid; maar hun einde zal zijn naar hun werken.”
Nu moet men er goed rekenschap mee houden, dat de slang en de duivel niet één en dezelfde persoon zijn. Dit willen de vaktheologen ons doen geloven. Vertalers leggen Paulus iets in de mond, dan wat hij zelf nooit zo gezegd kan hebben, hij is immers een Schriftgeleerde bij uitstek en zeer goed op de hoogte van het Oude Testament.
Laten wij het eens lezen in de juiste vertaling: “Maar ik vrees, dat misschien, zoals met zijn sluwheid náchásh Eva verleidde, uw gedachten van de eenvoudige en loutere toewijding aan Christus afgetrokken zullen worden.”
Uw ziet het, Paulus neemt de naam van satan of een van zijn andere namen niet in zijn betoog mee, maar waarschuwde juist tegen de misleiding van náchásh, in de hoedanigheid van bekoren, betoveren.
Waarom vergelijkt Paulus de gelovigen in hun verhouding met de Gezalfde en met Eva als een reine maagd, die aan een man verbonden is, als Eva’s zonde niets met sex te maken heeft gehad? Waarom dan deze vergelijking?
De apostel Paulus verwijst juist naar de valse apostelen, die zich voordoen, of zich veranderen als gezondenen van de Gezalfde. Pas op voor hun misleidingen op hun preekstoelen. Deze preken worden juist erg gevaarlijk als er elementen van waarheid in worden verwerkt. Leugens en valsheden bevatten altijd elementen van waarheid. Alles wat als waarheid tot ons komt bevat niet altijd de waarheid. De vijandschap van Genesis ligt juist daarin, dat wij te doen hebben met twee zonen of zaadlijnen, die beiden aanspraak maken, dat zij zonen van Adam zijn, maar in werkelijkheid in schril contrast met elkaar staan. Satan verbergt de leugen of namaaksel altijd in een of andere vorm van waarheid.
De naam nachash betekend ook om te blinken of te glinsteren. Satan doet voorkomen alsof hij een dienaar van de gerechtigheid is, alleen met het doel om te misleiden, maar hij is een Godloochenaar. Deuteronomium 18 geeft een goede beschrijving van het werk van Gods tegenstander. Juist deze praktijken komen onder ons volk met regelmaat voor. Jomanda is er een goed voorbeeld van. Maar onder de pinkstermensen zitten er velen, die het op een zogenaamde christelijke wijze hanteren.
Deuteronomium 18:10-14.
“Onder u zal er niemand worden aangetroffen, die zijn zoon of zijn dochter door het vuur doet gaan, die waarzeggerij pleegt, geen wichelaar, uitlegger van voortekenen, of tovenaar, Geen bezweerder, niemand, die de geest van een dode of een waarzeggende geest ondervraagt of die de doden raadpleegt. Want ieder die deze dingen doet, is de Here een gruwel, en ter wille van deze gruwelen drijft de Here, uw God, hen voor u weg. Gij zult onberispelijk staan tegenover de Here, uw God; Want deze volken, die gij verdrijven zult, luisteren naar wichelaars en waarzeggers, maar u heeft de Here, uw God, dit niet toegelaten.”
Nogmaals, satan is een Godloochenaar, die zich voordoet als een engel des lichts, het woordje als impliceert dat hij het in werkelijkheid niet is, maar het wel gebruikt om zijn doel te bereiken. Verder wordt de naam nachash in het algemeen in de Bijbel gebruikt om zaken zoals, godloochening, bekoring, betovering en verwijst tevens naar de occulte machten. Leer uw vijand kennen, dan kan hij u nooit verrassen!
Een naam, in de Bijbel, heeft een betekenis die zeer ingrijpend kan zijn. Het levende wezen, nachash, heeft aan Adam niet voor niets deze naam gegeven. Alleen hebben mensen er geen onderzoek naar gedaan. Lees eens aandachtig de volgende Schriftgedeelten:
Leviticus 19:26.
“Gij zult niets met het bloed eten; gij zult niet aan waarzeggerij of toverij doen.”
Als Israëlieten kunnen wij ons wapenen tegen satans aanvallen, als wij weten dat hij geen zeggenschap of macht over ons heeft.
Numeri 23:23.
“Want er bestaat geen bezwering tegen Jakob, noch waarzeggerij tegen Israel. Thans worde gezegd van Jakob en van Israel wat God doet.”
Numeri 24:1.
“Daar Bileam zag, dat het in de ogen des Heren goed was Israel te zegenen, ging hij niet, zoals eenmaal en andermaal, op bezwering uit, maar richtte zijn gelaat naar de woestijn.”
Deuteronomium 18:10.
“Onder u zal er niemand worden aangetroffen, die zijn zoon of zijn dochter door het vuur doet gaan, die waarzeggerij pleegt, geen wichelaar, uitlegger van voortekenen, of tovenaar.”
2 Koningen 17:17.
“Voorts hadden zij hun zonen en dochters door het vuur doen gaan, waarzeggerij en wichelarij gepleegd en zich verkocht om te doen wat kwaad is in de ogen des Heren en Hem daardoor te krenken.”
2 Koningen 21:6.
“Ja, hij deed zijn zoon door het vuur gaan, liet zich in met toverij en waarzeggerij, en stelde bezweerders van doden en van geesten aan. Hij deed veel, dat kwaad is in de ogen des Heren, en krenkte Hem daardoor.”
Verder is het ook interessant, om er op te wijzen, dat het woord Seraf, namelijk saraph betekend, om te branden, of om verhoogd te worden/zijn. In Numeri 21:8 wordt dit met giftige slang vertaald en het volgende vers wordt nachash weer met slang vertaald, terwijl in vers 6 beide woorden voor giftige slangen gebruikt wordt
Numeri 21:8.
“De Here dan zeide tot Mozes: Maak een vurige slang en plaats die op een staak; ieder, die daarnaar ziet, wanneer hij gebeten is, zal in leven blijven.”
Het woord saraph, die als giftige slang vertaald wordt in Numeri 21:8, in Jesaja 6:2-2 wodt het woord serafs voor hemel wezens gebruikt. Dus het woord saraph wordt dus voor giftige slang, zowel voor hemelwezen gebruikt, dit om beiden, als een hemelwezen aan te duiden. De King James Vertaling vertaald giftige slang als een fiery (vurige) serpent. Volgens 2 Korinthiërs 11:3. verschijnt er geen slang aan Eva, maar nachash (hij had satans werkelijke gestalte aangenomen), als een schitterend wezen, waardoor Eva het vermoeden kreeg dat deze door God gezonden was. In ons dagelijks leven komen wij veel lieden tegen als een goede verschijning, maar van binnen vol doosbeenderen. Massa moordenaars zegt men, lijken op gewone mensen. Was Hitler de satan zelf? Nee, hij deed zich voor als satan, liet miljoenen mensen vermoorden. Men kan dus niet spreken dat satan zelf de moordenaar was, maar hij gebruikte wel Hitler voor zijn plan. Men moet de zaken goed kunnen onderscheiden in de twee zaadlijnen, beiden stellen 2 verschillende soorten mensen voor. Beiden met een opdrachtgever. Dit is wat men bij het duo Nachash-satan steeds voor ogen moet houden. Satans status kan men lezen in:
Ezechiël 28:12-14.
“Naast je plaatste ik een engel met uitgespreide vleugels, om je te beschermen. Je woonde op de heilige berg van de goden, je werd omringd door fonkelende stenen.”
M.a.w. hij verschijnt niet als een of andere domme arbeider (excuus voor het woord arbeider, het kan ook enig ander persoon of beroep zijn, bijvoorbeeld kut Marokkaan).
Kaïn was uit de Boze.
Kaïn is verwekt door Eva’s éénwording met Nachash-satan. De gegeten vrucht is vandaag nog steeds in de wereld en het kenmerk van deze vrucht is sex, want daar wordt ontzettend veel over geschreven en gesproken. Het is zelfs een brandende passie om van deze vrucht te eten. Satan heeft aan zijn gevallen engelen een voorbeeld gegeven, die zij moeten navolgen, dit zullen wij later behandelen. Als satan het plan heeft opgevat, om Gods werk te vernietigen, dan moet hij wel zorgen dat hij letterlijk zaad op aarde kreeg, om als tegenvoeter oppositie te voeren tegen het zaad van God.
In de NBG vertaling staat: ”niet gelijk Kaïn: hij was uit de boze” (1 Johannes 3:12). De New English Bible vertaalt het met: “Cain who was a child of the evil one.”De Moffat zegt:”..Cain who belong to the evil One.” De King James Authorized Version: “Cain was of that wicket onen.” De Amplifield: “Cain who took his nature and got his motivation from the evil onen.” De Living Bible: “Cain who belonged to Satan.”
Uit de hierboven genoemde vertalingen is duidelijk te lezen dat Kaïn satans zoon was en het begin van zijn zaad op aarde. De Schrift is vol verwijzingen naar de twee soorten zaad die in Genesis begonnen is en vooral het vaderschap van satan is niet mis te verstaan. De Here Jezus gebruikt daarom de gelijkenis van de twee zaaiers. Hier volgen een paar verwijzingen uit het Nieuwe Testament.
Johannes 8:38.
- “Wat Ik gezien heb bij de Vader, spreek Ik; zo doet ook gij, wat gij van uw vader gehoord hebt. Johannes 8:44.
- “Gij hebt de duivel tot vader en wilt de begeerten van uw vader doen. Die was een mensenmoorder van den beginne en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader der leugen.”
Johannes 8:47.
- “Wie uit God is, hoort de woorden Gods; daarom hoort gij niet, omdat gij uit God niet zijt.”
Johannes 10:26.
- “Maar gij gelooft niet, omdat gij niet tot mijn schapen behoort.”
Mattheüs 13:38-39.
- “De akker is de wereld; het goede zaad, dat zijn de kinderen van het Koninkrijk; het onkruid zijn de kinderen van de boze; de vijand, die het gezaaid heeft, is de duivel; de oogst is de voleinding der wereld; de maaiers zijn de engelen.”
Mattheüs 15:13.
- “Hij antwoordde hun en zeide: Elke plant, die mijn hemelse Vader niet geplant heeft, zal uitgeroeid worden.”
Mattheüs 23:33, 35.
- “Slangen, adderengebroed, hoe zult gij ontkomen aan het oordeel der hel?…opdat over u kome al het rechtvaardige bloed, dat vergoten werd op de aarde van het bloed van Abel, de rechtvaardige, tot het bloed van Zacharias, de zoon van Berekja, die gij vermoord hebt tussen het tempelhuis en het altaar.”
Handelingen 13:9-10.
“Doch Saulus, anders gezegd Paulus, vervuld met de Heilige Geest, zag hem scherp aan, en zeide: Zoon des duivels, vol van allerlei list en streken, vijand van alle gerechtigheid, zult gij niet ophouden de rechte wegen des Heren te verdraaien?”
Openbaring 2:9.
- ”Ik weet uw verdrukking en armoede, hoewel gij rijk zijt, en de laster van hen, die zeggen, dat zij Joden zijn, doch het niet zijn, maar een synagoge des satans.”
De hierboven genoemde Schriftgedeelten en nog vele anderen tonen duidelijk aan dat er een goddeloze zaadlijn van satan op aarde is gevestigd. Het toont zeer aan dat Adam wel de vader van Abel was, maar niet de vader van Kaïn. Daarom verdient dit Bijbelgedeelte onze ernstige aandacht. Het is niet een geringe zaak, die onder een godsdienstige mat geveegd kan worden, om daarna vergeten te worden. Kaïn’s nageslacht heeft grote invloed uitgeoefend op zowel Bijbelse als de seculaire geschiedenis.
Genesis 4:1 is een zeer belangrijk Bijbel vers in onze studie van Kaïn en Abel, de eerste niet identieke tweeling in de Schrift: ”De mens (Adam) nu had gemeenschap met Eva, zijn vrouw, en zij werd zwanger en baarde Kaïn; en zij zeide: Ik heb met des Heren hulp een man verkregen.”
Op het oog lijkt het alsof Kaïn een kind van Adam en Eva was en een poosje voor Abel geboren is. Maar in vers 2 is het duidelijk dat hij en Abel een tweeling waren: ”Voorts baarde zij zijn broeder Abel.” De Moffat vertaling van dit vers luidt;”..she conceived and bore Cain..next she bore his brother Abel.” De Nieuwe King James vertaling zegt:” Then se bore again, this time his brother Abel.” De Hebrew-Greek Study Bible commentaar is: “Cain and Abel may have been twins, since conceptions is only mentioned once. “
De Schrift toont aan dat Adams zijn vrouw maar éénmaal bekende (Genesis 4:2). Toch zijn er twee zoons geboren. De betekenis is dat zij in dezelfde actie, tweemaal een kind ter wereld bracht, m.a.w. een tweeling.
In Genesis 4:25 vinden wij de aansluiting bij onze studie, daar wordt gesproken van de tweede maal dat Adam gemeenschap heeft gehad met zijn vrouw.
Genesis 4:25.
“En Adam had weer gemeenschap met zijn vrouw, en zij baarde een zoon en gaf hem de naam Set, want zeide zij God heeft mij een andere zoon gegeven in plaats van Abel; hem immers heeft Kaïn gedood.”
Kaïns verwerping door God gaat verder dan het kwaad, dat hij zijn broer Abel heeft aangedaan. Kaïn was niet Adams nageslacht. Zijn haat, tegenover Abel, kwam omdat hij uit het zaad van satan was. En deze haat spruit voort uit de vijandschap, die God in Genesis 3:15 ingesteld heeft. Deze vijandschap, tussen het Zaad van de slang en het Zaad van de vrouw, heeft niet lang op zich laten wachten voor dat het de kop op stak. Kaïn’s zaad staat lijnrecht in haat tegen Abel, het zaad van de vrouw en hij vermoord hem. De Here Jezus heeft het adderzaad voor deze moord aansprakelijk gesteld.
Mattheüs 23:35.
“Opdat over u kome al het rechtvaardige bloed, dat vergoten werd op de aarde van het bloed van Abel, de rechtvaardige, tot het bloed van Zacharias, de zoon van Berekja, die gij vermoord hebt tussen het tempelhuis en het altaar.”
Kaïn en Abel waren wel een tweeling, maar zo verschillend als de dag van de nacht. Kaïn was uit satan en zou de daden van zijn vader in tijd en geschiedenis openbaren. Abel was van een ander zaad, zou zichzelf vernederen, vergiffenis en verzoening zoeken, voor zijn zonde, door middel van een bloedoffer van een rein dier. Kaïn daartegenover heeft geen berouw voor de zonde getoond en ook geen poging aangewend, om zijn hart met God goed te maken, in plaats daarvan dood hij zijn broeder en liegt tegen God over deze daad, toen Deze er naar vroeg, Genesis 4:9: “Toen zeide de Here tot Kaïn: Waar is uw broeder Abel? En hij zeide: Ik weet het niet; ben ik mijns broeders hoeder?”
De naam Kaïn betekent verkrijgen in het Hebreeuws. Kaïn is van een andere bron verkregen of verwekt, dan die van Adam. Hij wordt dan ook nergens in Adams geslachtsregister genoemd, alleen in die van zichzelf.
Genesis 4:16-24.
“Toen ging Kaïn weg van het aangezicht des Heren, en ging wonen in het land Nod, ten oosten van Eden. En Kaïn had gemeenschap met zijn vrouw en zij werd zwanger en baarde Henoch; daarna werd hij de stichter van een stad en hij noemde deze stad naar zijn zoon Henoch. En aan Henoch werd Irad geboren en Irad verwekte Mechujael, en Mechujael verwekte Metusael, en Metusael verwekte Lamech. En Lamech nam zich twee vrouwen; de ene heette Ada, en de andere Silla. En Ada baarde Jabal; hij is de vader geworden van hen, die in tenten en bij de kudde wonen. En de naam van zijn broeder was Jubal; hij is de vader geworden van allen, die citer en fluit bespelen. En Silla baarde eveneens, namelijk Tubal-kaïn, de vader van de smeden, allen, die koper en ijzer bewerken. En de zuster van Tubal-kaïn was Naama. En Lamech zeide tot zijn vrouwen: Ada en Silla, hoort naar mijn stem; vrouwen van Lamech, neigt uw oor tot mijn rede. Ik sloeg een man dood om mijn wonde, een knaap om mijn striem; Want Kaïn wordt zevenvoudig gewroken, maar Lamech zevenenzeventig maal!
En vergelijk deze teksten met die van:
1 Johannes 3:11-12.
“Geliefde, volg het kwade niet na, maar het goede. Wie goed doet, is uit God maar wie kwaad doet, heeft God niet gezien.”
Johannes 8:44.
“Gij hebt de duivel tot vader en wilt de begeerten van uw vader doen. Die was een mensenmoorder van den beginne en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader der leugen.”
Omdat de laatste door de duivel is verwekt. Het opsporen van satans nageslacht in de Bijbel zal geen enkel probleem opleveren
1 Johannes 3:12a.
“Niet gelijk Kain: hij was uit de boze en vermoordde zijn broeder.”
Mattheüs 13:39.
“Het onkruid zijn de kinderen van de boze; de vijand, die het gezaaid heeft, is de duivel.”
De Bijbel beklemtoont duidelijk dat satan de oorzaak is van de zonde in het Paradijs.
Genesis 3:1:
”En de grote draak werd (op de aarde) geworpen, de oude slang, die genaamd wordt duivel (geestes wezen) en de satan (tegenstander), die de gehele wereld verleidt; hij werd op de aarde geworpen en zijn engelen met hem.”
Een vrouw en een tweeling met twee verschillende vaders.
Is het mogelijk dat een vrouw door twee mannen gelijktijdig bevrucht kan worden? In het blad Newsweek, van 23 november 1987, heeft een uitvoerige artikel gestaan over tweelingen. Dit artikel, waarvan de informatie hieronder verschijnt, heeft de volledige wetenschappelijke, als zo de medische feiten weergegeven van een tweeling, die uit een vrouw geboren kan worden, die door twee verschillende vaders waren verwekt.
In de Sunday Times van 28 mei 1978 heeft een artikel gestaan met het opschrift “Its twins, but one is black and de the other is white.” Dit artikel verwijst naar een Duitse vrouw, Grete Bardaum, die een onzedelijke leven leide. Zij heeft het leven geschonken aan een tweeling (zoons), Berndt en Heiko, de een was blank en de ander was zwart. Zij heeft de twee mannen voor het hof gedagvaard voor een onderhoud. De ene was een blanke zakenman, de vader van Berndt, het blanke kind, en een neger als de vader van het zwarte kind. Mw. Bardaum getuigde dat zij, op dezelfde dag, met beide mannen gemeenschap heeft gehad en van beide mannen zwanger is geraakt. Dr. Konrad Hummel, een Duits geleerde op het gebied van twijfelachtige zwangerschappen, heeft haar eis bevestigd. Het hof heeft Grete’s eis verworpen, maar het staat wel opgetekend in de medische geschiedenis als een rare, maar toch ware gebeurtenis. Grete is later getrouwd met een Duitser en heeft het leven geschonken aan weer een tweeling, maar dan blank.
De verborgenheid van het goede zaad en het onkruid.
In de gelijkenis van het onkruid tussen het koren (Mattheüs 13:24-30, 36-43), verteld de Here Jezus zelf het verhaal van wat er zich in de Tuin van Eden heeft afgespeeld. Voordat wij de gelijkenis bestuderen is het van belang om de volgende zaken in gedachten te houden. Door de gelijkenis die Jezus, in Mattheüs 13 vertelt, openbaard, Hij zekere zaken, die verborgen waren, vanaf het begin der grondlegging der wereld. In vers 35 zegt Hij:”…Ik zal verkondigen wat sinds de grondlegging der wereld verborgen gebleven is.”
Volgens Dr Scofield van de Scofield Bijbel betekent een “verborgenheid” het volgende: “A mystery in Scripture is a previously hidden truth now divinely revealed, but in which a supernatural element still remains despite the revelation.”
M.a.w. een verborgenheid is een waarheid, die verborgen was en nu door God geopenbaard is. Verder moeten wij in gedachten houden, dat deze gelijkenissen waarheidsgetrouw en natuurgetrouw zijn. De verklaring daarvan mag niet afwijken van het beginsel. Anders dan in de gelijkenis van de zaaier, waar het zaad het Woord van God is, is het zaad in deze gelijkenis mensen (Mattheüs 13:38), of beter gezegd de vijandige twee zaadlijnen op aarde.
De Here Jezus zelf vertelt deze gelijkenis, maar geeft ook zelf het antwoord, of uitleg daarvan, om er zeker van te zijn dat er geen verkeerde vertolking zal plaats vinden. Volgens Hem zijn er twee type mensen op aarde, vanuit twee totaal verschillende oorsprongen. De ene groep wordt het goede zaad, of koren, genoemd en is door de Zoon des Mensen, dus door Jezus zelf, gezaaid (Mattheüs 13:37). Hij was aanwezig bij de Schepping van de Wereld en het is door Hem, dat God alles geschapen heeft (Johannes 1:1-4, 14; 8:58; Kolossenzen 1:16=17; 1 Petrus 1:19-20). Adam en Eva waren het goede zaad, die Jezus in de Tuin gezaaid heeft. De andere groep, oftewel het onkruid, is door Gods vijand, namelijk de duivel, gezaaid (Mattheüs 13:25, 39). Ook hij was aanwezig bij de Schepping (vergelijk Openbaring 12:9; 20:2 met Genesis 3:1, 14-15; Ezechiël 28:1-3, 12-17). Volgens de Here Jezus zijn er mensen, die uit God geboren zijn en naar Zijn stem kunnen horen/luisteren:
Johannes 8:42.
“Jezus zeide tot hen: Indien God uw Vader was, zoudt gij Mij liefhebben, want Ik ben van God uitgegaan en gekomen; want Ik ben niet van Mijzelf gekomen, maar Hij heeft Mij gezonden.”
1 Johannes 4:6.
“Wij zijn uit God; wie God kent, hoort naar ons; wie uit God niet is, hoort naar ons niet. Hieraan onderkennen wij de Geest der waarheid en de geest der dwaling.”
En zij zijn een voorwerp van Zijn barmhartigheid:
Romeinen 9:23.
“Juist om de rijkdom zijner heerlijkheid bekend te maken over de voorwerpen van ontferming, die Hij tot heerlijkheid heeft voorbereid?”
Daartegenover zijn diegenen, die de duivel als vader hebben, die niet naar Gods stem kunnen luisteren.
Johannes 8:43-44, 47.
“Waarom begrijpt gij niet wat Ik zeg? Omdat gij mijn woord niet kunt horen. Gij hebt de duivel tot vader en wilt de begeerten van uw vader doen. Die was een mensenmoorder van den beginne en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader der leugen.”
Johannes 10:26.
“Maar gij gelooft niet, omdat gij niet tot mijn schapen behoort.”
1 Johannes 4:6.
“Wij zijn uit God; wie God kent, hoort naar ons; wie uit God niet is, hoort naar ons niet. Hieraan onderkennen wij de Geest der waarheid en de geest der dwaling.”
Let goed op! Het gaat hier niet om het willen luisteren, maar om het niet kunnen luisteren! God haat hen namelijk, is eeuwig op hen vertoornd, zelfs na het kruis.
Maleachi 1:3.
“Toch heb Ik Jakob liefgehad, maar Ezau heb Ik gehaat; Ik heb zijn bergen tot een woestenij gemaakt en zijn erfdeel aan de jakhalzen der woestijn prijsgegeven.”
Romeinen 9:13.
“Gelijk geschreven staat: Jakob heb Ik liefgehad, maar Ezau heb Ik gehaat.”
Want zij zijn planten, die God niet geplant heeft, daarom zal hij hen ontwortelen en verloren laten gaan. Zij zijn de voorwerpen van toorn, die voor het verderft zijn toebereid.
Mattheüs 15:13.
“Hij antwoordde hun en zeide: Elke plant, die mijn hemelse Vader niet geplant heeft, zal uitgeroeid worden.”
Romeinen 9:22.
“En als God nu, zijn toorn willende tonen en zijn kracht bekend maken, de voorwerpen des toorns, die ten verderve toebereid waren, met veel lankmoedigheid verdragen heeft.”
Zij zijn gezaaid terwijl de mens (Adam) lag te slapen en niet gewaakt heeft, zoals God hem bevolen had.
Mattheüs 13:25.
“Doch terwijl de mensen sliepen, kwam zijn vijand en zaaide er onkruid overheen, midden tussen het koren, en ging weg.”
De gelijkenis praat niet van geredde of niet geredde mensen.
Volgens de traditionele kerkelijke verklaring, van deze gelijkenis, is het goede zaad of koren de geredde partij, het onkruid de niet geredde groep of ongelovigen. Als het onkruid tot bekering komt worden zij goed zaad. M.a.w. tegen de natuur in wordt onkruid goed zaad. Dit is niet natuurgetrouw. Het is een natuurwet, van God, dat zaad zijn eigen soort voortbrengt (Genesis 1:11-12; Mattheüs 7:17; Lucas 6:44). Daarom kan goed zaad niet veranderen in onkruid en onkruid niet veranderen in goed zaad en een goede oogst opleveren. Want koren blijft koren en het onkruid blijft onkruid, vanaf de zaaitijd tot aan de oogsttijd.
De oogsttijd is de voleinding van de wereld (Mattheüs 13:39), dus moet de zaaitijd het begin van de wereld zijn. Jezus zegt dus dat aan het begin mensen zijn, Adam en Eva, die Hij gezaaid heeft als goed zaad. En zij blijven dit tot aan de oogsttijd. Precies zo met die mensen, die als onkruid gezaaid zijn door de duivel. Zij zijn in vijandschap met het goede zaad en zal als onkruid blijven staan tot aan de oogsttijd, wanneer zij bij elkaar geraapt worden om te worden verbrand.
Mattheüs 13:29-30.
“De slaven zeiden tot hem: Wilt gij dan, dat wij het bijeenhalen? Hij zeide: Neen, want bij het bijeenhalen van het onkruid zoudt gij tevens het koren kunnen uittrekken. Laat beide samen opgroeien tot de oogst. En in de oogsttijd zal ik tot de maaiers zeggen: Haalt eerst het onkruid bijeen en bindt het in bossen om het te verbranden, maar brengt het koren bijeen in mijn schuur.”
Dus is het totaal verkeerd en onschrifttuurlijk om het goede zaad als gelovigen en de ongelovigen als onkruid te brandmerken, want niemand kan als gelovige worden geboren of gezaaid.
Romeinen 3:10-12, 23.
“Gelijk geschreven staat: Niemand is rechtvaardig, ook niet een, er is niemand, die verstandig is, niemand, die God ernstig zoekt; allen zijn afgeweken, tezamen zijn zij onnut geworden; er is niemand, die doet wat goed is, zelfs niet een….Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods.”
Zo’n verklaring zou betekenen dat het onkruid tussen zaai- en oogsttijd veranderd is in goed zaad of koren. Nee, gelovigen zijn goed zaad, die vrucht beginnen te dragen, m.a.w. zij zijn tot bekering gekomen, terwijl ongelovigen goed zaad is, die weg kwijnen en vruchteloos blijven, zij hebben niet gereageerd op de evangelie boodschap.
Onkruid kan nooit goed zaad worden al verzorg je het nog zo goed. Goed zaad blijft goed zaad, al is het verdroogd. Wij kunnen niet de beplanting van de duivel evangeliseren, het zal nooit goed zaad worden. Ongehoorzaamheid kan veel dingen met het goede zaad laten gebeuren. Zij kunnen bijvoorbeeld het eeuwige leven missen. “Goed” moet zich niet beroemen dat zij goed zaad zijn, zij moeten tot gehoorzaamheid komen en wedergeboren worden. Maar het is echter onmogelijk dat onkruid goed zaad kan worden door geloof, dus ook geen kinderen van Abraham kunnen worden door geloof, dat is uitgesloten. Verloste mensen zijn tot geloof gekomen, omdat zij oorspronkelijk als goed zaad, als nageslacht van Abraham, zijn geplant, daarom kunnen zij naar Gods stem luisteren! Zij hebben het vermogen om naar de stem van de Goede Herder te luisteren en Hij geeft hen eeuwig leven.
Johannes 10:27-28.
“Mijn schapen horen naar mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij, en Ik geef hun eeuwig leven en zij zullen voorzeker niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit mijn hand roven.”
Het onkruid kan niet geloven of naar Zijn stem luisteren.
Johannes 10:26.
“Maar gij gelooft niet, omdat gij niet tot mijn schapen behoort.”
Dit is ook wat Paulus bedoeld heeft in:
Galaten 3:6-7,29.
“Het verbaast mij, dat gij u zo schielijk van degene, die u door de genade van Christus geroepen heeft, laat afbrengen tot een ander evangelie, en dat is geen evangelie. Er zijn echter sommigen, die u in verwarring brengen en het evangelie van Christus willen verdraaien.”
Mensen komen tot bekering omdat zij kinderen van Abraham zijn. Zij worden geen kinderen van Abraham, zij zijn kinderen van Abraham en dat maakt het grote verschil. Daarom kunnen zij nooit tot bekering komen. Zij worden geen goed zaad, omdat zij als onkruid zijn geplant.
Lucas 19:9-10.
“En Jezus zeide tot hem: Heden is aan dit huis redding geschonken, omdat ook deze een zoon van Abraham is. Want de Zoon des mensen is gekomen om het verlorene te zoeken en te redden.”
Adam en Eva waren samen met Abel het goede zaad, dat door God gezaaid is. Kaïn daarentegen was het onkruid, die door satan gezaaid is. Volgens de Dakes Bybel is het Griekse woord, die hier als onkruid gebruikt wordt, zizania of zewan, die de betekenis heeft van wild koren, dat op koren lijkt, wanneer het begint te groeien en als de plant rijp is zijn de aren zwart en giftig. Dit is niet zo bij het gewone onkruid waarmee wij bekend zijn, want dat kunnen wij makkelijk herkennen. Maar dit soort onkruid is zeer moeilijk te onderscheiden wanneer dit samen met het koren groeit, pas in de oogsttijd kan het onderscheiden worden (gezien- herkend). Dit onkruid komt tamelijk veel in Palestina voor. Wanneer de zwarte pitten tussen het koren wordt gevonden, worden die er onmiddellijk uitgehaald, aangezien het meel dan bitter zal smaken. Een zeer groot aantal van dit onkruid zit tussen het koren, maakt het meel giftig.
Men moet goed onthouden dat de gelijkenis getrouw is in de natuur en dat dit handelt over mensen.
Het probleem met het onkruid is dat het lijkt op het goede zaad, daarom heeft hun werk zo’n verwoestende uitwerking. Waar komt meer misleiding voor, dan waar het als echt wordt voorgesteld. Het maaksel van satan ligt zo dichtbij het oorspronkelijken van God, dat de gewone mens het niet kan onderscheiden (Mattheüs 7:21-12; Lucas 6:46: 1 Johannes 4:1). Wij kunnen echter geen onderscheid maken en het onkruid ertussen uit halen, want het gevaar bestaat, dat wij het ook het goede zaad zullen verwijderen. De kinderen van de duivel lijken zoveel op de kinderen van het Koninkrijk, dat alleen engelen dit werk kunnen uitvoeren, zonder schade aan het koren te brengen, daarom zullen zij bij de voleinding der wereld als maaiers uitgaan, om het kaf van het koren te scheiden. Nee het valse koren geeft de ware aard van satan weer. Het is een weerspiegeling van zijn natuur, hij is de moordenaar, leugenaar en verwoester van de aarde.
Wat verder interessant is aan het woord zizania dat Jezus gebruikt. Dat de zwarten de namen van landen, waarvan zij de macht overnemen, van eigen namen voorzien Zo is vandaag Tanzanië- Zambië, Namibië-Ethiopië enz. De nieuwe naam voor Zuid-Afrika moet kwansuis Azania worden. Is het toeval dat blank Zuid-Afrika veranderd moet worden in zizania. Waarom bestaat er een natuurlijke neiging bij zwarten om bondgenoten te zijn van het onkruid en waarom vinden wij zoveel onkruid bij de zwarten? Is er een verbintenis? Ten spijten van al de zendingspogingen luisteren de zwarten in de wereld nog steeds niet naar Gods stem. Hoe komt dat?
In het tijdperk van Jezus op aarde wandelden, was het de strategie van satan om zich als goed zaad te vermommen, dit was zo succesvol, dat zijn zaad optrad als de geestelijke leiders van het volk. Jezus echter heeft hen geindentificeerd als kinderen die geboren waren uit de duivel. Jezus benoemde hun ware aard en eindbestemming.
Mattheüs 23:31-36.
“Gij getuigt dus van uzelf, dat gij zonen zijt van de moordenaars der profeten. Maakt ook gij de maat uwer vaderen vol! Slangen, adderengebroed, hoe zult gij ontkomen aan het oordeel der hel? Daarom, zie, Ik zend tot u profeten en wijzen en schriftgeleerden. Van hen zult gij sommigen doden en kruisigen en van hen zult gij anderen geselen in uw synagogen en vervolgen van stad tot stad, opdat over u kome al het rechtvaardige bloed, dat vergoten werd op de aarde van het bloed van Abel, de rechtvaardige, tot het bloed van Zacharias, de zoon van Berekja, die gij vermoord hebt tussen het tempelhuis en het altaar. Voorwaar, Ik zeg u: Al deze dingen zullen komen over dit geslacht.”
Lucas 11:49-52.
“Daarom zegt ook de wijsheid Gods: Ik zal tot hen zenden profeten en apostelen en van hen zullen zij sommigen doden en vervolgen, opdat van dit geslacht afgeëists worde het bloed van al de profeten, dat vergoten is sinds de grondvesting der wereld, van het bloed van Abel tot het bloed van Zacharias, die omgebracht is tussen het altaar en het tempelhuis. Ja, Ik zeg u, het zal afgeëists worden van dit geslacht. Wee u, wetgeleerden, want gij hebt de sleutel der kennis weggenomen; zelf zijt gij niet binnengegaan en hen, die trachtten binnen te gaan, hebt gij tegengehouden.”
Johannes 8:31-47.
“Jezus dan zeide tot de Joden, die in Hem geloofden: Als gij in mijn woord blijft, zijt gij waarlijk discipelen van Mij en gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken. Zij antwoordden Hem: Wij zijn Abrahams nageslacht en zijn nooit iemands slaven geweest; hoe zegt Gij dan: gij zult vrij worden? Jezus antwoordde hun: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, een ieder, die de zonde doet, is een slaaf der zonde. En de slaaf blijft niet eeuwig in het huis, de zoon blijft er eeuwig. Wanneer dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult gij werkelijk vrij zijn. Ik weet, dat gij Abrahams nageslacht zijt; maar gij tracht Mij te doden, omdat mijn woord bij u geen plaats vindt. Wat Ik gezien heb bij de Vader, spreek Ik; zo doet ook gij, wat gij van uw vader gehoord hebt. Zij antwoordden en zeiden tot Hem: Onze vader is Abraham. Jezus zeide tot hen: Indien gij kinderen van Abraham zijt, doet dan de werken van Abraham; maar nu tracht gij Mij te doden, een mens, die u de waarheid gezegd heeft, welke Ik van God gehoord heb; dit deed Abraham niet. Gij doet de werken van uw vader. Zij zeiden tot Hem: Wij zijn niet uit hoererij geboren, wij hebben een Vader, God. Jezus zeide tot hen: Indien God uw Vader was, zoudt gij Mij liefhebben, want Ik ben van God uitgegaan en gekomen; want Ik ben niet van Mijzelf gekomen, maar Hij heeft Mij gezonden.”
Bedenk wel, dat de Here Jezus nooit slechte dingen van iemand gesproken heeft. Hij heeft alleen de waarheid gesproken.
Wanneer is het goede zaad en het onkruid gezaaid? De geschiedenis van het mensdom, of Adamiet, begint bij Adam. Dit was de zaaitijd waarvan Jezus heeft gezegd:
Mattheüs 13:24-25.
”Nog een gelijkenis hield Hij hun voor en Hij zeide: Het Koninkrijk der hemelen komt overeen met iemand, die goed zaad gezaaid had in zijn akker. Doch terwijl de mensen sliepen, kwam zijn vijand en zaaide er onkruid overheen, midden tussen het koren, en ging weg.”
Adam en Eva waren het goede zaad of koren, dat door Jezus gezaaid is, maar terwijl Adam sliep heeft de vijand, de duivel, zijn onkruid gezaaid. De tekst moet men zo lezen, terwijl een zekere mens sliep, want de woord constructie in het Grieks is hetzelfde als in Mattheüs 18:23, waar geproken wordt van een zekere koning, die met zijn dienstknechten wilde afrekenen. De Amplified Bybel vertaald dit gedeelte zo:”But while he was sleeping, his enema came and sowed darnel (black wild wheat) among the wheat, and went his way.” Terwijl de mensen, of een zekere mens, namelijk Adam, sliep, heeft de duivel zijn onkruid gezaaid.
Adam heeft Eva niet beschermd. Hij heeft Gods gezag niet laten gelden en zo kon satan zijn onkruid zaaien. Laat dat een les voor zijn voor ons mannen. Wanneer wij niet de priester van het huis zijn, dan zal de duivel zeerzeker zijn verwoestende werk in onze gezinnen doen. Men moet het niet aan de vrouwen overlaten, om voorop te lopen in geestelijke zaken, mannen, u moet voorop lopen. U moet de geestelijke leiding in huis bezitten, neemt u gezag ter hand en bescherm u gezinnen. Want zij moeten aan God rekenschap afleggen, als hun kinderen aan de drank en verdovende middelen verslaafd raken. Hij moet het hoofd van het huis zijn, maar als vader liberaal wordt, dan vermengd u dochter zich met een levend aard wezen en uw geslacht raakt voor eeuwig verbasterd. Als Adam zijn gezag op zich had genomen, dan had de aarde niet deze geschiedenis van bloed en geweld moeten ondergaan. Maar helaas hij sliep toen satan zijn onkruid zaaide.
Genesis was niet alleen de oorsprong van de zonde op de aarde, maar ook de oorsprong van de vijandige zaadlijn. Dit verklaart tevens het steeds terugkerende conflict in het Oude Testament en de strijd door de eeuwen heen, lees Lucas 11:47-51. Het koren, of goede zaad, is via Adam, Set, Noach, Sem, Abraham, Isaäk en Jacob gekomen. Het onkruid via Kaïn en zijn nageslacht. In deze studie zullen wij hun sporen door de gehele Bijbel en geschiedenis volgen. Op een zeer subtiele wijze is dit addergeslacht altijd in het spoor van de goede zaadlijn gebleven en is daar in geïnfiltreerd.
Ten tijde van Jezus aardse bediening hadden zij zich ingegraven in het Sanhedrin en vooral in de persoon van Herodus en Kajafas. Zij waren de vervolgers van het Christendom, vanaf zijn geboorte tot aan heden vindt men het addergeslacht in het jodendom, die door de christelijke wereld totaal verkeerd wordt ingeschat, als dat zij Gods volk op aarde vertegenwoordigen. Het zijn ook zij, die verantwoordelijk zijn voor de dood van Abel, al de profeten en daarbij is de Gezalfde ingesloten. En deze groep adders hebben een goede bondgenoot in de rooms katholieke kerk, communisme, vrijmetselaars, new age, de wereldpers, vvo, de wrk, enz. Dit onkruid is zoals de dorens en distels, die na Adams zonde zijn verschenen. *vergelijk de volgende teksten eens goed:
Numeri 33:55.
“Maar als jullie de inwoners niet volledig verdrijven, zullen de overlevenden jullie een doorn in het oog worden en een blok aan het been. In je eigen land zullen zij je in het nauw brengen.”
Jozua 23:13.
“Weet dan voorzeker, dat de Here, uw God, deze volken niet verder voor u verdrijven zal; dan zullen zij u worden tot een strik en een val, tot een gesel op uw zijden en dorens in uw ogen, totdat gij vergaan zult uit dit goede land, dat de Here, uw God, u gegeven heeft.”
Hosea 9:6.
“Want zie, al zijn zij aan de verwoesting ontkomen, Egypte zal hen verzamelen, Mof hen begraven. Onkruid zal hun zilveren kostbaarheden overwoekeren, dorens zullen in hun tenten opschieten.”
Nog heden ten dage wordt het goede zaad nog door het onkruid verdrukt, maar het onkruid zal in de laatste der dagen in bundels bij elkaar gebonden worden en in ovens worden verbrand. Het onkruid kan nooit tot bekering komen, ondanks al evangelische campagnes der wereld!
Als het onkruid het voor elkaar krijgt om het goede zaad uit te wissen, of te laten verbasteren, dan kan de Koning niet terugkomen. Er bestaat een eeuwige vijandschap tussen het onkruid en het goede zaad. Vandaag de dag is Gods volk de slaaf van de joodse geldmachten. De joodse protocollen hebben dit duidelijk uitgespeld, dat het onkruid de wereld wil regeren zonder Jezus, de Gezalfde Koning van Israël. Daarom haat God Ezau, want Ezau vertegenwoordigt de zaadlijn van het onkruid. Daarom kan er nooit vrede tussen die twee zaden zijn. Het is Edomitische zaad die het heidendom in het algemeen tegen het ware zaad opzweept en het verstand van onze kinderen hersenspoelt. Zij zijn het mandje slechte vijgen, de slechte elementen uit Juda, die een verschrikking en vervloeking op aarde zijn. En deze worden gekenmerkt door hun tegenstand tegen de Here Jezus en Zijn Volk. Zij luisteren naar de duivel en kennen zijn stem, maar de stem van de Goede Herder kennen zij niet!
De verbranding en de benauwdheid.
Het onkruid zal aan het einde van deze bedeling uit het koren verwijderd en verbrand worden. Bestudeer gerust al de volgende teksten, om een goed overzicht te verkrijgen.
Mattheüs 13:40-42.
“Zoals nu het onkruid verzameld wordt en met vuur verbrand, zo zal het gaan bij de voleinding der wereld. De Zoon des mensen zal zijn engelen uitzenden en zij zullen uit zijn Koninkrijk verzamelen al wat tot zonde verleidt en hen, die de ongerechtigheid bedrijven, en zij zullen hen in de vurige oven werpen; daar zal het geween zijn en het tandengeknars.”
Psalm 92:8.
“Wanneer de goddelozen uitspruiten als het groene kruid en alle bedrijvers van ongerechtigheid bloeien, zij zullen voor immer verdelgd worden.”
Jesaja 66:15-16, 22-23.
“Want zie, de Here zal komen als vuur en zijn wagens zullen zijn als een storm, om zijn toorn te openbaren in gloed en zijn dreiging in vuurvlammen….Te vuur en te zwaard zal de Here gericht oefenen over al wat leeft, en de door de Here verslagenen zullen talrijk zijn. Want zoals de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, die Ik maken zal, voor mijn aangezicht zullen blijven bestaan, luidt het woord des Heren, zo zal uw nageslacht en uw naam blijven bestaan. En het zal geschieden van nieuwe maan tot nieuwe maan en van sabbat tot sabbat, dat al wat leeft zal komen om zich voor mijn aangezicht neer te buigen, zegt de Here.”
Ezechiël 38:15-16, 22-23; Joël 2:30-32; Joel 3:11-13; Habakuk 3:3-7, 10-13; Sefanja 1:14-18; Sefanja 3:8, 12-20; Zacharia 14;9, 12-13, 21: Maleachi 3:2; Maleachi 4:1, 5-6; 2 Petrus 3:9-10.
Deze zuivering van de kinderen van de boze, uit de kinderen van God, zal plaatsvinden onder grote benauwdheid, die deze duivels kinderen over het goede zaad zal uitspreiden.
Jeremia 30:1-8.
“Het woord, dat van de Here tot Jeremia kwam: Zo zegt de Here, de God van Israel: Schrijf alle woorden die Ik tot u gesproken heb, in een boek. Want zie, de dagen komen, luidt het woord des Heren, dat Ik in het lot van mijn volk Israel en Juda een keer breng, zegt de Here, en hen terugbreng in het land dat Ik aan hun vaderen gegeven heb, zodat zij het zullen bezitten. Dit nu zijn de woorden die de Here over Israel en Juda gesproken heeft. Want zo zegt de Here: Angstgeschrei horen wij, schrik en geen heil. Vraagt toch, ziet, of een man baart; waarom zie Ik iedere man met zijn handen aan zijn heupen als een barende en heeft elk gelaat een lijkkleur gekregen? Wee, want groot is die dag, zonder weerga; een tijd van benauwdheid is het voor Jakob; maar daaruit zal hij gered worden.”
Jeremia 46: 28; Koel 2:15-17; Amos 9:9-10.
Maar diegenen, die bij God schuilen zullen door Hem bewaard en beschermt worden.
Psalm 27:5.
“Want Hij bergt mij in zijn hut ten dage des kwaads, Hij verbergt mij in het verborgene van zijn tent, Hij plaatst mij hoog op een rots.”
Psalm 91:1-16.
“Wie in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, vernacht in de schaduw des Almachtigen. Ik zeg tot de Here: Mijn toevlucht en mijn vesting, mijn God, op wie ik vertrouw. Want Hij is het, die u redt van de strik des vogelvangers, van de verderfelijke pest. Met zijn vlerken beschermt Hij u, en onder zijn vleugelen vindt gij een toevlucht; zijn trouw is schild en pantser. Gij hebt niet te vrezen voor de verschrikking van de nacht, voor de pijl, die des daags vliegt; Voor de pest, die in het duister rondwaart, voor het verderf, dat op de middag vernielt. Al vallen er duizend aan uw zijde, en tienduizend aan uw rechterhand, tot u zal het niet genaken; Slechts zult gij het met uw ogen aanschouwen, en de vergelding aan de goddelozen zien. Want Gij, o Here, zijt mijn toevlucht. De Allerhoogste hebt gij tot uw schutse gesteld; Geen onheil zal u treffen, en geen plaag zal uw tent naderen; Want Hij zal aangaande u zijn engelen gebieden, dat zij u behoeden op al uw wegen; Op de handen zullen zij u dragen, opdat gij uw voet niet aan een steen stoot. Op leeuw en adder zult gij treden, jonge leeuw en slang zult gij vertrappen. Omdat hij Mij zeer bemint, zal Ik hem bevrijden; Ik zal hem beschutten, omdat hij mijn naam kent. Roept hij Mij aan, Ik zal hem antwoorden; Ik zal in de benauwdheid bij hem zijn, Ik zal hem uitredden en tot ere brengen. Met lengte van dagen zal Ik hem verzadigen, en Ik zal hem mijn heil doen zien.”
Maleachi 4:2.
“Maar voor u, die mijn naam vreest, zal de zon der gerechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn onder haar vleugelen; gij zult uitgaan en springen als kalveren uit de stal.”
Wanneer nu het oogstland schoongemaakt is, zullen de kinderen van het Koninkrijk, de rechtvaardigen, schijnen, zoals de zon in het Koninkrijk van hun Vader.
Mattheüs 23:43.
“Dan zullen de rechtvaardigen stralen als de zon in het Koninkrijk huns Vaders. Wie oren heeft, die hore!”
Vergelijk dit met:
Exodus 19:6.
“En gij zult Mij een koninkrijk van priesters zijn en een heilig volk. Dit zijn de woorden die gij tot de Israëlieten spreken zult.”
Lees verder: Jesaja 61:6; Jeremia 50:20; Ezechiël 39:29; Hosea 14:5-7; Joel 3;17; Amos 9:13-15; Micha 7:18-20. Pas op! Het gaat erom dat eerst het onkruid bij elkaar gehaald moet worden, dan pas wordt het goede koren verzameld. En denk erom er is geen geheime opname van de gemeente, maar het onkruid wordt verzamelt en daarna verbrandt (Mattheüs 15:13). Het zal totaal ontworteld worden! Maar het handwerk van God zal gepland worden, om nooit meer ontworteld te worden (Amos 9:15; Jesaja 66:22). Zij zijn het goede koren, het goede zaad, kinderen van het Koninkrijk, de uitverkorenen (Mattheüs 24:68; Handelingen 13:17). Zij worden weer in een schuur verzameld. M.a.w. zij zullen weer een volk worden, met een koning en zij zullen tezamen Gods Koninkrijk op aarde vormen (Mattheüs 13:30).
- Zij zijn uit God geboren Deuteronomium 32:6, 18; Jesaja 64:9; Maleachi 2;10, 15.
- Zij zijn verordineerd, om gelijkvormig te zijn aan Jezus, Gods Zoon. Genesis 1:26-27; Romeinen 8:29; 1 Johannes 3:2.
- Zij zijn bestemd om mede erfgenamen van Jezus te zijn. Romeinen 8:16-17; Romeinen 4:13; Hebreeën 11:9.
*Zij zijn gezaaid als kinderen van het koninkrijk, om samen met Jezus op aarde te regeren, om Zijn Koninkrijk te vormen. Genesis 1:28; Genesis 17:6; Daniël 7:18, 22, 27; Lucas 1:33; Mattheüs 19:28; Lucas 22:29, 30; Openbaring 20:4-6.
Het zaad van de vrouw.
Terwijl het zaad van de vrouw, in Genesis 3:15, als enkelvoud beschouwd kan worden (met Jezus als het primaire zaad), is het ook meervoudig en verwijst dit ook naar vele voorbeelden, zoals het bij het woord team. Een team bestaat uit meerdere leden. Jezus, de Gezalfde, is het hoofdzaad van de vrouw en de mensen, die Hij verlost heeft en dat zijn er velen. Het woord zaad verwijst dus naar Jezus, maar terzelfder tijd ook naar Zijn Volk, die Hij is komen verlossen:
Romeinen 1:3.
“Aangaande zijn Zoon, gesproten uit het geslacht van David naar het vlees.”
2 Timotheüs 2:8.
“Gedenk, dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt, uit het geslacht van David, naar mijn evangelie.”
Deze teksten bevestigen de uiteindelijke schakel, die er is tussen Jezus en het Zaad van de vrouw. Een volledige geslachtsregister van de Here Jezus vinden wij in Mattheüs 1:1-17.
Het is jammer, dat de Nederlandse vertaling het niet zo goed weer geeft, maar in Hebreeën 2:16 lezen wij bijvoorbeeld: ”Want over de engelen ontfermt Hij Zich niet, maar Hij ontfermt Zich over het nageslacht van Abraham.” In zekere zin kunnen wij zeggen: Hij bekommerd zich niet over allen, die op de aarde verblijven, maar alleen die, die uit het geslacht van Abraham, Isaäk en Jacob zijn voort gekomen. In de King James staat het wat correcter:”For verliy he took not on him the nature of angels; but he took on him the seed of Abraham.”
De Amplified zegt: Dat Hij een helpende hand naar Abrahams nageslacht uitgestoken heeft door vlees te worden, zoals zij, Adams vlees. Hij is een Adamiet, een Israëliet, een zoon van Abraham via Isaak en Jacob geworden. Er is veel zaad binnen het Zaad van de vrouw. De volgende Schriftgedeelten bevestigen dit: Mattheüs 1:1-17; Lucas 3:23-38; 1 Kronieken enz.
De volgende hoofdpersonen, die het Zaad van de vrouw vóór de vloed gedragen heeft waren: Adam; Set, Enos, Kenan, Mahalà, Jered, Henoch, Metusalag, Lameg en Noach. Na de vloed waren dit: Noach, Sem, Arpagsad, Selag, Heber, Peleg, Rehu, Benjamin, Ruben, Simeon, Levi, Juda, Issasgar, Zebulon, Dan, Naftali, Gad, en Goten, Saksers, Kelten, Visigoten, Ostrogote, Lombaarden, Belgade, Noormannen, Vikingen, Denen, Variangians, Germanen. Alemani, Teotonen en anderen semitische volkeren, die later in de geschiedenis zijn verschenen als landen zoals Engeland, Schotland, Ierland, Denenmarken, Finland, Zweden, Noorwegen, Holland, Duitsland, Australië, Zuid-Afrika.
Het vele Zaad van de vrouw.
De volgende Schriftgedeelten beklemtonen de veelvuldigheid van het Zaad van de vrouw.
- “Toen ontbrandde er in de hemel een strijd. Michaël en zijn engelen vochten tegen de draak, die met zijn engelen terugvocht.” (Openbaring 12:7).
- “De akker is de wereld. Het goede zaad zijn de mensen die horen bij het koninkrijk. Het onkruid zijn degenen die bij de duivel horen.” ( Mattheüs 13:38).
- “De belofte steunt dus op het geloof. Daaruit blijkt, dat de belofte een vrije gave van God is en door hem zeker gesteld is voor alle nakomelingen van Abraham. Dat zijn niet alleen zij die de wet hebben, maar ook zij die net als Abraham geloven. Abraham is de vader van ons allemaal.” ( Romeinen 4:16).
Het enkelvoudig gebruik van het woord zaad, in Genesis 3:15, heeft veel mensen laten geloven dat dit exclusief naar Jezus verwees. Gewoonlijk wordt dan Galaten 3:16 en 3:29 gebruikt om deze ziening te staven
Galaten 3:16.
“Nu heeft God zijn belofte gedaan aan Abraham en aan zijn nakomeling. Het staat er niet in het meervoud: ‘aan nakomelingen’, maar in het enkelvoud: ‘en aan uw nakomeling’, en die nakomeling is Christus.”
Galaten 3:29.
“Indien gij nu van Christus zijt, dan zijt gij zaad van Abraham, en naar de belofte erfgenamen.”
Maar u ziet deze formulering schiet schromelijk te kort als wij in gedachten houden dat Jezus vleeswording als Zaad, deel is geworden van het Zaad, dat Hij heeft verlost. Jezus is als naaste bloedverwant gekomen, om de Adamieten te redden, op wie Hij leek en diens fysieke aard en fysieke zaad, die Hij als bezit had. Galaten 3:16 maakt duidelijk dat Jezus de primaire zaad in Abrahams zaadlijn was. “Nu werden aan Abraham de beloften gedaan en aan zijn zaad. Hij zegt niet: en aan zijn zaden, in het meervoud, maar in het enkelvoud: en aan uw zaad, dat wil zeggen: aan Christus.” Het zaad van Abraham was het zaad van de vrouw, uit wie de Gezalfde Jezus vlees geworden is.
Romeinen 9:4-5.
“Immers, zij zijn Israëlieten, hunner is de aan-neming tot zonen en de heerlijkheid en de verbonden en de wetgeving en de eredienst en de beloften, hunner zijn de vaderen en uit hen is, wat het vlees betreft, de Christus, die is boven alles, God, te prijzen tot in eeuwigheid! Amen.”
Hier bevestigd Paulus uitdrukkelijk dat deze mensen in het vlees aan de Gezalfde toebehoren, deze heeft Hij gered of losgekocht. Het enkelvoudige gebruik van het woord zaad, in Genesis 3;15, sluit het Zaad van Abraham in, specifiek door Isaäk, die door het zaad van de belofte, waaruit de Gezalfde zou komen.
Isaäk was het zaad van de belofte. Deze zaadlijn vindt zijn oorsprong bij Adam en Set. Kaïn wordt nergens genoemd als zaad van de vrouw, zijn naam kan nergens in de Bijbel gevonden worden waar deze bij Adams zaad opgetekend wordt. Het eerste zaad, of nakomeling, van de vrouw was Abel. Set heeft deze vervangen nadat Kaïn hem had doodgeslagen. Dit wordt bevestigd in:
Genesis 4:25.
“En Adam had weer gemeenschap met zijn vrouw en zij baarde een zoon en gaf hem de naam Set, want zeide zij God heeft mij een andere zoon gegeven in plaats van Abel; hem immers heeft Kain gedood.”