Wie ben jij? – Deel 2

Home / Ekklesia Bericht / Wie ben jij? – Deel 2

Wie ben jij? – Deel 2

Het ware Israël zal naar hun Losser, Jezus de Gezalfde Koning van Israël getrokken worden

Jesaja 52:7.
“Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten van de vreugdebode, die vrede aankondigt, die goede boodschap brengt, die heil verkondigt, die tot Sion spreekt: Uw God is Koning.”

Alle waarachtige Israëlieten bezitten zeker algemene kenmerken, zoals bijvoorbeeld dezelfde rascomponenten. Alle Israëlieten zijn Kaukasiërs, wat betekent dat zij allen Adamieten zijn.

Genesis 1:26-27.
“En God zeide: Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis, opdat zij heersen over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over het vee en over de gehele aarde en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt. En God schiep de mens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen.”

Genesis 2:7.
“Toen formeerde de Here God de mens van stof uit de aardbodem en blies de levensadem in zijn neus; alzo werd de mens tot een levend wezen.”

Genesis 2:21-24.
“Toen deed de Here God een diepe slaap op de mens vallen; en terwijl deze sliep, nam Hij een van zijn ribben en sloot haar plaats toe met vlees. En de Here God bouwde de rib, die Hij uit de mens genomen had, tot een vrouw, en Hij bracht haar tot de mens. Toen zeide de mens: Dit is nu eindelijk been van mijn gebeente en vlees van mijn vlees; deze zal ‘mannin’ heten, omdat zij uit de man genomen is. Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en zij zullen tot een vlees zijn.”

Genesis 5:1-2.
“Dit is het geslachtsregister van Adam. Ten dage, dat God Adam schiep, maakte Hij hem naar de gelijkenis Gods; man en vrouw schiep Hij hen, en Hij zegende hen en noemde hen ‘mens’ ten dage, dat zij geschapen werden.”

Zij allen kunnen worden opgespoord uit het nageslacht van Sem (Semitische mensen) en Heber (Hebreeërs). Eén zaadlijn van het Adamietische ras heeft het Israël ras voortgebracht namelijk: de zaadlijn van Abraham, Isaäk en Jakob-Israël. Uit deze zaadlijn komen alle rasechte en ware Israëlieten voort. Elke Israëliet moet zonder uitzondering ook een Kaukasiër of Anglo-Sakser zijn!

Binnen deze rassensamenstelling mag de Israëliet variëren van een uitzonderlijk blanke huid, blauwen ogen en blonde haren tot een effen donkere huid. De ogen kunnen variëren van blauw, grijs, groen, tot bruin met een haarkleur die blond, rood, lichtbruin, bruin of soms zwart kan zijn, In hun schedelstructuur, neigen alle Israëlieten naar de doligokefale, m.a.w. de langschedelige, omdat de meeste van hen van de Nordische vertakking van het Kaukasische afstammen. De natuurlijke schedelvorm van de ware Israëlieten zijn waar de voorhoofd in rechte lijn zijn met de kin. Het uiterlijk van een “wolvengezicht” worden in Hollywood gebruik om de typische jood aan te duiden, maar deze missen zeer duidelijk de Israël kenmerken en het Kaukasische uiterlijk.

Deze Kaukasiërs zijn verantwoordelijk voor de opbouw van alle grote natiën en beschavingen die ooit bestaan hebben. Dit ras kan men in drie hoofdgroepen verdelen namelijk in: de Nordische, Mediterrane en Alpynse. Alle Kaukasiërs komen voort uit het ras van Noach en zijn drie zonen Sem (Nordisch), Gam (Mediterrane), en Jafet (Apyne). De Israël stam komt vanaf Sem door de Nordische lijn.

Een blanke huid alleen kan geen aanleiding zijn om zich een Israëliet te noemen. Alle Adamieten, en daar zijn er miljoenen van, zijn blank. Oog kleur, haarkleur, gezichtsvorm, neus, oren enz., staan ons niet toe om hen als Israëliet te identificeren. Wij moeten uiterst voorzichtig zijn bij het beoordelen of iemand een Israëliet is op basis van hun raskenmerken. Er zijn zeer velen Adamieten die niet voortkomen uit de lijn van, Abraham, Isaäk en Jakob.

Geestelijke kenmerken

Geloof het of niet al de onderscheidende kenmerken die bepalen welke Kaukasiër Israëliet maakt zijn geestelijk van aard. Deze feiten plaatst een grote verantwoordelijkheid op elke gelovige om extra voorzichtig te zijn om te oordelen over iemands geslachtsregister. Wanneer iemand als Kaukasiër geïdentificeerd is, is het voor de hand liggend dat wij moeten kijken naar de geestelijke kenmerken die een ware Israëliet identificeren. Wat zijn nu die geestelijke aanwijzingen? Er zijn drie geestelijke kenmerken-kwaliteiten die de ware Israëliet doet onderscheiden van de Adamietische schepping in het algemeen.

De eerste geestelijke kenmerk van een Israëliet is, een sterke behoefte om verbonden te worden met de God van Abraham, Isaäk en Jakob-Israël. De ware Israëliet heeft een dringende behoefte aan geestelijke vervulling. Zij zijn op zoek naar de waarachtige en eeuwige God van hun vaderen, Abraham, Isaäk en Jakob-Israël. Zij kunnen nooit bevrediging vinden in het zoeken naar kennis, rijkdom en materiele zaken, in plezier en genot van deze wereld, en in de begeerte van het vlees. Ware Israëlieten moeten een verhouding en gemeenschap beleven met hun God. Zonder een gevoel van geestelijke vervulling is de ware Israëliet zoals wolken zonder water. Een schip zonder een roer, een vliegtuig zonder koers.

Deze intense behoefte aan gemeenschap met God is zeer duidelijk zichtbaar onder alle rasechte Israëlieten. Deze behoeften om met God te communiceren is begonnen bij hun vader Abraham, het begin van het Israël-ras, vanaf de jongste dag af is er een diepe verhouding met God ontstaan. Toen Abraham zijn tent tussen Bethel en Ali opgeslagen heeft en hij daar een altaar bouwde.

Jesaja 51:1-2.
“Hoort naar Mij, gij die de gerechtigheid najaagt, gij die de Here zoekt. Aanschouwt de rots waaruit gij gehouwen zijt, en de holte van de put waaruit gij gegraven zijt; aanschouwt Abraham, uw vader, en Sara, die u baarde; want Ik riep hem als eenling en Ik zegende hem en vermenigvuldigde hem.”

Afstammelingen van Isaäk

Rasechte Israëlieten zijn allemaal afstammelingen van Abraham door zijn zoon Isaäk. Isaäk was het beloofde zaad en kenmerk en het wonderbaarlijke begin van de zaadlijn waaruit God Zijn volk Israël zou voorbrengen. God heeft Zijn verbond van redding met Isaäk en zijn nageslacht gemaakt.

Genesis 17:21.
“Maar mijn verbond zal Ik oprichten met Isaak, die Sara u op deze zelfde tijd in het volgend jaar baren zal.”

Dit is tevens de rede waarom de Schrift het zeer duidelijk stelt dat God het nageslacht van Isaäk zal roepen om Zijn verbondsvolk te zijn.

Genesis 21:12.
“Maar God zeide tot Abraham: Laat dit niet kwaad zijn in uw ogen, om de jongen en om uw slavin; in alles wat Sara tot u zegt, moet gij naar haar luisteren, want door Isaak zal men van uw nageslacht spreken.”

Romeinen 9:7.
“En zij zijn ook niet allen kinderen, omdat zij nageslacht van Abraham zijn, maar: Door Isaak zal men van nageslacht van u spreken.”

Hebreeërs 11:18.
“Hij, tot wie gezegd was: Door Isaak zal men van nageslacht van u spreken. Hij heeft overwogen, dat God bij machte was hem zelfs uit de doden op te wekken.”

De Schrift is zeer goed op de hoogte met het nageslacht van Isaäk

Romeinen 9:8.
“Dat wil zeggen: niet de kinderen van het vlees zijn kinderen Gods, maar de kinderen der beloften gelden voor nageslacht.”

Van al Abrahams kinderen wordt alleen Isaäks nageslacht erkent als kinderen der beloften. God heeft de erfgenamen van zaligheid uit Isaäks nageslacht geroepen:

Psalm 77:15.
“Gij hebt uw volk met machtige arm verlost, de zonen van Jakob en Jozef. sela.”

Psalm 135:4.
“Want de Here heeft Zich Jakob verkoren, Israel tot zijn eigendom.”

De Here zelf verklaard dat Hij de God van al het nageslacht van Israël zal zijn.

Jeremia 31:1.
“Te dien tijde, luidt het woord des Heren, zal Ik voor alle geslachten van Israel tot een God zijn en zullen zij Mij tot een volk zijn.”

2 Samuel 7:24.
“Gij hebt U uw volk Israel voor altijd bevestigd tot uw volk, en Gij, Here, waart hun tot een God.”

Toen de enige, ware Levende God Zichzelf aan Mozes openbaarde bij de brandende Braambos heeft Hij zichzelf geïdentificeerd als de God van maar één volk op aarde:

Exodus 3:6.
“Voorts zeide Hij: Ik ben de God van uw vader, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob. Toen verborg Mozes zijn gelaat, want hij vreesde God te aanschouwen.”

Genesis 28:13.
“En zie, de Here stond bovenaan en zeide: Ik ben de Here, de God van uw vader Abraham en de God van Isaak; het land, waarop gij ligt, zal Ik aan u en aan uw nageslacht geven.”

En wat zegt Exodus 3:15-16 over de speciale verhouding tussen God en Israël?
“Voorts zeide God tot Mozes: Aldus zult gij tot de Israëlieten zeggen: De Here, de God uwer vaderen, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob, heeft mij tot u gezonden; dit is mijn naam voor eeuwig en zo wil Ik aangeroepen worden van geslacht tot geslacht. Ga heen, vergader de oudsten van Israel en zeg tot hen: De Here, de God uwer vaderen, de God van Abraham, Isaak en Jakob is mij verschenen en heeft gezegd: Ik heb terdege acht geslagen op u en op wat u in Egypte wordt aangedaan.”

Israëls God is niet de God van alle Rassen

Exodus 6:3-4.
“Ik ben aan Abraham, Isaak en Jakob verschenen als God de Almachtige, maar met mijn naam Here ben Ik hun niet bekend geweest. Niet alleen heb Ik mijn verbond met hen opgericht om hun het land Kanaän te geven, het land hunner vreemdelingschap, waar zij als vreemdelingen vertoefd hebben.”

Hier bevestigd de Schepper Zichzelf eerst aan de aartsvaders als God Almachtige (El-Shaddai), en toen als Jahweh. Die God die een verbondsverhouding heeft met Zijn mensen.

Exodus 6:2-3.
“Voorts sprak God tot Mozes en zeide tot hem: Ik ben de Here. Ik ben aan Abraham, Isaak en Jakob verschenen als God de Almachtige, maar met mijn naam Here ben Ik hun niet bekend geweest.”

Let op: Op geen enkele plaats in de Bijbel, noemt Jahweh Zichzelf de God van alle rassen op aarde. Jezus Christus heeft van zichzelf het volgende gezegd:

Mattheüs 15:24.
“Hij echter antwoordde en zeide: Ik ben slechts gezonden tot de verloren schapen van het huis Israëls.”

En verder zegt Hij tegen de joden in:

Johannes 10:26
“Maar gij gelooft niet, omdat gij niet tot mijn schapen behoort.”

Hiermee is de fabel uit de wereld geholpen dat de joden Gods volk zijn, want Jezus zegt dan ook zeer duidelijk;

Johannes 10:27.
“Mijn schapen horen naar mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij.”

De eerste vereiste van een Israëliet moet zijn dat deze beschikt over geestelijke oren, om Gods Woord te kunnen horen en te verstaan. Hij moet een oprechte overtuiging en geloof hebben wanneer hij het Woord van God hoort. Op een of ander stadium in hun leven zal de ware, echte Israël een begeerte hebben om met de ware God door een geestelijke geboorte verbonden te worden. Velen van hen zal de hulp van prediking nodig hebben.

1 Korinthiërs 1:18, 21.
“Want het woord des kruises is wel voor hen, die verloren gaan, een dwaasheid, maar voor ons, die behouden worden, is het een kracht Gods….Want daar de wereld in de wijsheid Gods door haar wijsheid God niet gekend heeft, heeft het Gode behaagd door de dwaasheid der prediking te redden hen die geloven.”

Romeinen 10:14-15.
“Toe zullen zij dan Hem aanroepen, in wie zij niet geloofd hebben? Hoe geloven in Hem, van wie zij niet gehoord hebben? Hoe horen zonder prediker? En hoe zal men prediken zonder gezonden te zijn? Gelijk geschreven staat: Hoe liefelijk zijn de voeten van hen, die een goede boodschap brengen.”

Romeinen 10:17.
“Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus.”

God heeft bepaald dat prediking het middel moet zijn waardoor Israël geroepen moet worden tot gemeenschap met God de Vader, door geloof in Jezus Christus. De profeet Jeremia praat van de gezondenen die het Evangelie aan het verloren Israël zal verkondigen:“Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten van de vreugdebode, die vrede aankondigt, die goede boodschap brengt, die heil verkondigt, die tot Sion spreekt: Uw God is Koning.”

God heeft bepaald dat Israël onder de Adamieten van elk geslacht het Evangelie van het Koninkrijk moet laten horen. Prediking is het middel die God verordineerd heeft waardoor de erfgenamen van de zaligheid moeten horen en geloven.

Want allen die verordineert zijn tot zaligheid, zal van het eeuwigleven horen en geloven.

Handelingen 13:48.
“Toen nu de volken dit hoorden, verblijdden zij zich en verheerlijkten het woord des Heren; en allen, die bestemd waren ten eeuwige leven, kwamen tot geloof.”

Waarom richt het Evangelie zich niet op het zaad van de slang? Hoe komt het toch dat zendelingen blijven proberen om van bokken schapen te maken? Is de verwerping van het slangenzaad door Jezus niet duidelijk genoeg, dat zij niet uitgekozen zijn tot het eeuwige leven? De Schrift is op dit gebied zeer helder en duidelijk, niemand kan de Vader kennen dan door Jezus Christus:

Johannes 14:6.
“Jezus zeide tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij.”

Johannes 10:9.
“Ik ben de deur; als iemand door Mij binnenkomt, zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden.”

Alle uitverkoren zullen het horen.

Efeze 1:4.
“Hij heeft ons immers in Hem uitverkoren voor de grondlegging der wereld, opdat wij heilig en onberispelijk zouden zijn voor zijn aangezicht. In liefde.”

2 Timotheüs 1:9.
“Die ons behouden heeft en geroepen met een heilige roeping, niet naar onze werken, maar naar zijn eigen voornemen en de genade, die ons in Christus Jezus gegeven is voor eeuwige tijden.”

Let op: het gaat altijd om de uitverkiezing van één volk – Israël. :

1 Kronieken16:13.
“Gij nakroost van Israel, zijn knecht, gij kinderen van Jakob, zijn uitverkorenen.”

1 Petrus 2:9.
“Gij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk Gode ten eigendom, om de grote daden te verkondigen van Hem, die u uit de duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht.”

Johannes 6:37.
“Alles wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen, en wie tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen”

En niemand kan deze trekkracht van de Vader weerstaan. God de Vader trekt de Israëlieten door de Heilige Geest naar Zijn Zoon Jezus Christus:

Filippenzen 2:13.
“Want God is het, die om zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u werkt.”

De onweerstaanbare trekkracht van de Heilige Geest, zal die uitverkiezing van de Vader effectief maken. Een ieder die uitverkoren is tot redding, en eeuwig leven, zal komen tot die kennis van de waarheid:

Handelingen 2:47.
“En zij loofden God en stonden in de gunst bij het gehele volk. En de Here voegde dagelijks toe aan de kring, die behouden werden.”

De Redding is alleen in Jezus de Gezalfde Koning van Israël

Niemand kan vanzelf gered worden in Jezus Christus:

Romeinen 9:16.
“Het hangt dus niet daarvan af, of iemand wil, dan wel of iemand loopt, maar van God, die Zich ontfermt.”

In die waarheid zullen allen door de Vader naar Jezus getrokken worden tot Zijn reddende genade, want niemand kan tot Hem komen, als de Vader hem niet heeft getrokken:

“Johannes 6:37.
“Alles wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen, en wie tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.

De Here God heeft in de uitverkiezing precies bepaald wie gered zal worden. Ten eerste heeft Hij een volk uitgekozen voor redding in Jezus Christus, onder al de volken op aarde. En uit dit volk kan er niemand gered worden als de Vader deze niet trekt. Het feit dat u gered bent, behoort u te laten opspringen van vreugde en dankbaarheid voor God. Hij heeft u getrokken en u heeft gereageerd door Jezus Christus als u eigen persoonlijke Zaligmaker te maken waarna de Heilige Geest u opnieuw geboren laten worden. Hoe wonderbaar moet dit zijn!

Romeinen 8:30.
“En die Hij tevoren bestemd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen; en die Hij geroepen heeft, dezen heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij gerechtvaardigd heeft, dezen heeft Hij ook verheerlijkt.”

Ter bevestiging van deze uitverkiezing die God de Vader Zichzelf in Jezus heeft voorgenomen zegt Paulus het volgende:

Romeinen 11:2, 5.
“God heeft zijn volk niet verstoten, dat Hij tevoren gekend heeft. Of weet gij niet, wat het schriftwoord zegt in de geschiedenis van Elia, als hij Israel bij God aanklaagt:….Zo is er dan ook in de tegenwoordige tijd een overblijfsel gelaten naar de verkiezing der genade.”

Wanneer wij naar dit Schriftgedeelte kijken die God absoluut oppermachtig maakt in de redding van zijn volk, en dit vergelijken met al de andere Schriftplaatsen, die aanduiden dat aan de mens een vrije keuze is gegeven, om voor of tegen God te kiezen, dan zullen wij tot de conclusie moeten komen dat God al de eer moet krijgen, voor al diegene die gered worden. Aan de andere kant, gaan de niet geredde verloren, omdat zij de oproep tot bekering en redding hebben verworpen. Het staat de mens vrij om Gods aantrekkingskracht door de Geest te verwerpen, maar dan wordt men uit het Boek des Levens verwijderd.

Exodus 32:33.
“Maar de Here zeide tot Mozes: Wie tegen Mij gezondigd heeft, zal Ik uit mijn boek delgen.”

De Trekkracht van de Geest

Wanneer iemand uit het Adamietische Schepping de waarheid ontvangt en gered wordt, dan is dit omdat de onweerstaanbare kracht van de Heilige Geest hem of haar heeft geroepen om een voorwerp tot eer te zijn, als gevolg van de uitverkiezing van de Vader, God alleen opent het hart.

Romeinen 9:21.
“Of heeft de pottenbakker niet de vrije beschikking over het leem om uit dezelfde klomp het ene voorwerp te vervaardigen tot eervol, het andere tot alledaags gebruik?”

Handelingen 16:14.
“En een zekere vrouw, met name Lydia, een purperverkoopster uit de stad Tyatira, die God vereerde, hoorde toe, en de Here opende haar hart, zodat zij aandacht schonk aan hetgeen door Paulus gezegd werd.”

Johannes 1:12-13.
“Doch allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun, die in zijn naam geloven; die niet uit bloed, noch uit de wil des vlezes, noch uit de wil eens mans, doch uit God geboren zijn.”

Eén onderscheidend kenmerk van een ware Israëliet is dat hij bij een of ander punt in zijn leven, moet zoeken naar de connectie met God de Vader door een levend geloof in Jezus Christus. Deze connectie komt wanneer de onweerstaanbare kracht van de Heilige Geest, die van God de Vader en de Zoon komt. (Johannes 15:26), dat de Israëliet, zoals een mot naar een vlam wordt aangetrokken, na de reddende genade van Jezus Christus.

De begeerte om geestelijk met de Schepper verbonden te worden, is een verschijnsel die door het Oude en Nieuwe Testament loopt. Het primaire thema van de Schrift is de verborgenheid van Jezus Christus, die in een ander tijden bedekt was, en eindelijk geopenbaard is geworden bij de vleeswording, dood, opstanding en hemelvaart van Jezus Christus.

Efeziërs 3:2-5.
“Gij hebt immers gehoord van de bediening door Gods genade mij met het oog op u gegeven: dat mij door openbaring het geheimenis bekendgemaakt is, gelijk ik boven in het kort daarvan schreef. Daarnaar kunt gij bij het lezen u een begrip vormen van mijn inzicht in het geheimenis van Christus, dat ten tijde van vroegere geslachten niet bekend is geworden aan de kinderen der mensen, zoals het nu door de Geest geopenbaard is aan de heiligen, zijn apostelen en profeten.”

Op de weg naar Emmaüs, heeft Jezus zeer duidelijk aangegeven dat Zijn leven en bediening door de Wet, de Profeten en de Psalmen uitgespeld wordt. Beginnende met Genesis 3:15 tot Zacharia 9:9 heeft de getuigenis van het Oude Testament Jezus Christus als middelpunt van alle Bijbelwaarheden gemaakt.

Genesis 3:15.
“En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen.”

Zacharia 9:9.
“Jubel luide, gij dochter van Sion; juich, gij dochter van Jeruzalem! Zie, uw koning komt tot u, hij is rechtvaardig en zegevierend, nederig, en rijdende op een ezel, op een ezelshengst, een ezelinnenjong.”

Jezus in de Wet, Profeten en Psalmen

Romeinen 16:20.
“De God nu des vredes zal weldra de satan onder uw voeten vertreden. De genade van onze Here Jezus zij met u!”

In het Boek Exodus, is Jezus de geestelijke Rots die Israël in de woestijn gevolgd hebben.

1 Korinthiërs 10:4.
“En allen dezelfde geestelijke drank dronken, want zij dronken uit een geestelijke rots, welke met hen medeging, en die rots was de Christus.”

In Leviticus, is Jezus het Lam van God die in al de offers wordt vertegenwoordigd – ingesloten het brandoffer, het spijsoffer voor de dankzegging, het zoenoffer voor de gemeenschap, het zondoffer en het schuldoffer. In Leviticus 16 wordt beklemtoond wiens bloed (dit zondeloze Lam) voor de verzoening van Israël wordt aangeboden. In Numeri, is Jezus de Ster uit Jakob en de Scepter die uit Israël te voorschijn zal komen (Numeri 24:17). In Deuteronomium 18 is het Jezus Christus de profeet die door Jahweh Elohim uit het midden van Zijn Volk Israël zal worden opgericht (18:5).

Alle Israëlieten moeten een diep besef bezitten voor een persoonlijke verhouding met Jezus de Gezalfde Koning van Israël. Israëlieten die zich meer met geslachtsregisters, geschiedenis boeken, de letter van de Wet en politiek bezig houden, zonder dan een dagelijkse verhouding met Jezus Christus door Zijn Woord en Geest, geeft hiermee een verkeerde vertolking aan hun ingeboren behoeften aan een geestelijke verbintenis met Hem.

Het gevolg is dat zij Israëlieten zijn, zonder heiligmaking, de vrucht van de Geest en een passie en liefde voor hun volksgenoten van God.

De hoop op de komst van de Messias in het oude Israël, loopt als een rode draad van waarheid vanaf Genesis tot bij de geboorte van Jezus Christus, de aangewezen Messias van Israël. De zalige hoop op de komst van die Messias wordt hoogaangeslagen in de Wet, de Profeten en de Psalmen. Een mens krijgt een zeer goede indruk wanneer hij de volgende prachtige woorden leest:

Lucas 1:46-55.
“En Maria zeide: Mijn ziel maakt groot de Here, en mijn geest heeft zich verblijd over God, mijn Heiland, omdat Hij heeft omgezien naar de lage staat zijner dienstmaagd. Want zie, van nu aan zullen mij zalig prijzen alle geslachten, omdat grote dingen aan mij gedaan heeft de Machtige. En heilig is zijn naam, en zijn barmhartigheid van geslacht tot geslacht voor wie Hem vrezen. Hij heeft een krachtig werk gedaan door zijn arm, en Hij heeft hoogmoedigen in de overlegging huns harten verstrooid; Hij heeft machtigen van de troon gestort en eenvoudigen verhoogd, hongerigen heeft Hij met goederen vervuld en rijken heeft Hij ledig weggezonden. Hij heeft Zich Israel, zijn knecht, aangetrokken, om te gedenken aan barmhartigheid, gelijk Hij gesproken heeft tot onze vaderen voor Abraham en zijn nageslacht in eeuwigheid.”

Lucas 1:68-79.
“Geloofd zij de Here, de God van Israel, want Hij heeft omgezien naar zijn volk en heeft het verlossing gebracht, en heeft ons een hoorn des heils opgericht, in het huis van David, zijn knecht, gelijk Hij gesproken heeft door de mond zijner heilige profeten van oudsher om ons te redden van onze vijanden en uit de hand van allen, die ons haten, om barmhartigheid te betonen aan onze vaderen en zijn heilig verbond te gedenken, de eed, die Hij zwoer aan Abraham, onze vader, dat Hij ons zou geven, zonder vreze, uit de hand der vijanden verlost, Hem te dienen in heiligheid en gerechtigheid voor zijn aangezicht, al onze dagen. En gij, kind, zult een profeet des Allerhoogsten heten; want gij zult uitgaan voor het aangezicht des Heren, om zijn wegen te bereiden, om aan zijn volk te geven kennis van heil in de vergeving hunner zonden, door de innerlijke barmhartigheid van onze God, waarmede de Opgang uit de hoogte naar ons zal omzien, om hen te beschijnen, die gezeten zijn in duisternis en schaduw des doods, om onze voeten te richten op de weg des vredes.”

Lucas 2:29-32.
“Nu laat Gij, Here, uw dienstknecht gaan in vrede, naar uw woord, want mijn ogen hebben uw heil gezien, dat Gij bereid hebt voor het aangezicht van alle volken: licht tot openbaring voor de heidenen en heerlijkheid voor uw volk Israel.”

Beide de Wet en de Profeten en zowel de Psalmen, bezitten een speciale plaats in de vervulling van de Messiaanse beloften in de persoon van Jezus Christus. Meer dan 700 jaar voor zijn geboorte heeft de profeet Jesaja zijn maagdelijke geboorten voorzegt (Jesaja 7:14), en verder profeteerde hij, dat een kind geboren zal worden op wiens schouders de heerschappij zal rusten. (Jesaja 9:6).

Jesaja, de profeet van zaligheid voor Gods volk, heeft in prachtige ongeëvenaarde taal, in vergelijking met de rest van al de Bijbelse geschriften de Komst van de Messias voorspelt, als de lijdende dienstknecht van God die Zijn volk komt verlossen (Jesaja 53). Jesaja is uiterst nauwkeurig om de komst van een Losser aan te tekenen die Zijn volk van hun zonde zal komen verlossen (Jesaja 44:21-22). Jesaja openbaard in nog veel andere Schriftplaatsen de redding van Israël door de komst van de Gezalfde, de Heilige van Israël, hun Koning.

De profeet Jeremia zegt dat er nieuwe dingen op de aarde gaan plaatsvinden:

Jeremia 31:22
“Hoelang zult gij aarzelen, o afkerige dochter? Want de Here schept iets nieuws op aarde: de vrouw zal de man omvangen.”

Dit verwijst naar de bevruchting van Jezus Christus als een man en mens in de maagd Maria. De Living Bible heeft een interessante vertaling van dit vers. Die zegt:”Israël will search for God.”

Niet alleen zal een maagd geboorte geven aan Israëls Losser, maar als gevolg van Zijn geboorte zal Israël het Evangelie aannemen, gelovige of Christenen worden, en hun God zoeken, dit kan van geen andere natie op aarde gezegd worden. De grote herleving van het verleden heeft onder dit volk plaatsgevonden. Het zijn zij die de Bijbel gedrukt en beschermt hebben. Het zijn zij die als Christen natiën bekent zijn geworden. Het zijn zij die hun God zoeken en gevonden hebben.

De woorden van de profeten zijn rijk aan voorspellingen aangaande de beloofde Messias. Zacharia 9:9 zegt: dat de Gezalfde van Israël op een ezel zal rijden als een overwinnaar. Zacharia 12:10, kijkt naar de kruisiging, en zegt dat zij zullen opzien naar diegenen die zij doorboord hebben. De profeet praat met een verenigde stem over de Messias die komen zal om Israël te verlossen en om de gevangenschap van Zijn volk te veranderen.

De Psalmen borduren voort op de komst van de Messias: Psalm 2, 8, 16, 22, 23, 24, 40, 41, 45, 68, 69, 72, 88, 102, 110, en 118 wordt de Messiaanse Psalm genoemd. Dit bevat de voorraadkamer en inlichtingen omtrent de beloofde Gezalfde. In elk van deze Psalmen wordt een ander aspect van Israëls Messias voorspelt. De Messiaanse psalmen worden door de Israëlieten gezongen en gebeden en toont hoe prachtig zij vooruitzien naar de lang verwachte Messias. Vandaag is het opnieuw Israël die liederen over de Messias maken en zingen. Duizenden liederen en gedichten en boeken zijn er al over Hem door Israël geschreven en gecomponeerd. De jood heeft hier geen enkel aandeel in gehad, dan dat zij Hem hebben vervloekt. Konden onze mensen maar inzien dat zij niet het ware Israël zijn, en hoe zij de profetische woorden van de profeten vervult hebben?

Psalm 22 is een ontroerend toneel van Zijn dood door kruisiging: bene uit het lid (vers 15); het hart die geaffecteerd is (ver 16); fysiek kracht die gedaan is geweldige dorst (vers 16); handen en voeten doorgraven (vers 17); naaktheid met het doel om alle eergevoel en menswaardigheid te vernietigen (vers18) – alles dat centraal staat tot Zijn dood. De Messiaanse Psalmen tonen aan hoe kostbaar de plaats is die de Messias in de Hebreeuwse Schriften ingenomen heeft.

Het waarachtige Israël wil God kennen

De grootst mogelijke onderscheidend die een Israëliet moet hebben, is een hart om te bezitten die God de Vader door geloof in Jezus leert kennen. Een echte Israëliet, zal op een of andere tijd God willen leren kennen in een verbondsverhouding door Jezus Christus. Hij zal een begeerte hebben om een discipel van Jezus te worden en hun hele leven en vertrouwen in Hem willen plaatsen. Wanneer jij een Europeeër ontmoet die ernstig begeert om Jezus te leren kennen en Hem dagelijkse vriend wil zijn, dan heb jij een waarachtige Israëliet ontmoet.

Zo’n een Israëliet weet dat zaligheid alleen in de persoon van Jezus Christus te vinden is. Hij zal niet proberen om zichzelf te rechtvaardigen door kennis of beoefening van de wet, nog minder zal hij proberen om zijn redding te baseren op het feit dat hij het nageslacht is van Abraham. Hij zal eerder zijn vertrouwen stellen in Jezus, in Hem alleen. Hij zal geen vertrouwen stellen op redding door de wet, zijn ras, of enig ander iets. Hij zal zoals een klein kindje komen en zijn absolute vertrouwen stellen in de persoon, naam en bloed van Jezus Christus, voor zijn redding.

De zondaar wordt door een soevereine daad van Jahweh God gerechtvaardigd, waardoor Hij die persoon die gelooft in Jezus, rechtvaardig verklaard. Redding is een gave van God door geloof in Jezus Christus. Dit kan niet verdient worden, ook al houdt men al de geboden van begin tot het einde.

Efeziërs 2:8-9.
“Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God; niet uit werken, opdat niemand roeme.”

Jezus Christus wordt de basis of fundament van de gelovigen zijn éénwording met God de Vader. De ware Israëliet komt met niets anders in zijn handen naar het kruis van Jezus. Hij komt met een nederig hart zonder enige verdiensten of goede werken, en geeft zich over aan Gods genade voor rechtvaardigmaking van zonde door Jezus Christus. Waarachtige Israëlieten zullen naar Jezus getrokken worden en begeren om met Hem in de juiste verhouding te staan.

Voor het eerst hier?

Er is veel content op deze website. Dit kan alles een beetje verwarrend maken voor veel mensen. We hebben een soort van gids opgezet voor je.

800+

Geschreven blogs

300+

Nieuwsbrieven

100+

Boeken vertaald

5000+

Pagina's op de website

Een getuigenis schrijven

Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.
Naam
Vink dit vakje aan als je jouw getuigenis aan ons wilt versturen, maar niet wilt dat deze op de lijst met getuigenissen op deze pagina wordt geplaatst.

Stuur een bericht naar ons

Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.
Naam
=