Wie ben jij? – Deel 3

Home / Ekklesia Bericht / Wie ben jij? – Deel 3

Wie ben jij? – Deel 3

Israëlieten moeten een zaligheid bezitten dat werkt

Mattheüs 5:16.
“Laat zo uw licht schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader, die in de hemelen is, verheerlijken.”

Die Israëliet die hun geloof en vertrouwen in Jezus Christus plaatsen en Hem het middelpunt van hun leven en redding maken, moeten een zaligheid bezitten dat werkt, of een zaligheid met werken. Het geloof dat een nieuw mens in Jezus tot gevolg heeft zal ook een zaligheid met goede werken inspireren. Goede werken met merken die volgens de maatstaf van Jahweh en Zijn Woord moeten zijn, zijn teven een getuigenis van geloof voor een ware Israëliet. Een zaligheid die op het geloof in Jezus de Gezalfde koning van Israël is gevestigd brengt goede vruchten voort. De getuigenis van een berouwvolle, gebroken, wedergeboren hart is een zaligheid dat werkt.

Laatsgenoemde is een groot te kort/gebrek onder veel Israëlieten. Er is geen berouw over hun zonden of een waarachtig berouwvolle bekering tot de Almachtige. Een Israëliet die verandert is door de genade van Jezus Christus, zal goede werken voortbrengen als een bewijs van een geestelijke wedergeboorte. Je zal in zijn of haar leven en optreden kunnen zien daar er een waarachtige geestelijke geboorte en bekering in zijn of haar leven heeft plaats gevonden.

Een zaligheid die niet gebaseerd is op waarachtig geloof in Jezus Christus zal altijd dode werken voortbrengen. Dode werken zijn die werken die zonder geloof gepaard gaan.

Romeinen 14:23.
“Maar wie twijfelt, wanneer hij eet, is veroordeeld, omdat hij het niet uit geloof doet. En al wat niet uit geloof is, is zonde.”

Maar werken die niet uit geloof in Jezus ontstaan zijn dood. De gelovige Israëliet moet al zijn werken uit een levend geloof in Jezus doen, precies zoals hij alles in geloof moet doen. Diegenen die in Jezus gerechtvaardigd is zal door het geloof leven, en dit zal goede werken voortbrengen die bij een bekering past. en eer geeft aan de heerlijkheid van Jahweh en Zijn kostbaar Woord. Een Israëliet die niet de werken voortbrengt die bij een bekering past, is nog steeds dood in de zonden en is bezig met dode werken, hij/zij heeft een zaligheid die niet werkt.

Zaligheid met goede werken is een beginsel die dwarsdoor de gehele Schrift voorkomen. Geloof heeft Abels hart tot goede werken aangespoord. Hij heeft de eerstelingen van zijn kudde gebracht en hen aan God geofferd als een verzoening voor zonde. (Genesis 4:4; Hebreeërs 11:4). Noach heeft zijn geloof in de Almachtige gedemonstreerd door goede werken toen hij de Ark ging bouwen. Abraham heeft zijn geloof bevestigd door het teken van de besnijdenis te ontvangen (Genesis 17; Romeinen 4:11), een teken van die gerechtvaardigheid van geloof die Abraham in God bekleed heeft.

Abraham heeft zijn geloof als Gods dienstknecht bevestigd door Isaäk te gaan offeren (Genesis 22) en de drie mannen (engelen) uit te nodigen om aan zijn tafel te komen zitten (Genesis 16). Dwarsdoor de gehele Schrift vinden wij dat geloof goede werken voortbrengt als een bewijs van zaligheid. Israëlieten moeten een specialen neiging tot goede werken bezitten, als het bewijs van hun geloof in God. Zij moeten begeren om hun geloof te beoefenen. Zij begeren een geloof dat werkt, een zaligheid die goede vruchten voorbrengt die past bij bekering.

De Tien Geboden voor Balans

De Tien Geboden is uitstekend geschikt om geloof en werken te balanceren. God moet geloof zien – zonder enige werken – voor mensen hun rechtvaardigmaking. De mens moet pas na geloof naar zijn werken gaan kijken. Een ieder mag zeggen dat hij geloof heeft in de Tien Geboden, maar als zijn leven, dit niet bevestigt, dan zal die een getuigenis dood zijn. Als ik geloof in het 4e gebod en niet al de rustdagen heiligen, en gewoon door gaan met mijn werkzaamheden of zaken doen, is mijn geloof dood. Aan de andere kant, als ik het in mij hart begeert om het vierde gebod te houden en ook de andere geboden om deze te houden, dan zal mijn geloof bevestigd worden door een hartelijke overgave en doen wat in Gods geboden staat.

En zo is het met al de Tien Geboden. Geen Israëliet kan de Geboden houden tenzij deze op hun hart staan geschreven als een geestelijke transformatie en bekering. Onder het Oude Verbond werkt Israël om de Tien Geboden te onderhouden, maar jammerlijk is dat mislukt. Israëlieten kunnen door geloof in Jezus Christenen de Wet vervullen en wandelen in de gerechtigheid van de Wet (Tien Geboden) door in de Heilige Geest wandelen

Romeinen 8:4.
“Opdat de eis der wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, doch naar de Geest.”

Geloof heeft goede werken tot gevolg zoals Gods Wet bepaald. Elke poging om goede werken voort te brengen zonder geloof zal alles mislukken, want het is onmogelijk om God te behagen.

Hebreeërs 11:6.
“Maar zonder geloof is het onmogelijk Hem welgevallig te zijn. Want wie tot God komt, moet geloven, dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken.”

Het geloof, ware geloof, vertrouwt alleen op Jezus de Gezalfde om zaligheid te verkrijgen. En uit deze zaligheid vloeit nu een reeks van goede werken. Een ware Israëliet ziet drie voordelen van de Wet. Te eerste, de wet definieert zonde, maakt de zondaar schuldig, en stuurt hem naar Jezus, de ernstige volmaakte wetsgehoorzame, voor rechtvaardigmaking . Ten tweede, de wet stelt die maatstaf waarbij de Israëliet zijn heiligmaking in de wereld kan afmeten. Zonder een standaard (De Wet), heeft de gelovige geen goede manier om goede werken te meten. Goede werken moeten altijd gemeten worden volgens de prefecte standaard van Israëls God. Ten derde, de Israëliet ziet de wet als een noodzaak om een stabiele sociale orde, die goddeloze straft en rechtvaardigen belonen.

Goede werken zijn een bewijs van Geloof In Jezus de Gezalfde Koning van Israël

Een Gelovige Israëliet zal altijd een hart bezitten om goede werken voort te brengen als bewijs van zijn geloof in Jezus. Hij weet dat God alleen zijn geloof aanziet, apart van enig ander werk van de wet, als de enigste basis voor rechtvaardigmaking geld geloof. En hij beseft ook dat mensen zijn werken zien als bevestiging van zijn geloof. Een gelovige getuigt tegenover ongelovige door wat hij doet – door zijn werken. Geloof wordt een werkelijkheid voor de ongelovigen door de goede werken of goede vruchten die hij te voorschijn ziet komen in het leven van de gelovige.

Gelovige Israëlieten die hen voor ogen van de ongelovige Israëlieten die aan de drank en tabak zich vergrijpen, vloeken, liegen en zijn oneerlijk en lui en niet wil werken, overspel plegen met andere vrouwen en loltrappen, achter vleselijke wereldse zaken aanlopen, daarin is niets dat de ongelovige kan overtuigen wat een gelovige moet bezitten dat geloof alleen in Jezus vast ligt.

Een waarachtige gelovige, bekeerde Israëliet begeert een geloof, die goede werken zal voortbrengen, die God zal verheerlijken. Daarom roept Jezus ons toe:

Mattheüs 5:16.
“Laat zo uw licht schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader, die in de hemelen is, verheerlijken.”

Op de laatste dag, zullen wij geoordeelt worden volgens de goede werken die wij verricht hebben.

Mattheüs 16:27/
“Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid zijns Vaders, met zijn engelen, en dan zal Hij een ieder vergelden naar zijn daden.”

Doe de wil van de Vader

Israëlieten moeten hun geloof geldig maken door de wil van de Vader te doen, zoals deze geopenbaard is in de Bijbel vanaf Genesis tot Openbaring. Geloof die niet de wil van de Vader voorbrengt is leeg en dood. Jezus spreekt de problemen aan van diegenen dat daarop aanspraak maken dat Hij de Meester van hun leven is, maar de werken van ongerechtigheid voortbrengen. Laten we eens kijken naar de woorden van:

Mattheüs 7:21-23.
“Niet een ieder, die tot Mij zegt: Here, Here, zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie doet de wil mijns Vaders, die in de hemelen is. Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Here, Here, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd en in uw naam boze geesten uitgedreven en in uw naam vele krachten gedaan? En dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij werkers der wetteloosheid.”

Dit Schriftgedeelte bevat een paar ernstige waarnemen. Ten eerste, welk geloof bezaten deze mensen, zij die Hem “Meester”noemen. Ten tweede zij werkte in Zijn Naam. Veel van deze werken kan men heden ten dage waarnemen, zij noemen zich Christenen. De Here Jezus zal hen oordelen en over hun werken van ongerechtigheid (wetteloosheid). Een zorgvuldig onderzoek van dit gedeelte wijst er op hoe hun werken zijn ontstaan- namelijk zonder geloof. Het waarachtige geloof brengt werken voort volgens de standaard eisen van het Woord van God. Let goed op: Alle werken die niet gedaan worden uit geloof worden tot zonde gerekend:

Romeinen 14:23.
“Maar wie twijfelt, wanneer hij eet, is veroordeeld, omdat hij het niet uit geloof doet. En al wat niet uit geloof is, is zonde.”

En helaas, en tot hun verbazing zullen de werken van velen die zichzelf gelovigen noemen, door een Heilige God als werken van ongerechtigheid gerekend worden. Niet allen die zichzelf Christenen noemen zijn daadwerkelijk gelovigen in de zin van de Bijbel. Wij moeten het verschil duidelijk onderkennen. Gelovigen doen de wil van de Vader volgens Zijn Woord. Een Israëliet zal zich inspannen om de wil van zijn Vader in de hemel te doen, hij beoefend zijn geloof door wat Jahweh Israëls God heeft opgedragen.

De beslissende vraag voor elke gelovige is, doen ik de wil van mijn Vader!!. Zoeken wij Hem om Hem te behagen?:

Prediker 12:13.
“Van al het gehoorde is het slotwoord: Vrees God en onderhoud zijn geboden, want dit geldt voor alle mensen.”

Wanneer wij onze eigen wil doen (zelfs de goede werken), in plaats van wat God in zijn Woord beveelt, dan zijn dat werken van ongerechtigheid. Luister naar de woorden van Jezus:

Lucas 6:46-48.
“Wat noemt gij Mij Here, Here, en doet niet wat Ik zeg? Een ieder, die tot Mij komt en mijn woorden hoort en ze doet, Ik zal u tonen aan wie hij gelijk is. Hij is gelijk aan iemand, die bij het bouwen van een huis diep gegraven en het fundament op de rots gelegd heeft. Toen een watervloed kwam en de stroom tegen dat huis aansloeg, kon hij het niet aan het wankelen brengen, omdat het goed gebouwd was.”

Goede werken die uit het ware geloof ontstaan zijn werken die voldoen aan de standaard van Gods Woord. Een goed werk wat het Woord van God vermijdt is ongerechtigheid. Bedenk hoe dat Ussa en Agio de ark van de Filistijnen opgebracht hebben en hoe zij besloten om de Ark te vervoeren op een wijze die tegenstrijdig was met Gods instructie aan de Levieten. Toen Ussa zijn hand uitstak om de Ark vast te houden nadat de ossen struikelde, is hij met de dood gestraft (2 Samuel 6). Zij dachten een goed werk te doen, maar waren Gods voorschriften om de Ark op schouders van de Levieten te vervoeren, en niet anders uit het oog verloren. Daarom veranderde hun “goede werk’ in een werk van ongerechtigheid. Het “goede werk”: van zendelingen die het brood van Israël aan allen niet Israëlieten uitdeelt, is een werk van ongerechtigheid. Mensen willen zalig (gered) worden door goede werken , maar dan zonder geloof in Jezus Christus, en zijn dan bezig met werken van ongerechtigheid terwijl zij juist denken dat zij goed werk verrichten.

Jakobus 4:17.
“Als iemand dan weet goed te doen en het niet doet, is het hem tot zonde.”

Geloof die de vrucht van een bekering voortbrengt, zal werken produceren die volgens de wil van God zijn. Een geloof dat geen levens veranderd naar het beeld van Jezus, en de werken die niet volgens de standaard van Gods Woord zijn, is een dood geloof.

Romeinen 8:29.
“Want die Hij tevoren gekend heeft, heeft Hij ook tevoren bestemd tot gelijkvormigheid aan het beeld zijns Zoons, opdat Hij de eerstgeborene zou zijn onder vele broederen.”

Jakobus somt deze waarheid krachtig op:

Jakobus 2:26.
“Want gelijk het lichaam zonder geest dood is, zo is ook het geloof zonder werken dood.”

Een waarachtige Israëliet zal geen spanning ervaren tussen geloof en werken, tussen rechtvaardigmaking en heiligmaking. Geankerd in ware zaligheid zal hij de balans tussen wet en genade handhaven. Hij zal niet van de ene sloot (wet) in de andere (genade) vallen, maar op de weg blijven van een harmonieuze balans tussen wet en genade.

Harmonie tussen Wet en Genade

De apostel Paulus legt prachtig de balans uit tussen genade (geloof) en wet (werken):

Efeziërs 2:8-10.
“Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God;
niet uit werken, opdat niemand roeme. Want zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.”

Laten wij Paulus stellen eens nader bekijken. Ten eerste, wordt zaligheid gebaseerd op het fundament van genade door het geloof van een gelovige in Jezus de Messias. Deze zaligheid (redding) komt naar een gelovige als een gave van God. Als de zaligheid (redding) verdient kon worden, dan zou dit een beloning zijn en geen gave. God geeft zaligheid (redding) slechts door genade zonder werken van de wet. Dat is erg duidelijk in de Schrift vastgelegd, deze gave van God komt door Jezus. Het feit dat het een gift is aan de uitverkorenen, betekent niet dat genade zonder een prijs gegeven wordt. Het werk van het offer van Jezus aan het kruis vertegenwoordigd een monumentaal werk van God. Het werk van God in het offer van Zijn Zoon aan het kruis is het fundament waarop die gave van zaligheid (redding) rust. Zonder dit werk van God, zou de genade niet mogelijk zijn geweest.

Ten tweede, de genade die God op de gelovige overdraagt brengt een nieuw schepsel in Jezus Christus voort, als ook overeenkomstig verandering in optreden en leefwijze, want de gelovige word een:

2 Korinthiërs 5:17.
“Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen.”

Efeziërs 2:10.
“Want zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.”

Goede werken zal de genade van God in zaligheid volgen. En dit is niet alles. De gelovige bewandeld nu de weg van geloof en werken, wetende dat zij beide bijdragen tot de heerlijkheid van God. Genade is een gave van God door geloof in Jezus Christus. Goede werken worden slechts mogelijk gemaakt door de genade die aan een gelovige gegeven wordt om in gehoorzaamheid aan het Woord van God te leven. Genade is de kracht van God aan de gelovige om goede werken voort te brengen.

Die Israëliet, die herschapen is na het beeld van Jezus Christus, de Nieuwe Adam van de toekomstige wereld, weet dat zijn optreden (woorden, daden, handelingen) de gerechtigheid van zijn geloof bepalen, want hij weet dat de Schrift erg duidelijk daarin is. Zij die de werken van het vlees doen, zullen niet het Koninkrijk van God beërven

Galaten 5:19-21.
“Het is duidelijk, wat de werken van het vlees zijn: hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, veten, twist, afgunst, uitbarstingen van toorn, zelfzucht, tweedracht, partijschappen, nijd, dronkenschap, brasserijen en dergelijke, waarvoor ik u waarschuw, zoals ik u gewaarschuwd heb, dat wie dergelijke dingen bedrijven, het Koninkrijk Gods niet zullen beërven.”

Het Woord van God is zeer duidelijk! Die Israëliet die wedergeboren is ( Johannes 3:3) en geestelijk herschapen is naar het beeld van Jezus Christus (Titus 3:5) zal grote veranderingen in zijn/haar leven ervaren Paulus zegt:

Efeziërs 5:5.
“Want hiervan moet gij doordrongen zijn, dat in geen geval een hoereerder, onreine of geldgierige, dat is een afgodendienaar, erfdeel heeft in het Koninkrijk van Christus en God.”

Een Israëliet zal proberen om een geestelijk leven te leven om::

Romeinen 8:4.
“Opdat de eis der wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, doch naar de Geest.”

Geloof zal een oprechte begeerte in het hart van de gelovige opwekken om in gerechtigheid te leven en te wandelen. Heiligmaking is het werk van God in het leven van een ware gelovige. Laat niemand denken dat goede werken uit het hart van een vleselijk mens voorkomen. Goede werken die door God goed gekeurd zijn (in contrast met de dode werken zoals in Hebreeërs 6:1), vertegenwoordigen het werk of maaksel van God (Efeziërs 2:10) in het leven van een gelovige. Gevoeglijk roept Paulus de gelovige toe:

Kolossenzen 3:1-6.
“Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods. Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn. Want gij zijt gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God. Wanneer Christus verschijnt, die ons leven is, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid. Doodt dan de leden, die op de aarde zijn: hoererij, onreinheid, hartstocht, boze begeerte en de hebzucht, die niet anders is dan afgoderij, om welke dingen de toorn Gods komt.”

De oproep in Gods Woord is zeer duidelijk! Gelovigen in Jezus Christus moet zijn geloof wettig of geldig verklaren door in gehoorzaamheid te wandelen aan de wil van God, zoals wij die vinden in het Woord van God. Gods morele wil voor Zijn kinderen komt voor in de Schrift:

Deuteronomium 29:29.
“De verborgen dingen zijn voor de Here, onze God, maar de geopenbaarde zijn voor ons en onze kinderen voor altijd, opdat wij al de woorden dezer wet volbrengen.”

2 Timotheüs 3:16-17.
“Elk van God ingegeven schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust.”

Paulus maant elke gelovige aan:

1 Tessalonicenzen 4:3-7.
“Want dit wil God: uw heiliging, dat gij u onthoudt van de hoererij, dat ieder uwer in heiliging en eerbaarheid zijn vat wete te verwerven, niet in hartstochtelijke begeerlijkheid, zoals ook de heidenen, die van God niet weten, en dat men zijn broeder niet slecht behandele of bedriege in deze zaak, want de Here is een wreker van dit alles, zoals wij u ook vroeger gezegd en nadrukkelijk betuigd hebben. Want God heeft ons niet geroepen tot onreinheid, maar in heiliging.”

Elke Israëliet die zijn zaligheid (redding) in Jezus wil wettigen moet de volgende vraag stellen: Werk ik aan mijn zaligheid? Brengt mijn geloof die getuigenis voort van een ware bekering? Weet ik dat ik een bekeerd hart bezit?

Let op wat Jezus zegt:

Marcus 7:21-23.
“Want van binnenuit, uit het hart der mensen, komen de kwade overleggingen, hoererij, diefstal, moord, echtbreuk, hebzucht, boosheid, list, onmatigheid, een boos oog, godslastering, overmoed, onverstand. Al die slechte dingen komen van binnen uit naar buiten en maken de mens onrein.”

God zegt dan: “Ik kan jou niet gebruiken” Een geloof die gevestigd is in een geestelijke transformatie van de innerlijke mens door Jezus Christus diens hart zal zacht zijn tegenover God, die berouwvol is, die de persoonlijke overtredingen vergeeft, en die honger en dorst naar gerechtigheid schenkt.

Mattheüs 5:6.
“Zalig die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden.”

Miljoenen in ons geslacht worden misleidt omdat hun kerken hen laten geloven dat zij gered zijn. Deze mensen worden misleid tot een godsdienst die gemakkelijk gelooft. De hoofdstroom van het Christendom vraagt niet naar bewijs dat zij van “boven” zijn geboren als zijn volk, en het niet nodig vinden om geestelijk wedergeboren te zijn. Hoe die predikers de termen ook willen veranderen, het gaat erom wat onze Meester aan Nicodemus heeft gezegd – een ieder moet uit de Geest van God geboren worden. Miljoenen belijdende Christen leven zonder goede werken na hun geloof, en doop. Kerken worden in onze tijd bevolkt door: dronkaards, rokers, drugsverslaafden, vloekers, hoereerders, gokkers, vuilspuiters, rodelaars – en dit is maar een puntje van de ijsberg! Veel “Christenen” veroordelen geen hoererij, in tegendeel ze beoefenen dit zelf! Mensen die belijden Christen te zijn zullen voor het minste of geringste een echtscheidingsproces aanspannen, of een medegelovige voor de rechtbank slepen. Zelfs mensen die in abortusklinieken werken zitten zondags in de kerk zonder enig schuldgevoel. Veel ouderlingen zitten in kerkbanken, die niet weten wat goede werken inhouden. Uiterlijk lijken zij waardige kerkleden, maar innerlijk zitten zij vol doodsbeenderen – en zijn witgepleisterde graven met geen enkele uitwendige geestelijk leven. Er heerst een grote misleiding in de Kerkelijke wereld in dit geslacht.

Misschien zal diegenen die zoekt moeten uitzoeken wat is een gelovige, dan moet beginnen met de woorden uit:

Lucas 13:23-24.
“En iemand zeide tot Hem: Here, zijn het weinigen, die behouden worden? Hij zeide tot hen: Strijdt om in te gaan door de enge poort, want velen, zeg Ik u, zullen trachten in te gaan, doch het niet kunnen.”

Laten zij oprecht zoeken naar God: en weet God laat niet met zich spotten. Een geloof die op waarachtige fundamenten van Jezus en Golgotha rust zal vinden, en een nieuw leven in Jezus zal voortbrengen, een transformatie in elk aspect van optreden, door de Heilige Geest die in elk gelovig hart werkt. Een zaligheid die werkt zal vruchten voortbrengen die bij de bekering past.

Mattheüs 3:8.
“Brengt dan vrucht voort, die aan de bekering beantwoordt.”

Een geloof die echt is zal door werken bevestigd worden, werken die voortvloeien uit Gods maaksel in de innerlijke mens ( Efeziërs 2:10) Dit is het kenmerk van elk gelovig leven.

Jakobus een prominente leider in de vroege Gemeente in Jeruzalem heeft het volgende gezegd van geloven:

Jakobus 17-26.
“Iedere gave, die goed, en elk geschenk, dat volmaakt is, daalt van boven neder, van de Vader der lichten, bij wie geen verandering is of zweem van ommekeer. Naar zijn raadsbesluit heeft Hij ons voortgebracht door het woord der waarheid, om in zekere zin eerstelingen te zijn onder zijn schepselen. Weet dit wel, mijn geliefde broeders: ieder mens moet snel zijn om te horen, langzaam om te spreken, langzaam tot toorn; want de toorn van een man brengt geen gerechtigheid voor God voort. Legt dus af alle vuilheid en alle uitwas van boosheid en neemt met zachtmoedigheid het in u geplante woord aan, dat uw zielen kan behouden. En weest daders des woords en niet alleen hoorders: dan zoudt gij uzelf misleiden. Want wie hoorder is van het woord en niet dader, die gelijkt op een man, die het gelaat, waarmede hij geboren is, in een spiegel beschouwt; want hij heeft zich beschouwd, is heengegaan en heeft terstond vergeten, hoe hij er uitzag. Maar wie zich verdiept in de volmaakte wet, die der vrijheid, en daarbij blijft, niet als een vergeetachtige hoorder, doch als een werkelijk dader, die zal zalig zijn in zijn doen. Indien iemand meent godsdienstig te zijn en daarbij zijn tong niet in toom houdt, maar zijn hart misleidt, diens godsdienst is waardeloos.”

Jakobus maakt duidelijk dat het ware geloof zonder werken dood is! Zoals een lichaam dood is zonder geest, zo is ook geloof dood zonder werken. Er is geen spanning of conflict in wat Jakobus zegt en wat Paulus heeft verklaard. Paulus laat de klem vallen op rechtvaardigmaking door geloof. God ziet het geloof aan, zonder werken, als enige basis voor rechtvaardigmaking. De mens ziet geloof door werken die door waarachtig geloof verwekt wordt. Tengevolge zegt Paulus aan ons hoe ziet God het geloof, en Jakobus zegt aan ons hoe dat de mensen geloof moeten zien. God weet wat er in het hart van een gelovige afspeelt. De mens moet ook zien wat er in het hart van de gelovige gebeurt, want dan pas kan hij zien of het geloof ook echt en geldig is.

Opsomming van sommige aspecten van goede Werken

  • Een zaligheid die werkt zal de Bergpredikatie gaan uitvoeren, die Jezus ons heeft geleerd- Mattheüs 5:1-2.
  • Een zaligheid die werkt brengt voort de vrucht van de Geest: dat is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, zachtmoedigheid, goedheid, geloof, nederigheid en zelfbeheersing – Galaten 5:22-23.
  • Een zaligheid die werkt brengt goede werken voort, de deugden zoals die beschreven wordt in 2 Petrus 2:5-9. Die deugden zullen voortspruiten uit waar geloof in Jezus Christus, ingesloten geloof, deugd, kennis, zelfbeheersing, geduld, godszaligheid, broederliefde en naaste liefde.
  • Een zaligheid die werkt zal liefde openbaren aan al de leden van het Lichaam van de Messias. Jezus beklemtoont de belangrijkheid van Liefde in het leven van de gelovige in Johannes 13:35:”Hieraan zullen allen weten, dat gij discipelen van Mij zijt, indien gij liefde hebt onder elkander.”
    En Paulus legt de klemtoon in 1 Korinthiërs 13.Geloof in Jezus moet geldig gemaakt worden door een liefde die lankmoedig, zachtmoedig, en niet snel kwaad wordt en die alles verdraagt.

*Een zaligheid dat werkt is dat Gods oorspronkelijk plan op elk mogelijk gebied wordt aanvaard. Dit vereist een dankbaar hart voor al die onveranderlijke dingen in ons leven. Met dankbaarheid moeten wij leren om onze ras-herkomst te aanvaarden, ouders, geslacht, geboorte-volgorde, broeders en zusters, fysiek uiterlijk, verstandelijke vermogens, nationale herkomst en tijd in de geschiedenis, en het feit van ouderdom en de dood. Wanneer wij onszelf aanvaarden is dit slechts als een aspect van het oorspronkelijk ontwerp. Wanneer wij onszelf voornemen om Gods oorspronkelijk plan te zoeken en na te volgen, zal elk aspect van ons leven door de Schrift beïnvloed moeten worden in een zaligheid van werken.

*Zaligheid dat werkt zal het beginsel van gezag respecteren op elk vlak van ons leven. Ons hart zal neigen om in onderdanigheid te leven onder het gezag dat God over ons heeft aangesteld. Mannen moeten onder het leiderschap van de Messias komen. Vrouwen moeten zich onderwerpen aan de leiderschap van hun mannen. Kinderen moeten aan hun ouders onderdanig zijn. Werknemers moeten zich aan hun werkgevers onderwerpen en hun wensen uitvoeren een ieder moet zich onderwerpen aan hun geestelijke leiders. Behalve als er iets is dat in strijd is met Gods Woord en Wet. God heeft belooft om hen te beschermen, te voorzien in hun behoeften. Verder werkt God ook door menselijk gezag om zijn doel in ons leven te bereiken, dit is een goed werk tot zaligheid in Jezus Christus.

*Een zaligheid dat werkt streeft na een geweten die vrij is van schuldgevoelens. Wij moeten de verantwoordelijkheid nemen van onze woorden, daden en gezindheid. Wij moeten verantwoordelijk leven tegenover elk woord van wat wij spreken en de daden die wij plegen, en om te streven naar een rein geweten, die zonder overtreding staat tegenover God en mens. Om zuiver te leven is een kenmerk van geestelijke volwassenheid. Een zaligheid die werkt is een streven, om dagelijkse leven met de kenmerken van bekering en verantwoordelijkheid.

*Een zaligheid dat werkt is om gewillig te lijden, om dit te verduren ter wille van Zijn Naam. Zij die bereid zijn om gedisciplineerd te worden, want wij weten dat elk kind van God getuchtigd zal worden. Tijdens ernstige moeilijkheden en beproevingen die noodzakelijk zijn om ons karakter te verfijnen, en om ons te vormen naar het beeld van Jezus. Onze geestelijke volwassenheid wordt gemeten aan onze gewilligheid om vergiffenis uit te spreken tegenover een mede broeder en naaste. Een geloof die op Jezus gebaseerd is zal erna streven om elke vorm van bitterheid uit te roeien en de geest van vergiffenis toelaten om genezing en herstel aan de ziel te geven. Wanneer vergiffenis beoefend wordt in het leven van gelovige, zal de geestelijk volwassenheid bereiken. Een geloof dat werkt is een geloof die vergiffenis en vrijspraak beoefend.

*Een zaligheid dat werkt bevestigd Gods eigenaarsschap over al onze materiele bezittingen, want zij behoren uiteindelijk Hem toe. Wij ontvangen hen zoals Hij ons zegent. Gezondheid, talenten, gaven’s, en alle voorzieningen, en alle andere voorzieningen die nodig zijn om rijkdom te verkrijgen komen van God. God heeft ons als rentmeester gemaakt over Zijn rijkdom zal aan ons verantwoording vragen. Geloof dat in Jezus wordt gebruikt zal God behagen, en Zijn Koninkrijk op aarde uitbreiden. Een zaligheid dat werkt verbied ons om deze rijkdom te gebruiken op die wijze die tegenstrijdig zijn aan het Woord. Een levend geloof beseft dat ware zekerheid slechts voorkomt door vertrouwen in God, door Zijn Zoon, onze Verlosser – en niet de materiele zaken.

  • Een zaligheid dat werkt, streeft erna om rein te leven, vrij van de slavernij der wellust. Een waar geloof begeert om te doen wat recht is – dit geld op voor de zelfverloochening op die gebieden die het moreel kunnen ruïneren. Een geloof die berust in Jezus en is onderworpen aan Zijn Woord, om het pad zuiver te houden zal met reinheid wandelen, speciaal in het huwelijk, dat geloof wil de geest, ziel en lichaam bewaren van alle vormen van wellust, verslaving en morele onreinheid.

*Een zaligheid dat werkt, meet succes in het leven af, in termen van de dienst aan God, en anderen. Wanneer wij het Koninkrijk en zijn gerechtigheid de prioriteit van ons leven maken, zal andere dingen op hun plaats vallen, wij moeten het leven niet meten in termen van de verzameling van rijkdom, eigendom en bezittingen, maar in hoe wij God en andere kunnen dienen. Geloof in Jezus zal erna streven om anderen te dienen, en niet onszelf.

*Een zaligheid dat werkt, streeft ernaar om God te aanbidden in geregelde bijeenkomsten van gelovigen. De rustdag en andere bijeenkomsten. Israëlieten die God altijd aanbidden gedurende publieke bijeenkomsten. Wij zien dat bij de Tabernakel van Mozes, bij de Tempel van Salomo en het herstel van aanbidding na de Babylonische Ballingschap. De verzameling en bij elkaar komen van gelovigen staat centraal in het plan en doel van God. Het bij elkaar komen voor aanbidding en onderricht van het Woord is een werk die groeit uit de ware zaligheid. Getrouwe bijwoners, aanbidding en nemen plaats in een plaatselijke gemeente waar dat mogelijk is, is een waar kenmerk van zaligheid.

*Een zaligheid dat werkt, beoefend de financiële beginselen van de Schrift. Israëlieten moeten streven naar het behagen van God. Een zaligheid die werkt, zal de tienden in de schatkamer van God brengen, zij zullen aan de armen geven. Diegenen die volgens de financiële beginselen van Gods Woord leven, zal schulden vermijden.

*Een zaligheid die werkt, zal Israëlieten laten werken. God heeft Zijn kinderen bevolen om zes dagen te werken en op de zevende dag te rusten (Exodus 20:9-10), Een geloof dat levend is in Jezus neemt gezag over de aarde tot eer van God.. Een goede werksfeer staat centraal in het leven van de gelovigen om te heersen op aarde. God heeft Zijn kinderen geroepen om de aarde te bewaken en te bewerken tot eer van Zijn Naam. Het echte geloof zal vreugde vinden in de arbeid en zal niet lui zijn. Productiviteit is belangrijk voor een ieder die begeert om te wandelen in de reddende genade van Jezus Christus:

Lucas 19:13 is belangrijk:
“En hij riep tien van zijn slaven en gaf hun tien ponden en zeide tot hen: Drijft handel, totdat ik terugkom.” – of werk totdat Ik kom.”

  • Een zaligheid dat werkt, ontwikkelt een liefde voor geestelijke groei als ook een toename in fysieke grote van het gezin. De blanke Israëliet is een in Jezus leven. Ongeacht geslacht of ouderdom, Israëlieten moeten een liefde voor het gezin ontwikkelen. Kinderen moeten beschouwd worden als een erfdeel en een zegen van God (Psalm 127) . De geboorte, opgroeien en opvoeden van kinderen moet door ouders als heilig beschouwd worden. Dit moet onze eerste prioriteit zijn.
  • Israëlieten die verlost zijn door het bloed van Jezus, moeten op deze aarde wandelen als verbondskinderen van God. Alle Israëlieten, mannen vrouwen die door het geloof in Jezus geroepen zijn, moeten er na streven om volgens een zaligheid te leven dat werkt, Zij moeten proberen om hun geloof op een dagelijkse basis te beoefenen zoals Jezus bevolen heeft.

Lucas 9:23.
“En hij riep tien van zijn slaven en gaf hun tien ponden en zeide tot hen: Drijft handel, totdat ik terugkom.”

Israëlieten zijn vreemdelingen en bijwoners op de weg naar Sion

Hebreeërs 11:10, 13.
“Want hij verwachtte de stad met fundamenten, waarvan God de ontwerper en bouwmeester is, In dat geloof zijn deze allen gestorven, zonder de beloften verkregen te hebben; slechts uit de verte hebben zij die gezien en begroet, en zij hebben beleden, dat zij vreemdelingen en bijwoners waren op aarde.”

Israëlieten hebben diep in zich het sterke verlangen naar een stad die een fundament bezit. Die stad waar Jezus Christus de Koning is, en waar de huidige bedeling tot een eind gekomen en afgesloten is. Het maakt niet uit waar zij zich bevinden onder de volken waaronder zij leven, echte Israëlieten bezitten een diep verlangen naar het land van hun vaderen, Isaäk en Jakob belooft is.

Daarom willen mensen de joodse staat Israël bezoeken, omdat in hen een begeerte zit om dit te doen. Heeft u al gehoord dat . Beulahland, die plaats is waar vader Abraham en moeder Sara Isaäk ontvangen heeft, de oorsprong van ware Israëlieten. Ware Israëlieten zien zich zelf als vreemdelingen bijwoners in deze wereld (Hebreeërs 11:13). Zij bezitten Gods grote zegen en beloften (2 Petrus 1:4) omhelst, wetende dat zij op één dag het herstelde Koninkrijk voor Israël weer op aarde zullen zien. (Handelingen 1:6).

Ware Israëlieten voelen aan dat zij niet aan het huidige wereld toebehoren; zij als vreemdelingen en bijwoners op deze aarde, een verlangen in zich is om het land te zien waar Abraham “dit als een erfenis zou ontvangen..” (Hebreeërs 11:8). Deze etnische Israëlieten begeren een hemels land, een land waar de tabernakel van God weer onder hen zal zijn.(Openbaring 21:3). Dit koninkrijk is niet van deze wereld ( Johannes 18:36). Zij bezitten een groot verlangen om de zevende engel te zien, die zal blazen en de hemel zegt dan:

Openbaring 11:15.
“En de zevende engel blies de bazuin en luide stemmen klonken in de hemel, zeggende: Het koningschap over de wereld is gekomen aan onze Here en aan zijn Gezalfde, en Hij zal als koning heersen tot in alle eeuwigheden.”

Ware Israëlieten zijn gevestigd in de belofte die aan hun vaders Abraham, Isaäk en Jakob zijn gemaakt, zij kijken uit naar dit Sieraad-land van alle landen (Ezechiël 20:6). Zij weten hier geen blijvende stad te bezitten om in te wonen; daarom zoeken zij naar de toekomst (Hebreeërs 13:14). Zij verwachten een grote dag wanneer de wachter op de muur zal uitroepen:

Jeremia 31:6.
“Want de dag is daar, dat de wachters roepen op het gebergte van Efraïm: Komt, laat ons opgaan naar Sion, tot de Here, onze God!”

Het hart en ziel van de ware Israëliet is eeuwig verbonden aan de beloften die God aan Abraham gegeven heeft. Want binnen deze beloften liggen de hoop en dromen van een land, een heerlijk land, die zal bloeien zoals een roos (Jesaja 35:1). En waar de cipres, de plataan en de denenboom het heiligdom zal versieren (Jesaja 60:13. Maar zoeken verkeerd, zij zoeken naar een plaats tussen de heidenen en jodendom om met hen een beter land te verkrijgen, zij hangen om de nek van de moslims. Zij lopen hand in hand van deze God haters. Laten zij zich losbreken en zich gaan voorbereiden voor de komt van onze Koning.

Terwijl de ware Israëlieten zeer goed weten dat zij geroepen zijn en bestemd zijn om de heerschappij over de aarde ter hand zullen nemen, dit tot eer van Jahweh. In welke landen zij ook wonen, beseffen wel degelijk dat het land van hun ballingschap niet een permanente verblijfplaats zal zijn. God heeft bepaald dat er een sterke werklust aanwezig moet zijn in het karakter van de Israëliet. Het bevel om de aarde te bewerken en te bewaken (Genesis 2:15) is een basis aansporing in de gene van elke Adamietische/Hebreeuwse? Israëlieten. Zij hebben namelijk de ontwikkelingen en vooruitgang op aarde gebracht. Zij willen hun land en grondstoffen bewerken en ontginnen. Het zijn zij die de dieren en de natuur willen beschermen en bewaren terwijl de andere natiën dit verwoesten en opvreten. Deze roeping ligt vast in hun hart en wordt gereflecteerd wat Jeremia aan de kinderen van Juda in de Babylonische gegeven heeft:

Jeremia 29:4-6.
“Zo zegt de Here der heerscharen, de God van Israel, tot al de ballingen die uit Jeruzalem naar Babel in ballingschap zijn weggevoerd: Bouwt huizen en woont daarin, legt tuinen aan en eet de vrucht daarvan; neemt vrouwen en verwekt zonen en dochters, neemt vrouwen voor uw zonen en geeft uw dochters aan mannen, opdat zij zonen en dochters baren; vermeerdert daar en vermindert niet.”

Echte Israëlieten in hun verstrooiing onder alle natiën, moeten de volgende oproep tot heerschappij vervullen:

Genesis 1:28.
“En God zegende hen en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde en onderwerpt haar, heerst over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt.”

De geestelijke kracht en de fysieke toename van het gezin staat centraal in de roeping van elke Israëliet . Op het ogenblik maken de Israëlieten maar 10% uit van de wereldbevolking, terwijl de bastaarden, zwarten en gelen de wereld groei doet escaleren. Gods oorspronkelijk plan was dat de Israëlieten de aarde zouden vullen, en niet de andere volken. Grote blanke gezinnen onder de Israëlieten is iets uit het verleden, de sterftecijfers overschrijden de geboorte aanwas. Het Satans zaad daarentegen en de aanverwante volkeren hebben de aarde overgenomen.

Heerschappij over de aarde kan slechts vordering maken wanneer het gezin in Israël gehandhaafd blijft. Daarom moet elke echte Israëliet, jonge mannen en vrouwen in het huwelijk treden en kinderen verwekken. De toenamen van godvrezende kinderen en hardwerken staat centraal tot de taak van alle Israëlieten onder elke natie op aarde.

Deze oproep aan de Israëlieten, om heerschappij of gezag op zich te nemen, als wedergeboren als het beeld en gelijkenis van Jezus Christus, temidden van deze huidige goddeloze wereld en land waarin wij nu verblijven, op weg zijn naar een volmaakt Huis zoals aan Abraham, Isaäk en Jakob is belooft. Naar een Heilige stad.

Hebreeërs 11:10.
“Want hij verwachtte de stad met fundamenten, waarvan God de ontwerper en bouwmeester is.”

Echte Israëlieten verlangen naar het herstel van het Koninkrijk voor Israël (Handelingen 1:6). Zij wachten gespannen op de grote dag wanneer God, mensen vanuit Israël bij de hand zal vatten, één uit een stad en twee uit een familie om hen naar Sion te brengen.

Jeremia 3:4.
“Keert weder, afkerige kinderen, luidt het woord des Heren, want Ik ben heer over u; Ik zal u nemen, een uit een stad en twee uit een geslacht, en u brengen te Sion.”

Met grote verwachtingen en verlangen kijken de echte Israëlieten uit naar de herverzameling van hun volk naar het land hunnen vaderen.

Jeremia 16:15.
“Maar veeleer: Zo waar de Here leeft, die de Israelieten heeft doen optrekken uit het Noorderland en uit al de landen waarheen Hij hen verdreven had; ja, Ik zal hen terugbrengen in het land dat Ik aan hun vaderen gegeven had.”

Een hersteld land met een herstelde Hoofdstad, Jeruzalem, Israëlieten weten dat er een restauratie van het land zal gaan plaatsvinden voor Abraham en zijn nageslacht.

Jesaja 51:3.
“Want de Here troost Sion, Hij troost al haar puinhopen; Hij maakt haar woestijn als Eden en haar wildernis als de hof des Heren; blijdschap en vreugde zullen er gevonden worden, loflied en geklank van gezang..”

Nooit meer zal er hoon en stank en beroving plaats vinden. Men zal veilig kunnen slapen, zij zullen als kinderen de volledige capaciteit bezitten van de Levende God, en die ten volle benutten. Wij als volk zullen nooit meer geregeerd worden door de “Levende wezens der aarde” die in hun bestaan nog nooit enige productiviteit hebben opgeleverd. Deze volken hebben ons miljarden en miljarden gekost, met o, o opbrengt. Israël zal dan met God gaan regeren over de gehele aarde. Onbeschrijfelijke vrede zal er dan heersen en de heerlijkheid van God zal alom gezien worden. Alle spanning en vrees en tranen zullen verwijderd worden en Israël zal zich verheugen in haar Maker en Man.

Het Ware Jeruzalem en de Staat Israël

Ware hedendaagse Israëlieten verlangen niet naar dit huidige Jeruzalem of naar het barre woestijnlandschap die nu zonder Gods zegen de tijd moet doorkomen. Israëlieten in ballingschap beseffen wel degelijk dat de huidige Palestijnse Staat gebouwd is op politieke Zionistische fundamenten rust, die geen enkele aanspraak hebben op de beloften die Jahweh aan Israël gemaakt heeft. Politieke Zionisme is een beweging die gefundeerd, georganiseerd en ontwikkeld wordt door diegenen die daar aanspraak op maken dat zal Juda zijn:

Openbaring 2:9& 3:9.
“Ik weet uw verdrukking en armoede, hoewel gij rijk zijt, en de laster van hen, die zeggen, dat zij Joden zijn, doch het niet zijn, maar een synagoge des satans.”

Dit zijn bittere uitspraken van Israëls Koning, geef daar acht op, Jezus zegt duidelijk dat het geen echte Judeërs zijn, maar een synagoge van Satan. De grootste groep moderne joden van vandaag in Palestina zijn geen ware Israëlieten, er is zelfs geen rasverbinding met Abraham, Isaäk en Jakob. En dat kleine beetje dat er wel nog leeft vertegenwoordigen een kleine groep Israëlieten van de ballingen die nu onder de natiën wonen. Etnische Israëlieten, dikwijls aangeduid met de namen Anglo-Sakser. Zij vertegenwoordigen miljoenen en worden gevonden over de gehele wereld. De meeste van al de ware Israël zijn nog steeds in ballingschap en wonen in de verstrooiing onder de volken. Zij bestaan uit de verstrooiden uit Juda en de uitgeworpenen van Israël.

Jesaja 11:12.
“En Hij zal een banier opheffen voor de volken, en de verdrevenen van Israel verzamelen en de verstrooide dochters van Juda vergaderen van de vier einden der aarde.”

Dit zijn de mensen van uit de Christelijke natiën die deze wereld hebben opgebouwd zoals de Britse eilanden, Scandinavië Nederland, Canada, Autralië, Nieuw Zeeland en Zuid Afrika.

Politiek Zionisme heeft geen enkele verbinding met Abraham en zijn nageslacht. Het Beloofde Land van de Bijbel heeft niets gemeen met het Zionistische land dat in 1948 tot stand is gekomen . Zonder de biljoenen dollars van de VSA, zal de moderne staat Israël, een uitdrukking zijn van politiek Zionisme ooit kunnen overleven. Zonder de jaarlijkse bijdragen uit de VSA’s schatkist, en zonder de Duitse boeten (bloed) geld zal het huidige Israël ophouden voort te bestaan. Wat een contrast met de profetische ziening van een hersteld land!

De joden die aanspraak maken op het land terwijl zij geen echte Israëlieten zijn, heeft in de 19e eeuw plaatsgevonden en smeden een complot om Palestina uit de handen van Arabieren te nemen en om zichzelf in dat land te gaan vestigen. Op deze wijze willen zij hun overval wettig verklaren tegenover het Bijbelse Israël. Echte Israëlieten die gered zijn door het Bloed van Jezus bezitten de zekerheid van hun Meester dat deze valse bedriegers op Zijn tijd, zoals door God bepaald uit Sion uitgeroeid zullen worden zodat het ware Israël het in bezit kunnen nemen.

Amos 9:12.
“Opdat zij beërven de rest van Edom en van al de volken over wie mijn naam is uitgeroepen, luidt het woord van de Here, die dit doet.”

Ezechiël geeft een uitgebreide beschrijven van dit gebeuren;

Ezechiël 36:1-7.
“Gij nu, mensenkind, profeteer over de bergen van Israel en zeg: Bergen van Israel, hoort het woord des Heren. Zo zegt de Here Here: omdat de vijand van u gezegd heeft: ha, eeuwige hoogten zijn in ons bezit gekomen, daarom profeteer en zeg: zo zegt de Here Here: juist omdat men u van alle kanten verwoest en vertreden heeft, opdat gij het bezit zoudt worden van het overblijfsel der volken, en omdat gij in opspraak gebracht en belasterd zijt door de mensen; daarom, bergen van Israel, hoort het woord van de Here Here. Zo zegt de Here Here tot de bergen, de heuvels, de beekbeddingen en de dalen, tot de woeste puinhopen en de ontvolkte steden, die voor het overblijfsel der omwonende volken tot buit en tot een voorwerp van spot geworden zijn, daarom, zo zegt de Here Here, voorwaar, in het vuur van mijn naijver heb Ik gesproken tot het overblijfsel der volken en tot geheel Edom, die met hartgrondige vreugde en diepe minachting mijn land voor zichzelf ten erfdeel hadden bestemd om het volkomen uit te plunderen; daarom, profeteer over het land van Israel en zeg tot de bergen en de heuvels, tot de beekbeddingen en de dalen: zo zegt de Here Here: zie, Ik spreek in mijn naijver en in mijn grimmigheid: omdat gij de smaad der volken gedragen hebt, daarom, zo zegt de Here Here, zweer Ik: voorwaar, de volken die rondom u wonen, zullen zelf hun smaad dragen.”

De vijanden van het ware Israël en haar Messias hebben waarachtig het gezag overgenomen over het land dat aan Abraham en zijn nageslacht is gegeven, sedert hun verwijdering uit dit land, ten tijden van de Assyriërsche en Babylonische ballingschappen. De profeet Jesaja kon tegen het etnische Israël zeggen dat hun land voor een korte tijd bezet zal blijven.

Jesaja 63:18.
“Voor een korte tijd is uw heilig volk in het bezit daarvan geweest; onze tegenstanders hebben uw heiligdom vertrapt.”

Amos 9:9.
“Want zie, Ik geef bevel, en Ik schud het huis van Israel onder al de volken, gelijk men met een zeef schudt, en geen steentje zal ter aarde vallen.”

Een van de interpretatie die gegeven wordt omtrent de inhoud van dit Bijbelvers is het volgende: Israël in de verstrooiing onder de volken, zal nooit permanent zijn omdat zij geen wortel zullen schieten, zo heeft God dit aan de vaderen meegedeeld.

Meer nog, ware Israëlieten in ballingschap onder de volken moet verstaan worden dat zij nooit voor God verloren zijn geraakt. Hij zal altijd weten waar een ieder van hen is. Paulus schrijft gedurende de eerste helft van de Christelijke era:

Romeinen 11:2, 5.
“God heeft zijn volk niet verstoten, dat Hij tevoren gekend heeft. Of weet gij niet, wat het schriftwoord zegt in de geschiedenis van Elia, als hij Israel bij God aanklaagt:…Zo is er dan ook in de tegenwoordige tijd een overblijfsel gelaten naar de verkiezing der genade.”

In 65 n.Chr. Schrijft Petrus aan de Israëlieten in de verstrooiing:

1 Petrus1:1-2.
“Petrus, een apostel van Jezus Christus, aan de vreemdelingen, die in de verstrooiing zijn in Pontus, Galatie, Kappadocie, Asia en Bitynie, de uitverkorenen naar de voorkennis van God, de Vader, in heiliging door de Geest, tot gehoorzaamheid en besprenging met het bloed van Jezus Christus: genade en vrede worde u vermenigvuldigd.”

Nu schrijft Jakobus ook aan de Israëlieten in de verstrooiing:

Jakobus 1:1.
“Jakobus, een dienstknecht van God en van de Here Jezus Christus, groet de twaalf stammen in de verstrooiing.”

Israël is bestemt om voor altijd Gods volk te zijn

Mensen die oprecht de Bijbel bestuderen, beseffen zeer duidelijk dat Israël verordineerd is om altijd Gods volk te zijn! De getuigenis van de Levende God tegenover Israël wordt zo mooi uitgedrukt in:

2 Samuel 7:24.
“Gij hebt U uw volk Israel voor altijd bevestigd tot uw volk, en Gij, Here, waart hun tot een God.”

De Psalmdichter David beschrijft dit als volgt:

Psalm 135:4.
“Want de Here heeft Zich Jakob verkoren, Israel tot zijn eigendom.”

Eeuwen later zegt Israëls Koning het volgende:

Mattheüs 15:24.
“Hij echter antwoordde en zeide: Ik ben slechts gezonden tot de verloren schapen van het huis Israëls.”

Israël is niet verloren gegaan in de Schrift van het Nieuwe Testament. In de Evangeliën, Brieven en het Boek Openbaring deze vertellen zeer duidelijk omtrent het ware Israël.

Openbaring 7 zegt dat er 144.000 Israëlieten, 12.000 uit elke stam in Israël verzegeld zal worden gedurende de tijd van Jakobs Benauwdheid (Jeremia 30:7; Daniël 12:1 Mattheüs 24:21-22) , wanneer Gods wraak op aarde zal worden uitgestort. Openbaring spreekt van de vrouw Israël, die weggedragen zal worden, en in de woestijn bewaard en beschermt zal worden (Openbaring 12:6, 14) dit gedurende Jakobs benauwdheid. In Openbaring 14, worden de 144.000 ten volle geredden Israëlieten als eerstelingen voor God en Jezus Christus afgezonderd.

Openbaring 14:4.
“Dezen zijn het, die zich niet met vrouwen hebben bevlekt, want zij zijn maagdelijk. Dezen zijn het, die het Lam volgen, waar Hij ook heengaat. Dezen zijn gekocht uit de mensen als eerstelingen voor God en het Lam.”

Openbaring 21:0-12 Spreekt zelfs van de bruid van het Lam, en identificeert haar als de twaalf stammen van Israël.

De predikanten en zowel de meeste christenen hebben dit geslacht van Israël uit het oog verloren. En diegenen die nog een poging waagden om hen terug te vinden zijn tot de gevolgtrekking gekomen dat zij het in een kleinaantal onder de joden moeten zoeken die in Palestina, verzameld zijn gedurende de twintigste eeuw. Veel geschiedkundige zijn tot de gevolgtrekking gekomen dat de Tien Stammen van Israël in Ballingschap naar Assyrië zijn weggevoerd in 721 v.Chr, en zo uit het oog zijn verdwenen-opgelost in de lucht. Theologen hebben dit onderwerp dan ook als onbelangrijk afgeschreven. In Kerkelijke kringen wordt met een grote omhaal gesproken van een nieuw “geestelijk” Israël die het letterlijke volk van Jahweh op aarde heeft vervangen. De Kerk – een gekleurde bonte menigte is nu Gods volk geworden.

Maar al deze lieden vergeten dat de Here God heeft gesproken dat het fysieke Israël er altijd voor Zijn aangezicht zal zijn. Wat kennen de Schriftgeleerden van onze dagen de Schrift slecht.

Jeremia 31:35-36.
“Zo zegt de Here, die de zon overdag tot een licht geeft, die de maan en de sterren verordent tot een licht des nachts, die de zee opzweept, dat haar golven bruisen, wiens naam is Here der heerscharen: Als deze verordeningen voor mijn ogen zullen wankelen, luidt het woord des Heren, dan zal ook het nageslacht van Israel ophouden al de dagen een volk te zijn voor mijn ogen.”

Het is interessant om te zien hoe predikanten, in hun poging dat wat de Bijbel over Israël zegt, op de heidenen over te dragen. De algehele Heidense Kerk heeft het genetische Israël vervangen. De predikanten hebben Israël eenvoudig door de kerk vervangen, en alles wat God aan Israël heeft gegeven, aan de Kerk overgedragen. Zij hebben de term “geestelijk Israël”bedacht om een veelrassige. Multiculturele Kerk in te sluiten in het “geestelijk Israël”.

Voor deze en veel anderen redenen, is het voor de gewone mens moeilijk geworden om het ware Israël te herkennen, en om haar in dit geslacht te identificeren. De predikant zegt dat alle christenen een soort geestelijk Israël zijn, en dat het fysieke Israël van de geschiedenis is verloren gegaan. Evangelische christenen geloven dat het ware Israël die zijn overbleven, zich bevinden in het moderne Palestina, plus het verstrooide joodse overblijfsel van vandaag die buiten Palestina leven. De meeste seculaire geschiedkundige hebben nooit de moeite gedaan om ernstig onderzoek te gaan doen over de verdwijning van tien miljoen of meer echte Israëlieten uit Palestina gedurende de tijd van de Assyrische ballingschap. Hoe kunnen wij deze Israëlieten terug

Wie zijn Echte Israëlieten

Paulus de meest prominente schrijver van het Nieuwe Testament, zegt dat de zeven van de belangrijkste waarheden van de hele Bijbel aan Israël behoren. Zij sluiten ook al de ander waarheden van de Schrift in. Luister wat Paulus zegt:

Romeinen 9:4-5.
“Immers, zij zijn Israelieten, hunner is de aanneming tot zonen en de heerlijkheid en de verbonden en de wetgeving en de eredienst en de beloften; hunner zijn de vaderen en uit hen is, wat het vlees betreft, de Christus, die is boven alles, God, te prijzen tot in eeuwigheid! Amen.”

Bestudeer zeer zorgvuldig wat Paulus hier zegt. Hij geeft niet aan Israël al de heerlijkheden, verbonden, de wet, aanbidding, en de beloften, maar ook de aanneming tot kinderen. Dit moet voor een echte heiden schrikken zijn, als hij dit leest! Omdat de aanneming alleen aan Israël is gegeven. Dat de totale inenting aan Israël behoren, dat betekent dat de zogenaamde Heidenen van het Nieuwe Testament uiteindelijk de ware Israëlieten zijn. Deze Heidenen zijn de schapen van het Verloren Huis van Israël. U moet niet schrikken van Paulus stelling.

Volgens het vlees is Jezus naar Israël gekomen. Daar heeft u: de gehele som en substanties van het Nieuwe Testament, deze behoort uitsluitend aan Israël.

Onvoorwaarlijk Verbond

Wij kunnen als de beste de innerlijke drang van de ware Israëlieten naar hun land begrijpen als wij het onvoorwaarlijke Verbond die God met Abraham gesloten heeft ingesloten; Isaäk en Jakob bevestigd; en vermenigvuldigd heeft in de twaalf stammen van Israël. (Genesis 12:1).

Genesis 13:14-17.
“En de Here zeide tot Abram, nadat Lot zich van hem gescheiden had: Sla toch uw ogen op, en zie van de plaats, waar gij zijt, naar het noorden, zuiden, oosten en westen, want het gehele land, dat gij ziet, zal Ik u en uw nageslacht voor altoos geven. En Ik zal uw nageslacht maken als het stof der aarde, zodat, indien iemand het stof der aarde zou kunnen tellen, ook uw nageslacht te tellen zou zijn. Sta op, doorwandel het land in zijn lengte en breedte, want u zal Ik het geven.”

In Genesis 15:5 geeft God een belofte aan Abraham dat zijn nageslacht zoals de sterren zullen zijn.
“Toen leidde Hij hem naar buiten, en zeide: Zie toch op naar de hemel en tel de sterren, indien gij ze tellen kunt; en Hij zeide tot hem: Zo zal uw nageslacht zijn.”

Later in datzelfde hoofdstuk vers 18 zegt God aan Abraham:

“Te dien dage sloot de Here een verbond met Abram, zeggende: Aan uw nageslacht zal Ik dit land geven, van de rivier van Egypte tot de grote rivier, de rivier de Eufraat.”

De grenzen van dit land strekt zich uit van de stranden van Middellandse Zee tot aan de Perzische Golf. Het is interessant om te zien hoeveel verschillende volken dit gedeelte van de wereld bezet houden. Terwijl dit land aan Abraham is gegeven!

In Genesis 17 geeft God aan Abraham het verbond van de besnijdenis. Bij deze gelegenheid vertelt God aan Abraham tenminste drie andere belangrijke waarheden.

  1. Dat de Almachtige voor eeuwig een God zal zijn voor Abrahams nageslacht.

Genesis 17:7.
“Ik zal mijn verbond oprichten tussen Mij en u en uw nageslacht in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u en uw nageslacht tot een God te zijn”

  1. Het bezit als erfrecht wordt aan Israël gegeven.

Genesis 17:8.
“Ik zal aan u en uw nageslacht het land, waarin gij als vreemdeling vertoeft het ganse land Kanaän, tot een altoosdurende bezitting geven, en Ik zal hun tot een God zijn.”

Het land Kanaän, dat strekt vanaf de Nijlrivier tot bij de Eufraat Genesis 15:18), zou de bezitting worden van Abraham en zijn nageslacht tot in eeuwigheid.

  1. De verbondsbeloften zouden door Isaäk voorgedragen worden, verkozen als de erfgenaam van alle beloften en verbonden.

Genesis 17:21.
“Maar mijn verbond zal Ik oprichten met Isaak, die Sara u op deze zelfde tijd in het volgend jaar baren zal.”

Het eigendomsrecht van het gehele land is aan Abraham en zijn nageslacht gegeven door een eeuwig verbond. Deze verbonden waren onvoorwaardelijk- en niet afhankelijk aan enige werken van Abraham of zijn nageslacht.

God bevestigd dit verbond met Isaäk (Genesis 26:4). Later ook met Jakob (Genesis 28:4-5). Toen Israël later uit Egypte uittrok heeft God zijn verbond aan de Hebreeërs herbevestigd (Exodus 6:4-7).

Het land zou boven alle andere landen gezegend worden. De zegen van God wordt beschreven in Deuteronomium 8:7-9 en 11;11-12. Dit aangewezen land, zal dienen als de aangewezen plaats voor Zijn volk Israël, dit staat duidelijk in de Schrift. In de dagen van koning David is die belofte ook gegeven met betrekking tot die aangewezen plaats:

2 Samuel 7:10.
“Ik zal een plaats bepalen voor mijn volk, voor Israel, en het planten, zodat het op zijn eigen plaats kan wonen, zonder dat het meer opgeschrikt wordt en boosdoeners het onderdrukken zoals vroeger.”

Het is waar, God heeft Israël in het Westen geplant voor een tijd, maar die aangewezen plaats is niet Zuid-Afrika, Europa of enige ander land, dan behalve het Land dat God aan Abraham met een eed beloofd heeft. God heeft geen nieuw volk en ook geen nieuw land voor zijn volk. Hun verstrooiing na de “bestemde plaats” in het Westen is maar tijdelijk. God heeft belooft om hen voor altijd in hun eigen land te vestigen bij Jezus wederkomst. God zal nooit zijn Woord aan Abraham, Isaäk en Jakob-Israël breken. Geen nieuw land is aan Israël in deze wereld toegewezen, 2 Samuel is een tekst met versterkende gevolgen. Dit verwijst naar een tijd wanneer God zijn koninkrijk in dat land zal vestigen en wanneer het Zaad van de Slang en de goddeloze daar niet meer zullen zijn.

De kinderen van goddeloosheid hebben het volk Israël overal in haar ballingschap onder de volken achtervolgd. Naar Nederland, Zuid-Afrika, Australië, de VSA, Europa enz, is gevuld met miljoenen van hen. Als dit het criterium voor die goddeloze is, daar er geen plaats meer voor hen. Die bestemde plaats van 2 Samuel is hetzelfde land die door een verbond, voor eeuwig aan Abraham en zijn nageslacht gegeven is. Dit praat van een tijd in het in het herstel van het koninkrijk wanneer de goddeloze daaruit verwijderd zullen worden (Mattheüs 13:30; 40:41).

Het eeuwigdurend aard van dit verbond die God aan Abraham gegeven heeft met betrekking tot het land Kanaän, wordt gevonden in:

1 Kronieken 16:13-18
“Gij nakroost van Israel, zijn knecht, gij kinderen van Jakob, zijn uitverkorenen. Hij, de Here, is onze God, zijn oordelen gaan over de ganse aarde; Gedenkt voor immer aan zijn verbond, het woord, dat Hij gebood aan duizend geslachten dat Hij met Abraham sloot, en aan zijn eed aan Isaak; ook stelde Hij het voor Jakob tot een inzetting, voor Israel tot een eeuwig verbond, toen Hij zeide: U zal Ik het land Kanaän geven als het u toegemeten erfdeel.”

Bestudeer deze woorden van het verbond, en ontdekt waarom de woorden van 2 Samuel niet vraagt om een nieuw land. Dit eeuwigdurende verbond van die beloften wordt ook in Psalm 105:6-11 bevestigt. Soms verwarren Bijbelstudenten het Beloofde Land met andere landen die aan Israël beloofd zijn als gevolg van het patriarchale beloften die door Jakob-Israël aan het nageslacht van Jozef is gegeven. Genesis 48:16-19 bevestigt aan dit nageslacht die het geboorterecht heeft, namelijk Efraïm en Manasse. Het nageslacht van Jozef, door zijn zonen Efraïm en Manasse.

Genesis 48:19.
“Maar zijn vader weigerde het en zeide: Ik weet het, mijn zoon, ik weet het; ook hij zal tot een volk worden en ook hij zal groot worden; nochtans zal zijn jongere broeder groter zijn dan hij, en diens nageslacht zal een volheid van volken worden.”

Die volken en menigte van volken die aan Jakob belooft is (Genesis 35:11) is apart van het beloofde land dat aan Abraham en zijn nageslacht door een eeuwigdurende verbonden is gegeven. Dit geboorterecht aan Jozef (en zijn twee zonen) gegeven in Deuteronomium 33:13-17 heeft geen verbintenis met het Beloofde Land die aan Abraham en zijn nageslacht door onvoorwaarlijke verbonden is gegeven. Zij zouden vele landen en plaatsen gaan bezetten in hun verstrooiing maar dit zou nooit hun permanente verblijfplaats/ landen worden.

Israël zal in hun Land verzameld worden

Volgens Hebreeërs 11:8-10 in het Nieuwe Testament, is het Beloofde Land aan Abraham gegeven als toekomstig erfdeel. Abraham heeft dit niet gedurende zijn leven gekregen (Handelingen 7:5) maar zijn nageslacht heeft het gekregen. Elke ware Israëliet deelt in die verbondsbeloften die aan Abraham en zijn nageslacht gemaakt zijn. Deze verbonden zijn eeuwigdurend. Abraham en zijn nageslacht zal dit land bezitten wanneer het Koninkrijk aan Israël wordt hersteld. (Handelingen 1:6) Jezus vertelt ons van die grote dag wanneer het geredden Israël in het Land verzameld wordt:

Lucas 13:29.
“En zij zullen komen van oost en west en van noord en zuid en zullen aanliggen in het Koninkrijk Gods.”

De beloften van de herverzameling van Israël naar hun land wordt door de profeten bevestigd. Jesaja praat met Israël en hij zegt:

Jesaja 43:5-9.
“Vrees niet, want Ik ben met u; Ik doe uw nakroost van het oosten komen en vergader u van het westen. Ik zeg tot het noorden: Geef, en tot het zuiden: Houd niet terug, breng mijn zonen van verre en mijn dochters van het einde der aarde, ieder die naar mijn naam genoemd is, en die Ik geschapen heb tot mijn eer, die Ik geformeerd heb, die Ik ook gemaakt heb. Doet het volk uitgaan, dat blind is, al heeft het ook ogen, en dat doof is, al heeft het ook oren. Alle volken zijn samen vergaderd en de natiën hebben zich verzameld. Wie onder hen kondigt dit aan en doet ons het verleden horen? Laten zij hun getuigen voorbrengen, opdat zij in het gelijk gesteld mogen worden en men het hore en zegge: Het is waarheid.”

In het hart van elke ware Israëliet moet dit verlangen aanwezig zijn, om in het land van zijn beloften te wonen. In ons land worden wij door zwarte/gele- en moslims en andere boze elementen verdrukt en afgeperst. We verliezen ons land met alles wat wij hebben opgebouwd aan deze heidenen. We hebben een beklemt gevoel en voelen ons niet langer thuis in ons eigen land. Elke ware Israël smacht er na om vrij veilig te wonen. Maar wat een heerlijke belofte is er die vast ligt in Jezus Christus met Hem zullen wij in het Beloofde Land wandelen. Dit zal weer een land van melk en honing zijn, overvloeiende van zegeningen door de goedheid van God op een nieuwe aarde. Het zal een land zijn waar de wolf bij het lam wei, en waar de leeuw legt bij het kalf, en een klein kindje zal hen wieden (Jesaja 11:6).

Micha 4:2.
“En vele natiën zullen optrekken en zeggen: Komt, laten wij opgaan naar de berg des Heren, naar het huis van de God Jakobs, opdat Hij ons lere aangaande zijn wegen en opdat wij zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en des Heren woord uit Jeruzalem.”

Echte Israëlieten moeten het gezag nemen in die landen waar zij tijdelijk wonen, Hoe? Door huizen te bouwen, landbouwgronden en tuinen aan te leggen, en deze gronden te bewerken, door een vrouw te nemen, kinderen te verwekken, gemeentehuizen bouwen, en om heerschappij over te nemen tot eer van God. Zij moeten niet passief gaan stil zitten of om paardenwagen te bouwen om met Israël weg te trekken. Wij zullen in elke geval door engelen vervoerd gaan worden. Zij moeten met hun handen werken, hun verstand inspannen, hun talenten ontwikkelen en vermenigvuldigen. Terwijl zij met hun geestelijk oog naar Sion kijken en daar naar verlangen. Zij zullen een zijn:

Hebreeërs 11:10; 13:14.
“Want hij verwachtte de stad met fundamenten, waarvan God de ontwerper en bouwmeester is….Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomstige.”

Dit is een kenmerk van alle etnische Israëlieten, van het nageslacht van Abraham, Isaäk en Jakob-Israël als vreemdelingen en reizigers door deze wereld.

Voor het eerst hier?

Er is veel content op deze website. Dit kan alles een beetje verwarrend maken voor veel mensen. We hebben een soort van gids opgezet voor je.

800+

Geschreven blogs

300+

Nieuwsbrieven

100+

Boeken vertaald

5000+

Pagina's op de website

Een getuigenis schrijven

Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.
Naam
Vink dit vakje aan als je jouw getuigenis aan ons wilt versturen, maar niet wilt dat deze op de lijst met getuigenissen op deze pagina wordt geplaatst.

Stuur een bericht naar ons

Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.
Naam
=