Zij zijn Israëlieten – Deel 2

Home / Ekklesia Bericht / Zij zijn Israëlieten – Deel 2

Zij zijn Israëlieten – Deel 2

Het eerstgeboorte recht

Romeinen 9:4-5.
“Immers, zij zijn Israëlieten, hunner is de aanneming tot zonen en de heerlijkheid en de verbonden en de wetgeving en de eredienst en de beloften hunner zijn de vaderen en uit hen is, wat het vlees betreft, de Christus, die is boven alles, God, te prijzen tot in eeuwigheid! Amen.”

Het eerst geboorte recht van Israël bestaat uit acht rechten die hun toekomen ‘Zij zijn Israëlieten’.

  1. Aan wie de aanneming tot kinderen toebehoort.
  2. Aan wie de heerlijkheid toebehoren.
  3. Aan wie de verbonden toebehoren.
  4. Aan wie de wetgeving toebehoren.
  5. Aan wie de eredienst toebehoren.
  6. Aan wie de beloften toebehoren.
  7. Aan wie de vaderen toebehoren.
  8. Uit hen is de Christus naar het vlees.

Al deze rechten behoren vandaag nog wettelijk aan het letterlijke, fysieke Israël en wij kunnen er als zaad/nageslacht van Abraham Isaäk en Jakob aanspraak op maken. Maar dit geeft ons tevens een geweldige verantwoording.

  1. De aanneming tot kinderen behoort aan Israël – wat betekent dit?

(a) Israël zijn kinderen (na het vlees) van God. “Dan zult gij tot Farao zeggen: Zo zegt de Here: Israël is mijn eerstgeboren zoon” (Exodus 4:22.).

Lees voor u zelf de volgende teksten:
Deuteronomium 14:1-2; Psalm 80:16, 18; 86:9; Jeremia 31:9, 20; Hosea 11:1

En de Here God, is Israëls Vader:

Deuteronomium 32:6, 18.
Vergeldt gij op deze wijze de Here, gij dwaas en onwijs volk? Is Hij niet uw Vader, die u geschapen heeft, die u gemaakt heeft en toebereid?..De Rots, die u verwekt heeft, hebt gij veronachtzaamd en vergeten de God, die u heeft voortgebracht.”

Lees voor u zelf de volgende teksten: Jesaja 63:16; 64:8; 60:21; Jeremia 3:4; 31:9; Maleachi 1:16; 2:10.

(b) Deze kinderen van die Vader zijn verloren geraakt wegens hun afvalligheid aan Hem zij hebben Zijn wetten verbroken:

Leviticus 26: 14-15, 33.
“Maar indien gij naar Mij niet luistert en al deze geboden niet doet, Indien gij mijn inzettingen versmaadt en van mijn verordeningen een afkeer hebt, zodat gij geen van mijn geboden doet en mijn verbond verbreekt,..Maar u zal Ik onder de volken verstrooien en Ik zal achter u het zwaard trekken, en uw land zal een woestenij zijn en uw steden een puinhoop.”

Lees voor u zelf de volgende teksten: Deuteronomium 4:25-28; Jeremia 2:11-13; 4:1; 7:15; 10:21; 18:15a; Ezechiël 2:3-4; 16:32; 23:1-4.

De profeet Hosea heeft echter voorzegt dat het tienstammenrijk die van God gescheiden waren als straf voor hun afvalligheid en wetsverbreking, weer kinderen van de Levende God genoemd zouden worden.

Hosea 1:9-11.
“Toen zeide Hij: Noem hem Lo-ammi, want gij zijt mijn volk niet en Ik zal de uwe niet zijn. Eens echter zullen de kinderen Israels talrijk wezen als het zand der zee, dat niet te meten of te tellen is. En ter plaatse waar tot hen gezegd wordt: Gij zijt mijn volk niet, zullen zij genoemd worden kinderen van de levende God. Dan zullen de kinderen van Juda en de kinderen van Israël zich bijeenscharen, een hoofd over zich stellen, en optrekken uit het land; want groot zal de dag van Jizreël zijn.”

Johannes verwijst naar Hosea:

Johannes 11:51-52.
“Doch dit zeide hij niet uit zichzelf, maar als hogepriester van dat jaar profeteerde hij, dat Jezus zou sterven voor het volk, en niet alleen voor het volk, maar om ook de verstrooide kinderen Gods bijeen te vergaderen.”

M.a.w. zij worden nu Christenen genoemd.

(c) Omdat God de harten van Zijn ongehoorzamen en ontrouwe volk gekend heeft, heeft Hij als Vader een voogd over zijn kinderen aangesteld.

Galaten 4:1-3.
“Ik bedoel dit: zolang de erfgenaam onmondig is, verschilt hij in niets van een slaaf, al is hij ook eigenaar van alles; maar hij staat onder voogdij en toezicht tot op het tijdstip, dat door zijn vader tevoren bepaald was. Zo bleven ook wij, zolang wij onmondig waren, onderworpen aan de wereldgeesten”.

Namelijk de Wet, die Israël in bewaring moest houden totdat het geloof in Christus gekomen is.

Galaten 3:24-25.
“De wet is dus een tuchtmeester voor ons geweest tot Christus, opdat wij uit geloof gerechtvaardigd zouden worden. Nu echter het geloof gekomen is, zijn wij niet meer onder de tuchtmeester.”

Nu kunnen hun de aanneming tot kinderen verkrijgen, die aan hen toe behoort.

Galaten 4:5.
“Om hen, die onder de wet waren vrij te kopen, opdat wij het recht van zonen zouden verkrijgen.”

Het komt hun immers toe:

”Immers , zij zijn Israëlieten, hunner is de aanneming tot zonen….” (Romeinen 9:4).
Lees ook Romeinen 8:16; 9:26.

(d) Daarom is het de Zoon van God, die voor het hele volk de straf op Zich genomen heeft:

Jesaja 53:8.
“Hij is uit verdrukking en gericht weggenomen, en wie onder zijn tijdgenoten bedacht, dat hij is afgesneden uit het land der levenden? Om de overtreding van mijn volk is de plaag op hem geweest.”

Hij heeft Zijn volk geheiligd door Zijn Bloed. Hij heeft hen losgekocht van de Vloek van de Wet. Lees voor u zelf de volgende teksten: Mattheüs 1:21; Lucas 1:68; Hebreeën 13:12; Romeinen 3:25; Galaten 3:13).

Zo zijn diegenen die onder de wet waren losgekocht van de vloek van de wet, zodat zij de aanneming tot kinderen konden ontvangen en zo zijn zij terug gekomen naar hun oorspronkelijke verwantschap met hun Vader. Israël kan dus alleen door het geloof in Christus weer kinderen van de vader worden:

Efeziërs 1:5.
”In liefde heeft Hij ons tevoren ertoe bestemd als zonen van Hem te worden aangenomen door Jezus Christus, naar het welbehagen van zijn wil.”

Lees voor u zelf de volgende teksten: Galaten 4:4-5; Ezechiël 18:2-4, 20-23, 29-32; Romeinen 8:15-23.

Zo kon Zacheüs tot geloof komen omdat hij een kind van Abraham is:

Lucas 19:9-10.
”En Jezus zeide tot hem: Heden is aan dit huis redding geschonken, omdat ook deze een zoon van Abraham is. Want de Zoon des mensen is gekomen om het verlorene te zoeken en te redden.”

Slechts de kinderen van Abraham, kunnen tot geloof komen:

Galaten 3:7.
“Gij bemerkt dus, dat zij, die uit het geloof zijn, kinderen van Abraham zijn”- als iemand in de beloofde Messias van Israël gelooft, dan is hij/zij een kind van Abraham:

Galaten 3:29.
“Indien gij nu van Christus zijt, dan zijt gij zaad van Abraham, en naar de belofte erfgenamen.”

Lees voor u zelf de volgende teksten: Johannes 4:12, 20, 25, 29; Galaten 3:7, 26, 29; Johannes 8:39-47.

(e) Slechts de kinderen van Abraham door Isaäk, kinderen van de beloften, worden gerekend als fysieke kinderen van God:

Romeinen 9:7-9.
“En zij zijn ook niet allen kinderen, omdat zij nageslacht van Abraham zijn, maar: Door Isaäk zal men van nageslacht van u spreken. Dat wil zeggen: niet de kinderen van het vlees zijn kinderen Gods, maar de kinderen der beloften gelden voor nageslacht. Want er ligt een belofte in dit woord: omstreeks deze tijd zal Ik komen en Sara zal een zoon hebben.”

Dit sluit het nageslacht van Hagar en Ketura bij Abraham buiten:

Galaten 4-28-31.
“En gij, broeders, zijt, evenals Isaäk, kinderen der belofte. Maar zoals destijds hij, die naar het vlees verwekt was, hem, die naar de geest verwekt was, vervolgde, zo ook nu. Maar wat zegt het schriftwoord? Zend de slavin weg met haar zoon, want de zoon der slavin zal in geen geval erven met de zoon der vrije. Daarom, broeders, zijn wij geen kinderen ener slavin, maar van de vrije.”

Het volk van God uit Abraham, zijn nageslacht, wordt in Isaäk en Jakob genoemd.

Lees voor u zelf de volgende teksten: Psalm 47;10; Jesaja 51:1-2; Psalm 22:23-24; 24:6; 105:6; 135:4; Jesaja 49:5-7, 26; Jeremia 2:3-4; 10:16; 46:27-28; 51:19; Ezechiël 16:20-21; 20:5-6; Romeinen 9:7-10, 13.

Volgens Genesis 15:13 is het duidelijk dat God slechts Jakobs nakomelingen (die slavendienst zouden verrichten) gerekend worden als nageslacht van Abraham. Al de anderen zonen zijn daar van uitgesloten. Ook Ezau, welke uit Isaäk geboren is:”En aan Isaäk schonk Ik Jakob en Ezau….” (Jozua 24:4). Ja, God rekent zelfs Isaäk als zijn eniggeborene:

Hebreeën 11:17.
“Door het geloof heeft Abraham, toen hij verzocht werd, Isaäk ten offer gebracht, en hij, die de beloften aanvaard had, wilde zijn enige zoon offeren.”

(f) Aan Jakobs nageslacht is verlossing en aanneming tot kinderen belooft tot aan vandaag:

Psalm 14:7.
”Och, dat uit Sion Israëls redding daagde! Als de Here een keer brengt in het lot van zijn volk, dan zal Jakob juichen, Israël zich verheugen.”

Lees voor u zelf de volgende teksten: Psalm 102:14, 19; 108:7; Jesaja 8:14-15; 33:22, 24; 43:1, 25; 44;5; 47:4; 52;7, 9; 60:1-2; 62:1; 11-1; 63:16; 65:18-19; Jeremia 31:1-12, 31-34; 33:7-9, 14-16; 50:20; Hosea.14:12-14; 14:2, 5-7; Micha 5:1; 7:18-20; Zacharia 3:9; 10:7-8.

Psalm 102:28-29.
“Maar Gij zijt Dezelfde, en Uw jaren zullen niet geëindigd worden. De kinderen Uwer knechten zullen wonen, en hun zaad zal voor Uw aangezicht bevestigd worden.”

Psalm 11:9.
“Hij heeft Zijn volke verlossing gezonden; Hij heeft Zijn verbond in eeuwigheid.”

Lees voor u zelf de volgende teksten: Jesaja 9:5-7; 10:20-22; 27:6-7; 33:22, 24; 35:9-10; 46:3-4; Jeremia 3:18-22; 30:10, 20-22; 33:7-8; Ezechiël 16:60-63; Hosea 3:4-5; Daniël 12;1; Maleachi 3:6; Lucas 1:33; 2:34; Handelingen 5:31; 10:36, 42; 13:23, 26, 31,32; Hebreeën 2:16-17; Openbaring 21:12.

(g) De kinderen van Israël/Jakob hebben vanzelfsprekend geen eeuwig leven in zichzelf door hun afstamming. Daarom moet elke Israëliet individuweel naar Jezus komen om door Hem de wedergeboorte te ontvangen:

Johannes 3:7,10.
“Verwonder u niet, dat Ik u gezegd heb: Gijlieden moet wederom geboren worden…
Jezus antwoordde en zeide tot hem: Gij zijt de leraar van Israël, en deze dingen verstaat gij niet?”

Handelingen 2:36, 39).
“Dus moet ook het ganse huis Israels zeker weten, dat God Hem en tot Here en tot Christus gemaakt heeft, deze Jezus, die gij gekruisigd hebt…..Hij heeft Zijn volke verlossing gezonden; Hij heeft Zijn verbond in eeuwigheid Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen, die daar verre zijn, zo velen als er de Here, onze God, toe roepen zal.”

Ja, dit geslacht uit God geboren, heeft Hij macht/mandaat gegeven om te aanvaarden dat zij kinderen Gods zijn.

Mattheüs13:37-38.
“En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Die het goede zaad zaait, is de Zoon des mensen; En de akker is de wereld; en het goede zaad zijn de kinderen des Koninkrijks; en het onkruid zijn de kinderen des bozen.”

Dit alleen door Jezus Christus, als hun persoonlijke Verlosser.

Johannes 1:12-13.
”Hij gaf hun gezag/mandaat om als waarheid te aanvaarden dat zij kinderen Gods zijn. Die niet uit bloed, noch uit de wil des vlezes, noch uit de wil eens mans, doch uit God geboren zijn.”

Israël door god niet vergeten

Jesaja 44:21-23.
“Denk hieraan, Jakob; Israël, want gij zijt mijn knecht; Ik heb u geformeerd, gij zijt mijn knecht, Israël; gij wordt door Mij niet vergeten. Ik vaag uw overtredingen weg als een nevel en uw zonden als een wolk; keer weder tot Mij, want Ik heb u verlost. Jubelt, gij hemelen, want de Here heeft het gedaan; juicht, gij diepten der aarde, breekt uit in gejubel, gij bergen, gij woud met alle geboomte daarin, want de Here heeft Jakob verlost en Hij verheerlijkt Zichzelf in Israël.”

Voor het eerst hier?

Er is veel content op deze website. Dit kan alles een beetje verwarrend maken voor veel mensen. We hebben een soort van gids opgezet voor je.

800+

Geschreven blogs

300+

Nieuwsbrieven

100+

Boeken vertaald

5000+

Pagina's op de website

Een getuigenis schrijven

Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.
Naam
Vink dit vakje aan als je jouw getuigenis aan ons wilt versturen, maar niet wilt dat deze op de lijst met getuigenissen op deze pagina wordt geplaatst.

Stuur een bericht naar ons

Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.
Naam
=