VRIJGEGEVEN: ISRAËLS GESTOLEN URANIUM — EN HOE JFK PROBEERDE HET NUCLEAIRE VERRAAD TE VOORKOMEN

16 juni 2025 — Nieuw vrijgegeven inlichtingen bevestigen een van de meest verzwegen schandalen in de geschiedenis van de VS: in de jaren zestig werd honderden kilo’s uranium van wapenkwaliteit gestolen uit Amerika en in het geheim overgebracht naar het geheime kernprogramma van Israël. De enige president die dit probeerde te stoppen? John F. Kennedy. Nadat hij een grens had getrokken, werd hij voorgoed het zwijgen opgelegd.

Dit was geen geval van een verkeerd opgeborgen voorraad. Het was een diepgewortelde operatie waarbij Mossad-agenten, CIA-memo’s en het hoogste niveau van de Amerikaanse regering betrokken waren. De faciliteit die centraal stond in de diefstal – NUMEC in Apollo, Pennsylvania – vertoonde enorme verliezen aan hoogverrijkt uranium. Vroege schattingen spraken van 200 pond. Later liep dat aantal op tot meer dan 600 – genoeg om twee dozijn atoombommen te bouwen. En de bestemming was duidelijk: Dimona, het geheime nucleaire complex van Israël in de Negev-woestijn.

De president van NUMEC, Zalman Shapiro, was niet alleen een nucleair ingenieur. Hij had ook nauwe banden met zionistische politieke kringen en inlichtingendiensten. Israëlische ‘wetenschappers’ die de faciliteit bezochten, bleken later undercoveragenten te zijn. Hun activiteiten werden in de gaten gehouden. Interne CIA-documenten bevestigden het vermoeden. Toch werd er nooit iemand gearresteerd en werd elk officieel onderzoek stilletjes stopgezet.

Waarom? Omdat het onthullen van de waarheid zou betekenen dat een vertrouwde bondgenoot op grote schaal nucleair materiaal had gestolen – en dat de Amerikaanse regering dit had laten gebeuren, of erger nog, had geholpen om het in de doofpot te stoppen.

Kennedy was niet bereid om de andere kant op te kijken. Hij confronteerde de Israëlische premier Ben-Gurion rechtstreeks, eiste inspecties van Dimona en waarschuwde dat misleiding op het gebied van kernwapens niet zou worden getolereerd. Zijn brieven waren krachtig. Zijn deadlines waren duidelijk. Toen trad Ben-Gurion af. En enkele maanden later was JFK dood.
Na de moord op Kennedy heeft geen enkele Amerikaanse president ooit nog Israëls nucleaire ambities in twijfel getrokken. Dimona werd onaantastbaar. De uraniumdiefstal werd in de doofpot gestopt. En Israëls arsenaal – in stilte ontstaan – werd nooit erkend, nooit geïnspecteerd en nooit aan dezelfde normen onderworpen als de rest van de wereld.

Dit is niet zomaar een voetnoot uit de Koude Oorlog. Het is de blauwdruk van hoe de waarheid werd verzwegen, hoe Amerika van binnenuit werd verraden en hoe één president de ultieme prijs betaalde voor zijn poging om dit te stoppen.

Het bewijs is niet langer speculatie.

Het uranium werd gestolen.

Het programma was echt.

En de waarschuwing van JFK werd genegeerd.