In de jaren dat ik Bijbelstudies vertaal en materiaal omzet van audio naar tekst, heb ik veel geleerd en nieuwe inzichten ontvangen. Onlangs sprak ik daarover met mijn trouwe vriend, Adam de Witt. Ons gesprek ging over het verschil tussen mensenwerk en Gods werk. Hoe vaak hebben we niet gezien dat kerken instorten zodra een bepaalde voorganger overlijdt? Ook ik heb dat persoonlijk meegemaakt.
Toen ik nog een groentje was in het geloof en trouw de kerkdiensten bezocht, zag ik hoe een gemeente die duizenden bezoekers trok, plotseling terugviel tot slechts een paar honderd per dienst. Het enige dat er gebeurde was dat de dominee zijn stokje doorgaf. Hetzelfde beeld heb ik ook in Amerika waargenomen bij verschillende kerken.
En dan rijst de vraag: waarom gaan mensen eigenlijk naar een kerk? Vaak is het antwoord eenvoudig: men komt omdat de dominee zo mooi kan spreken. Met andere woorden: de basis is mensenwerk.
Toen Sheldon Emry stierf, viel zijn hele werk in elkaar als een toren van legoblokken. Hetzelfde gebeurde bij pastoor F.W.C. Neser: toen hij overleed, liep het aantal leden snel terug. Velen haakten af omdat hun focus lag op de man, en niet op de boodschap die hij bracht. Het patroon is telkens hetzelfde: mensen richten hun blik op de persoon, niet op de inhoud.
De Bijbel leert ons echter dat wij onze focus niet op de mens moeten leggen, maar op het Woord dat hij brengt. Wanneer je gefocust bent op de persoon, spreek je over mensenwerk. Wanneer je gefocust bent op de boodschap, is er sprake van Gods werk.
De vruchten zijn daarin duidelijk te onderscheiden. Ondanks dat ik goede vrienden ben met Adam de Witt, is mijn aandacht nooit op hemzelf gericht, maar altijd op de woorden die hij spreekt. Ik zie de inspiratie van God in wat hij zegt, niet in wie hij is. Dat is het kenmerk van Gods werk: je kijkt niet naar de verpakking, maar naar de inhoud.
Daarom zegt de Schrift:
“Geliefden, vertrouwt niet iedere geest, maar beproeft de geesten of zij uit God zijn.” 1 Johannes 4:1
Het gaat dus niet om een spookgeest, maar om de inspiratie, de gedachten en de woorden die iemand brengt. Iemand kan prachtige verhalen vertellen en toch geen waarheid spreken. Het is onze taak om te onderscheiden waar de bron ligt.
Maar hier gaat het zo vaak mis. Mensen laten zich meeslepen door charismatische voorgangers, door mooie woorden en vloeiende retoriek. Wanneer de mens wegvalt, valt de kerk mee. En wat heb je er dan aan dat iemand mooi kon preken? Niets! Dat soort vleselijke bevrediging heeft geen eeuwige waarde.
De Bijbel waarschuwt ons hier duidelijk voor:
“Laat u niet misleiden door allerlei vreemde leringen.” Hebreeën 13:9
“Want er zal een tijd komen dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen, maar naar hun eigen begeerten zich leraars zullen verzamelen, omdat het gehoor verwend wordt.” 2 Timotheüs 4:3
Mensenwerk is gefundeerd op menselijke verlangens, op de glans van de mens zelf. Gods werk daarentegen is gefundeerd op de waarheid van de boodschap, op het Woord van God dat wordt gebracht.
Daarom vallen zoveel kerken: hun fundament is humanisme. De aandacht gaat uit naar de voorganger, de priester, of de charismatische leider. En zodra die wegvalt, valt alles als een kaartenhuis in elkaar.
“Want niemand kan een ander fundament leggen dan wat er gelegd is, dat is Jezus Christus.” 1 Korinthe 3:11
Mensenwerk rust op zand. Gods werk rust op de Rots.
Mensenverering = afgoderij
Veel kerken beweren geen afgoderij te bedrijven, maar precies dát gebeurt wanneer men mensen gaat vereren. Mensenverering ís afgoderij. Zo eenvoudig is het. En de Bijbel is hier onmiskenbaar duidelijk over:
“Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. Gij zult u geen gesneden beeld maken, noch enige gestalte van wat boven in de hemel is of beneden op de aarde, of in de wateren onder de aarde; gij zult u daarvoor niet buigen, noch hen dienen.” Exodus 20:3-5
Mensen gaan naar een bepaalde kerk omdat de dominee zo mooi kan spreken. Daarna willen ze vaak nog een persoonlijk gesprek met hem, alsof de voorganger een middelaar tussen hen en God is. Ik heb dat zelf meegemaakt in de Vrije Baptistenkerk van Orlando Bottenbley. Iedereen wilde met hem spreken, iedereen was onder de indruk van zijn manier van spreken. Achter mij hoorde ik vaak fluisteren: “Wat een geweldige voorganger… wat zei hij dat weer mooi!” Maar dat is niets anders dan mensenverering — afgoderij in een nette verpakking.
Adam de Witt is mijn beste vriend, maar mijn vertrouwen ligt nooit in hem. Mijn vertrouwen ligt in het Woord van God, in Zijn wetten en Zijn waarheid. Hoe goed hij ook spreekt, hij blijft mijn vriend, een broeder, en niet meer dan dat. Hij zal nooit de rol van God kunnen vervullen, noch de rol van Christus. En juist daarom hou ik in sommige situaties bewust afstand.
Met mijn vrouw is dat anders: zij is mijn wederhelft, wij zijn één vlees. Daarin kan ik mijn vertrouwen leggen, want zonder vertrouwen bestaat er geen huwelijk. Maar zelfs daarin blijft gelden: boven alles moet je God liefhebben.
Zoals Jezus Zelf zei:
“Gij zult de Heere, uw God, liefhebben met geheel uw hart, en met geheel uw ziel, en met geheel uw verstand.” Mattheüs 22:37
Daarom zeg ik het ronduit: ik haat mensenverering! Ik hou van Adam als een broeder, en zo hoort het ook. Maar God moet altijd boven alles staan. En hoe heb je Hem lief? Het antwoord is poepsimpel: door Zijn wetten te gehoorzamen.
Ik hoop dat deze korte overdenking jullie denken heeft gescherpt en opnieuw duidelijk maakt dat wij niet mensen moeten volgen, maar het Woord van God dat door hen heen gesproken wordt.