WAAROM NIET HET KONINKRIJK VAN DE HEMEL VERKONDIGEN?
In dit hoofdstuk zullen we kijken naar het Koninkrijk dat in het Oude Testament werd opgericht, om te zien hoe dit verband houdt met het Koninkrijk in het Nieuwe Testament.
Matt 10:7 En als u op weg gaat, predik dan: HET KONINKRIJK DER HEMELEN is nabijgekomen.
Dit is de opdracht die nooit een centrale kwestie is of de leerstelling die tegenwoordig wordt uitgevoerd. Wat we in wezen moeten beslissen, is of het Koninkrijk waarnaar in het Nieuwe Testament wordt verwezen, al dan niet verband houdt met Gods Koninkrijk, zoals wij leren in het Oude Testament. Is het hetzelfde koninkrijk? Is Israël in dit opzicht nog steeds een exclusief ras? Het doel van dit hoofdstuk is om te laten zien dat het in beide Testamenten om dezelfde mensen gaat.
WAAROM “HET KONINKRIJK VAN GOD” EN “HET KONINKRIJK VAN DE HEMEL”?
Citaat uit Vine onder ‘Koninkrijk’:
Met betrekking tot de uitdrukkingen ‘Het koninkrijk van God en het koninkrijk van de hemelen hoewel ze vaak door elkaar worden gebruikt, betekent niet dat ze in alle gevallen precies hetzelfde betekenen en hetzelfde zijn. De apostel Paulus spreekt vaak over het Koninkrijk van God, niet dispensationeel maar moreel, bijvoorbeeld Rom 14:17; 1 Kor 4:20 maar nooit zo met het Koninkrijk der hemelen. God is niet het gelijkwaardige van de hemelen . Hij is overal en boven alle dispensatie, terwijl de hemelen onderscheiden zijn van de aarde, totdat het Koninkrijk komt in oordeel, en macht en heerlijkheid [Openbaring 11:15], wanneer de heerschappij in hemel en op aarde één zal zijn. Terwijl de sfeer van het Koninkrijk van God en het Koninkrijk der Hemelen soms hetzelfde zijn, kan de ene uitdrukking niet zonder onderscheid voor de andere worden gebruikt. In het Koninkrijk der Hemelen [32 keer in Mattheüs] staat de hemel in tegenstelling tot de aarde, en de uitdrukking is voorlopig beperkt tot het Koninkrijk in zijn aardse oogpunt en wordt dispensationeel gebruikt in verband met Israël … Het koninkrijk van de hemel is altijd het koninkrijk van God, maar het koninkrijk van God is niet beperkt tot het koninkrijk van de hemel, totdat ze in hun uiteindelijke vorm hetzelfde worden.
Dit is een bijzonder, onbehulpzame beschrijving. Het verschil tussen Mattheüs en de anderen is dat Mattheüs Jezus als Koning presenteert. Door te verwijzen naar het Koninkrijk der hemelen, laten we geen twijfel bestaan over de heerschappij van de Koning, wiens identiteit en recht om te regeren wordt gegeven in de genealogie van Mattheüs. Het wordt het Koninkrijk der Hemelen genoemd omdat dat de natuurlijke verblijfplaats is van zijn burgers – dat wat Geest is is Geest. De zeven gelijkenissen in Mattheüs hebben betrekking op de heerschappij van het Koninkrijk en zijn burgers.
De andere evangeliën en de brieven gebruiken de algemene uitdrukking, Koninkrijk van God, omdat ze het bestaan van het Koninkrijk als een feit beschouwen en zich niet bezighouden met het Koninkrijk zelf. Ze richten zich op de mensen die het potentieel hebben om het Koninkrijk binnen te gaan en proberen de boodschappen over het Koninkrijk aan hen over te brengen.
WAT JEZUS’ LEERT OVER HET KONINKRIJK
Jezus leerde over het Koninkrijk en gebruikte het woord meer dan 100 keer! Dit is een groots thema in de hele Bijbel vanaf de tijd van de oprichting van het Koninkrijk. Als we naar de statistieken kijken, vinden we iets verbazingwekkends:
Het Koninkrijk verkondigen 306 verzen.
Verkondiging van de koning 964 verzen.
Afwijzing van de koning 901 verzen.
Verwerping van het Koninkrijk 782 verzen.
Dit betekent dat 78% van de verzen in de evangeliën betrekking hebben op het “koninkrijk”. Er staat geschreven dat Jezus eerste woorden over het Koninkrijk gaan, net als zijn laatste woorden toen hem werd gevraagd: Heer, wilt u op dit moment het Koninkrijk herstellen voor Israël [Handelingen 1:6]. JEZUS BEGON EN EINDIGDE MET DIT ONDERWERP! Merk op dat de restauratie alleen Israël betreft . Paulus laat zien dat dit onderwerp regelrecht tot het einde gaat als hij zegt, Daarna komt het einde, wanneer Hij het koningschap aan God en de Vader heeft overgegeven, 1 Kor. 2:6; wanneer Hij alle heerschappij en alle macht en kracht heeft tenietgedaan. [1 Kor 15:24]. Het Koninkrijk gaat dus door tot het einde van het tijdperk. Het evangelie dat Paulus verkondigt in de eerste verzen van dit hoofdstuk, betreffende Jezus’ dood en herrijzing, is in samenhang van toepassing op dit Koninkrijk.
Een blik op een concordantie zal onthullen dat Jezus het woord zaligheid slechts twee keer sprak. De eerste is te vinden in Lukas 19:9 [Zacheüs] en de tweede in Johannes 4:22 [ zaligheid is uit de Joden ]. In geen van deze verzen heeft het woord de betekenis die er gewoonlijk aan wordt gegeven. Toen Jezus verklaarde dat er zaligheid was gekomen in het huis van Zacheüs, had deze man ermee ingestemd een bepaald deel van de wet van Mozes te houden! In het tweede geval zei Jezus dat de zaligheid van onder de Judeeërs komt omdat Hij naar Zichzelf verwees.
Evenzo werd het woord kerk (ekklesia) slechts drie keer door Jezus gebruikt, dus er moet iets mis zijn met wat normaal gesproken wordt, en geleerd wordt over zowel “zaligheid” als “kerk”. Dit zijn de feiten die genoemde kerken weigeren toe te geven, maar leren in plaats daarvan wat zij het evangelie van verlossing noemen in een andere samenhang dan de 78% van de evangelieverzen zoals hierboven getoond.
HET WOORD “KONINKRIJK”
In het Oude Testament, zoals te verwachten was, zijn de vertalers inconsequent geweest bij het vertalen van de drie belangrijkste woorden die het meest worden vertaald als “Koninkrijk”.
Wij hebben:
Strong H4467 Mamlakah Heerschappij [gebruikt voor alle koninkrijken van alle rassen].
Strong H4468 Mamlakuwth Het bestuur van elke koning van elk ras.
Strong H4410 Meluwkah Het ding dat geregeerd word, dat is, het koninkrijk zelf.
Het laatste woord wordt in het bijzonder voor twee koninkrijken gebruikt, dat van God en dat van de tegenstander. Er zijn 24 verwijzingen in het Oude Testament.
De eerste vermelding van meluwkah is in:
1 Sam 10:16 Maar de zaak van het koningkrijk , waar Samuel over gesproken had, vertelde hij hem niet.
Deze eerste vermelding vertelt ons precies waar het Koninkrijk over gaat en dat dit alleen het volk Israël betreft .
Het was het woord van de Heer dat Israël een koning zou hebben [1 Sam 9:17]. Saul zou de eerste zijn in deze positie, maar er werd geen onvoorwaardelijke belofte gedaan aan koning Saul, als de koning. Vervolgens werd het koninkrijk aan David gegeven.
1 Kron 10:14 en [Saul] had niet de HEERE had geraadpleegd. Daarom doodde Hij [God] hem en liet Hij het koningkrijk overgaan op David, de zoon van Isaï.
Over dit Koninkrijk wordt gesproken als HET KONINKRIJK VAN DE HEER. Dit is hetzelfde als de nieuwtestamentische uitdrukking, Het Koninkrijk des Hemels . De troon behoorde toe aan God, en Salomon zat daarop die Troon van de Heer [1 Kron. 29:23]. Jezus zal deze zelfde Troon van Zijn vader David erven [Lukas 1:32].
Ps 22:29 Want het koningkrijk is van de HEERE, Hij heerst over de heidenvolken.
Dit is nog een andere verklaring over dit Israëlietische koninkrijk dat regeert met de Heer onder de naties. Meluwkah wordt uitgedrukt als een kroon van glorie en een koninklijke diadeem in de hand van de Heer [Jesaja 62:3]. In samenhang is dit Israël. Het is een heel bijzonder koninkrijk dat tussen, maar gescheiden is, van de andere koninkrijken op aarde. Het is een koninkrijk dat werd opgericht om voor altijd te zijn.
IS HET KONINKRIJK FYSIEK OF GEESTELIJK?
Confessionele kerken leren dat het Koninkrijk nu een geestelijk koninkrijk is, samengesteld uit wedergeboren gelovigen van alle rassen. Laten we eens kijken waarom dit niet zo kan zijn. We zullen doorgaan met kijken naar het Koninkrijk in het Oude Testament. Over David en het verbond dat God met het huis van David sloot, lezen we:
2 Sam 7:12-16 Wanneer uw dagen voorbij zijn en u met uw vaderen ontslapen bent, zal Ik uw nakomeling na u, die uit uw lichaam voortkomt , doen opstaan en Ik zal zijn koningschap bevestigen. Die zal voor Mijn Naam een huis bouwen, en Ik zal de troon van zijn koningkrijk voor eeuwig bevestigen. Ík zal hem tot een Vader zijn, en híj zal Mij tot een zoon zijn, . . . .Maar Mijn goedertierenheid zal van hem niet wijken, zoals Ik die deed wijken van Saul, . . . Uw huis en uw koningkrijk zullen voor uw ogen voor eeuwig vaststaan, uw troon zal voor eeuwig zeker zijn.
Hier zien we dat het zaad afkomstig is van fysieke copulatie – uit uw ingewanden en uw zaad . Het is dus geen geestelijk koninkrijk; het heeft heersers van vlees en bloed. Dit is een eeuwig koninkrijk dat op aarde begint met een menselijke koning op een troon, waarnaar Jezus zal terugkeren om te regeren. In plaats daarvan, is de populaire leerstelling dat Jezus die Troon al heeft geërfd en nu regeert vanuit de hemel, terwijl Jezus zegt dat Hij zal terugkeren om Zijn Koninkrijk op aarde te nemen.
2 Sam. 7:12-16 toont de oprichting van het Koninkrijk onder het Huis van David, en merk op dat de beloften aan dit koninkrijk nu onvoorwaardelijk zijn. Later kunnen we dit uitgedrukt zien als een verbond.
2 Kron. 13:5 Weet u niet dat de HEERE, de God van Israël , voor eeuwig het koningschap over Israël aan David gegeven heeft, aan hem en aan zijn zonen , door een met zout bekrachtigd verbond?
De zelfs voor zijn zonen zijn zoute woorden die de algemeene, confessionele kerken absoluut weigeren te geloven. Zoals gezegd is het onmogelijk om in een vele-rassen kerk te geloven en tegelijkertijd het Koninkrijk der hemelen te prediken. Ze zullen niet geloven dat zelfs niet voor zijn zonen dit precies betekent. [OPMERKING: voor altijd betekent vaak tot het einde van het tijdperk ]. Wat het nationale Israël betreft, zeggen de leraren dat Israël nu een geestelijk koninkrijk is met Jezus als Koning. Dit negeert dat Jezus zal terugkeren om Zijn Koninkrijk op te nemen. Hij regeert nog niet met een ijzeren staf, en dus is het begrip dat het Koninkrijk geestelijk is, niet geldig.
Als we bij het Nieuwe Testament komen, worden door de kerken, de gelijkenissen van Mattheüs 13 onmiddellijk vergeestelijkt. Ze beweren dat de gelijkenissen te maken hebben met morele en geestelijke waarheid en dat de commentaren een verzameling zijn van de meest fantasierijke vertolkingen die je ooit zou willen vinden. Het harde feit is echter dat als we ervoor kiezen om te negeren dat het Koninkrijk letterlijk is, wat zouden we dan doen met de troon van David die voor altijd gevestigd is? Is het zaad uit Davids’ ingewanden ergens anders heen gegaan of is het verdampt of is het zaad op de grond gemorst? Zijn de zon en de maan opgehouden te schijnen zodat Gods’ belofte aan David geen indruk zou hebben? Moeten we zeggen dat de herrijzenis voorbij is, en het geloof van sommigen omverwerpen? Zeggen we dat Jezus al is teruggekeerd en nu op diezelfde troon op aarde zit?
Veel kerken zeggen in feite, dat het Koninkrijk niet letterlijk is, ook al beseffen ze het niet. Hun programmas staan alleen op geïsoleerde Schrift texten. Onthoud nu dat het het grootste deel van de christelijke kerken is die dit verkeerde begrip leren. De zwaardere zaken van de Wet zijn wat wordt weggelaten [Matt 23:23], wanneer ze de oorsprong van het Koninkrijk in het Oude Testament weglaten. Voor hen bestaan de wetten van het Koninkrijk niet; de voortdurende troon van David bestaat vandaag niet. Als ze niet geloven dat dit bestaat, kunnen ze het Koninkrijk der hemelen en de voortdurende troon van David niet verkondigen.
De volgende verzen zijn typerend voor de verzen die worden gebruikt om de vergeestelijkte visie te ondersteunen.
1 Kor 15:50 Maar dit zeg ik, broeders, dat vlees en bloed het Koninkrijk Gods niet kunnen beërven, en de vergankelijkheid beërft de onvergankelijkheid niet.
Dit Schriftgedeelte wordt gebruikt om aan te geven dat het Koninkrijk der hemelen niet materieel en letterlijk kan zijn. Maar het Koninkrijk van God, zoals dit vers laat zien, is een erfenis. Er is een tijd om heerschappij te verwerven over dat wat wordt geërfd. Het werkwoord erven toont de voortgang van de ene staat naar de andere. We regeren nog niet op aarde met onze verheerlijkte lichamen! We zijn nog niet in onze erfenis gekomen.
Nadat Jezus was herrezen, sprak Hij niet langer over zijn vlees en bloed , maar eerder over zijn vlees en beenen . Verheerlijkte en onvergankelijke lichamen zullen niet langer bedorven of vergankelijk bloed hebben. De verlosten uit Israël zullen niet alleen geesten zijn die zonder lichaam ronddwalen. De verlosten zullen eruit zien zoals Jezus deed na Zijn herrijzenis, toen Hij zei:
Lukas 24:39 Zie Mijn handen en Mijn voeten, want Ik ben het Zelf. Raak Mij aan en zie, want een geest heeft geen vlees en beenderen, zoals u ziet dat Ik heb.
Het simpele feit is dat mensen het Koninkrijk van God niet binnengaan. Ze moeten eerst sterven en worden herrezen in hun onsterfelijke vorm. Voor sommigen zal dit verloop in een oogwenk plaatsvinden. Voor degenen die al dood en begraven zijn, zal het lijken alsof het een oogwenk was tussen toen ze nog leefden en nu weer tot leven zijn gewekt.
Luke 17:21 . . …want, zie, het Koningkrijk Gods is in u midden……
Dit is een simpele vertaalfout – het zou moeten lezen is onder u . Jezus is de Koning van het Koninkrijk. De Farizeeën vroegen Jezus naar het einde van het tijdperk en van het Koninkrijk van God. Ze geloofden niet meer in het Koninkrijk der hemelen net zoals de algemeene kerken tegenwoordig niet doen. Hij vertelt hen dat Hij eerst moet lijden en afgewezen moet worden voordat de bliksemflits van zijn wederkomst plaatsvindt. Maar in die tijd was Hij de Eeuwige Koning die toen aanwezig was onder de bevolking van Judea en Galilea.
Johannes 18:36 . . . Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. .. .
Dit is een andere vertaalfout. Jezus zegt dat Zijn Koninkrijk niet van de kosmos (orde) van Rome is. Dit aspect van kosmos is eerder in het hoofdstuk Reacties op een exclusief Israël behandeld. Jezus geeft hier geen geheimzinnige, geestelijke betekenis aan. De verwijzingen naar het Koninkrijk Gods in het Evangelie van Johannes zeggen niet dat het Koninkrijk geestelijk is en dus toegankelijk is voor alle rassen. Jezus zegt dat TENZIJ iemand is verwekt van boven , van een begin, uit water en Geest, [ten tijde van de conceptie] die persoon het Koninkrijk van God NIET KAN binnengaan.
Tot slot over deze kwestie van een vergeestelijkt koninkrijk: het koninkrijk is echt, net als zijn troon. De burgers zijn echter herrezen wezens met onsterfelijke lichamen. Voor toegang tot dat koninkrijk is minimaal vereist:
[a] van boven verwekt worden
[b] geloven dat Jezus de Zoon van God is
WAT ZEGGEN DE PROFETEN?
Jesaja 9: 6-8 Aan de uitbreiding van deze heerschappij en aan de vrede zal geen einde komen op de troon van David en over zijn koninkrijk , om het te grondvesten en het te ondersteunen door recht en gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid. De Heere heeft een woord gezonden in Jakob, en het is gevallen in Israël.
Jesaja 60:12 Want het volk en het koninkrijk die u niet zullen dienen, zullen vergaan en die volken zullen totaal verwoest worden.
Jer 51: 19,20 Maar het Deel van Jakob is niet als zij, want Hij is de Formeerder van alles, en Israël is de stam die Zijn eigendom is, HEERE van de legermachten is Zijn Naam. U bent voor Mij een strijdhamer, wapenrusting. Met u zal Ik volken stukslaan, met u zal Ik koninkrijken te gronde richten.
We zien dat elke verwijzing naar dit Koninkrijk wordt geassocieerd met Israël [Jakob] als een ras. We kunnen de aard van dit Koninkrijk als overheersend zien, waarbij van alle andere naties wordt geëist dat ze Israël dienen of moeten omkomen. Israël moet Gods strijdbijl zijn tegen andere naties.
Wordt er geleerd dat het Koninkrijk, dat een troon met een koninklijk zaad heeft, vandaag ergens op aarde moet bestaan? Nee, de nationale boodschap van de Bijbel is bijna volledig afwezig en wordt niet geleerd in de meeste denominatie-kerken. We moeten ons afvragen: Hoe kunnen de afgescheiden naties ooit vergeestelijkt worden als ‘naties en koninkrijken’? Hoe kunnen de bovenstaande verzen worden vergeestelijkt? Als we bij het Nieuwe Testament komen, zien we dat het beeld identiek is aan wat in het Oude Testament staat. Onze onveranderlijke God is nog steeds niet veranderd, zoals we zullen zien.
Om dit uit de Psalmen te bevestigen en om de noodzakelijke Wet/Psalmen/Profeten-drietal te voltooien, wat het vereiste is van dit boek, vinden we dat er veel in de Psalmen staat over het Koninkrijk en zijn Troon.
Ps 89:4,5 Ik heb – sprak U – een verbond gesloten met Mijn uitverkorene, Ik heb Mijn dienaar David gezworen: Ik zal uw nakomelingen tot in eeuwigheid stand doen houden, uw troon bouwen van generatie op generatie.
Ps 89:21-23 Ik heb David, Mijn dienaar, gevonden; met Mijn heilige olie heb Ik hem gezalfd. Mijn hand zal hem doen standhouden, ja, Mijn arm zal hem sterk maken. Geen vijand zal hem overweldigen, geen onrechtvaardige zal hem onderdrukken.
Ps 89: 30,36-38 Ik zal zijn nageslacht voor eeuwig laten bestaan en zijn troon als de dagen van de hemel.. . . , zijn troon zal vóór Mij zijn, vast als de zon. Hij zal voor eeuwig standhouden, zoals de maan; de getuige hoog aan de hemel is trouw.
Totdat hemel en aarde voorbijgaan; totdat de zon en de maan ophouden zichtbaar te zijn, is de troon van David gevestigd voor alle geslachten. Dit is een van de redenen waarom er vandaag de dag een monarchie moet bestaan die de troon van David over Israël vertegenwoordigt.
DE TROON VAN HET KONINKRIJK
De troon van het koninkrijk is niet de troon in de hemel. Ons huidige doel is om de Troon van het Koninkrijk van de Heer op aarde te beschouwen, eerst via het Oude Testament en daarna via het Nieuwe Testament:
[a] Er zijn profetieën in het Oude Testament die betrekking hebben op deze twee verbondsperioden.
[b] Er zijn profetieën die verwijzen naar Jezus wanneer Hij die troon neemt.
[c] Er is een verwijzing naar de overdracht van dit Koninkrijk aan de Vader.
Er is maar één koninkrijk met één troon! Later zullen we zien waar deze troon zich vandaag zou kunnen bevinden. Het moet de Troon van een Koninkrijk zijn dat vandaag de dag bestaat. De troon wordt beschreven als zijnde de troon van de Heer en als zijn troon in het Oude Testament. Het is nog steeds dezelfde troon in het Nieuwe Testament.
2 Kron 9:8 Geloofd zij de HEERE, uw God, Die behagen in u heeft gehad, door u als koning voor de HEERE, uw God, op Zijn troon ..
1 Kron 28:5 . . . om te zitten op de troon van het koningkrijk van de HEERE over Israël .
1 Kron 29:23 Toen zat Salomo op de troon van de HEERE . . .
Het is dus de Troon van de Heer over Israël, met menselijke wezens van vlees en bloed erop, vanaf de tijd van zijn vorming totdat Jezus er aanspraak op maakt.
Nu heeft het geen zin om te zeggen dat het Koninkrijk van de Heer over andere mensen anders dan Israël gaat. De duidelijke presentatie van de hele Schrift is dat de troon over Israël is. We zullen dit ook vinden in het Nieuwe Testament, waar Jezus, de zoon van God, wordt voorgesteld als de afstammeling van David.
Lukas 1:32,33 . . . en de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven, en Hij zal over het huis van Jakob Koning zijn tot in eeuwigheid. . . . .
We kunnen dit vers niet dwingen tot voorbij het huis van Jakob . Door beide Testamenten heen is de regel van het Koningschap exclusief over het Huis van Jakob . Geen enkel ander ras wordt ooit voorgesteld als een deel van Israël waar dan ook. Het is altijd Israël dat met God regeert over de andere naties. De Koning is nooit anders dan de Koning “ van Israël “; Hij is de Koning van een uitverkoren, geroepen, bijzonder en eigenaardig volk. Israël is, zoals altijd, exclusief!
Lukas 1:32,33 Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven, en Hij zal over het huis van Jakob Koning zijn tot in eeuwigheid en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde komen.
Meteen kunnen we het verband zien tussen de troon van David en de troon die aan Jezus is gegeven. Ze zijn een en dezelfde. Het bestuur wordt specifiek gegeven als zijnde over het ”Huis van Jakob” , dit zijnde ”geheel Israël” . Dit is volledig exclusief van de andere rassen; het is een rassistische verklaring!
Handelingen 2:29,30 Mannenbroeders, het is mij toegestaan over de aartsvader David vrijuit tegen u te zeggen dat hij én gestorven én begraven is, . . . . uit de vrucht van zijn lichaam, voor zover het zijn vlees betrof , de Gezalfde zou verwekken om Hem op zijn troon te zetten,
De zinnen vrucht van zijn lendenen en volgens het vlees zijn net zo onvermijdelijk als David’s troon. Jezus ontkent nooit Zijn Zoon van David verbintenis.
DE EEUWIGE AARD VAN DE TROON
Deze presentatie zou velen van streek kunnen maken die anders geleerd hebben. Hoewel velen van ons zullen accepteren dat het koningschap en het koninkrijk in het Oude Testament bestond, zal er worden gehoord, “Dat is het Oude Testament” , wat ten onrechte suggereert dat het Koninkrijk niet langer bestaat, behalve in een geestelijke zin.
Jezus keert terug naar de troon van David en de troon is voor altijd!
2 Sam 7:13 Die zal voor Mijn Naam een huis bouwen, en Ik zal de troon van zijn koningkrijk v oor eeuwig bevestigen.
1 Koningen 9:5 dan zal Ik de troon van uw koningkrijk over Israël voor eeuwig bevestigen, zoals Ik met betrekking tot uw vader David gesproken heb: Het zal u niet ontbreken aan een man op de troon van Israël .
Jer 33:17 Want zo zegt de HEERE: Aan David zal het niet aan een man ontbreken die op de troon van het huis van Israël zit,
We zien hier dat de troon van Israël is. Er zal altijd een vorst op die troon zijn. Deze belofte was afhankelijk van gehoorzaamheid, en Salomo’s geslacht voldeed niet aan de voorwaarden. Het koninkrijk was gescheurd en de zoon van Salomo regeerde niet langer over alle twaalf stammen. Maar Jeremia 33:17-25 vertelt dat de belofte die God aan David deed, zo lang zou duren als de dag volgt op de nacht. Dus zelfs als Salomo zou falen, zou het nageslacht van David regeren op een troon [of tronen] over het zaad van Abraham, Izak en Jakob. De plaatsbepaling is niet beperkt tot het Heilige Land.
Ps 132:11 De HEERE heeft David in waarheid gezworen, en Hij zal daar niet van afwijken: Eén van de vrucht van uw schoot zal Ik op uw troon zetten.
Dat de Heer heeft de waarheid gezworen maakt elke suggestie dat er geen voortdurende troon van David is een complete leugen. De vrucht van je lichaam laat zien dat de vorst[en] afstammelingen van koning David moeten zijn. Toch is de traditionele leer ofwel in strijd met het is geschreven of wordt het genegeerd. De vrucht van uw lichaam kunnen we niet ontsnappen of negeren.
Het Huis van Israël , dat is, dat deel van Israël, zal altijd een vorst of vorsten hebben van Davids lijn op de Troon. De Edomietische leiders van Judea, erkenden: We hebben geen koning, maar Caesar . Ze zeiden: Weg met deze man, we willen niet hebben dat Hij over ons regeert . Wanneer het huis van Israël en het huis van Juda herenigd worden, zal Jezus de vorst van het huis van David zijn die over hen beiden zal regeren. Bij de herstelling, worden beide Huizen goed herenigd; een vertegenwoordigend deel van hen zal naar het land terugkeren met één koning [Ezech. 37:21-25].
Ps 45:7 UW TROON, o God, bestaat eeuwig en altijd; de scepter van Uw Koninkrijk is een scepter van rechtvaardigheid.
De rijksstaf is het symbool van autoriteit.
Ps 122:4 Daarheen trekken de stammen op, de stammen van de HEERE , naar de ark van de getuigenis van Israël, om de Naam van de HEERE te danken.
De stammen van de Heer is geen vele-rassen kerk. De tronen van het Huis van David zijn hier meervoud [v5].
Ten tijde van de tempel van Ezechiël is er geen verandering in de exclusieve positie van Israël. God is in het midden van de kinderen van Israël .
Ezechiël 43:7 Mensenkind, dit is de plaats van Mijn troon en de plaats van Mijn voetzolen, waar Ik voor eeuwig wonen zal onder de kinderen Israëls . . . .
We kunnen de kinderen van Israël hier gewoon niet veranderen, toch?
Hoewel de tijd van herstel van alle dingen niet ons huidige onderwerp is, zien we dat Israël op dat moment nog steeds even exclusief is als altijd. Er is geen midden van alle naties of rassen waar God voor altijd zal wonen. Zoals altijd, is het beperkt tot het “midden van Israël”. Het Nieuwe Testament dat is gemaakt met het huis van Israël en het huis van Juda is in overeenstemming met wat God heeft gezworen aan David en het huis van David [Heb 8:8].
HET KONINKRIJK DER HEMELEN VERKONDIGEN
In het evangelie van Matteüs vinden we dat het – het Koninkrijk der hemelen is – dat wordt verkondigd. Laten we eens kijken naar enkele aanwijzingen:
Matt 3:2 en zei: Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.
Matt 4:17 Van toen af begon Jezus te prediken en te zeggen: Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.
Hier zien we dat Jezus en Johannes de Doper beiden hun openbare bediening begonnen met precies dezelfde boodschap. De boodschap is altijd bekering, gevolgd door onderwijs over het Koninkrijk der hemelen, dat op het punt staat te gebeuren. Dit koninkrijk bestond toen, maar het was niet gemanifesteerd. Vandaag horen we dat het Koninkrijk “vergeestelijkt” is.
Matt 5:10 Zalig zijn zij die vervolgd worden om de gerechtigheid, want van hen is het Koninkrijk der hemelen .
Matt 5:20 Want Ik zeg u: Als uw gerechtigheid niet overvloediger is dan die van de schriftgeleerden en de Farizeeën, zult u het Koninkrijk der hemelen beslist niet binnengaan.
Deze twee verzen verwijzen naar “gerechtigheid”. Zonder deze bijzondere gerechtigheid kan helemaal niemand het Koninkrijk der hemelen binnengaan. Zeggen dat er slechts een geestelijke vertolking is van deze texten in de Schriften, is ontkennen dat er een “rechtvaardig volk” in de Schriften staat.
Matt 10:5-7 Deze twaalf zond Jezus uit en Hij gebood hun: U zult u niet op weg begeven naar de heidenen en u zult geen enkele stad van de Samaritanen binnengaan, maar ga liever naar de verloren schapen van het huis van Israël. En als u op weg gaat, predik dan: Het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.
Er zijn hier drie voor de hand liggende vragen die de kerken niet beantwoorden:
- Waarom deze beperking naar wie de discipelen moesten gaan? Waarom alleen naar Israël?
- Waarom heeft het Koninkrijk der hemelen altijd op de een of andere manier betrekking op Israël?
- Waarom brengt Jezus geen andere rassen in beeld?
Jezus had al gezegd dat sommige schriftgeleerden en farizeeën geen deel uitmaakten van het rechtvaardig volk. Hun mate van het houden van de wet en andere naleving zou nooit hun karakteristieken kunnen veranderen als zijnde beiden geboren van beneden en van hun vader de duivel [Johannes 8]. Ware gerechtigheid is niet gebaseerd op een juist leven alleen. Jezus vertelde de Edomietische leiders van de Joden:
Mat 8:11 Maar Ik zeg u dat er velen zullen komen van oost en west en zij zullen aan tafel gaan met Abraham, Izak en Jakob in het Koninkrijk der hemelen ,
Hier zien we opnieuw dat het Koninkrijk der Hemelen wordt verbonden met Abraham, Izak en Jakob . Velen van Israël zullen komen, maar de anderen zijn er buitengesloten. Van Abraham en Jakob wordt vaak gezegd dat ze De Vaderen zijn, dat wil zeggen, de vaders van Israël. Dit is geslachtelijk. Als dit niet begrepen wordt, dan is het onmogelijk om het Koninkrijk der Hemelen zinvol te verkondigen.
Waar ging Jezus heen om het evangelie van het Koninkrijk te verkondigen? Onder wie ging Hij rond om alle ziekten en kwalen onder de mensen te genezen? Het was alleen aan degenen aan wie het was gegeven om de geheimen van het Koninkrijk der hemelen te kennen. Tegenwoordig is het populair om Jezus te verloochenen en te zeggen dat iedereen van elk ras de mogelijkheid krijgt om deze geheimen te kennen. Jezus beperkte ook degenen aan wie de sleutels van het Koninkrijk werden gegeven.
De middelen om binnen te komen worden alleen aan de aangestelden gegeven. Zij hebben alleen de mogelijkheid; zij kunnen alleen een erfenis hebben. De erfenis is niet alleen door fysieke geboorte. Jezus zei nogmaals tegen zijn discipelen:
Matt 18:3 En Hij zei: Voorwaar, Ik zeg u: Als u zich niet verandert [versterkt en zich er naar toe keren] en wordt als de kinderen, zult u het Koninkrijk der hemelen beslist niet binnengaan.
Nogmaals, Jezus spreekt hier niet tegen de schriftgeleerden en farizeeën, of tegen iemand buiten Israël. Jezus wees erop dat de Edomietische Joodse leiders actief probeerden te voorkomen dat Israëlieten hun plaats in het Koninkrijk der hemelen of hun erfenis in het Koninkrijk kenden en er binnenkwamen.
Matt 23:13 . . . . want u sluit het Koninkrijk der hemelen voor de mensen; u gaat er immers zelf niet binnen, en hen die er binnen willen gaan, laat u er niet binnengaan.
“De Joden” zijn nog steeds de belangrijkste tegenstanders van het Evangelie van het Koninkrijk. De kerken kunnen net doen alsof ze allemaal willen dat ‘de joden’ niet zijn, wie Jezus zegt dat ze zijn, maar dat zal niets veranderen aan wat Jezus heeft verklaard! Elk van dit deel van het Jodendom is nog steeds het kind van de hel [v15]. Bidden voor “de Joden” is niet hetzelfde als bidden dat, heel Israël zalig kan worden .
DE GELIJKENISSEN
Matt 13:11-13 Hij antwoordde en zei tegen hen: Omdat het u gegeven is de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen, maar aan hen is het niet gegeven. Want wie heeft, aan hem zal gegeven worden, en hij zal overvloedig hebben; maar wie niet heeft, van hem zal afgenomen worden zelfs wat hij heeft. Daarom spreek Ik tot hen door gelijkenissen, omdat zij niet zien, ook al zien zij, en niet horen, ook al horen zij, en ook niet begrijpen.
Het is Jezus die zegt dat begrip van het Koninkrijk niet aan iedereen wordt gegeven. We moeten het onmiddellijk eens of oneens zijn met de Soevereine God die wel keuzes maakt onder de mensen.
Volgens Vine mystery / geheim betekent:
In het NT duidt het niet het mysterieuze/geheimzinnige aan (zoals bij het Engelse woord), maar dat wat buiten het bereik van niet-ondersteunde, natuurlijke bevattingen valt, kan alleen bekend worden gemaakt door goddelijke openbaring en wordt op een bepaalde manier en tegelijk bekend aangesteld door God en alleen voor degenen die verlicht zijn door Zijn geest. In de gewone zin houdt een geheim in dat kennis wordt achtergehouden; de schriftuurlijke betekenis ervan is de geopenbaarde waarheid. Daarom worden de uitdrukkingen die speciaal met het onderwerp verbonden zijn bekend gemaakt, gemanifesteerd, geopenbaard, gepredikt, begrepen en bedeling.
Ieder ander aan wie het niet is gegeven, zal het woord van het Koninkrijk [v19] horen maar het niet begrijpen. Het onderwerp van Matt 13:11 zijn de geheimen die verborgen zijn in het Woord van God over het Koninkrijk der Hemelen. Deze geheimen worden gepresenteerd als de gelijkenissen in vers 13 van hoofdstuk 13.
HET KONINKRIJK VAN GOD IN HET BOEK, HANDELINGEN
Meteen bij het begin van dit boek, Handelingen, vinden we onmiddellijke verwijzing naar het Koninkrijk van God. Door middel van dit boek Handelingen zijn zij, die worden aangesproken, altijd Israëlieten. Dit bevestigt wat er is gezegd in het hoofdstuk getiteld Adoptie/Aanneming , waar is aangetoond dat de Zonen van God zijn geplaatst uit nationaal Israël. Deze die zo zijn geplaatst, hebben hun erfdeel in het Koninkrijk van God.
Handelingen 1:3 Hij heeft Zichzelf, nadat Hij geleden had, ook levend aan hen vertoond, met veel onmiskenbare bewijzen, veertig dagen lang, waarbij Hij door hen gezien werd en over de dingen sprak die het Koninkrijk van God betreffen.
Handelingen 1:6 Zij dan die samengekomen waren, vroegen Hem: Heere, zult U in deze tijd voor Israël het Koninkrijk weer herstellen?
Let goed op, Jezus zegt niet dat het herstel van het Koninkrijk aan Israël niet zal plaatsvinden, maar dat er een door God bestemde tijd is om het Koninkrijk aan Israël te herstellen. Evenmin zegt Hij dat de belofte aan koning David en aan het het zaad uit zijn ingewanden op die troon, wordt weggenomen. Confessionele kerken kunnen zeggen dat de discipelen het verkeerd begrepen, maar God zegt het niet. Wanneer de profeten zeggen dat de macht van het Heilige Volk verstrooid zou worden en dat Israël de kennis van hun identiteit zou verliezen tot de tijd van herstel van het Koninkrijk aan Israël, dan zegt dit niet dat het Davidische Verbond zou ophouden te bestaan. Het kan niet ophouden vanwege Gods eed.
Het herstel van de alle dingen , [Handelingen 3:21], omvat het Koninkrijk. Het is de God van ONZE VADERS [v13] die dit tot stand brengt. Onze vaders isoleert alleen Israël als de ontvangers . Door berouw en geloof kunnen de ongerechtigheden van de vaderen opzij worden gezet onder het Nieuwe Testament voor Israël. Degenen die Jezus horen als die profeet [v22], zullen niet vanuit volk van Israël worden vernietigd. De overgeblevenen hebben een erfenis onder de heiligen. Deze erfenis is het Koninkrijk van God.
Handelingen 8:12 Maar toen zij Filippus geloofden, die het Evangelie van het Koninkrijk van God en van de Naam van Jezus Christus verkondigde, werden zij gedoopt, zowel mannen als vrouwen.
Dus Fillippus leerde ook de dingen over het Koninkrijk van God, zelfs na Pinksteren .
De discipelen werden aangespoord om in het geloof te blijven, om hun erfenis veilig te stellen.
Handelingen 14:22 en zij versterkten de zielen van de discipelen, spoorden hen aan in het geloof te blijven en zeiden dat wij door veel verdrukkingen in het Koninkrijk van God moeten ingaan.
De apostel Paulus verkondigde overeenstemmend het Koninkrijk van God alleen aan Israëlieten. Zijn uiteenzetting was van de wet en de profeten. Als we niet teruggaan naar dit begin, dan zullen we het “bij het verkeerde eind hebben”. Zelfs vanuit een natuurlijk oogpunt kan het niet redelijk zijn om vast te houden dat Paulus over de wet en de profeten zou spreken tegen degenen die geen kennis hadden van de wet en de profeten.
Handelingen 19:8 En hij ging de synagoge binnen en sprak . . . en probeerde hen te overtuigen van de zaken van het Koninkrijk van God
Evenzo moeten we de dingen met betrekking tot het Koninkrijk van God betwisten en overtuigen. Dit was belangrijk voor de apostel Paulus en dus moet het ook voor ons belangrijk zijn.
Handelingen 20:25 En nu, zie, ik weet dat u allen, bij wie ik rondgegaan ben en het Koninkrijk van God gepredikt heb, mijn gezicht niet meer zult zien.
In het vorige vers zegt Paulus dat zijn bediening, zoals hij had ontvangen van de Heere Jezus, was om te getuigen van de genade van God , dat hiermee verband hield met het Koninkrijk van God.
Handelingen 28:23 . . . kwamen er velen naar de plaats waar hij verbleef. Hij legde het Koninkrijk van God aan hen uit en getuigde ervan, en hij probeerde hen te bewegen tot het geloof in Jezus, van ‘s morgens vroeg tot de avond toe.
Nogmaals zien we, dat dit de uitleg is van Mozes en de profeten. Aan het einde van het boek Handelingen spreekt Paulus over de hardheid van het hart van degenen in Judea die het evangelie niet wilden horen en daarom wendde hij zich tot de verkondiging aan de verstrooide volken van Israël buiten Judea. Deze naties worden door de vertalers beschreven als “heidenen” [zie het hoofdstuk “ Dat ongelukkige woord “heidenen “]. Dat dit de volken van Israël waren, is volledig in overeenstemming met de profeten. Het kan niet worden ontkend dat dit laatste hoofdstuk van Handelingen spreekt over De hoop VAN ISRAËL [v20] en dat de Heilige Geest tot ONZE Vaders sprak [v25]. De specifieke mensen die werden aangesproken onder degenen in Rome waren Israëlieten net zo goed als degenen uit de algemene bevolking van Judea.
Paulus verkondigde in Rome voor twee jaar. Dit was hetzelfde evangelie dat hij in het begin ontving. Hij verklaarde: Het evangelie dat werd gepredikt [verkondigd] van mij, is niet op de mens gericht. Want ik heb het ook niet van mensen ontvangen, noch werd ik het onderwezen, maar door de openbaring van Jezus Christus [Gal1:11,12]. Als wat tegenwoordig algemeen wordt geleerd, na de mens is, dan is het tijd om te heroverwegen welk “evangelie” wordt verkondigd. Aan het einde van dit tijdperk moet het volgens Jezus nog steeds hetzelfde evangelie zijn:
Matt 24:14 En dit Evangelie van het Koninkrijk zal in heel de wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen.
De vraag moet bij ons opkomen: Waarom leggen de dienaars des woords niet uit op dezelfde manier als de apostelen, het Koninkrijk vanuit de wet en de profeten, en ook van uit het Nieuwe Testament ? Zou het kunnen zijn omdat het Koninkrijk een rassige smaak heeft in het Oude Testament en dat dit niet past bij de leer van Bileam, of populaire opvattingen over racisme? Vanwege deze leer weigeren ze de rassige smaak, in het Nieuwe Testament, te zien.
HET KONINKRIJK IN DE BRIEVEN
Er zijn verwijzingen naar het Koninkrijk van God in de brieven, maar zoals blijkt, zijn de mensen die worden aangesproken nog steeds Israëlieten. Het Nieuwe Testament sluit hoereerders, afgodendienaars, overspelers, verwijfd , homoseksuelen, dieven, hebzuchtigen, dronkaards, lasteraars , en afpersers uit van het erven van het Koninkrijk van God [Cor6:9,10; Gal5:21; Ef5:5]. Er wordt altijd over het Koninkrijk van God gesproken als een erfenis. De meerderheid van de bijbelleraren onderwijzen dat alle christenen al in het Koninkrijk zijn, in plaats van dat christenen bezig zijn het koninkrijk te ontvangen als erfgenamen of ervoor in aanmerking te komen.
Dit is het Koninkrijk dat Jezus aan de Vader zal uitleveren wanneer Hij alle heerschappij, autoriteit en macht zal hebben neergelegd [1 Kor15:24]. Deze erfenis van de broeders kan niet worden geërfd door vlees en bloed [1 Kor 15:50] maar alleen degenen die zijn veranderd met de laatste bazuin van God [v52]. Tot die tijd moet het Evangelie van het Koninkrijk verkondigd worden als een getuige en dan zal het einde komen [Matt 24:14]. Jezus spreekt hier over het Evangelie van het Koninkrijk der hemelen en dit moet verkondigd worden aan de steden VAN ISRAËL [Matt10:23], totdat de Zoon des mensen wordt . De ingang van Israëlieten in het Koninkrijk van God is door erfenis en wandelen in het licht, zodat het bloed van Jezus de zonde kan bedekken [1 Johannes1:7]. De ‘ steden van Israël ‘ bestaan overal waar Israël verstrooid was en waar ze tegenwoordig bestaan.
Er zijn voor dit doel veel voorwaardelijke Schrift texten die het woord “Koninkrijk” bevatten.
Heb 12:28 Laten wij daarom, omdat wij een onwankelbaar Koninkrijk ontvangen, aan de genade vasthouden en daardoor God dienen op een Hem welgevalligge wijze, met ontzag en eerbied.
Jakobus 2:5 Luister, mijn geliefde broeders, heeft God de armen van deze wereld niet uitverkoren om rijk te zijn in het geloof, en erfgenamen te zijn van het Koninkrijk , dat Hij beloofd heeft aan hen die Hem liefhebben?
2 Petrus 1:10,11 Daarom, broeders, beijver u des te meer om uw roeping en verkiezing vast te maken; want als u dat doet, zult u nooit struikelen. Want zo zal u in rijke mate de toegang worden verleend tot HET EEUWIG KONINKRIJK van onze Heer en Zaligmaker, Jezus Christus.
Nogmaals, wat is de tijd die wordt gegeven voor toegang om te worden bediend? Wat is de tijd van de belofte? In Openbaring vinden we de tijd wanneer de zaligheid, kracht en het Koninkrijk van onze God komt. Dan wordt beloning gegeven aan uw dienaren, de profeten en de heiligen . Deze beloning wordt niet aan anderen gegeven. Dit is het ontvangen van de erfenis! Tot nu toe hebben we slechts een onderpand van deze erfenis.
Paul heeft het ook over:
Zijn overgezet in het Koninkrijk van zijn geliefde Zoon [Kol 1:13]
Medewerkers zijn van het Koninkrijk van God [Col 4:11]
Geroepen tot zijn Koninkrijk en heerlijkheid [1 Thess 2:12]
Waardig geacht worden van het Koninkrijk van God [2 Tess 1:5]
De verschijning van Zijn koninkrijk [2 Tim 4:1]
Bewaard zijn tot Zijn hemelse koninkrijk [2 Tim 4:18]
WAT WORDT ER GEZEGD?
De bedoeling van dit hoofdstuk is om te laten zien waarom de opdracht om het Evangelie van het Koninkrijk der Hemelen te verkondigen, vandaag de dag niet wordt nageleefd. Dienovereenkomstig hebben we gekeken naar de oorspronkelijke vorming van wat wordt beschreven als de Troon van de Heer en zijn Koninkrijk in het Oude Testament. Vervolgens hebben we nagedacht over de beloften die aan koning David zijn gedaan over het zaad uit uw ingewanden , namelijk dat dit zaad voor alle generaties op de troon zou zijn. We zagen dat er geen ruimte is om die Troon, of het zaad erop, te vergeestelijken. De troon van David is de troon die Jezus aanneemt als de wettige afstammeling van Davids zaad.
Door de Handelingen en de brieven zien we dat het Koninkrijk altijd alleen met Israël verbonden is, zowel voor als na het maken van het Nieuwe Testament met Israël . Als deze dingen niet worden geloofd, of als ze volledig worden vergeestelijkt, dan kan het Koninkrijk der hemelen en het herstel van het Koninkrijk aan Israël niet worden verkondigd. Elk ander evangelie dat wordt geleerd, kan niet het evangelie van Gods genade aan Zijn Koninkrijksmensen zijn. “De Kerk” in zijn populair begrip, heeft niets te maken met de Bijbel, het heeft niets te maken met het Koninkrijk der hemelen over Israël !