DE HERVERZAMELING VAN ISRAËL – OUDE TESTAMENT
Tegenwoordig vinden we veel dingen die geschreven en gesproken worden in religieuze kringen, die erop aandringen dat de oprichting van de moderne Israëlische staat de vervulling is van de eindtijdprofetie over de hervergadering van Israël.
De bewering in dit hoofdstuk is dat dit een vals aandringen is en dat het grootste deel van de mensen die naar de Israëlische staat worden verzameld, onmogelijk Israëlieten kunnen zijn als een ras van mensen. Aangezien het zaad van Abraham geslachtelijk is, en aangezien degenen die naar Palestina gaan veel-rassig zijn, kan de enige gemeenschappelijke “Joodse” connectie zijn door godsdienst, sympathie, opvoeding of een of andere valse pseudo-rassen associatie. In plaats van Israëlieten te zijn, is de kans groter dat deze mensen afstammelingen van Ezau zijn. De profetie verklaart dat de nakomelingen van Ezau zullen worden samengebracht voor vernietiging in het centrum van Jeruzalem. Veel van de profetieën over het lot van Ezau [ook bekend als Edom, Idumea, Mt Seir, Teman, enz.] zijn gepresenteerd in het hoofdstuk getiteld: Zou de moderne Jood Israël kunnen zijn?
Bovendien is het tijdstip van de Israëlische opbouw onjuist als het moet worden beschouwd als de hervergadering van Israël. Als we kijken naar andere gebeurtenissen die verband houden met de terugkeer van het volk Israël naar “Het Land”, zien we dat de volgorde niet past bij de Israëlische staat. In dit hoofdstuk gaan we de tijdstip-factoren onderzoeken.
Wanneer geschriften uit evangelische, zionistische en messiaans-joodse bronnen worden onderzocht, wordt een beperkt aantal bijbel texten door deze groepen aangehaald, en keer op keer herhaald om hun opvattingen te ondersteunen, die beweren dat de Israëlische Staat een vervulling van profetie is.
WIE ZIJN DE HERVERZAMELDE?
Juist de titels die we in de kanttekeningen van onze populaire Bijbels vinden, zoals herverzameling en Joden Terugkeer , suggereren terecht dat dit allemaal alleen betrekking heeft op Israël. De populaire aanneming is echter dat alle bekeerde mensen echte Joden zijn; [wat ware Israëlieten betekent omdat ze denken dat “Joden” en “Israël” hetzelfde betekenen]. Dit is een overweging die in het vorige hoofdstuk is weerlegd, voornamelijk omdat de Bijbel een boek over Israël is en alleen tot Israël gericht is (inclusief de zogenaamde heidenen van de verstrooide Huizen van Israël en Juda).
WAT ZEGT DE WET, DE PSALMEN EN DE PROFETEN?
Als we dit onderwerp beschouwen, kunnen we nooit afstand nemen van het fundament dat door de Schrift wordt gegeven. Dit is dat het Nieuwe Testament de oudtestamentische profetie vervult, zoals gegeven in de Wet, de Psalmen en de Profeten. Door het hele Oude Testament heen vinden we verwijzingen naar deze belofte van een nationale bijeenkomst alleen aan het volk van Israël . Deze exclusiefe aanblik van de bijeenkomst is een feit in de Schrift, ook al is dit misschien moeilijk te aanvaarden vanwege de sentimentele bezwaren die voortkomen uit voorwaardelijke en religieuze opvoeding of onderwijs.
Er zijn Schrift teksten die suggereren dat alle families van de aarde gezegend zullen worden in Abraham, maar het is aangetoond dat alle families niet alle mensen van alle rassen betekenen. Zonder hier nog een keer op in te gaan, zou het goed kunnen zijn om te vragen hoe Israël een zegen kan zijn geweest voor al die volken, waar God tegen Israël van had gezegd, ze te vernietigen? Er zijn veel vergelijkbare tegenstrijdigheden. Bijvoorbeeld:
Amos 3:1,2 Luister naar dit woord dat de HEERE tot u spreekt, Israëlieten, tot het hele geslacht dat Ik uit het land [aarde] Egypte heb geleid: Alleen u heb Ik gekend uit alle geslachten op de aarde. . . ..
Er is duidelijk iets mis met de traditionele leringen!
DE HERVERZAMELING ZOALS GEVONDEN IN DE WET
Specifiek gericht tot Israël als volk [en niet tot enig ander ras], lezen we:
Deut 30:1-6 . . . dat u het weer ter harte zult nemen onder alle volken waarheen de HEERE, uw God, u verdreven heeft. . . .. Dan zal de HEERE, uw God, een omkeer brengen in uw gevangenschap en Zich over u ontfermen. Hij zal u weer bijeenbrengen uit al de volken waarheen de HEERE, uw God, u verspreid had. Al bevonden uw verdrevenen zich aan het einde van de hemel, toch zal de HEERE, uw God, u vandaar bijeenbrengen en u vandaar weghalen. En de HEERE, uw God, zal u naar het land brengen dat uw vaderen in bezit hadden, . . . De HEERE, uw God zal uw hart en het hart van uw nageslacht besnijden. . . .
Dit is de oorspronkelijke belofte aan Israël; dit is niet veranderd, en er zijn dingen die moeten worden opgemerkt.
- De MENSEN in deze text zijn Israël – geen enkele andere.
- GOD wordt herhaaldelijk voorgesteld als de Here God van Israël – niet van anderen.
- GOD doet de verzameling – ze komen niet onbekeerd terug op eigen kracht.
- Het is – VANDAAR – niet van alle naties. Waarheen spreekt ook van plaats.
- De TIJD wordt gegeven als wanneer jij [Israël] alle dingen die op Mt. Sinai waren gepresenteerd en besloten hadden om naar de Heer terug te keren en Zijn stem te gehoorzamen. Hiervan is geen bewijs in de Israëlische Staat.
- De PLAATS wordt gegeven als het land dat uw vaders bezaten … [Let op alle nieuwtestamentische verwijzingen naar “De Vaders”]. Het is een specifieke geografische plek op aarde. Het is het land waar de vaders [van Israël] woonden.
- De VERVULLING is geïsoleerd voor de kinderen van “De Vaders”. Het zijn niet de mythische, geestelijke kinderen van Abraham in de zin zoals Galaten 3:7 gewoonlijk wordt geleerd, omdat ‘de vaderen’ ook Izak en Jakob omvat.
Deze text in Deut 30:1-6 geeft ons de tijd van deze gebeurtenis en vertelt ons verder dat Israëls vijanden vervloekt zullen worden en niet gezegend zullen worden. Deze rassen-scheiding is altijd aanwezig. Er zijn ook voorzieningen getroffen voor degenen van Israël die de Heer verloochenen, om vervloekt te worden in plaats van gezegend te worden. Om als een Israëliet geboren te worden, is dit geen garantie voor het eeuwige leven. Elk moet door De Deur komen. Jezus zegt Ik ben de deur van de schapen [Johannes 10:7]. Jezus zegt niet dat Hij de deur is voor andere rassen dan de schapen. Jezus gaf zijn leven voor de schapen! Maar er staat NIET vermeld dat Hij Zijn leven gaf voor geiten of iemand anders. Er wordt vaak over Israël gesproken als het het schaap van Zijn weiland.
Vanaf hier vinden we dezelfde boodschap die de apostel Paulus leert in Romeinen 10:5-13, die zo vaak wordt aangehaald in de religieuze evangelieprediking. Paulus richt zich alleen tot Israëlieten van wie wordt gezegd dat ze “broeders” zijn ( bloedverwanten ). Deze waren van dezelfde familie en van het Huis van Israël waarvan Paulus zei dat ze de Wet kenden [Rom 3:19 en 7:1-4]. De wet werd alleen aan Israël gegeven.
1 Kron 16:35,36 En zeg: Verlos ons, o God van ons [Israël’s] heil, en breng ons bijeen , en red ons vanuit de heidenvolken, opdat wij Uw heilige Naam loven . .
Geloofd zij de HEERE, de God van Israël , van eeuwigheid tot eeuwigheid
Let in al deze verzen alstublieft op de scheiding of identificatie die wordt gemaakt door de voornaamwoorden. Kijk precies naar wie de verzamel ons verwijst en begrijp hoe dit nooit kan worden uitgebreid naar anderen. Merk op dat er altijd wordt gezegd dat God De Heere God van Israël is.
In dit lied van David vinden we het gebed voor de bijeenkomst van Israël, gebeden door David namens Israël. Dit opnieuw bijeenbrengen is nog niet gebeurd. In het Nieuwe Testament leerde Jezus de Israëlieten bidden. Uw Koningkrijk Kome . Dit is de hoop van Israël, onder beide verbonden. Het wordt nooit voorgesteld als de hoop van alle rassen, zelfs niet in het Nieuwe Testament.
Neh 1:8-10 Denk toch aan het woord dat U Uw dienaar Mozes geboden hebt: Als gijlieden zult overtreden, zal Ik u overal onder de volken verspreiden. Maar als u zich tot Mij bekeert en Mijn geboden in acht neemt en die houdt – al bevonden uw verdrevenen zich aan het einde van de hemel, vandaar zal Ik hen bijeenbrengen en hen brengen naar de plaats die Ik gekozen heb om daar Mijn Naam te laten wonen. Zij zijn toch Uw dienaren en Uw volk, dat U verlost hebt door Uw grote kracht en door Uw sterke hand.
Sommigen zouden misschien willen beweren dat dit alleen verwijst naar degenen van het huis van Juda die vanuit Babel naar Jeruzalem terugkeerden. Maar de oorspronkelijke belofte werd aan de hele natie gedaan, en in dit vers is de bijeenkomst van “naties” in het meervoud. Nogmaals, de actie heeft betrekking op de verlossing van Israël. Het is door de Verlosser VAN ISRAËL, Jezus, die kwam om Zijn volk te redden van hun zonden . De PLAATS is altijd een bepaalde plaats; het is geen toestand zoals veel nieuwtestamentische leraren suggereren, maar een fysieke plaats die God op aarde heeft uitgekozen. Het is het land dat uw vaders bezaten .
DE HERVERZAMELING IN DE PSALMEN
Ps 102:21,22 zodat men van de Naam van de HEERE zal vertellen te Sion en Zijn lof in Jeruzalem, wanneer het volk vergaderd is en de koninkrijken [van Israël] om de Heer te dienen)
Ps 106:47 Verlos ons, HEERE, onze God, breng ons bijeen vanuit de heidenvolken, opdat wij Uw heilige Naam loven en ons beroemen in Uw lof.
Ps 105:42,43 Want Hij dacht aan Zijn heilige woord, aan Abraham, Zijn dienaar. Zo leidde Hij Zijn volk uit met vreugde, Zijn uitverkorenen met gejuich.
Deze Psalm is gericht tot O gij zaad van zijn dienaar Abraham, gij kinderen van Jakob, zijn uitverkorene [vers 6]. Het spreekt van het eeuwige verbond dat met Abraham, Izak en Jakob werd gesloten [verzen 8,9-19] en verwijst naar het land Kanaän.
Ps 107:2,3 Laten zo spreken wie de HEERE verlost heeft, die Hij verlost heeft uit de hand van de tegenstanders, en die Hij uit de landen bijeengebracht heeft, van het oosten en van het westen, van het noorden en van de zee.
In vers 7 van deze Psalm is het God die Israël leidt naar een woonstad . Deze psalm gaat over de bijeenkomst van de verlosten van de Heer uit het oosten, westen, noorden en zuiden. Het is altijd naar een plaats en die plaats is Jeruzalem. Deze psalm eindigt met:
Ps 107:43 Wie is wijs? Laat hij op deze dingen letten, en de goedertierenheid van de HEER aandachtig opnemen.
Wat is deze dingen ? Hebben ze te maken met Israël en haar bijeenkomst? Zou het ongepast zijn om voor te stellen dat als we deze dingen niet naleven , het ons daarom aan begrip ontbreekt? Jezus wees op hetzelfde in Johannes 3:12 Als ik u aardse dingen heb verteld en u gelooft niet, hoe zult u dan geloven als ik u hemelse dingen vertel ? Jezus was aan het spreken met Nicodemus, een Meester in Israël , over het weten van deze dingen. Het is absoluut noodzakelijk om de aardse dingen over Israël als rasse-eenheid te begrijpen voordat we ooit hemelse dingen kunnen begrijpen. De feiten met betrekking tot de vergadering van Israël zijn het belangrijkst!
DE HERVERZAMELING IN DE PROFETEN
Jesaja 11:9-13 Men zal nergens kwaad doen of verderf aanrichten op heel Mijn heilige berg, want de aarde zal vol zijn van de kennis van de HEERE, zoals het water de bodem van de zee bedekt. Want op die dag zal de Wortel van Isaï er zijn, Die zal staan als banier voor de volken. Naar Hém zullen de heidenvolken [Naties] vragen. Zijn rustplaats zal heerlijk zijn. En het zal op die dag gebeuren dat de Heere opnieuw, voor de tweede keer, met Zijn hand het overblijfsel van Zijn volk zal verwerven, dat overgebleven zal zijn in Assyrië en in Egypte, in Pathros, Cusj, Elam, en in Sinear, Hamath en op de eilanden in de zee. Hij zal een banier omhoogheffen onder de heidenvolken en Hij zal de verdrevenen van Israël verzamelen en hen die vanuit Juda overal verspreid zijn, bijeenbrengen van de vier hoeken van de aarde. Dan zal de afgunst van Efraïm verdwijnen, en wie Juda in het nauw drijven, zullen uitgeroeid worden. Efraïm zal niet langer jaloers zijn op Juda, en Juda zal Efraïm niet meer in het nauw drijven.
Tweemaal in deze text is er de zin op die dag . Dus het is niet van toepassing op een ander tijdstip dan de aangewezen tijd. Dit is de dag waarop de wolf bij het lam zal wonen en de luipaard bij het geitenbokje zal gaan liggen, enz. En wanneer de aarde vol zal zijn van de kennis van de Heer, zoals de wateren de zee bedekken [v9].
Jesaja vertelt ons een fundamenteel feit over het huis van Israël, die vijandig zijn tegen het huis van Juda tot de tijd van de hervergadering van heel Israël [Jesaja 11]. Deze twee Huizen [of delen van Israël] moeten vandaag bestaan als specifieke eenheden. Er wordt duidelijk over de bijeenkomst gesproken als zijnde uit twee delen die afkomstig zijn uit [niet van] alle naties in de vier hoeken van de aarde . Als Israël nu is “overgenomen” door de kerk, zou deze profetie dan kunnen worden vervuld? We zullen gaandeweg veel meer zien over deze scheiding tussen Israël en Juda. Wat zeggen de leerkrachten aan het einde van de eindtijd over deze kwestie? Niets! Als we dit letterlijk nemen, zien we de route die Israël terug moet nemen naar het beloofde land, evenals het tijdstip. Tot dusverre gaan de mensen niet drooggeschoeid over de Egyptische zee [vers 15]. Een snelweg die in vers 16 wordt uitgedrukt als zijnde afkomstig uit Assyrië, is momenteel ook niet duidelijk. De tijd van in die dag is de tijd van de laatste dagen waarin Jezus komt om de aarde te slaan met de staf van zijn mond … [Jesaja 11:4].
Als we verder lezen, ontdekken we dat de tijd is wanneer de woestijn zich zal verheugen en bloeien als de roos [Jes 35:1]. Dat de Israëlische Staat de bewatering van woestijngebieden heeft georganiseerd, bewijst op zichzelf, niets. Doe hetzelfde in het binnenland van Australië en die woestijn zal ook bloeien als de roos. Dit hoofdstuk eindigt met, en de vrijgekochte des Heren zullen terug keren en komen naar Zion met liederen en eeuwige vreugde op hun hoofd . Degenen die vandaag naar Palestina gaan, keren niet op deze manier terug! Ze beweren niet dat ze zijn vrijgekocht.
Jesaja 40:5 De heerlijkheid van de HEERE zal geopenbaard worden, en alle vlees tezamen zal het zien, want de mond van de HEERE heeft gesproken.
Jesaja 40:11 Als een herder zal Hij Zijn kudde [Israël] weiden: Hij zal de lammetjes in Zijn armen bijeenbrengen en in Zijn schoot dragen; de zogenden zal Hij zachtjes leiden.
Zou dit mogelijk verwijzen naar de eerste komst? Alle vlees heeft de heerlijkheid van de Heer nog niet gezien, maar wanneer Hij terugkeert, zal elk oog Hem aanschouwen . In het Woord van de Heer zien we geen vele-rassen mengeling teruggaan naar Palestina. De heerlijkheid van de Heer wordt geopenbaard aan al het vlees van Israël, en dan verzamelt Hij zijn lammeren. Hoewel er geen op die dag in deze teksten staat, zijn de tijden hetzelfde. De uitdrukking, in die dagen verwijst naar de tijd die het einde van dit tijdperk nadert.
DE HERVERZAMELING IN JEREMIA
Er staat zoveel in het boek over dit onderwerp, dat het moeilijk is om citaten te kiezen. In hoofdstuk drie is er dezelfde scheiding tussen Israël en Juda, met hetzelfde tijdkenmerk als door Jesaja. Deze twee factoren zijn zo belangrijk, maar ze zijn wat de populaire predikanten moeten weglaten om hun traditionele leringen te ondersteunen. De huidige Israëlische Staat past niet bij het gegeven tijdstip.
Jer 3:18 In die dagen [het tijdstip] zal het huis van Juda naar het huis van Israël gaan. Tezamen zullen zij komen uit het land in het noorden naar het land dat Ik uw vaderen in erfelijk bezit heb gegeven.
Nogmaals, zien we dat de bijeenkomst plaatsvindt in hetzelfde aangewezen landgebied en een herhaalde verklaring over de tijd van de bijeenkomst van Israël als zijnde in die dagen . Dit is een tijd waarin Israël niet langer zal wandelen naar de verbeelding van hun boze harten. In dit vers en in dit hoofdstuk van Jeremia vinden we opnieuw dezelfde verwijzing naar het onderscheid tussen Israël en Juda. Het zijn afzonderlijke delen van Israël [zie bijvoorbeeld Jer 3:11; 3:18; 5:11; 11:17; 30:3,31; 31:31 33:14; 36:2; 50:4]. Nogmaals, er moet heel duidelijk op worden gewezen dat er iets heel erg mis is met de populaire leringen die dit niet toestaan. Alleen al in dit boek Jeremia staan veel Schrift teksten over deze kwestie. Laten we verder kijken naar Jeremia voor de bijeenkomst van deze twee Huizen.
Jer 23:3 Ik echter, Ik zal het overblijfsel van Mijn schapen bijeenbrengen uit al de landen waarheen Ik hen verdreven heb. Ik zal hen terugbrengen naar hun schaapskooien, en zij zullen vruchtbaar zijn en talrijk worden.
v5 Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik voor David een rechtvaardige SPRUIT zal doen opstaan. Hij zal als Koning regeren en verstandig handelen, Hij zal recht en gerechtigheid doen op de aarde.
Sommigen zeggen graag dat dit van toepassing is op Jezus’ tijd, maar Jezus regeerde en bloeide niet als Koning bij de eerste komst.
v6 In Zijn dagen zal Juda verlost worden en Israël onbezorgd wonen. Dit zal Zijn Naam zijn waarmee men Hem noemen zal: DE HEERE ONZE GERECHTIGHEID.
Let op de gebruikelijke scheiding tussen Israël en Juda, en nogmaals dat het op die dag is dat Jezus regeert.
v7,8 Daarom zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat men niet meer zal zeggen: Zo waar de HEERE leeft, Die de Israëlieten geleid heeft uit het land Egypte, maar: Zo waar de HEERE leeft, Die het nageslacht van het huis van Israël geleid heeft en Die het gebracht heeft uit het land in het noorden en uit al de landen waarheen Ik hen verdreven had: zij zullen wonen in hun eigen land.
Opgemerkt moet worden dat de bijeenkomst alleen van het zaad van Israël is, dat wil zeggen, de kinderen [nakomelingen] van Israël. De terugkeer is ook vanuit het noordelijke land [enkelvoud] waar Israël te vinden is.
ZIJN ONZE MODERNE PROFETEN HET EENS MET JEREMIA?
Jeremia gaat verder met iets droevigs en zoekends te zeggen, maar is het meest veelbetekenend.
Jer 23:9 Mijn hart wordt in mijn binnenste gebroken, al mijn beenderen bewegen zich. Ik ben geworden als een dronkeman, als een man wie de wijn naar het hoofd is gestegen, vanwege de HEERE, en vanwege Zijn heilige woorden.
v11 Want zowel profeet als priester pleegt heiligschennis, zelfs in Mijn huis heb Ik hun slechtheid gevonden, spreekt de HEERE.
We kunnen nu de volledige Schrift tekst hierboven onderzoeken om te zien of de hedendaagse profeten even goddeloos zijn door niet te geloven wat God zegt over de vergadering van Zijn volk Israël. Dit is de samenhang waarin Jeremia spreekt. Moeten we ons er net zo slecht over voelen als Jeremia? Deze voorgangers en leraren met de algemeene, alle-rassen leringen, zijn de voorgangers van wie wordt gezegd dat ze de schapen van Gods weiland vernietigen [vers 1]. Dit zijn harde woorden en God spreekt wee uit over al deze voorgangers die niet zullen leren wat Jeremia zegt over de vergadering van Israël en Juda. Het is tijd voor een persoonlijke controle van wat we hiervan denken, om dit wee te voorkomen!
[a] Degenen die bijeen zijn gekomen, zijn slechts een heel klein overblijfsel van de twee Huizen [geheel Israël] alleen. [Zef2:9; Micha2:2; Ezechiël14:22; Jer6:9, 23:3, 31:7; Is1:9, 4:3, 11:16, 37:4; Rom11:5, 9:27].
[b] Ze zijn alleen van Gods kudde [Israël].
[c] Israël als geheel is verzameld vanuit alle landen waar God hen had verdreven. Maar Israël is niet van de inhoud van de rassen van die landen.
[d] Het tijdstip is in de dagen van de Rechtvaardige Tak. Dit is niet de eerste advent omdat Jezus nog niet op Davids huidige troon op aarde zit. Hij moet nog terugkeren naar Davids troon [over Israël].
[e] Juda en Israël zijn tot die tijd afzonderlijke eenheden. Hun huidige vijandschap is duidelijk uiteengezet [Jesaja11: 11-13]. Geloven we dit?
[f] Het is in zijn dagen dat de twee eenheden zich officieel herenigen. De middelste scheidingswand waar de apostel Paulus over spreekt, wordt vervolgens afgebroken onder het Nieuwe Verbond dat word alleen gemaakt met Israël en Juda [Heb8:8] en dan zegt Paulus: Heel Israël zal worden gered . In de profetie zijn de twee partijen nooit anders dan Israël en Juda, ze zijn nooit “Joden en heidenen” op de manier die gewoonlijk wordt gepresenteerd. Er is geen regel van oudtestamentische profetieën waarvan kan worden aangetoond dat ze de populaire leringen vervullen.
[g] De betrokken mensen zijn altijd het zaad [geslachtelijk] van het Huis van Israël [v8].
[h] Het “Land” is dat wat aan hun Vaders [geslacht] werd gegeven. Er zijn geen twee beloofde landen, noch is dit beloofde land een plaats waarnaar “heiligen” worden opgenomen vóór het duizend-jarig rijk. Israël moet in hun eigen land wonen , hetzelfde land dat aan hun vaderen is gegeven. Ze zijn verzameld uit naties op aarde en niet ergens buiten de aarde vanwaar ze zogenaamd zouden zijn opgenomen.
Laten we deze Schrift teksten uit Jeremia nog eens bekijken en ons hart onderzoeken:
- Zijn wij degenen over wie God zegt dat Hij kwaad zal brengen [v12]?
- Zijn wij degenen die ervoor zorgen dat mijn volk Israël dwaalt [v13]?
- Spreken we een visioen vanuit ons eigen hart en niet uit de mond van de Heer [v16]?
- Zeggen we tegen onze mensen of denken we, er zal geen kwaad over jullie komen [v17]?
- Hebben we zijn woord al gemarkeerd en gehoord [v18]? Kijk inderdaad naar de rest van dit hoofdstuk van Jeremia over leraren en dominees die blijven mijn woorden allemaal van zijn naaste stelen.
- Is wat we leren of geloven precies wat we hebben geleerd op Bijbel school, catechisatie of in de kerk?
- Zullen we nog steeds niet accepteren wat God door middel van zijn profeten zegt over de vergadering van Israël?
- Zullen we de scheiding van Israël en Juda blijven negeren?
- Zullen we doorgaan met het negeren van de tijd dat Israël vergaderd is en bekennen dat dit NIET is wat er in de Israëlische Staat gebeurt? Als we dat nog niet doen, hebben we nog steeds de rest van de profetische boeken om mee te kampen en overtuigd te worden, want ze vertellen allemaal hetzelfde verhaal.
Laten we dit onderwerp verder onderzoeken in Jeremia.
Jeremia 31:8-11 Zie, Ik doe hen komen uit het land van het noorden, Ik zal hen bijeenbrengen van de uithoeken van de aarde; onder hen zijn blinden en verlamden, zwangeren en barenden met elkaar:met een grote menigte zullen zij hierheen terugkomen. Onder geween zullen zij komen, onder smeekbeden zal Ik hen leiden. . . Hij die Israël verstrooid heeft, zal hem vergaderen en bewaren, zoals een herder zijn kudde doet. Want de Heer heeft Jakob verlost …
We vinden een plek waar ze vandaan komen [dit is een ander onderwerp, net als het Noordland ]. Vrouwen worden op dat moment nog steeds zwanger en het leven op aarde gaat door. Ze zijn nergens weggevoerd, noch komen ze van een plaats waar ze niet trouwen of ten huwelijk worden gegeven . Het is de teruggekeerde Heer die hen terugleidt; deze Schrift text toont opnieuw het tijdstip van deze bijeenkomst! De kudde bestaat uit twee delen; Weet u nog hoe Jezus zei dat Hij ‘andere’ schapen had dan de Judese kudde? De ene is Juda en de andere is het huis van Israël. De twee worden bij elkaar opgeteld om de Jakob te vormen die we in het bovenstaande vers zien.
Alleen Jakob-Israël [zowel Israël als Juda] wordt in de Schrift als verlost genoemd. Het is nooit een vele-rassen kerk. [Merk nogmaals op, alleen Israël kreeg de wet en daarom heeft alleen Israël verlossing nodig van die gebroken wet]. In Jer 31:2 is het Israël die genade vindt in de woestijn; het omvat niemand anders. Kunnen alle factoren in dit hoofdstuk worden weg gevergeestelijkt?
Jer 31:1 In die tijd, spreekt de HEERE, zal Ik al de geslachten van Israël tot een God zijn, en zíj zullen Mij tot een volk zijn.
Er wordt nooit over God gesproken als de God van alle rassen en Israël is mijn volk . Zoals God zegt van ouds [v3], ik heb u [Israël] liefgehad met een eeuwige liefde . Jeremia31:31 is precies het hoofdstuk dat Paulus herhaalt in het boek Hebreeën [Heb8:8] over het Nieuwe Verbond dat is gemaakt met het Huis van Israël en het Huis van Juda. Het Nieuwe Verbond is gemaakt met geen andere, zelfs niet op de nieuwtestamentische bladzijden!
Jer 32:41 Ik zal Mij over hen verblijden en hun goeddoen. En Ik zal hen in getrouwheid in dit land planten, met heel Mijn hart en met heel Mijn ziel.
Wie en wie alleen, worden er geplant in dit land ? Israël kan in het moderne begrip nooit vergeestelijkt worden als een kerk . Jeremia 31:35-37 en 33:17 vertellen ons dat Israël altijd EEN VOLK zal zijn op dezelfde manier zoals Petrus het doet in het Nieuwe Testament. Dit moet zo zijn zolang de sterren schijnen en de maan kan worden gezien. Dus Israël is vandaag de dag nog steeds een individuele, tweedelige, rassen-eenheid, bestaande uit het Huis van Israël en het Huis van Juda! Jeremia vertelt ons ook dat het Huis van Israël altijd een vorst over zich heeft [Jer33:17] en dus moet dit deel van Israël tegenwoordig een vorst bevatten. [Let nogmaals op de scheiding van Israël en Juda in dit hoofdstuk].
NB: Er zijn geen afzonderlijke profetieën over een niet-Israëlietische kerk.
Jer 50:4,5,19 In die dagen en in die tijd, spreekt de HEERE, zullen de Israëlieten komen, zij en de Judeeërs tezamen – al wenend zullen zij hun weg gaan – en zij zullen de HEERE, hun God, zoeken. Zij zullen vragen naar Sion, hun gezicht gericht op de weg daarheen. . . . Ik zal Israël terugbrengen naar zijn woonplaats. . .. .
Het is altijd alleen Israël en Juda! Opnieuw worden ze afzonderlijk vermeld als tesamen God te zoeken. Er is geen druppel van een stroom profetie die het tegendeel beweert! Dit vers wordt in de huidige Israëlische Staat zeker niet vervuld. Sommigen zouden zeggen dat “Zion” een uitdrukking is of dat de profetie betrekking heeft op de terugkeer van Juda naar het land onder Ezra en Nehemia. Maar hier zijn het beide huizen, en niet alleen Juda, die worden genoemd als afzonderlijke eenheden die geheel Israël vormen en naar zijn woonplaats worden gebracht.
Israël zal geheiligd worden in de ogen van alle andere rassen wanneer God Zijn volk bijeenbrengt … dan zullen zij wonen in HUN LAND dat Ik aan Mijn dienaar, JAKOB heb gegeven … [Jer28:24-26] . Het woord “Jakob” kan nooit andere rassen omvatten.
DE HERVERZAMELING IN EZECHIËL
Dit boek vertelt hetzelfde verhaal. Met name, in de hoofdstukken 37 en 38, zien we dat sommige verzen vaak worden gebruikt om populaire opvattingen te ondersteunen. Maar deze hoofdstukken geven ook een herhaling van de tijdstip factoren die dit onderwerp meteen in het juiste perspectief plaatsen. Ezechiël kreeg te horen: Zie, ik zend u NAAR DE KINDEREN VAN ISRAËL [Ez2:3 en 3:1]. Om deze beperking uit te breiden tot buiten de Kinderen van Israël, is bedriegerij! Ons wordt verteld door de apostel Jakobus, die aan DE TWAALF STAMMEN schreef, dat er veel misleiders in de wereld zijn ingekomen. Onze moderne misleiders breiden deze twaalf stammen uit tot elk ras op aarde. Ze beweren dat andere rassen zich bij Israël voegen door aanneming . Als dit zo was, dan zouden andere rassen en kerken tot een van de Twaalf Stammen moeten gaan behoren! Ze zouden in het ene of het andere huis van Israël of Judea moeten zijn [zie het hoofdstuk getiteld: Adoptie /Aanneming.
Ezechiël 11:17 . . . Zo zegt de Heere HEERE: Ik zal u [Israël] verzamelen uit de volken, en Ik zal u bijeenbrengen uit de landen waarover u verspreid bent, en Ik zal u het land van Israël geven.
Ezechiël vertelt hetzelfde verhaal als Jeremia! Hij maakt dezelfde klacht over de voorgangers en profeten die de nationale boodschap van de Bijbel negeren en die niet de omheining voor het Huis van Israël hebben gevormd . Hij zegt dat hun leer profetie is uit hun eigen hart [Ezech.13:1-16]. De rest van dit hoofdstuk vertelt hoe hun leer Israël verleidt. Tegenwoordig hebben de moderne leraren, die visioenen van vrede zien voor Jeruzalem [v16] en zij denken dat de Israëlische Staat het begin is van de vervulling. Maar er zal geen vrede zijn in Jeruzalem totdat Edom daar wordt vernietigd en de Vredevorst het rechtvaardige overblijfsel terugbrengt om te genieten van de overvloed aan vrede die hun alleen is beloofd. Deze bijeenkomst is nadat de nakomelingen van Ezau zijn vernietigd in ‘Het Land’ door een complete en totale vernietiging.
God zegt dat die valse profeten Gods hand tegen zich zullen hebben en zij zullen hun ongerechtigheid dragen [Ezech. 14:9-11]. Ze zullen uit Israël worden weggevoerd! Het is God die deze dingen zegt, of je het nu leuk vindt of niet! We kunnen de strengheid van God hierin zien en hoe serieus we acht moeten slaan op deze boodschap.
Hoewel Israël veel wordt gestraft voor hun gruwelen, zegt God:
Ezechiël 16:60 Toch zal Ík denken aan Mijn verbond met u [Israël] in de dagen van uw jeugd. Ik zal met u een eeuwig verbond maken.
Maar de vergadering van Israël, uit de landen waarin u verstrooid bent, is met woede, zuivering en oordeel [Ezech.20: 34-38]. Alle vlees zal weten dat Ik, de Heer mijn zwaard heb getrokken [Ezech.21:5]. Kunnen we het geslepen zwaard zien zoals Ezechiël deed [Ezech.21:8-17]? Of profeteren we leugens door te zeggen dat Gods volk eruit zal worden opgenomen? Gods principe is altijd: de onrechtvaardigen zullen worden gescheiden van de rechtvaardigen [Matt 13:49]. Hoe durven onze leraren om te keren wat Jezus zegt? Ze leren dat de rechtvaardigen worden weggevoerd van de goddelozen. Deze leraren moeten hun oordeel onder ogen zien! Zijn het in de gelijkenis van het onkruid en de tarwe niet het onkruid die als EERSTE wordt verbrand? Hier moeten we goed over nadenken!
Ezechiël 34 is te lang om te citeren, maar het is een mijn van schatten over het onderwerp van de vergadering van Israël. Het eindigt met te zeggen:
Ezech. 34:30,31 Dan zullen ze weten dat Ik, de HEERE, hun God, met ze ben, en dat ze Mijn volk zijn, het huis van Israël , spreekt de Heere HEERE. En u, Mijn schapen, schapen van Mijn weide, u bent mens, maar Ik ben uw God, . . . ..
“Schapen” en “kudde” zijn de mensen die persoonlijk bij God horen. Israël wordt voor een prijs teruggekocht en “gevonden”. Het brengen [v13] en zoekt uit [v12] lopen parallel met de gekocht en gevonden door de nieuwtestamentische gelijkenissen. Het nieuwe hart is een belofte aan het Huis van Israël. U zult tevergeefs zoeken naar het nieuwe hart om in iemand anders dan Israël te worden geplaatst … [Ezech36:21-38].
Wat is het tijdstip? We moeten naar dit tijdstip kijken en zien of dit is wat ons is geleerd. En let hierbij op de verwoesting die nog moet komen over het land voordat Israël terugkeert. Andere profeten schrijven hier ook over, maar u zult niet merken dat onze moderne leraren het ooit noemen. Ze hebben het te druk met het profeteren van gladde dingen over de Israëlische Staat! Dit zijn de valse profeten. Dit zijn allemaal degenen met de gevaarlijke leerstellingen.
DE PROFETIEËN VAN DE DROGE BEENDEREN EN DE TWEE STOKKEN
Onze eindtijdleraren en boekenschrijvers gebruiken uittreksels uit deze hoofdstukken, maar nogmaals, ze negeren het tijdstip van het opnieuw verzamelen, evenals precies tot wie deze profeet spreekt.
DE DROGE BEENDEREN
In de gelijkenis van de dorre beenderen vinden we:
Ezechiël 37:11 Toen zei Hij tegen mij: Mensenkind, deze beenderen zijn het heele huis VAN ISRAËL . Zie, ze zeggen: Onze beenderen zijn verdord en onze hoop is vergaan, wij zijn afgesneden!
Er wordt uitdrukkelijk gezegd dat ze Israëlieten zijn, dus hoe kunnen ze iemand anders zijn?
Ezechiël 37:14 . . . en Ik zal u in uw land zetten. . . .. .
Juist wie, en dan wie alleen, worden in hun eigen land geplaatst? Het is Israël als een volk dat alleen wordt aangesproken. Dus we moeten opnieuw vragen, vragen of dit steun geeft aan de huidige Israëlische Staat. Om de Israëlische Staat te steunen betekent in feite, zeggen dat de herrijzenis voorbij is. De huidige leer over de Israëlische Staat is puur bedrog!
DE TWEE STOKKEN
Zelfs de Jehova’s Getuigen spelen hier mee. De Bijbel stelt echter dat de ene stok, Juda vertegenwoordigt en de andere, Israël. Het zijn metgezellen … [v16] … of lotgenoten … [v19]. De stokjes worden met elkaar verbonden. Dit is een beeld van de bijeenkomst van heel Israël . Het omvat niemand anders! Het is niet “Joden en heidenen” in het populaire begrip.
De profeet zegt verder:
Ezech. 37:21-23 . . . Zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik ga de Israëlieten nemen uit de heidenvolken waarheen zij gegaan zijn. Ik zal hen van rondom bijeenbrengen en hen naar hun land brengen. Ik zal hen tot één volk maken in het land, op de bergen van Israël. Zij zullen allen één Koning als koning hebben. Zij zullen niet langer als twee volken zijn, en niet langer nog in twee koninkrijken verdeeld zijn.
Iedereen die ontkent dat Israël alleen uit deze twee volkeren bestaat, heeft een serieus probleem. Jezus zegt; als ze niet bereid zijn om dit aardse ding te geloven, dan kunnen ze nooit hemelse dingen geloven [Johannes 3:12]. Op dit moment kan Israël onmogelijk een bijzondere “kerk” zijn, zoals sommigen leren. De twee partijen kunnen onmogelijk “Joden en heidenen” zijn, zoals algemeen wordt onderwezen. Alle kosmos [of orde] van Israël waar Jezus het over heeft, wordt door onze leraren veranderd naar alle rassen op aarde .
Ezech. 37:24 Mijn Knecht David zal Koning over hen zijn. Voor hen allen zal er één Herder zijn. . . .
Religieuze denominaties leren dat Jezus de Koning is van christenen van alle rassen, maar ze merken niet op dat Jezus zegt dat Hij naar een ver land is vertrokken, EN ZAL TERUGKEREN om Zijn Koninkrijk te nemen en één herder voor Israël te zijn. Degenen die op dit moment ten onrechte het wijngaardgedeelte bezetten, zullen worden vernietigd met de helderheid van Zijn komst . De wijngaard is niet de hele aarde; het is een specifiek gebied van de aarde.
Ezechiël 37:25 Zij zullen wonen in het land dat Ik aan Mijn knecht, aan Jakob,. . . en Mijn Knecht David zal tot in eeuwigheid hun Vorst zijn.
Dit “land” is een afgebakend gebied op aarde, dat aan Jakob is gegeven. Er is zowel rassen-scheiding als scheiding van plaatsen.
Ezechiël 37:28 Dan zullen de heidenvolken weten dat Ik de HEERE ben, Die Israël heiligt, wanneer Mijn heiligdom voor eeuwig in hun midden zal zijn.
In deze verzen zien we twee groepen, de heidenen en Israël , het zijn twee volledig gescheiden identiteiten/volkeren.
Ezechiël 39:21 Ik zal Mijn heerlijkheid onder de heidenvolken laten blijken. Alle heidenvolken zullen Mijn oordeel zien dat Ik geveld heb, en Mijn hand, die Ik op hen gelegd heb.
v22,23 Dan zullen zij die van het huis van Israël zijn, weten dat Ik, de HEERE, hun God ben, vanaf die dag en daarna. . . . Dan zullen de heidenvolken weten dat zij die van het huis van Israël zijn, om hun ongerechtigheid in ballingschap zijn gegaan.
v25 Waarom, zo zegt de Heere HEERE: Ik zal nu een omkeer brengen in de gevangenschap van Jakob, Ik zal Mij ontfermen over heel het huis van Israël en Ik zal het opnemen voor Mijn heilige Naam.
v27 . . . zal Ik door hen voor de ogen van veel heidenvolken geheiligd worden.
v28 Dan zullen zij weten dat Ik, de HEERE, hun God ben, omdat Ik hen onder de heidenvolken in ballingschap voerde, maar hen [Israel] ook weer verzamelde in hun land . . . .
v29 Ik zal Mijn aangezicht niet meer voor hen verbergen, wanneer Ik Mijn Geest over het huis van Israël heb uitgestort,. .
Let hier op de afscheiding van Israël van de andere naties. De genade over Israël is in de ogen van vele naties , dus Israël en deze vele naties bestaan naast elkaar, maar zijn gescheiden. Over wie zeggen de profeten dat de Geest wordt uitgestort? Zeggen de profeten dat het over alle rassen wordt uitgestort? Uit Joël 2:28 [en uit het Nieuwe Testament] is ons geleerd dat alle vlees niet beperkt is tot Israëls zonen en dochters, zelfs als Israël het volk is dat wordt aangesproken. Maar alle vlees is bijna altijd het alle vlees van Israël.
Het belangrijkste om op te merken in verband met de vergaardering van Israël, is dat Israël nog steeds een apart, raciaal geheel is van de andere naties, niet alleen in dit late stadium van dit huidige tijdperk, maar ook in het volgende tijdperk. Het is onmogelijk dat Israël een vele-rassen “kerk” is geworden. Er is helemaal geen profetie over enig deel voor iemand van welk ras dan ook, behalve de Twaalf Stammen. Er wordt gezegd dat Gods heiligdom in het midden van Israël is en NIET in het midden van de heidense volken of rassen.
Aan het einde van Ezechiël vinden we de verdeling van het land dat is verdeeld volgens de stammen van Israël . Allen die de Stammen van Israël “De Kerk” willen blijven noemen, zullen blijven vervagen wat er in zwart-wit op de pagina’s van de Bijbel staat. Hoe meer dit onderwerp wordt onderzocht, hoe onmogelijker de populaire evangelische leringen worden.
DE HERVERZAMELING IN DANIËL
Het “stenen” koninkrijk van Daniël 3, wordt eerder in het hoofdstuk, Waarom niet het koninkrijk der hemelen verkondigen? genoemd en een samenvatting van de positie wordt gegeven in Daniël 7.
Daniël 7:13,14 . .. . Iemand als een Mensenzoon. Hij kwam tot de Oude van dagen en men deed Hem voor Zijn aangezicht naderbij komen. Hem werd gegeven heerschappij, eer en koningkrijk, en alle volken, natiën en talen moesten Hem vereren, . . en Zijn koningschap zal niet te gronde gaan.
Nogmaals, dit koninkrijk is gescheiden van andere volkeren en naties. De andere volken zijn dienaren van Israël. De Heer der heersharen, de Heer van de legers van Israël, heeft de hele aarde en alle andere volkeren onderworpen. Aan het einde van dit boek, Daniël, staat de aartsengel Michaël voor de kinderen van het [Daniëls] volk [Dan12:1]. Daniëls volk was Israël. De beperking is specifiek! Nogmaals, is er geen suggestie van een “kerk” in de manier waarop deze vandaag wordt gepresenteerd.
DE HERVERZAMELING IN HOSEA
Hosea zegt dat de kinderen van Israël bekend zullen staan als De zonen van de levende God .
Hos 1:10,11 Toch zal het aantal Israëlieten zijn als het zand van de zee, dat niet gemeten en niet geteld kan worden. En het zal gebeuren dat in de plaats waar tegen hen gezegd word: U bent niet Mijn volk, tegen hen gezegd zal worden: Kinderen van de levende God. Dan zullen de kinderen van Juda bijeengebracht worden samen met de kinderen van Israël . Zij zullen voor zich één Hoofd aanstellen . . .
Ook hier vinden we de scheiding van de twee Huizen. Petrus citeert in het Nieuwe Testament Hosea, en zegt niets over iemand dan een [enkelvoud] natie . Hij schrijft naar Israël.
Hosea 8:10 Ook al zoeken zij hulp bij heidenvolken, toch zal Ik hen [Israel] nu bijeenbrengen. . . .
God zegt dat Hij dan zal zijn als de dauw voor Israël [Hos14:5]. Maar let op, geen van deze dingen wordt tegen iemand van een ander ras gezegd. Israël is verstrooid “onder” de andere naties.
DE HERVERZAMELING IN JOËL
In die dagen van het uitgieten, het bloed en vuur, de rookpilaren en de zon die in duisternis verandert en de maan in bloed, zullen de berg Sion en Jeruzalem worden verlost. Dit is de tijd dat God zegt dat Hij zal jaloers zijn op Zijn land en medelijden hebben met Zijn volk . Gods volk, uitgedrukt als Israël, is nog steeds die eenheid, dat geheel. Het land is nog steeds hetzelfde gebied. De andere rassen zijn nog gescheiden.
Joël 3:1,2 Want zie, in die dagen en in die tijd,. . . Daar zal Ik met hen een rechtszaak voeren, vanwege Mijn volk en Mijn eigendom Israël, dat zij onder de heidenvolken verstrooid hebben. Mijn land hebben zij verdeeld.
God zegt dat Zijn erfenis nog steeds het onveranderde volk Israël is, die Mijn volk ziin. Het is niet De Kerk in het algemene begrip. “Mijn land” is vandaag nog steeds gescheiden.
De overblijfselen van Gods volk worden NIET opgenomen uit deze tijd van last. Ze zijn erg aanwezig. Joël wijst erop dat op dat moment de Heer de hoop van zijn volk en de kracht van de kinderen van Israël geen vele rassen van niet-Israëlieten zijn. Er zullen geen vreemden meer door Jeruzalem trekken [v17]. Let hier goed op. Dit betekent dat zoiets tot op dit moment door Jeruzalem moet gaan! We kunnen zien dat dit passeren van vreemden niet Gods bedoeling is en dat het effect van de gemengde menigte binnen Israël altijd tot nadeel van Israël is.
DE HERVERZAMELING IN AMOS
Deze profeet spreekt over de pijnlijke oordelen over Israël. Hij herinnert ons aan de verschrikking van deze dagen en aan de ondergaande zon op de middag en aan de vernietiging in “Het Land”. Maar over degenen van Israël, die overblijven, zegt Hij:
Amos 9:11-15 Op die dag zal Ik oprichten de vervallen hut van David. Zijn scheuren zal Ik dichtmaken, en wat aan hem is afgebroken, zal Ik oprichten, Ik zal hem opbouwen als in de dagen van ouds; zodat zij de rest van Edom in bezit . . . Ik zal een omkeer brengen in de gevangenschap van Mijn volk Israël . Zij zullen de verwoeste steden herbouwen en bewonen, . . Ik zal hen in hun land planten, en zij zullen nooit meer weggerukt worden uit hun land, dat Ik aan hen gegeven heb, zegt de HEERE, uw God.
Amos profeteerde niet over een opneming!
Onze moderne leraren nemen graag een uitdrukking als herbouw de verwoeste steden en zeggen dan dat dit is wat er tegenwoordig in de Israëlische Staat gebeurt. Steden worden herbouwd, maar de tabernakel van David wordt niet opgericht, noch is de zon ondergegaan op het middag uur . De steden van het land zijn nog nooit zo verwoest dat er geen persoon, geen grassprietje of zelfs maar één vis is [Zef 1:2,3]. Dit moet gebeuren vóór de opmerkelijke dag van de Heer en voordat Israël terugkeert naar het land. Dit niveau van vernietiging is nog nooit gebeurd in wat gewoonlijk het “Heilige Land” wordt genoemd. De verwoeste steden zullen dan door Israël worden herbouwd, maar niet eerder. Dat wat nu in Palestina wordt gebouwd, moet iets anders zijn dan waar de profeten over spreken van Israël.
We zullen zien dat de verwijzing naar het overblijfsel van Edom in vers 12 wordt bevestigd als we uit Obadja citeren. Deze mensen die zichzelf ten onrechte “Joden” noemen, zullen worden uitgeroeid en:
Obad 1:17 zij die van het huis van Jakob zijn, zullen hun bezittingen weer in bezit nemen.
Dit is de tijd waarin Israël, Edom verplaatst [zie het hoofdstuk getiteld Kunnen de moderne Joden Israël zijn? Het “Huis van Jakob” betekent nooit alle rassen. Obadja geloofde ook niet in een vele-rassen kerk!
DE HERVERZAMELING IN MICHA
Inmiddels moet de samenhang van de boodschap over de bijeenkomst van Israël duidelijk zijn voor iedereen met een half verstand om het bewijs objectief te beoordelen. Geen van de profeten van Israël is een volgeling van algemeenheid! Dit gaat door via de kleine profeten.
Micha 2:12 Ik zal u, Jakob , zeker verzamelen, geheel en al. Ik zal het overblijfsel van Israël zeker bijeenbrengen. . . . .
Micha is het met alle andere profeten eens dat bij de bijeenbrenging alleen Israëlieten betrokken zijn.
Als Israël vergaderd is, vertelt Micha de positie van de andere volken.
Micha 4:2 Vele heidenvolken zullen op weg gaan en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE, naar het huis van de God van Jakob; dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen, en zullen wij in Zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en het woord van de HEERE uit Jeruzalem.
Dit is de tijd dat Jezus met Israël regeert met een ijzeren staf over de naties. De naties zullen het zien en beschaamd zijn over uw macht [Micha7:16]. Metaforisch gezien moeten de andere naties het stof likken [Micha7:17].
Gedurende het millennium is er geen oorlog meer tussen de naties, die allemaal nog steeds gescheiden zijn van Israël. Israël wordt beschreven als een “natie”, net als de anderen. Andere naties en Israël zijn in de Schrift altijd aparte volkeren. Alle profeten zijn het daarmee eens.
Micha 5:7,8 En het overblijfsel van Jakob zal onder de heidenvolken zijn, als een dauw van de Heere, . . . Ja, het overblijfsel van Jacob zal zijn te midden van veel volken, als een leeuw onder de dieren van het woud, . . . ..
Micha herinnert ons verder aan de leer van Bileam en dat om nederig met haar God te wandelen, Israël de afgoderij moet vermijden die voortkomt uit rassenhuwelijken. Afgoderij is altijd een reden, door de Schrift, voor een oordeel over Israël. Bileam profeteerde zegen over Israël toen Israël als een apart volk woonde. Moabitische huwelijken met Israël maakten een einde aan deze scheiding die tot afgoderij leide. Net als bij de andere profeten, besluit Micha met de gebruikelijke boodschap:
Micha 7:20 U zult Jakob de trouw bewijzen en Abraham de goedertierenheid, die U aan onze vaderen gezworen hebt vanaf de dagen van weleer.
Ondanks wat alle profeten over dit onderwerp te zeggen hebben, wordt het door bijna alle hedendaagse leraren genegeerd of vergeestelijkt.
DE HERVERZAMELING IN NAHUM
De boodschap van deze profeet over dit onderwerp wordt gemist omdat het woord voor “verzamelen” wordt vertaald als “weggestuurd” [KJV] of “herstellen” [NIV]. (Statenvertaaling: “afgewend”)
Nahum 2:2 Want de HEERE heeft de hovaardij van Jakob afgewend, gelijk de hovaardij van Israël ;
Maar Nahum is net zo exclusief over Israël als alle andere profeten. Deze profeet noemt andere volkeren alleen als ze betrekking hebben op Israël.
DE HERVERZAMELING IN HABAKKUK
Habakuk is de profeet die verklaart dat het visioen voor een bestemde tijd is en dat het zeker zal komen [Hab2:3 en Hab3:13 – U ging uit voor de redding van Uw volk , de redding van Uw gezalfde ].
Er wordt tegenwoordig nooit onderwezen dat Israël Gods gezalfde zijn en worden ook nooit zo genoemd. Het zou onmogelijk zijn om het samen met de populaire begrippen, te kunnen worden onderwezen. Dit werd behandeld in het hoofdstuk getiteld, Zaden, Natuurlijk en Geestelijk. Als we het tijdstip van hoofdstuk drie beschouwen, wanneer de Heer uitgaat tot de redding van Zijn volk, is dit ten tijde van de wederkomst [Hab3:3-6]. Het is in een tijd van oordeel [v9-12].
Habakuk 3:18 ik zal dan toch in de HEERE van vreugde opspringen, mij verheugen in de God van mijn heil.
Dit is de boodschap die Habakuk aan de Hoofd Zanger gaf over de redding van het gezalfde volk van Israël. Het moet een heel belangrijke boodschap zijn!
DE HERVERZAMELING IN ZEFÃNJA
Deze profeet spreekt over de vreselijke oordelen over Israël en vervolgens spreekt hij over het overblijfsel van Israël met de Heer in hun midden.
Zef 3:17,18,20 De HEERE, uw God, is in uw midden, een Held, Die verlossen zal. Hij zal Zich over u verheugen met blijdschap. . . Wie bedroefd zijn zal Ik verzamelen, . . . In die tijd zal Ik u bijeenbrengen. Voorzeker, Ik zal u maken tot een naam en tot lof onder alle volken van de aarde, wanneer Ik voor uw ogen een omkeer in uw gevangenschap breng, zegt de HEERE.
In deze text wordt het woord verzamelen tweemaal gevonden. Hoewel Zefãnja een profeet voor Juda was, spreekt het laatste hoofdstuk over het overblijfsel van Israël [v13] en over een vervulling na de terugkeer van Juda uit Babel.
Israël is nog steeds gescheiden van onder alle volkeren van de aarde [v20]. We vinden geen verwijzing naar een dergelijke gevangenschap van een ander volk dan Israël. Israël is het enige volk dat exclusief is samengekomen uit de andere naties!
DE HERVERZAMELING IN HAGGAÏ
Haggaï spreekt ook over het gezalfde volk, de kinderen van Israël.
Hag 2:6 Met het woord, in het welk Ik met ulieden een verbond gemaakt heb, als gij uit Egypte uittrokt, en mijn Geest, staande in het midden van U. . ..
Deze laatste zin wordt beslist niet geleerd in onze kerken. Israël is het volk van het verbond dat hierboven wordt genoemd. Het zijn kinderen van degenen die God uit Egypte heeft geleid. Dit identificeert hen als Israëlieten. Dit zijn op wie Gods Geest blijft, zegt de profeet. Haggaï gaat verder met het spreken over het schudden van de hemel en de aarde en vervolgens over de heerlijkheid van de nieuwe tempel. Dit spreekt van de tijd rond het einde van dit tijdperk.
DE HERVERZAMELING IN ZACHARIA
Deze profeet vertelt over de verstrooiing van zowel Israël als Judea, maar hij zegt verder:
Zech 2:5 En Ík zal voor haar zijn, spreekt de Heer, een muur van vuur rondom [Jeruzalem],
en Ik zal in haar midden tot heerlijkheid zijn.
Israël is de appel van mijn oog en de andere volken zijn een buit. Niemand kan zeggen dat dit dezelfde dingen zijn. De Heer zal toch weer Jeruzalem kiezen [Zach 2:12]. Dit zal wonderbaarlijk zijn in de ogen van het overblijfsel van Israël [Zach 8:6].
Zach 8:7,8 . . .. Zie, Ik ga Mijn volk verlossen uit het land . . . .en Ik zal hen hierheen brengen, zij zullen midden in Jeruzalem wonen. Zij zullen Mij tot een volk zijn ,
Nooit vinden we een ander ras dan Israël dat Gods volk wordt genoemd. Deze alleen worden naar Jeruzalem gebracht [verzameld].
Nogmaals, het is het huis van Israël samen met het huis van Juda die worden vergaderd … [Zach 8:13 en 9:1], zoals ook wordt getoond in het onderstaande vers. Het woord “Jozef” duidt de leiding van het huis van Israël aan.
Zach 10:6 Ik zal het huis van Juda versterken, en het huis van Jozef zal Ik verlossen.
Ik zal hen terugbrengen, want Ik heb Mij over hen ontfermd. Zij zullen zijn alsof Ik hen niet verstoten had.
De volgende hoofdstukken van dit boek vertellen over de voortdurende scheiding van heel Israël van andere rassen en ook over de scheiding binnen Israël. Jeruzalem en de Olijfberg komen op een geografische manier voor. Opnieuw komen de niet-Israëlietische volken van jaar tot jaar naar Jeruzalem om de Koning, de Heer der Heerscharen, te aanbidden. Dit is bij voorkeur omdat er straf is voor die volken die niet zullen komen [Zach14:12-21]. En nogmaals, de niet-Israëlietische volken kunnen niet in Jeruzalem verblijven.
Het allerlaatste vers van dit boek zegt: en er zullen geen Kanaänieten meer zijn in het huis van de Heer der legerscharen . Dit betekent dat de Kanaäniet momenteel in het huis van de Heer moet zijn. Het is de leer van degenen met Kanaänietisch bloed waartegen dit boek zich verzet. Jezus zegt: pas op voor de gist van de Farizeeën en de Sadduceeën.
DE HERVERZAMELING IN MALEACHI
Maleachi’s last van het Woord van de Heer was aan Israël [niet aan anderen]. Hier vinden we de uitdrukking, Toch hield ik van Jakob en ik haatte Ezau . Dit kunnen onze universalisten niet accepteren met hun vertolking van ga de hele wereld in , waardoor deze uitdrukking de bewoonde aarde [ oikoumene ] betekent, terwijl het woord kosmos is, wat de kosmos van Israël betekent, in deze samenhang.
Rassen vermenging wordt uitgedrukt als is getrouwd met de dochter van een vreemde god en we zien dat, De Heer zal de man die dit doet … zowel de meester als de geleerde uit de tabernakel van Jakob afsnijden . Het lijkt erop dat de meeste van onze meesters en geleerden zullen worden afgesneden vanwege wat ze ons leren. We hebben gezien hoe andere profeten hetzelfde zeggen over de valse leraren. Wie zal de dag van zijn komst kunnen verdragen ? [Mal3:2] De grote en vreselijke dag van de Heer is nabij.
Vóór die dag zal er een bericht zijn dat maar weinigen zullen accepteren.
Mal 4:4-6 Denk aan de wet van Mozes, Mijn dienaar, die Ik hem geboden heb op Horeb voor heel Israël, aan de verordeningen en de bepalingen. Zie, Ik zend tot u de profeet Elia, voordat de dag van de HEERE komt, die grote en ontzagwekkende dag. Hij zal het hart van de vaders tot de kinderen terugbrengen, en het hart van de kinderen tot hun vaders, opdat Ik niet zal komen en de aarde met de ban zal slaan.
Dit laatste boek van het Oude Testament, vertelt over de bijeenkomst en wie zal worden opgenomen in het Boek van Herinnering. Nogmaals, het is een overblijfsel van de zonen van Jakob [Mal3:6].
Mal 3:17 En zij zullen voor Mij, zegt de HEERE van de legermachten, op de dag die Ik maken zal, een persoonlijk eigendom zijn. Ik zal hen sparen, zoals een man zijn zoon spaart die hem dient.
Degenen die de Heer als zonen dienen, zult gij terugkeren en onderscheid maken tussen de rechtvaardigen en de goddelozen, tussen hem die God dient en die hem niet dient [Mal3:18]. Deze dag zal branden als een oven; en alle hoogmoedigen, ja, allen die goddeloos handelen, zullen stoppels zijn en de dag die komt, zal hen verbranden, zegt de Heer der heerscharen, dat het hen wortel noch tak laat. Maar voor u die mijn naam vreest, zal de zon der gerechtigheid opgaan met genezing onder zijn vleugels – [Mal4:1,2]
CONCLUSIE
Laten we niet te trots zijn om toe te geven wat de Heer der heerscharen zegt over het bijeenbrengen van het overblijfsel van de exclusieve ZONEN VAN JAKOB. Dit onderwerp van de hervergadering van Israël en het evangelie van het Koninkrijk hebben veel gemeen. De betrokken personen hebben dezelfde rassen- identiteit. Het is noodzakelijk dat we het juiste evangelie geloven, en het toepassen op dezelfde mensen als de Schrift. We gaan nu naar het Nieuwe Testament waar we geen verandering vinden ten opzichte van wat we in het Oude Testament vinden.
