In de laatste paar decennia van de 20e jaar-honderd (eeuw) hebben we een toename gezien in het gebruik van de termen, Heilige/Zalige Naam van God en de noodzaak om deze te gebruiken om meer effectieve zegeningen van God te krijgen of iets in die richting.
De Jehovah’s Getuigen waren hier natuurlijk al meer dan 100 jaar mee bezig als een belangrijk platform van hun sekte, zij het als Jehovah in plaats van YHWH.
Maar het debat is ouder dan de meeste mensen denken en zelfs de apostelen waren hierin verwikkeld, zoals ik later zal laten zien.
Het Heilige Naam idee is hoofdzakelijk gebaseerd op twee dingen; 1. De interpretatie van wat het woord “naam” zelf betekent en hoe de moderne mens het gebruikt in plaats van hoe het oorspronkelijk gebruikt werd… en 2. Het concept van vertrouwen op de tekst van wat zovelen in de laatste paar honderd jaar de “Oorspronkelijke Hebreeuwse Geschriften” hebben genoemd.
Veel onderzoekers kijken naar deze “Oorspronkelijke teksten” om te zien wanneer de tetragrammatica voor het eerst werd gebruikt en zoeken naar aanwijzingen in Joodse bronnen zoals de Joodse Encyclopedie enzovoort. Eén zo’n onderzoeker is bijvoorbeeld ene Dr. G. Recart die in zijn lange studie, “Tracing the Origin of an Idol God”, de volgende beweringen deed…
“Ik heb in het verleden gelezen dat de naam YHWH/YHVH door veel geleerden wordt beweerd afkomstig te zijn uit heidense bronnen en door Joden is overgenomen. Joden ontkennen dit. Maar het feit blijft dat de naam “Jah” het fundamentele ingrediënt is van Jahweh/Yahveh. Zonder de Jah is er geen weh of veh. De Joodse encyclopedie geeft een beetje informatie, maar houdt een heleboel waarheid achter.
De encyclopedie beweert dat Jah en Jahweh/Yahveh niet afkomstig zijn van Hettitische, Perzische, Egyptische, of Griekse bronnen. Wel wordt toegegeven dat de naam Ya en Yah, zelfs Yahu, vóór 2500 v. Chr. in Babylon werden gebruikt en daar op kleitabletten werden aangetroffen. Eén geleerde zegt dat Ya, Yah, en Yahu een vreemde god was. In een e-mail aan mij van een Yahweh profeet, beweerde hij dat het vreemde land waar het vandaan kwam Israël was en in Babylon door Joden werd aangenomen. Ik versloeg deze leugen heel gemakkelijk zoals ik je nu zal laten zien…
…De Jahweh-god in Egypte waarmee de Joden contact hadden, is de maangod. Is het toeval dat de Joodse naam voor de maan de kiem bevat van de Egyptische yah-god (Strong’s #3394 ya-reach zie ook Kanaänitische Ya-rikh-maangod)?”
…En zijn artikel gaat diep door over deze ‘Yah’ kwestie zoals hij die ziet, …en hoe hij het allemaal ziet berust natuurlijk, en zoals gebruikelijk, op het geloof dat de Joden Israëlieten zijn en dat zij de rentmeesters zijn van het Woord en dergelijke. Hij verdiept zich in hoe Ya is geschreven en wanneer het in de oorspronkelijke Hebreeuwse tekst is gezet. Helaas voor hem en degenen die hem volgen, zijn zijn bevindingen gebaseerd op onjuiste vooronderstellingen, waarvan de belangrijkste is de veronderstelling dat de Joden Israëlieten zijn (wat zij niet zijn, en een andere veronderstelling die ik verderop zal behandelen).
Hij gaat verder met zijn verklaring:
“Wij begrijpen nu dat de Ia god, de Ya en Yah god, binnendringers zijn in het Oude Testament via de Israëlitische omgang met heidense naties en het aannemen van hun goden. Dit is gemakkelijk te ontdekken in de profeten van het Oude Testament en de geschiedenis van Israël.
Hoe kwam dan het heidense Yhvh in de oudtestamentische geschriften? Er bestaat geen twijfel over dat deze interpolatie plaatsvond in de tijd dat de Joden in Babylon waren. En het is bovendien zeker dat de tetragrammatica niet bekend was bij de aartsvaders Noach, Abraham en Mozes. Geleerden proberen te beweren dat de “J” of Jahwist versie van de Schriften de “E” of Elohist voortbrengt. Dit is vals en zal altijd vals blijven. De Elohist “E” is de eerste van alle manuscripten … ” Enzovoort…
In grote lijnen stelt zijn werk dat de kwestie YHWH er een is die in de oorspronkelijke tekst is gezet en dat er in de oorspronkelijke tekst een andere naam was en er spellingsverschillen waren tussen die en YHWH en dat dus de ‘moderne’ YHWH heidens is… en dat hij de ‘ware’ versie kent. Ook blijft hij bij al zijn geleerdheid maar doorzeuren dat de Joden in Babylon waren, terwijl er geen Joden in Babylon waren, dat wil zeggen, dat ras van Asjkenazim-Edomieten die tegenwoordig Joden worden genoemd. Welnu, ja, er waren wel Asjkenaziem in Babylon, maar die waren er om te beginnen en werden toen geen Joden genoemd en waren niet in gevangenschap en waren geen Israëlieten van de gevangenschap. Dus, met de verkeerde overtuiging dat Joden Israëlieten zijn, is hij zich aan het opwinden over de verschillende presentaties van de ‘Hebreeuwse teksten’ in het licht van de ‘Oorspronkelijke Hebreeuwse tekst’… ja, die Hebreeuwse tekst… wat dat ook moge zijn. (Maar, in alle eerlijkheid naar Dr. G. Recart, hij heeft sinds deze beweringen hierboven, meer en meer geleerd en zijn kennis bijgewerkt).
Wat als de tekst die hij gebruikt voor zijn argument wel of niet YHWH of een variant daarvan bevatte? Wat als hij gelijk had dat de zogenaamde ‘originele tekst’ het wel had, omdat het in de tekst geschreven was als deel van de tekst en dat de tekst waar hij zich zo op baseert niet origineel is?
De vraag is dan, is de tekst origineel, en is hij inderdaad Hebreeuws? Dr. G. Recart heeft inmiddels ook ontdekt dat er iets heel verdachts aan de hand is met deze hele kwestie.
Identiteitsgelovigen weten heel goed wie Israëlieten zijn (althans dat hoop ik). Als gevestigde schriftgeleerden zeggen dat Joden beïnvloed werden door Babylon, dan kunnen zij nooit problemen oplossen met vroege manuscripten, tenzij zij het verschil kennen tussen de woorden Israëliet en Jood. Als zij het verschil niet kennen, zullen zij het hele debat altijd vertroebelen door zich te wenden tot Joden als de sekten die wij vandaag de dag kennen voor etnische antwoorden op stammen die in feite niets met hen te maken hebben voor antwoorden. Hoe vertroebeld is dat?
Het moet altijd gaan om feiten en niet om wat Joden voor ons hebben gebrouwen om te geloven.