De naam
De naam Yhwh wordt beschouwd als de eigenlijke Naam; hij stond in de vroegste rabbijnse werken gewoon bekend als de Naam; ook als Shem ha-Meyu ad (“de Buitengewone Naam”; Sifre, Num. 143); als Shem ha-Meforash (“de Onderscheiden Naam”; Yoma vi. 2); als Shem ben Arba’ Otiyyot (“het Tetragrammaton” of “de Vierlettergrepige Naam”; id. 71a); en als Yod He Waw He (spelling van de letters van Yhwh). De uitspraak van de geschreven Naam werd alleen door de priesters in de Tempel gebruikt bij het zegenen van het volk (Num. vi. 22-27); buiten de Tempel gebruikten zij de titel “Adonai” (So ah vii. 6; p. 38a). De hogepriester noemde de Naam op Jom Kippoer tienmaal (Tosef., Yoma, ii.; 39b). Rabbi Johanan zei dat de wijzen hun discipelen eenmaal in elk sabbatsjaar de sleutel tot de Naam overhandigden. De wijzen citeerden: “Dit is mijn naam tot in eeuwigheid, en dit is mijn gedenkteken tot in alle geslachten” (Ex. iii. 15). Hier is het woord “le-‘olam” (voor altijd) gebrekkig geschreven, zonder de “waw” voor de klinker “o,” hetgeen de lezing “le-‘allem” (verbergen; id. 71a) oplevert. Zie Sjem ha-Meforasj.”
En zo gaat het maar door. Het punt is, dat we zien dat de hele zaak een Rabbijns debat is, één dat rond en rond gaat met eindeloos gewauwel. Er staat dat de YHWH beschouwd wordt als de eigenlijke Naam, let wel, wordt beschouwd. Dit betekent, gedacht dat het zo is, maar niet bewezen als feitelijk. En zo wordt het gedacht door de heidenen van de antichristen.
Maar er is nog een andere kleine kwestie. We denken allemaal dat de ‘Vier Letters’ YHWH zijn, maar het staat ook geschreven als YHVH… dus wat moet het zijn?
In dezelfde encyclopedie staat…
“In schijn is Yhwh de derde persoon enkelvoud imperfect ” al” van het werkwoord (“zijn”), wat betekent, daarom, “Hij is,” of “Hij zal zijn,” of, misschien, “Hij leeft,” de grondgedachte van het woord is, waarschijnlijk, “blazen,” “ademen,” en dus, “leven.” Met deze verklaring stemt overeen de betekenis van de naam gegeven in Ex. iii. 14, waar God wordt voorgesteld als spreker, en vandaar als gebruikmakend van de eerste persoon – “Ik ben”.
Dus, in onze vertalingen, aannemende dat de genomineerde woorden YHWH of om de een of andere reden, YHVH waren, zijn deze dan treffend vertaald! Aangezien geen enkele tong heilig is, en zeker geen rabbijnse, kunnen we gemakkelijk en eenvoudig zeggen dat Gods genomineerde woorden (naam) is/zijn, “Ik ben”. En zo in het Nederlands, “Ik ben”, in het Duits, “Ich bin”, in het Afrikaans, “Ek is” enzovoort. Het is niet nodig om vast te houden aan een dode taal zoals de gevestigde priesters doen. Maar daar zou het kunnen ophouden en men kan verkiezen de heidense woorden te willen gebruiken…
Echter, dit zijn heidense Rabbijnse woorden…. en wij moeten niet leren van de heidenen, en wat meer is, wij mogen niet communiceren met broeders in een taal die niet wordt verstaan, tenzij vertaald, want anders is dat geen manier om iemands kennis op te bouwen. Paulus zegt ons dat we moeten spreken in een taal die verstaanbaar is voor degene tot wie we spreken, en anders een vertaler moeten nemen…waarom? Om te vertalen natuurlijk… en als er geen vertaler te vinden is, blijf dan stil, houd je mond! Dat zou op zich al genoeg moeten zijn om te zeggen, Jezus wil niet dat we YHWH zeggen, of YHVH, en niemand weet zelfs hoe je het uitspreekt/uitspreekt en Rabbijnen zijn dit punt al meer dan 2000 jaar aan het verdraaien. En wie kan het wat schelen wat een stelletje stinkende zwartharige varkens denken of redeneren! Dus waarom zouden we ons bij hen aansluiten? En mag ik de lezer eraan herinneren, dat God zal communiceren met het gebruik in een stamelende taal…Gothic en zijn uitlopers.
Sommigen zeggen dat alleen maar omdat Joden het gebruiken, dat dat geen reden is voor ons om het niet te gebruiken…maar dat is gewoon niet de kwestie.
Het is dwaas om te zeggen, alleen maar omdat Joden een woord gebruiken, dat wij het dan niet zouden mogen gebruiken. Dat is helemaal niet mijn standpunt. Daar gaat het hier niet over. Ik zeg dat wij onze eigen woorden en tong hebben en waarom zouden wij ons mengen in een Joods debat over hoe hun woorden geschreven of gesproken moeten worden, en om geen enkele reden, alleen maar omdat er een idee rondzweeft dat Joden op de een of andere manier een speciaal inzicht hebben dat ons niet gegeven is, omdat zij een soort extra Bijbelkennis hebben. De waarheid is dat zij die extra bijbelkennis niet hebben.
Het is een feit dat de Joden geen waarheid in zich hebben en dus hebben zij geen speciaal licht boven dat wat gegeven is aan Gods ware uitverkoren volk, wij. Jezus is ONS licht. Hij is geen lamp voor de voeten van de Joden. Zij zijn blinde gidsen die blinden leiden, dus waarom zouden we hen volgen? Dit hele artikel gaat niet over het verwerpen van hun joodse ideeën omdat ze joden heten; het gaat over het verwerpen van hun ideeën vanwege hun duisternis, hun leugens, hun trucs, en omdat zij Christus haten, Christenen haten, Saksen haten, hun vuiligheid, hun eindeloze plunderingen, hun eindeloze positieve actie tegen ons, hun eindeloze wetten tegen ons, hun giftige chemicaliën en drugs tegen ons, hun eindeloze heidense voodoo genaamd Pop en Jazz tegen ons, hun eindeloze adviezen over familieplanning tegen ons, hun eindeloze oorlogen die zij gebruiken om ons af te slachten, hun eindeloze propaganda tegen ons en ga zo maar door, dat men zich niet tot hen zou moeten wenden voor enig inzicht.
Zij zijn voor ons, vanwege al deze dingen, een niet-mens voor ons. En voor Gods wet zijn zij evenzo, een niet-volk.
Het enige inzicht dat wij van hen kunnen krijgen is hoe wolven zich gedragen en hoe wij, als schapen, ervoor kunnen zorgen dat wolven zich niet met ons vermengen, en dat wij, door te weten wat zij doen, zelfs kunnen verhinderen dat hun wegen ons beïnvloeden. Wij moeten alleen hun wegen leren om hun oorlogstactiek tegen ons te begrijpen, maar deze zijn niet als licht voor ons, maar als hun wapens tegen ons om te observeren en hoe wij ze van ons af kunnen weren. En hun geleerden en deskundigen zijn tegen ons. Wij hebben geen gemeenschap met de goddelozen.
Maar er is meer! Jezus heeft ons zelfs gezegd wat wij moeten zeggen en hoe wij onze God moeten noemen. En uiteindelijk moet een christen luisteren naar de woorden van hun koning, en die koning is Koning Jezus, en wij moeten niet luisteren naar een of andere sekte van smerige, Christus-hatende, Identiteitsdieven.
Dus laten we eens kijken wat Jezus ons opdroeg (beval) te zeggen.
Jezus verwees naar God als Zijn Vader. Iedereen die Hem volgt en erkent heeft ook de Vader, omdat zij als zonen zijn geplaatst, het zoonschap verwerven. Door zonen te worden, worden zij mede-erfgenamen van het koninkrijk. Zij die de Zoon niet hebben, worden ook geen erfgenamen van het koninkrijk en zijn dan buiten het koninkrijk. Zij die Jezus niet hebben, die hebben ook de Vader niet. Dit is dus geen lichte zaak. Alleen Saksons kunnen God de Vader noemen, want alleen Saksons zijn verwanten van Jezus en alleen Saksons zijn dus schapen en alleen schapen herkennen de stem van hun herder.
Bovendien heeft Jezus gezegd dat hij alleen gekomen is voor hen die verloren zijn; en zij die verloren zijn, zijn de verloren schapen van het Israëlitische volk… en alleen voor hen is hij gekomen… en alleen zij van die soort die Hem aanroepen, kunnen als zonen worden geplaatst. Inderdaad wordt ons gezegd dat een zoon en een knecht naast elkaar kunnen opgroeien, maar als de knecht geen zoon is van de eigenaar van de wijngaard, zal hij altijd slechts een knecht blijven. Hij kan de eigenaar van de wijngaard alleen maar noemen; Meester, of Heer, of machtige of welke andere verheven naam (woord) dan ook, maar de zoon daarentegen roept, door de eigenaar als zijn vader te erkennen, “ABBA Vader!” wat de knecht nooit kan doen. De dienaar kan jaren discussiëren over wat de meest passende titel is voor de eigenaar en hoe die uit te spreken, maar de zoon weet wat hij moet zeggen…Vader. En als die zoon dan zijn vader noemt bij de naam waaronder anderen hem kennen, dan zegt die zoon in één keer tegen de wereld, ik noem hem niet Vader maar Bill, Piet, YHWH, Paashaas of wat dan ook… en daarmee stelt hij zichzelf gelijk aan de dienaar en is zijn deel dat van de dienaar… dat deel is niet het zoonschap, en dus geen erfgenaam van het landgoed (koninkrijk) en ziet af van zijn erfenis en de rechten die daarmee gepaard gaan.
Het woord Vader is wat ware zonen ‘hem’ noemen. Als we in OT tijden leefden voor het Nieuwe Verbond, dan zou misschien de discussie over het wel of niet kunnen zeggen van YHWH en als we Jiddisch Kanaänitisch spraken, dan OK zijn, zeg YHWH of YHVH. Maar het Nieuwe Verbond veranderde dat… en het werd ALLEEN gemaakt voor Sakson Christenen om als zonen geplaatst te worden en hen zo erfgenamen te maken van het landgoed van de Meester, en dus van hun Vader. Dus ALS wij degenen zijn met wie het Nieuwe Verbond is gesloten om ons als zonen te plaatsen, omdat wij die rechtmatige erfgenamen zijn, dan mogen wij onze God, die Zichzelf voortaan als onze Vader beschouwt… niet bij enige andere naam (genomineerde titel) noemen die passend is voor een zoon om Hem aan te roepen. Er is slechts één benoemde titel die passend is voor een zoon om een vader aan te roepen. Een zoon kan zijn vader maar bij één naam noemen (titel), en die naam is Vader.
De naam van ONZE God is dus Vader. Andere rassen kunnen hem noemen met wat zij geschikt achten, maar merk op, niemand noemt hem Vader, noch kunnen zij hem Vader noemen… grappig dat!
God is een woord en wij gebruiken het niet als een naam, het is een woord dat eenvoudigweg wetgever betekent. Een wetgever wordt door het maken van wetten, een meester, dus een god. Om die reden zegt de Bijbel dat er vele goden zijn. Alles wat wetten maakt, of gelooft al wetten te hebben, of het nu een mens is of een verzonnen spook, is een god. Zo is onze Vader ook een god. Maar de onze is een levende god en de enige die de ware wetgever is, want hij is ook de schepper en de machtigste, en alsof dat nog niet genoeg is, heeft hij ons uitverkoren om zijn zonen te zijn van alle dingen die hij heeft gemaakt en over alle dingen die hij heeft gemaakt.
Geen ander ras heeft die relatie met God, weest dus plichtsgetrouw genoeg om uw God te eren door hem bij zijn rechtmatige relationele naam met ons te noemen, Vader.
Voor de dag van Pinksteren 33 n.Chr.
De Apostelen bevonden zich in een overgangsperiode tussen het oude verbond en het nieuwe verbond, en in het oude verbond waren wij als dienaren en dus had het Rabbijnse debat over wat de ware manier was om de meest toepasselijke genomineerde titel uit te spreken zijn verdienste. Maar met het nieuwe verbond werd dat debat weggevaagd voor de zonen van God.
Zij kwamen inderdaad tot Jezus en vroegen hem hoe wij dan God aanroepen (aanroepen betekent bij de naam noemen) en hij zei: “zo bidt gij… Onze YHVH die in de hemelen zijt, Uw naam worde geheiligd…” Oh echt, laten we een herkansing doen… “ONZE VADER die in de hemelen zijt, Uw naam worde geheiligd (genomineerde titel, en die genomineerde titel voor zonen is ONZE VADER)…”
Dus als we iets in zijn naam doen, doen we het in de naam van de Vader, in de autoriteit van de Vader.
Als je de zoon wordt, heb je het gezag van de vader en regeer je het landgoed met hem en als hem, zelfs over de dienaren die geen zonen zijn. De dienaren die geen zonen zijn, mogen de woorden gebruiken die verkort uit de taal van een vreemdeling komen… YHWH.
Op dit punt moeten we nog eens kijken naar de culturele betekenis van dat woordje naam, wat het betekent en hoe het gebruikt wordt…
Dat woord ‘naam’ is een woord dat betekent, woord. Gewoon dat. Maar het heeft een toegevoegde betekenis wanneer het gebruikt wordt als een zelfstandig naamwoord met een ‘voorwoord/naam’ of een woord/naam die ernaar ‘wijst’. Laat me je een voorbeeld geven; een sheriff roept: “Ik arresteer je in de naam van de wet!” Dus als naam zoiets betekent als een klinkklare naam (want zo gebruiken mensen namen tegenwoordig in onwetendheid) zoals Peter, Billy, of Alice, wat is dan de naam van de wet? Ik hoop dat je kunt zien dat een dergelijke redenering geen zin heeft. Het is duidelijk dat “naam” als woord gebruikt wordt om iets anders te betekenen dan, Billy, Pete, of Biff. Het betekent: AUTORITEIT. Het is een basiswoord voor autoriteit. De reden hiervoor is dat de woorden die gegeven worden om iemand te beschrijven, beschrijven wat men hoopte dat zijn status of autoriteit in het leven zou zijn. Benjamin bijvoorbeeld werd zo genoemd omdat zijn moeder hem toeschreef: de zoon van mijn vrolijkheid, dat was dus zijn autoriteit, dat wat hem was toebedeeld. Het gezegde “Gods naam” betekent niet, God heet zo en zo, maar het betekent veeleer zijn gezag, welke eigenschappen hem worden toegeschreven. Deze omvatten, de Ik ben, de Almachtige enzovoort. Maar zoals gezegd, voor christenen is een heel bijzondere band Autoriteit, die de ultieme band wordt, die van Vaderschap. Hij heeft dus het gezag van Vader over zijn zonen. In Gods naam betekent in Gods gezag. Het is vals taalgebruik om te proberen dat te laten lezen dat we een naam moeten zoeken zoals we vandaag namen gebruiken in de vorm van Petrus, Billy, Johannes, enzovoort, en als we dat doen, is het onbeschoft en onbeleefd om een vader bij zijn zogenaamde voornaam te noemen.
Maar er is meer dat onderstreept dat de bijbel dat woord, naam, gebruikt in de vorm van de betekenis, gezag. In Openbaring 22:4 lezen we: “En zij zullen zijn aangezicht zien, en zijn NAAM zal in hun voorhoofden zijn.” Wat, als naam iets betekent als Billy, Biff, of YHWH, zal er dan een tatoeage van zijn in of op onze voorhoofden???? Het vers heeft het over AUTORITEIT. Het gezag wordt geschetst in andere delen van de bijbel van wat dit betekent in plaatsen als Ez 9:1-6 of Deut 6:4-9.
Ik hoop dat het voor iedereen duidelijk is dat er niet zoiets bestaat als een heilige naam in de zin van een naam die geheiligd wordt en dat we moeten zoeken naar een simplistisch argument dat we een naam moeten zoeken als Billy, Peter, Biff, Jake, of YHWH. Ook dat het niet Gods bedoeling is dat we een of andere verborgen naam moeten zoeken om Hem zover te krijgen dat Hij ons hoort.
Het woord maakt het duidelijk, geen ritueel gebruik van wat dan ook zal God ons laten horen, alleen het acht geven op zijn wet, en dat betekent, het zoeken naar zijn autoriteit…ja, in die zin…naam.
Addendum…