DE ENIGE VERWIJZING IN HET OUDE TESTAMENT NAAR VUUR EN OORDEEL
In alle Hebreeuwse geschriften van het Oude Testament is geen woord te vinden dat spreekt over de dood in de sheol die wordt gemarteld of verbrand met vuur. Er is echter wel een Schrifttekst die spreekt over een “vuur van de zuiveraar”, maar de tijdsinstelling voor dit vuur is niet het Oude Testament, maar eerder het Nieuwe:
Israël en vooral de priesters vragen spottend:
“WAAR is de God van het oordeel?” (Laatste zin in Mal. 2:17) .
Waarop God antwoordt:
“Zie, Ik zal Mijn Boodschapper voor Mijn aangezicht zenden; en de Here, Die gij zoekt, zal plotseling komen naar Zijn tempel [Zijn volk in wie Hij woont, I Kor. 3;16] , ja, de Boodschapper van het verbond [het NIEUWE verbond] , Die gij liefhebt; zie, Hij zal komen, zegt de Here der heerscharen.
Maar wie kan de dag van Zijn komst verdragen? En wie zal standhouden, wanneer Hij verschijnt? Want Hij is als het vuur van een zuiveraar en als het zeepsop van een voller: En Hij zal zitten als een zuiveraar van zilver; en Hij zal de zonen van Levi zuiveren…” (Mal. 3:1-3a) .
Wie zijn de “zonen van Levi” onder het Nieuwe Verbond? Zij zijn de “uitverkoren ENKELELINGEN”. Petrus beschrijft hen:
“Gij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk Gode ten eigendom, om de grote daden te verkondigen van Hem, die u uit de duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht: u, eens niet zijn volk, nu echter Gods volk, eens zonder ontferming, nu in zijn ontferming aangenomen. “. (I Petrus 2:9-10).
Dit zijn de Israëlieten die de scheidbrief kregen na de dood van koning Salomo. “Eens niet zijn volk” wat gewoon betekend “zij die door de scheidbrief zonder wet waren en zonder hoop”. Het gaat hier om Israëlieten, alle Israëlieten, gelovig of ongelovig.
Merk op dat Petrus ons “een koninklijk priesterschap” noemt. Het woord “koninklijk” is vertaald uit het Grieks, basileios, en het betekent “koninklijk”. Petrus spreekt over “een KONINKLIJK priesterschap” of “KONING/PRIESTERS”. Ja, dat is precies hoe God ons noemt:
“En heeft ons voor onze God gemaakt tot KONINGEN EN PRIESTERS, en wij zullen heersen op de aarde” (Openb. 5:10 & Openb. 2:26-27).
Verder in Mal. 3:3
“…en zuivert hen als goud en zilver…”
Waar lezen we hier nu over in het Nieuwe Testament/Nieuw Verbond? Paulus maakt ons duidelijk dat alleen het “goud, zilver en edelstenen” van Gods woord in ons het “vuur van de zuiveraar” zullen overleven:
“Als iemand nu op het fundament [Jezus Christus] goud, zilver, edelstenen bouwt [deze worden verfijnd en gezuiverd en veel waardevoller gemaakt door het vuur], [of] hout, hooi, stoppels [deze worden totaal verteerd en opgebrand door het vuur] :
Ieders werk zal openbaar worden; want de dag zal het verkondigen, omdat het door het vuur zal worden geopenbaard. Want onze God is een verterend [geestelijk] vuur,’ Hebr. 12:29] ; en het vuur zal ieders werk beproeven van welke aard het is. Indien iemands werk, dat hij daarop gebouwd heeft, blijft bestaan, zal hij een beloning ontvangen. Indien iemands werk verbrand zal worden, zal hij verlies lijden; maar hijzelf ZAL BEHOUDEN ZIJN; doch als door vuur”. (I Kor. 3:12-15) .
Tot slot van Mal. 3, vers 3:
“opdat zij de Here een offer in gerechtigheid brengen.”
Het is dit “offer in RECHTVAARDIGHEID” dat de “koningen der aarde [wij, de uitverkoren ZIJN de ‘koningen der aarde, Openb. 5:10] hun heerlijkheid en eer [‘een offer in gerechtigheid’] in het [Nieuwe Jeruzalem uit de Hemel] brengen” (Openb. 21:24).
DE ZEGENINGEN EN DE VERVLOEKINGEN
DE zegeningen:
“En al deze ZEGENINGEN zullen over u komen en u overvallen, ALS gij zult horen naar de stem van de Here, uw God” (Deut. 28:2).
Zal u verheffen boven alle volken op aarde
Gezegend in stad en veld
Vrucht van lichaam, vee en grond
Uw vijanden verslaan
Gezegend in voorraadschuren
Gezegend in alles wat u doet
Gezegend komen en gaan
Alle volken zullen u vrezen
Zal u vestigen als een heilige natie
Zal u overvloedig maken in alle goederen
Zullen uitlenen maar niet lenen
Wees het hoofd en niet de staart
DE VERVLOEKINGEN:
“Maar het zal geschieden, ALS gij naar de stem van de Here, uw God, niet zult luisteren, om al Zijn geboden en Zijn inzettingen, die ik u heden gebied, in acht te nemen, dat al deze vervloekingen over u komen en u overvallen” (Deut. 28:15).
Vervloekt in de stad en op het veld
Vervloekt in mand en winkel
Vervloekt vrucht van lichaam, kudden & land
Vervloekt bij het binnenkomen en uitgaan
Vervloekingen zenden, tot vernietiging
Plaag zal je verteren
Vervloekt door ziekte, koorts, enz.
Extreme verbranding en het zwaard
Jullie hemel als koper & aarde als ijzer
Geslagen door uw vijanden
Jou slaan met de botten van Egypte
Waanzin, blindheid, verbijstering van hart
Uw wegen zullen niet voorspoedig zijn
Een andere man zal uw vrouw nemen
Bouw een huis maar woon er niet in
Een wijngaard planten maar er niet van genieten
Zonen en dochters aan buitenlanders geven
Vruchten van uw land gegeten door andere naties
Je zult gek worden
Getroffen door builen die niet genezen kunnen worden
Geslagen van de voetzool tot de kruin van het hoofd
U zult andere volken dienen en hun stenen goden
U zult bespot worden onder de volkeren
Sprinkhanen eten uw velden, wormen eten uw druiven
Sprinkhanen zullen alle bomen van het veld verteren.
Kinderen zullen in gevangenschap raken
Vreemden in jullie midden zullen over jullie heersen
Vreemden zullen het hoofd zijn en jullie zullen de staart zijn
Daarom zullen jullie je vijanden dienen
Hij zal ijzer op je nek leggen tot je VERNIETIGD bent
Je zult geen zekerheid hebben voor je LEVEN
Laten we nu eens heel eerlijk zijn over wat we zojuist hebben gelezen. Alle zegeningen zijn fysieke zegeningen van voedsel, vee, kinderen, huizen en veiligheid tegen vijanden van buitenaf, in dit land, in dit leven, ALLEEN. En de vervloekingen zijn verlies van kinderen, vee, voedsel, huis, en hun land, en ziekte, pijn, lijden in hun lichaam, en gevangenschap, slavernij, gebondenheid, ellende, en dood en vernietiging in verspreide vreemde landen. Niets meer en niets minder.
Waar in al deze zegeningen staat EEN WOORD over iets anders dan het relatief korte leven van voorspoed en veiligheid in het land? Waar staat er EEN WOORD over een leven na de zegen bij God?
Waar in al deze vervloekingen staat EEN WOORD over iets anders dan het relatief korte leven van ziekte, armoede, gevangenschap, ellende, slavernij en dood in verstrooide landen? Waar staat er EEN WOORD over straf na de dood in een hiernamaals vol pijn en straf in een eindeloze hel? Kunnen we het er niet allemaal over eens zijn dat het er gewoon niet is?