Wij stellen de centrale doctrine van de kerken op de proef. Sommigen zullen de resultaten verrassend vinden. Sommigen zullen beledigd zijn. Onze lezers moeten op zijn minst de waarschijnlijkheid overwegen dat sommige van hun favoriete kerkelijke doctrines uit heidense bronnen kwamen in plaats van uit de Bijbel.

Dan stellen we de volgende logische vraag: Als het centrale document van de kerk heidens is, is het dan ook mogelijk dat het instituut “kerk” zelf heidens is? En als dat zo is, hoe zit het dan met onze religieuze concepten uit het verleden?

Door hun vruchten

Sommigen zullen misschien redeneren dat zo vele duizenden predikers het onmogelijk mis kunnen hebben over verlossing! Maar denk er eens over na. Als zij het niet mis hadden, zouden hun werken dan geen goede vruchten dragen en de wereld op een positieve manier beïnvloeden?

22. Maar als zij [de predikers] in mijn raad hadden gestaan, en mijn volk mijn woorden hadden doen horen, dan hadden zij hen moeten afkeren van hun boze weg, en van het kwaad van hun doen. (Jeremia 23:22)

Hebben zij zich bekeerd? Natuurlijk niet! De mensen zijn verward en gedesillusioneerd. De kerken houden de mensen bezig met mythologische, kinderachtige spelletjes, terwijl de bankiers, politici en advocaten ons gebruiken als vee en slaven.

Een eerlijke behandeling van onze situatie is beledigend voor religieuze mensen. Het is echter niet mijn doel om niet-beledigend te zijn. Onschuldig zijn vereist dat je niets doet. Trouwens, beledigingen zijn onontkoombaar. Toen Jezus Zijn bediening in Jeruzalem begon, beledigde Hij iedereen! Zijn eerlijkheid beledigde vooral diegenen in de georganiseerde misdaad [religie en politiek] die op hun beurt Zijn moord begonnen te plannen. De mensen besloten al snel dat het niet gemakkelijk of gezond was om geassocieerd te worden met deze eerlijke man. Ze vermeden Hem, opdat ook zij niet zouden worden beschouwd als eerlijk door associatie. Op het moment van zijn kruisiging, wilde niet één ziel zich identificeren met deze man uit Galilea. Zelfs Petrus niet!

Jezus’ boodschap aan de geïnstitutionaliseerde godsdienst en overheid van die tijd was in wezen dezelfde als Zijn boodschap in onze tijd – namelijk: “Jullie doen Gods wet teniet door jullie traditie [door mensen gemaakte wetten]!” Degenen in “het systeem” beschouwden Jezus als hun vijand. De wetten van “het systeem” waren anders dan de wetten van God. Dit vormde een natuurlijke vijandschap tussen Jezus en “het systeem”.

Statistische politici, en zij wiens fortuin afhangt van het systeem, hebben Jezus altijd als hun vijand beschouwd. En terecht! Statistische systemen eindigen altijd in oorlog met Jezus in een wedstrijd om te zien wie de soeverein is. Bijgevolg worden diegenen onder ons die nog steeds geloven dat Jezus Koning is, gewoonlijk ook als vijanden van “het systeem” beschouwd, omdat wij het niet als soeverein erkennen. Maar onze redenen worden over het algemeen verkeerd begrepen door het door de media gemanipuleerde publiek. Hen wordt verteld dat we anarchisten zijn.

Aanvaardbare “waarheden”

Communicatie en geloofwaardigheid zijn altijd hindernissen geweest voor leraren. De waarheid hebben is niet genoeg. Mensen voelen zich over het algemeen niet aangetrokken tot de waarheid. Ze accepteren eerder datgene wat aanvaardbaar is. Met andere woorden, zij accepteren datgene wat zij geprogrammeerd zijn om te geloven. De menigte die kwam om Jezus wonderen te zien verrichten, weigerde nog steeds te geloven wat hij zei. Waarom? Omdat Hij niet als “aanvaardbaar” werd beschouwd, ook al bezat Hij de waarheid. Zijn leerstellingen gingen lijnrecht in tegen wat de mensen hun hele leven hadden gehoord. Hij predikte tegen de doctrines die werden onderwezen in de geaccepteerde, denominale kerken van zijn tijd.

Zoals ik al zei, de waarheid is over het algemeen onherkenbaar voor de meeste mensen. Het is vrij goed bewezen dat mensen de neiging hebben om dingen als waar te accepteren in deze volgorde van prioriteit:

1. Omdat ze het eerst horen,
2. Omdat ze het het vaakst horen,
3. En tenslotte, omdat het de waarheid is.

U ziet dat de waarheid op zichzelf niet geloofwaardig of aantrekkelijk is voor het publiek. De “waarheid”, zoals de mensen die zien, is daarom gebaseerd op het principe van aanvaardbaarheid. Aangezien dat de algemene aard van de mens is, maakt het mijn werk des te moeilijker, omdat de mensen meestal als eerste en het vaakst te horen krijgen dat “regeringen” en “kerken” van het statistische type noodzakelijk en goed zijn.

Judea, ten tijde van Jezus’ dood, was een zeer religieuze plaats. Niet alleen was hun “heilige stad”, Jeruzalem, daar gevestigd, maar de Judeeërs (in uw Engelse Bijbel “Joden” genoemd) beschouwden zichzelf als religieus superieur aan ieder ander volk. Zij waren zo geprogrammeerd dat zij geloofden dat God hen nodig had vanwege hun inherente kwaliteiten, en dat Hij hen had verkozen boven alle naties en volkeren van de aarde. Zij beweerden de besten te zijn, terwijl zij in feite misschien wel de slechtste mensen op aarde waren. Zij hadden “de orakels Gods” in hun bezit, maar weigerden ze te horen.

We kunnen niet zeggen dat ze in het linker veld waren, want ze waren niet eens in het speelveld. Maar, niettemin, waren zij zeer godsdienstig – net als de mensen in deze wereld van vandaag. Zij hadden religieuze organisaties en fundamentele kerken, die allemaal heilsleer verkondigden, net zoals Predikers vandaag de dag nog horen. Deze doctrines waren niet van Jezus, maar zij onderwezen wel een verlossing (vanuit een heidens gezichtspunt). Deze doctrines kwamen niet uit de Schrift, maar ze werden geloofd door de massa’s: de gewone religieuze mensen van Judea.

De waarheid was onaanvaardbaar

De ware leer van de verlossing is altijd radicaal anders geweest dan de gangbare heidense leringen van de kerken, en dat is vandaag de dag nog net zo waar als ten tijde van Jezus’ kruisiging. Jezus onderwees een andere Verlossing! Het was onaanvaardbaar voor degenen in “het systeem”! Zij geloofden Hem niet, en zij vermoordden Hem.

Nu, hier is een belangrijk punt! Christenen van vandaag krijgen de leugen aangereikt (door hun predikers) dat het probleem met de Joden die Jezus kruisigden was dat zij Hem gewoon niet begrepen. Met andere woorden, de reden waarom zij Jezus haatten was omdat zij Hem niet kenden. Jezus was niet in staat om Zijn boodschap goed genoeg over te brengen om begrepen te worden. Ons wordt verteld, dat zij zich gewoon nooit realiseerden dat Hij hun Messias was! Maar het is absurd om te veronderstellen dat zij een onschuldige man zouden kruisigen, alleen omdat zij Hem niet herkenden, of omdat zij dachten dat Hij gek was!

De waarheid is, dat Hij echt niet hun Messias was! Hun religieuze traditie trainde hen om een “messias” te verwachten, maar niet de ware Messias van Israël. De religie van de Joden [Jodendom] komt NIET uit het Oude Testament. Joden hebben een culturele godsdienst die neerkomt op een conglomeraat, verzameld uit duizenden heidense, anti-christelijke leringen. Veel van de Joodse cultuur is Babylonisch, inclusief hun “heilige boek” de Talmoed. Het Oude Testament is slechts één van de vele boeken die zij beschouwen als onderdeel van hun “juridische bibliotheek”. Zij denken echter niet op dezelfde manier over de oudtestamentische geschriften als christenen. Joden gebruiken het Oude Testament zoals advocaten wetboeken gebruiken. Zij hebben er geen respect voor en onteren het. Zij misbruiken het, manipuleren het, verdraaien het, en veranderen het voor hun eigen doeleinden. Zij verwijzen er alleen naar om zichzelf geloofwaardig te maken in de ogen van het publiek. Zij bewijzen het lippendienst, maar eren het niet.

8. Dit volk nadert Mij met de mond, en eert Mij met de lippen, maar hun hart is verre van Mij. (Mattheüs 15:8)

De Joodse cultuur van die tijd was duidelijk on-Bijbels – net als vandaag. De meerderheid van de mensen in Jeruzalem was waarschijnlijk niet Israëlitisch (hoewel velen Semitisch waren). Velen waren Babylonische, Edomitische mensen die de goden van Babylon en Perzië vereerden. Jezus kwam naar Jeruzalem en sprak over een andere God! Hij onderwees een andere verlossing!

De religieuze leiders van Judea beschuldigden Jezus van godslastering. Was Hij schuldig aan godslastering? Ja, zonder enige twijfel! Laat me dit zo duidelijk mogelijk stellen. Jezus lasterde de god van de Joden door te onderwijzen dat hun god niet de God van de Hebreeuwse Geschriften was. Hij vertelde hen dat hun goden “geen-goden” waren; “niets”. Jezus onderwees ook dat Hijzelf de Zoon was van de ware God van Israël.

Wat hen dwars zat aan Jezus was dat niemand in staat was Hem in diskrediet te brengen. Zie je, zij haatten Hem werkelijk – niet omdat zij Hem niet begrepen, maar eerder omdat zij het WEL begrepen! Niemand, zelfs de Farizeeën niet, zou een mens aandoen wat zij Jezus aandeden, alleen omdat zij Hem niet konden begrijpen. Nee! Het feit is, dat zij Zijn leringen WEL begrepen! De doctrines die Hij onderwees waren in directe tegenspraak met hun kerken [synagogen] . Hij onderwees een andere leer over verlossing dan in hun synagogen werd onderwezen, en Hij onderwees Zijn leer vanuit de Oude Schriften. Hij onderwees met een autoriteit die zij niet konden betwisten.

Jezus -vs- Kerken

Jezus gebruikte de Schrift om de doctrine van de synagoge [kerk] te weerleggen, Dat bewijst dat de Judeeërs hun doctrines uit andere bronnen ontwikkelden. Nu is het waar dat zij in die tijd in de synagogen een deel van de Hebreeuwse Schrift “gebruikten”, maar dat werd geïnterpreteerd op de manier van de Babylonische traditie, net zoals dat vandaag de dag in de kerken gebeurt. Jezus zei tegen de Farizeeën dat hun interpretatiemethode, “de traditie van de oudsten” genaamd, de Schriften in feite “van generlei waarde” maakte.

Hetzelfde gebeurt vandaag de dag in Amerika. Judeo-kerken en “Christelijke” predikers beweren dat zij de Christelijke leer onderwijzen, met gebruikmaking van de Christelijke Schriften. Sommige kerken plaatsen de Bijbel zelfs op een gerespecteerde plaats op hun altaar. Maar zij verdraaien de Schrift vakkundig om te zeggen wat zij willen dat er staat. Zoals de Farizeeërs destijds de Schriften verdraaiden, zo verdraaien de Farizeeërs van onze dagen (Joods-christelijke predikers) dezelfde Schriften en prediken heidense, anti-christelijke heilsleer. Er is niets nieuws onder de zon.

Jezus accepteerde de god van de Judeeërs niet, noch hun messias, noch hun zogenaamde verlossing … wat slechts een ander Babylonisch plan was om mensen te controleren en te gebruiken! Daarin ligt de reden van hun haat voor Hem. Dat is waarom zij tegen Hem samenspanden en Hem vermoordden. Het was niet omdat zij Hem niet konden begrijpen, of omdat zij niet beseften dat Hij de Messias was. Zij wisten dat Hij de Messias was, en zij haatten Hem omdat Hij hun systeem bedreigde door vrijheid te onderwijzen aan het gewone volk!

38. Deze is de erfgenaam; komt, laat ons hem doden, en laat ons zijn erfenis in beslag nemen. (Mattheüs 21:38)

De Babylonische verlossingsleer wordt ook wel “Priesterschap” genoemd. Babylonische Priesterkunst is een samenzwering van Religie, Financiën en Politiek die samenwerken om mensen te beheersen en tot slaaf te maken.

Hun leer maakt mensen tot slaaf en controleert hen op dezelfde manier als statistische religieuze instituten altijd mensen tot slaaf hebben gemaakt in alle tijden. Zij doen dit door bepaalde rituelen, offers en verering van de mensen te eisen om de “staat” te beschermen. Ze voorzien zelfs in manieren om na je dood “naar de hemel te gaan”. Deze rituelen worden echter alleen uitgevoerd door de autoriteit van de “priesters/agenten” en volgens de dictaten van “de staat”.

De priesters/agenten beweren de bevoegdheid te hebben om iemand naar de gevangenis of de galg te sturen, en kunnen zelfs je zogenaamde “onsterfelijke ziel” naar de hemel of de hel sturen.

De Babylonische priesters hadden de macht over leven en dood – hemel en hel – over het volk. Het volk overlaadde de priesters dus met steekpenningen van goud, zilver en slavenarbeid. In feite overtuigde deze leer het volk om zich NU aan de priester te onderwerpen, zodat zij LATER naar de hemel konden gaan; een vorm van omkoping. Alle nadruk werd gelegd op het hiernamaals, en de belangrijke dingen van dit leven werden gebagatelliseerd.

Natuurlijk herkent u dat deze Priesterkunst vandaag de dag nog steeds wordt beoefend in deze wereld- alleen met kleine variaties. De heersende priesters zitten niet in de gebouwen die gewoonlijk met religie worden geassocieerd. Ze zitten in de banken, de rechtbanken en de gebouwen van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Deze hogepriesters hebben predikers ingehuurd (door dreigementen en belasting steekpenningen) om het volk geestelijk verdoofd en onderworpen te houden. De predikers onderwerpen het volk geestelijk, vervolgens huren de hogepriesters in de banken en de regering politiemensen in om hen lichamelijk te onderwerpen. Ze maken sommigen gewelddadig en doden ze, zodat de rest bang wordt om zich te onderwerpen. De mensen schenken nog steeds al hun aardse rijkdom aan deze hogepriesters in de banken, de rechtbanken en de wetgevende macht. En deze elitepriesters hersenspoelen vandaag de dag nog steeds de mensen via hun ingehuurde predikers die de geesten van de mensen bezighouden met zogenaamde “geestelijke” dingen, “hemelse” dingen en ” Nooit Nooit Land”. De mensen wordt geleerd “tolerant” en passief te zijn zoals de verdorven en uitgehongerde Hindoes; en zich zorgen te maken over hun zogenaamde “onsterfelijke zielen” in plaats van over de echte dingen: hun land, hun kinderen, hun welzijn.

Hoe worden de predikers onder controle gehouden door de Hoge Priesters? De belastingdienst geeft predikers een belastingvoordeel! Heb je je ooit afgevraagd waarom kerken vrijgesteld zijn van belastingen? Heb je je ooit afgevraagd waarom donaties aan deze kerken aftrekbaar zijn van de belasting? Dit zijn enkele van de manieren waarop de hogepriesters in de banken, rechtbanken en het Congres de predikers omkopen om het soort staatsgezinde heilsleer te prediken die de mensen onder de duim houdt.

De regering van Christus

Onderwees Jezus het soort verlossing dat in de moderne kerken wordt onderwezen? NEE! De kerken onderwijzen een “verlossing” die overeenkomt met heidense religies. Jezus, en het Oude Testament, onderwijzen “verlossing” als een daad van hulp of het verschaffen van veiligheid en vrijheid. Dit heeft absoluut niets te maken met de populaire mythe van het wegzweven in de ruimte naar een plaats die “hemel” heet als we sterven.

Wanneer wij spreken over de verlossing die Jezus geeft, raken zowel de georganiseerde religie als de georganiseerde regering in rep en roer! Mensen die dit openlijk nastreven, worden vaak door de staat in beslag genomen, en zijzelf worden gevangen genomen en/of gedood. De kerk en de heersers van de staat willen hen het zwijgen opleggen! Waarom? Omdat hun gedachten niet langer beperkt blijven tot de geprogrammeerde, “veilige” verbeelding van de kerken. Ze beginnen na te denken over dingen die ons HIER en NU aangaan. Wanneer deze dingen op intelligente wijze worden besproken, en binnen de context van het Koninkrijk van Christus, is dat een DREIGING voor de huidige tirannen. Waar hebben we het over? We hebben het over een VERSCHILLENDE KONINGIN, een VERSCHILLENDE REGERINGen, een VERSCHILLEND SYSTEEM VAN HET BURGERLIJK LEVEN. We hebben het over JEZUS ALS HUIDIGE HEERSER, in plaats van menselijke heersers, en menselijke koninkrijken!

5. Maar de Joden, die niet geloofden, namen, door nijd gedreven, onzedelijke mannen van lagere soort tot zich en verzamelden een gezelschap, en staken de gehele stad in rep en roer, en vielen het huis van Jason aan, en trachtten hen (de apostelen) voor het volk uit te drijven (om gelyncht te worden).
6. En toen zij hen niet vonden, trokken zij Jason en enige broeders tot de oversten van de stad, roepende: Dezen, die de wereld op haar kop hebben gezet, zijn ook hierheen gekomen. (Handelingen 17:5-6)

Dus jaagden zij hen op, arresteerden hen zonder huiszoekingsbevel, sleepten hen uit hun huizen en daagden hen voor het stadsbestuur, zeggende: “Dit zijn de opruiende mensen waarover wij hebben gehoord. Ze leren de mensen om in een andere koning te geloven, en nu zijn ze hier in onze eigen stad!”

7, …en deze allen doen in strijd met de decreten van Caesar [hun huidige wetgevende macht], zeggende dat er EEN ANDERE KONING is, EEN JEZUS! (Handelingen 17:7)

Dat is slecht nieuws voor Caesar – maar “Goed Nieuws” voor christenen!

8. En zij VERTROUWDEN het volk en de Heersers der stad, toen zij deze dingen hoorden. (Handelingen 17:8)

Waarom waren het stadsbestuur, de kerken en de plaatselijke politie bij dit incident betrokken? Wat hadden zij gemeen tegen deze discipelen van Christus?

Waren de apostelen niet gewoon religieuze mannen die onderwezen over de liefde van God? NEE! Dit waren geen goeroes of psychologen! Dit waren geen Joodse Christenen die “zielen” probeerden te redden voor een hemel in de ruimte. Integendeel, dit waren hervormers! Zij verspreidden “het evangelie van het koninkrijk” – een revolutionaire manier van leven onder de heerschappij van de hemel. Zij brachten het goede nieuws van Christus’ heerschappij. Zij spraken over een andere VORM van regering.

Verlossing = Vrijheid

Dit waren strijdbare woorden! Tirannen, dictators, heersers en congresleden zullen nooit bereid zijn Jezus als hun Koning te erkennen. Als zij dat zouden doen, zouden zij Gods wetten moeten accepteren en niet langer hun eigen wetten kunnen maken. Wetten maken wordt beschouwd als het voorrecht van heersers. “Soevereiniteit” wordt gelijkgesteld met “wetten maken”. Ze kunnen niet toestaan dat het evangelie van Christus’ Heerschappij zich verspreidt! Ze zouden hun “soevereiniteit” verliezen. Dus noemen ze het “opruiing”, “samenzwering”, “antisemitisch”, of “haatmisdaad”. Ze zullen alles doen wat nodig is om het te stoppen en te voorkomen. Regeringen beschouwen zichzelf als “soeverein.” Zij zijn “de staat,” en zij moeten de baas zijn – zij kunnen niet toestaan dat mensen denken dat Jezus de baas is. Zij willen heersen. Zij willen God zijn!

Kerken zijn ontworpen om de gedachten van de mensen in onderwerping te houden aan “de staat”. Deze afgodische denkwijze is waar Jezus ons van kwam “redden”. Het begrijpen van het ware Evangelie van het Koninkrijk van Christus BEHOUDT ONS van Babylonische Priesters en de krankzinnigheid die het toebrengt aan de mensen die er slaven van worden! DAT IS WARE VERLOSSING! DAT IS HET WARE EVANGELIE VAN HET KONINKRIJK! Het is anti-statistisch, en de Bijbel beschrijft staten (en statistische, gecentraliseerde regeringen) als BEESTEN!

Overzicht

A. God riep een volk uit voor een speciaal doel en noemde hen “Israël”.

1. Sta op, schijn, want uw licht is gekomen, en de heerlijkheid van God is over u opgegaan.
2. Want zie, de duisternis [Babylonische Priesterkunst] zal de aarde bedekken, en grove duisternis het volk; maar God zal over u opstaan, en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden.
3. En de volken zullen tot Uw licht komen, en koningen tot de helderheid van Uw opgang. (Jesaja 60:1-3)

Er was een periode in de begindagen van Europa toen de “naties” van de wereld naar Europa keken om van de vrijheid te leren. Europa scheen de dingen goed te doen en werd gezegend. De volken keken dus naar Europa en leerden van haar wegen.

Wat was Gods bedoeling hiermee?

1. Maar nu zegt God, Die u geschapen heeft, 0 Jakob, en Die u geformeerd heeft, O ISRAEL: Vrees niet, want Ik heb u verlost, Ik heb u bij uw naam geroepen, gij zijt Mijn.
2. Laat al de volkeren verzameld worden, en laat het volk verzameld worden; wie onder hen kan dit verklaren, en ons vroegere dingen tonen? Laat hen hun getuigen brengen, opdat zij rechtvaardig mogen zijn; of laat hen horen, en zeggen: het is de waarheid.
3. Gij zijt MIJN GETUIGEN, zegt God, en MIJN DIENAAR, die Ik verkozen heb, opdat gij Mij moogt kennen en geloven, en begrijpen, dat Ik het ben; vóór Mij was er geen God geformeerd, noch zal er na Mij zijn.
4. IK, ja IK, ben God, en naast IK is er geen verlosser.
5. Ik heb verklaard, en heb gered, en Ik heb getoond, toen er geen vreemde god onder u was; daarom zijt Gij MIJN GETUIGEN, zegt de Here, dat IK GOD BEN.
   (Jesaja 43:1, 9-12)

Met welk doel riep Hij Israël? “Gij zijt mijn getuigen, spreekt de Here, dat Ik God ben!” Door Zijn handelen met Israël toont Hij de wereld dat Hij de ware God is.

3. 5. En (God) zeide tot mij: Gij zijt mijn knecht, O Israël, IN WIE 1 ZAL GELOOFD WORDEN.
4. En Hij zeide: Het is een lichte zaak, dat gij Mijn knecht zijt om de stammen van Jakob op te richten en de behoudenis van Israël te herstellen: Ik zal u ook geven tot een licht voor de volken, opdat gij Mijn heil moogt zijn tot aan het einde der aarde.
   (Jesaja 49:3&6)

Om deze doeleinden te bereiken heeft God verbonden gesloten met Israël, en Hij heeft Israël gebruikt om Zijn heil te tonen.

B. Israël was “verloren”.

9. En Jezus zeide tot hem (Zacheüs): Heden is de verlossing tot dit huis gekomen, want ook hij is een zoon van Abraham.
10. Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was. (Lucas 19:9-10)

Wat was verloren? De zonen van Abraham! Het woord “verloren” is het Griekse woord APOLLUMI dat ook gebruikt wordt in Mattheüs 8:23-25 waar Jezus en zijn discipelen in een boot zaten en er een storm opstak.

23. En toen Hij in een schip was gegaan, volgden zijn discipelen Hem.
24. En zie, er stak een geweldige storm op in de zee, zodat het schip door de golven werd overspoeld; maar Hij sliep.
25. En zijn discipelen kwamen tot hem en wekten hem, zeggende: Here, red ons; wij vergaan (apollumi) – (d.w.z.: “wij zijn verloren”).

Nu, dat is wat het betekent om “verloren” te zijn. Toen “redde” Jezus hen. Dit zegt ook duidelijk wie gered moesten worden; wie de zondaars waren; wie uit de genade gevallen waren; voor wie Jezus kwam.

“De Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was”, Israël was aan het vergaan [zij waren verloren in een zee van zonde]. Zij waren onbekwaam geworden in het navigeren van de stormen. Het schip van de staat was spartelend en verloren.

1. Hoor dit woord, dat God tegen u gesproken heeft, O kinderen Israëls, tegen het ganse geslacht, dat Ik uit Egypteland heb opgevoerd, zeggende,
2. ALLEEN u heb Ik gekend van alle geslachten der aarde; daarom zal Ik u straffen voor al uw ongerechtigheden. (Amos 3:1-2)
3. Zo zegt God: Waar is de scheidbrief van uw moeder, die Ik heb weggedaan? Of wie van mijn schuldeisers is het aan wie Ik u heb verkocht? Ziet, om uw ongerechtigheden hebt gij uzelven verkocht, en om uw overtredingen is uw moeder weggedaan. (Jesaja 50:1)

Dit spreekt tot de nakomelingen van het koninkrijk Israël in Juda. God had hen “weggedaan” (van hen gescheiden). Israël had haar man (God) verlaten en was verloren gegaan vanwege haar zonde; haar trouweloosheid en overtredingen. Zij was “weggedaan”.

9. 0 Israël, gij hebt uzelf vernietigd, maar in Mij is uw hulp. (Hosea 13:9)

Hij spreekt tot het “verstoten” volk van Israël; de “verlorenen” van Israël.

1. 0 Israël, keer terug tot God, uw God, want gij zijt gevallen door uw ongerechtigheid. (Hosea 14:1)

Kan er enige twijfel blijven bestaan over wie er verloren zijn gegaan?

Wie zijn de schapen die verstrooid zijn? Wie zijn degenen die moeten worden verlost en teruggebracht in de kudde? ISRAEL! Het enige antwoord op deze vragen is ISRAEL.
We hebben het nog steeds over de leer van de verlossing, dus laten we een ander belangrijk punt opmerken:

C. Israël werd gered.

Lucas, hoofdstuk 1, geeft ons het antwoord. Dit kwam ten tijde van de geboorte van Johannes de Doper:

67. En zijn vader Zacharias werd vervuld met de heilige geest, en profeteerde, zeggende,
68. Gezegend zij de Here God van ISRAEL, want Hij heeft ZIJN VOLK bezocht en verlost,
69. En Hij heeft een hoorn des heils voor ons opgericht in het huis van Zijn knecht David;
70. Zoals Hij gesproken heeft door de mond van Zijn heilige profeten, die geweest zijn sinds het begin der wereld:
71. Opdat wij zouden behouden worden van onze vijanden en van de hand van allen, die ons haten… (Lucas 1:67-71)

De kerken vertellen ons dat we gered zijn om naar de hemel te gaan! Maar dat is niet wat dit Schriftwoord zegt, of wel? Het zegt dat we gered zijn van onze vijanden, en van hen die ons haten!

Dat is een ander soort “redding” dan je in de kerken hoort.

Zij zeggen dat we gered zijn om naar de hemel te gaan, maar Zacharias zei dat we gered zijn als we verlost zijn van onze vijanden en van allen die ons haten!

72. Om de barmhartigheid te betonen die aan onze vaderen was beloofd en om Zijn heilig verbond te gedenken;
73. De eed die Hij zwoer aan onze vader Abraham,
74. Dat Hij ons zou schenken, dat wij, uit de hand van onze vijanden verlost, Hem zonder vrees zouden dienen,
75. In heiligheid en gerechtigheid voor Zijn aangezicht, al de dagen van ONS LEVEN. (Lucas 1:72-75)

Zegt dit dat Jezus ons gaat redden om naar de hemel te gaan, of om Hem in de hemel te dienen na onze dood? De Schrift zegt duidelijk dat Hij ons gered heeft van onze vijanden, zodat wij Hem zonder vrees kunnen dienen. Maar wanneer? En is dat in de hemel of is dat hier op aarde?

“Al de dagen van ons leven” is de tijdsperiode waarin dit zou moeten gebeuren. Wij zijn gered met het doel Hem te dienen “Al de dagen van ons leven”. Dat betekent hier, nu, tijdens dit leven. Wij zijn gered in, en voor, DIT LEVEN!

76. En gij, kind [Johannes], zult de profeet des Allerhoogsten genoemd worden, want gij zult voor het aangezicht des Heren heengaan om Zijn wegen te bereiden;
77. Om kennis te geven van het heil aan ZIJN VOLK door de vergeving van hun zonden,
78. Door de tedere barmhartigheid van onze God, waardoor de dageraad uit de hoogte ons heeft bezocht,
79. Om licht te geven aan hen, die in duisternis (onwetendheid en priesterambacht) en in de schaduw des doods zitten, om onze voeten te leiden op de weg des vredes. (Lucas 1:76-79)

Johannes de Doper werd geboren als voorloper van Christus, en ons wordt verteld dat “de redding” die op het punt stond geopenbaard te worden, zou zijn opdat Israël hun God zou kunnen aanbidden en voor Hem zou leven al de dagen van hun leven. Het was om licht [begrip] te geven aan mensen [Israël] die in duisternis [onwetendheid & zonde] zitten.

Toen Jezus nog een zuigeling was, was er een man genaamd Simeon die geloofde dat hij “de redding van Israël” zou zien.

26. En het werd hem [Simeon] geopenbaard door de heilige geest, dat hij de dood niet zou zien, voordat hij de Christus des Heren had gezien.
27. En hij kwam door de geest in de tempel; en toen de ouders het kind Jezus binnenbrachten, om voor Hem te doen naar de gewoonte der wet,
28. Toen nam hij hem in zijn armen, zegende God, en zeide,
29. “Heer, laat uw dienaar nu in vrede vertrekken, overeenkomstig uw woord:
30. Want mijn ogen hebben Uw heil gezien,
31. Die Gij bereid hebt voor het aangezicht van alle mensen;
32. Een licht om de volken te verlichten, en de heerlijkheid van Uw volk Israël. (Lucas 2:26-32)

Het thema is hetzelfde. Israël werd geschapen met een doel: om “een licht” te zijn voor de volken van de aarde. Jezus verloste en redde Israël, zodat Israël verder kon gaan en doen waartoe het geroepen was – een zegen voor de wereld worden. Jezus was Het Licht dat Israël verlichtte en ons tot christenen maakte, zodat wij op onze beurt het licht van Christus in de wereld konden weerkaatsen. Dit is het thema van de Bijbel. Israël werd niet gered met het doel om na de dood een utopia in de ruimte te bevolken! Wij zijn gered om de waarheid en gerechtigheid van Jezus nu te verkondigen – “alle dagen van dit leven”.

Jezus redde Israël van de zonden van de wereld. Zij was verloren in de wereld, dood in zonden, begraven in verdorvenheid, onwetendheid, duisternis en bijgeloof. Jezus verloste haar en wekte haar op uit de dood in de vorm van de “nieuwe bruid”. Zij wordt nu het Nieuwe Jeruzalem genoemd, of Nieuw Israël. Wij noemen haar ook Christendom [de heerschappij van Christus of het Koninkrijk van Christus op aarde]. “Christendom” is een woord dat in het verleden vaker werd gebruikt, voordat de mensen werden gehersenspoeld om de Heerschappij van Christus te vergeten.

D. Het Nieuwe Verbond was met Israël.

8. Omdat Hij hun de schuld gaf, zeide Hij: Zie, de dagen komen, spreekt de Here, en Ik zal een nieuw verbond vervullen met het huis Israëls en met het huis van Juda [samen vormen zij het Koninkrijk Israël]:
9. Niet naar het verbond dat Ik met hun vaderen gesloten heb op de dag dat Ik hen bij de hand nam om hen uit Egypteland te leiden, want zij zijn niet in mijn verbond gebleven en Ik heb hen niet geacht, zegt de Here. (zij waren vervreemd).
10. Want dit is het verbond, dat Ik na die dagen met het huis Israëls sluiten zal, spreekt de Here: Ik zal mijn wetten in hun verstand leggen en ze in hun hart schrijven; en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn:

(Hebreeën 8:8-10 – Jeremia 32:37-42 aanhalend)

E. Israël was het enige volk dat zondigde tegen het Oude Verbond … daarom waren zij de enigen die “verlost” moesten worden.

15. En daarom is Hij [Jezus] de Middelaar des nieuwen verbonds, opdat zij, die geroepen zijn, door den dood, tot verlossing der overtredingen, die onder het EERSTE verbond geweest zijn, de belofte der eeuwige erfenis zouden ontvangen.
    (Hebreeën 9:15)

Door Jezus verloste God Israël dat het eerste verbond had verbroken. Dit was “verlossing” voor een volk – een familie – een natie.

F. Jezus is Koning vandaag!

7. Er is een andere koning dan Jezus. (Handelingen 17:7b)

G. Jezus regeert vandaag!

18. Mij is gegeven ALLE AUTORITEIT in hemel en op aarde. (Mattheüs 28:18)
19. Want Hij [Jezus] moet REGEREN, totdat Hij alle vijanden onder zijn voeten heeft gelegd. (1 Korintiërs 15:25)

De confessionele kerken die “dispensationalisme” onderwijzen, vertellen ons dat Jezus niet kan regeren tot ergens in de toekomst – een tijd die zij “het Millenium” noemen. De “dispensationalisten” zouden Jezus ergens in de ruimte laten wachten tot een toekomstige tijd wanneer Hij mag terugkomen om opnieuw te proberen Zijn koninkrijk op te richten, nadat Zijn eerste poging mislukt was.

Maar dat is niet wat de Bijbel zegt! Het vertelt ons dat Jezus NU regeert, en Hij is op dit moment bezig Zijn vijanden onder Zijn voeten te leggen!

H. Wij leven in Zijn verlossing.

4. Maar God, die rijk is in barmhartigheid, om Zijn grote liefde, waarmede Hij ons liefgehad heeft,
5. Toen wij dood waren door zonden, heeft Hij ons met Christus levend gemaakt (uit genade zijt gij gered).
6. En heeft ons tezamen opgewekt, en ons tezamen in de hemelsferen doen zetelen in Christus Jezus:
7. Opdat Hij in de komende eeuwen (niet na de dood, maar in de eeuwen die reeds begonnen zijn) de overvloedige rijkdom van Zijn genade zou tonen in Zijn goedertierenheid jegens ons door Christus Jezus.
8. Want door genade zijt gij behouden, door het geloof; en dat niet uit uzelf: het is een gave Gods:
9. Niet uit werken, opdat niemand roeme.
10. Want wij zijn Zijn werkmanschap, in Christus Jezus geschapen tot goede werken, die God tevoren verordineerd heeft, dat wij daarin zouden wandelen.

(Efeziërs 2:4-10)

Wanneer zijn deze goede werken? Op dit moment – vandaag!

I. Christenen worden op dit moment geregeerd onder Jezus!

Luister goed naar wat Romeinen 13:1 zegt:

1. Laat iedere ziel zich onderwerpen aan de hogere overheden …

De King James Version zegt “machten”, maar “autoriteiten” is de juiste vertaling. Een “autoriteit” is iemand die gemachtigd is door een ander die hoger is. God [de Allerhoogste] “autoriseerde” Jezus. Jezus, op zijn beurt, “machtigt” degenen onder Hem. Als het om “gezag” gaat, is er altijd een keten van gezag. Elke schakel in de keten boven je is een “hogere autoriteit.” Dat betekent dat een kind onder het gezag van zijn ouders staat. De ouders, op hun beurt, staan onder Christus. Deze analogie is van toepassing op allen die “gezag” hebben.

1. Laat iedere ziel (mens) ONDERHOUDEN zijn aan de hogere overheden. Want er is geen gezag dan van God; de overheden die er zijn, zijn van God.

Dus, alle gezag is van God! Dat betekent dat er geen erkende autoriteiten zijn buiten de door God aangewezen keten van autoriteit. Als iemand langskomt en beweert “een autoriteit” te zijn, maar buiten Gods wet staat, dan is hij geen echte autoriteit, niet bevoegd, en verdient hij onze trouw niet!

Als we deze eenvoudige logica op onze tijd toepassen, kunnen we zien dat er een groot aantal onwettige “autoriteiten” zijn die onwettig (d.w.z. met geweld) regeren. Het zijn valse “autoriteiten”! Het kan me niet schelen wat hun titel is. Jezus is het enige bekrachtigde middel tot autoriteit. Hij is de enige die het ware gezag in hemel en op aarde aanwijst. En, Hij zal regeren totdat Hij al Zijn vijanden onder Zijn voeten heeft gelegd. Wij regeren met Hem gedurende deze tijd als wij trouw zijn aan Hem – Zijn koninkrijk – Zijn gezag. We kunnen met Hem heersen, of we kunnen in vernedering en duisternis leven door ons aan te sluiten bij degenen die tegen Hem strijden. Je kunt niet tegen Jezus vechten en winnen!

Overwinning IN HET LEVEN VAN VANDAAG

We hebben gezien wat Bijbelse “verlossing” is, maar we hebben ons niet bezig gehouden met de fysieke opwekking van de doden. Eén doel van deze studie was om te laten zien dat de “verlossing” die Christus voor ons aan het kruis bracht veel meer was dan een belofte van “de fysieke opstanding” [“het hiernamaals”]. In feite is de toekomstige opstanding uit het fysieke graf een ander onderwerp op zichzelf. Deze specifieke studie ging over de “verlossing” van het kruis van Christus – niet over “het hiernamaals”. De verlossing van Christus was voor dit leven. Het hiernamaals is een ander onderwerp.

De Bijbel vertelt ons duidelijk dat er een tijd zal komen dat we uit onze fysieke graven zullen worden “opgewekt” – maar dat is niet de “verlossing” die Hij aan het kruis bewerkte. De verlossing aan het kruis redde ons van de huidige wereld, IN DIT LEVEN. Hij stierf aan het kruis om de verlorenen te bereiken: de geestelijk-doden – niet de lichamelijk-doden. Zijn bloed reinigt het hart van de mens. Je hoeft je geen zorgen te maken over een zondig hart als je dood bent en in het graf ligt.

Jezus werd niet gekruisigd om mensen uit het fysieke graf op te wekken. Hij had al laten zien dat Hij mensen uit hun graf kon opwekken. Hij wekte Lazarus op. Hij had wonderen verricht. Zijn doel aan het kruis was om mensen op te wekken uit hun geestelijke graven tijdens hun sterfelijke leven.

4. Maar God, die rijk is in barmhartigheid, om zijn grote liefde, waarmede Hij ons heeft liefgehad,
5. Zelfs toen wij dood waren in de zonden, heeft Hij ons levend gemaakt samen met Christus (door genade zijt gij gered).
6. En heeft ons tezamen opgewekt en ons in de hemelsferen doen zetelen in Christus Jezus. (Efeziërs 2:4-6)

Als de mens sterft, is voor zijn zonden betaald. De dood is het resultaat van de zonde, en de ultieme betaling ervoor. “Het loon van de zonde is de dood, maar het geschenk van God is het eeuwige leven.” Volgens Gods wet zijn, wanneer een mens dood is, zijn zonden vereffend – of hij nu een groot of een klein zondaar was. Daarom komt onze opstanding uit het graf, niet omdat onze verdiensten dat eisen, maar omdat onze Schepper het vrijelijk zal schenken. Het zal eenvoudig een geschenk zijn van een liefhebbende, soevereine God. Het heeft niets te maken met onze prestaties in dit leven. Onze prestaties in dit leven hebben alleen invloed op ons in dit leven.

12. Als nu Christus gepredikt wordt, dat Hij uit de doden is opgestaan, hoe zeggen sommigen onder u dan, dat er geen opstanding der doden is?
13. Maar als er geen opstanding van de doden is, dan is Christus niet opgestaan (hier wordt ontegenzeggelijk verwezen naar een lichamelijke opstanding uit de doden)
14. En indien Christus niet is opgewekt, zo is onze prediking ijdel, en ook uw geloof ijdel.
15. Ja, en wij worden valse getuigen van God bevonden, omdat wij van God hebben getuigd, dat Hij Christus heeft opgewekt, die Hij niet heeft opgewekt, zo het is, dat de doden niet opstaan.
16. Want indien de doden niet opstaan, zo is ook Christus niet opgewekt:
17. En indien Christus niet is opgewekt, is uw geloof ijdel; gij zijt nog in uw zonden.
18. Dan zijn ook zij, die in Christus ontslapen zijn, verloren.

• Let nu op

12. Indien wij alleen in dit leven hoop op Christus hebben, zijn wij van alle mensen het ellendigst. (1 Korintiërs 15:12-19)

Met andere woorden, onze hoop overstijgt dit leven. Wij hebben hoop buiten dit huidige leven! Maar merk op dat dit vers toegeeft dat het onderwerp “hoop” vooral betrekking heeft op dit leven (maar niet ALLEEN op dit leven).

De Bijbel belooft duidelijk leven na het graf, maar onthult heel weinig over de details en technische details van dat volgende leven: de opstanding uit het graf – waarschijnlijk omdat het zaken betreft die niet door onze eindige, sterfelijke hersenen kunnen worden begrepen. “Indien ik u aardse dingen gezegd heb, en gij gelooft niet, hoe zult gij geloven, als ik u van hemelse dingen zeg?” (Johannes 3:12). Maar dat is een ander onderwerp.

Onze huidige zorg is dit leven, op dit moment. Het staat buiten kijf dat wij zullen opstaan uit het fysieke graf. Maar de dreigende dreiging voor ons is dat wij niet zullen begrijpen dat Christus ons reeds uit ons geestelijk graf heeft opgewekt en ons heeft gered van de dood en duisternis van de afgodendienst en zijn priesterkunst. Hij heeft ons ook bevrijd uit de slavernij van onze vleselijke zondige natuur.

Christus redt ons in dit leven, en zet ons op het rechte pad. Totdat christenen in deze richting gaan denken, zullen hun vijanden doorgaan hen te misleiden, tot slaaf te maken en te gebruiken, omdat zij niet begrijpen wie het is die over hen regeert. Het is niet “Satan”, duivels, demonen, of zelfs regeringen van mensen. Jezus regeert over deze aarde! Hij is de Koning van Israël!

Onze Christelijke broeders is verteld dat verlossing alleen voor het volgende leven is. Laten we hun het GOEDE NIEUWS vertellen. We zijn gered voor dit leven – om NU in het Koninkrijk van Christus te leven!

AANVULLENDE STUDIEGIDS OVER

“DE ZIEL”

Het Engelse woord “soul” in de Oude Schrift is vertaald van het Hebreeuwse woord “nephesh” (Strongs #5315). “Nephesh” komt van een ander Hebreeuws woord: “naphash” – wat “ademen” of “beademd worden” betekent.

De gebruiksregels van het Engelse woord “soul” in de King James Bijbel is enigszins een mysterie, zoals u kunt zien aan de hand van de volgende definities en voorbeelden.

Volgens Gesenius’ Hebreeuws Lexicon, wordt het Hebreeuwse woord “nephesh” gebruikt om te betekenen:

1. Adem of levensadem;
2. Ziel of leven;
3. Het Verstand: de zetel van de zintuigen, affecties, en verschillende emoties,
   a. de wijze van voelen en handelen,
   b. de wil en het doel,
   c. begrijpen en het vermogen om te denken;
4. Dier of levend wezen, met inbegrip van een mens of persoon evenals een dode.

ENGELSE VERTALINGEN:

Dit Hebreeuwse woord, “nephesh,” werd door de vertalers van King James (Authorized Version van 1611) vertaald in de volgende Engelse woorden:

1. Persoon (personen): Gen 36:6; Num 35:11, 15,30; Deut 10:22; 2 Sam 14:14;
   Prov 28:17; Jer 52:29
2. Mens: Ex 12:16; 2 Koningen 12:4; Jes 49:8
3. Lichaam: Nu 6:6; Nu 9:6,7,10; Nu 19:11, 13,16; Hag 2:13
4. Schepsel(en): Gen 1:21,24; Gen 2:19; Gen 9:10,12,15,16; Lev 11:46
5. Beest: Lev 24:18
6. Ding: Lev 11:10; Ez. 47:9
7. Dood: Lev 19:28; Lev 21:1; Num 5:2; Num 6:11; Num 9:6,7,10
8. Geest: Gen 23:8; Deut 18:6; Deut 28:65; 1 Sam 2:35; 1 Kron.
   28:9; Jer 15:1; Ez 23:17,18,22
9. Hart: Ex 23:9; Lev 26:16; Deut 24:15; 1 Sam 2:33; 2 Sam
   3:21; Prov 23:7; Jer 42:20; Ez 25:6,15
10. Wil: Deut 21:14; Psa 27:12; Psa 41:2
11. Eetlust: Prov 23:2; Eccl 6:7
12. Begeerte: Eccl 6:9; Jer 22:27; Jer 44:14; Mica 7:3; Hab 2:5 13. Lust: Ex 15:9; Ps 78:18
13. Geest: Job 11:20; Jer 15:9
14. Diverse voornaamwoorden (d.w.z. hij hem, zichzelf, haar, zichzelf, mij, mijn-zelf, uzelf, zichzelf, wij, u, enig, meer, enz.) Gen 37:21; Lev 2:1; Lev 4:27; 11:43; Num 23:10; Jos 23:11; Ps 35:25; 105:18; 131:2; Jes 5:14; Jer 2:24; 3:11; 40:14
15. Leven/levens: Gen 1:30; 9:4,5; Ex 4:19; 21:23,30; Lev 17:11,14;
    Num 35:31; Deut 12:23; 19:21; Jos 2:13,14; 9:24; Jud 5:18; 18:25;
    1 Sam 19:5,11; 22:23; 2 Sam 4:8; 19:5,6,; 1 Koningen 1:12; 19:2,3; 1
    Ch 11:19; 2 Ch 1:11; Job 6:11; Ps 31:13; Ps 38:12; Prov 1:19; Jer
    4:30; Jer 19:7
16. Ziel(en): Gen 2:7; 46:15, 18, 22, 26, 27; Ex 1:5; Lev 23:30; Jos
    10:28; 11:11; 1 Sam 24:11; Ps 22:29; Ps 30:3; 33:19; 35:17; 40:14;
    63:9; 78:50; 116:8; Spr 6:32; Ez 13:18,19; 18:4,20,27; 22:25:27

De bovenstaande verzen zijn slechts een paar voorbeelden van hoe het Hebreeuwse woord “nephesh” in de King James Version Bijbel werd vertaald. Het lijkt erop dat de vertalers het woord op bijna elke denkbare manier hebben gebruikt. MAAR ZIJ GEBRUIKTEN HET NIET OP DE MANIER WAAROP DE MODERNE KERKEN HET GEBRUIKEN. Noch de Bijbelse gebruiken, noch de definitie, suggereren een “onsterfelijke” of niet-durende entiteit. In feite geven vele verzen duidelijk aan dat een “ziel” kan sterven of vernietigd kan worden. De doctrine van de “onsterfelijke ziel” kan eenvoudigweg niet door de Schrift worden ondersteund.

AANBEVOLEN AANVULLEND LEZEN OVER DE DOCTRINE VAN VERLOSSING:

Het Engelse woord “soul” in de Oude Schrift is vertaald van het Hebreeuwse woord “nephesh” (Strongs #5315). “Nephesh” komt van een ander Hebreeuws woord: “naphash” – wat “ademen” of “beademd worden” betekent.

De gebruiksregels van het Engelse woord “soul” in de King James Bijbel is enigszins een mysterie, zoals u kunt zien aan de hand van de volgende definities en voorbeelden.

Volgens Gesenius’ Hebreeuws Lexicon, wordt het Hebreeuwse woord “nephesh” gebruikt om te betekenen:

1. Adem of levensadem;
2. Ziel of leven;
3. Het Verstand: de zetel van de zintuigen, affecties, en verschillende emoties,

a. de wijze van voelen en handelen,
b. de wil en het doel,
c. begrijpen en het vermogen om te denken;

4. Dier of levend wezen, met inbegrip van een mens of persoon evenals een dode.

ENGELSE VERTALINGEN:

Dit Hebreeuwse woord, “nephesh,” werd door de vertalers van King James (Authorized Version van 1611) vertaald in de volgende Engelse woorden:

1. Persoon (personen): Gen 36:6; Num 35:11, 15,30; Deut 10:22; 2 Sam 14:14;
   Prov 28:17; Jer 52:29
2. Mens: Ex 12:16; 2 Koningen 12:4; Jes 49:8
3. Lichaam: Nu 6:6; Nu 9:6,7,10; Nu 19:11, 13,16; Hag 2:13
4. Schepsel(en): Gen 1:21,24; Gen 2:19; Gen 9:10,12,15,16; Lev 11:46
5. Beest: Lev 24:18
6. Ding: Lev 11:10; Ez. 47:9
7. Dood: Lev 19:28; Lev 21:1; Num 5:2; Num 6:11; Num 9:6,7,10
8. Geest: Gen 23:8; Deut 18:6; Deut 28:65; 1 Sam 2:35; 1 Kron.
   28:9; Jer 15:1; Ez 23:17,18,22
9. Hart: Ex 23:9; Lev 26:16; Deut 24:15; 1 Sam 2:33; 2 Sam 3:21; Prov 23:7; Jer 42:20; Ez 25:6,15
10. Wil: Deut 21:14; Psa 27:12; Psa 41:2
11. Eetlust: Prov 23:2; Eccl 6:7
12. Begeerte: Eccl 6:9; Jer 22:27; Jer 44:14; Mica 7:3; Hab 2:5 13. Lust: Ex 15:9; Ps 78:18
13. Geest: Job 11:20; Jer 15:9
14. Diverse voornaamwoorden (d.w.z. hij hem, zichzelf, haar, zichzelf, mij, mijn-zelf, uzelf, zichzelf, wij, u, enig, meer, enz.) Gen 37:21; Lev 2:1; Lev 4:27; 11:43; Num 23:10; Jos 23:11; Ps 35:25; 105:18; 131:2; Jes 5:14; Jer 2:24; 3:11; 40:14
15. Leven/levens: Gen 1:30; 9:4,5; Ex 4:19; 21:23,30; Lev 17:11,14; Num 35:31; Deut 12:23; 19:21; Jos 2:13,14; 9:24; Jud 5:18; 18:25; 1 Sam 19:5,11; 22:23; 2 Sam 4:8; 19:5,6,; 1 Koningen 1:12; 19:2,3; 1 Ch 11:19; 2 Ch 1:11; Job 6:11; Ps 31:13; Ps 38:12; Prov 1:19; Jer
    4:30; Jer 19:7
16. Ziel(en): Gen 2:7; 46:15, 18, 22, 26, 27; Ex 1:5; Lev 23:30; Jos 10:28; 11:11; 1 Sam 24:11; Ps 22:29; Ps 30:3; 33:19; 35:17; 40:14;
    63:9; 78:50; 116:8; Spr 6:32; Ez 13:18,19; 18:4,20,27; 22:25:27

De bovenstaande verzen zijn slechts een paar voorbeelden van hoe het Hebreeuwse woord “nephesh” in de King James Version Bijbel werd vertaald. Het lijkt erop dat de vertalers het woord op bijna elke denkbare manier hebben gebruikt. MAAR ZIJ GEBRUIKTEN HET NIET OP DE MANIER WAAROP DE MODERNE KERKEN HET GEBRUIKEN. Noch de Bijbelse gebruiken, noch de definitie, suggereren een “onsterfelijke” of niet-durende entiteit. In feite geven vele verzen duidelijk aan dat een “ziel” kan sterven of vernietigd kan worden. De doctrine van de “onsterfelijke ziel” kan eenvoudigweg niet door de Schrift worden ondersteund.

AANBEVOLEN AANVULLEND LEZEN OVER DE DOCTRINE VAN VERLOSSING:

---

1. Geesten op de proefbank, door Ben Williams
2. De opname van de heiligen, door Duncan McDougall
3. De twee Babylons, door Alexander Hislop
4. ACM Koninkrijk Bijbelstudies, Les 11: De “Onsterfelijke Ziel” Doctrine, Deel 1