Blogserie

Home / serie / De mythe van rassengelijkheid – Deel 1

< Terug naar blogoverzicht

Rubrieken

Algemeen

Duivel & Satan

Israël

Geschiedenis & Oorsprong

Nieuws

Joden & Edom

Kerkhoaxes

Wetten

De mythe van rassengelijkheid – Deel 1

NATUURLIJKE ONGELIJKHEDEN

    Waarschijnlijk de belangrijkste oorzaak van de politieke beroering die de wereld van vandaag ontsiert, is de marxistische of socialistische pretentie dat mensen slechts te onderscheiden zijn door hun klasse in de maatschappij of hun godsdienst of door het eigendom dat zij bezitten, en dat zij voor het overige, ongeacht ras of natie waartoe zij behoren, in wezen gelijk zijn aan elkaar in de natuur, allen begiftigd bij de geboorte met identieke capaciteiten, talenten of mogelijkheden, allen instinctief dezelfde doelen nastrevend gedurende het leven, en dat als allen hetzelfde onderwijs of dezelfde opvoeding zouden krijgen onder gelijke omstandigheden, met gelijke kansen, allen de hoogste niveaus van de geest zouden kunnen bereiken. In strijd met het gezond verstand en in strijd met alle menselijke ervaring is een dergelijke sociale en nationale ontwrichtende doctrine, die misleidend en absurd is, niettemin in beginsel aanvaard door de Verenigde Naties en nu opgenomen in de wetten van bepaalde multiraciale naties, waaronder Engeland en Amerika, waar het politieke streven naar fictieve gelijkheid demoraliserende gevolgen heeft.

    De bron van zulk afwijkend politiek denken kan zonder kan zonder moeite worden herleid tot de egalitaire revolutionairen van het 18e eeuwse Frankrijk. Typerend voor hun ideeën is Babeufs Manifest van Gelijken (1796) waarin we lezen: “Laat er geen ander verschil tussen de mensen zijn dan dat van leeftijd en geslacht. Daar allen dezelfde behoeften en dezelfde vermogens hebben, laat er slechts één opvoeding zijn, één soort voedsel … en dezelfde portie en dezelfde kwaliteit van voedsel volstaan voor ee ieder van hen.” Babeuf, die fanatiek geobsedeerd was door abstracte gelijkheidsbegrippen, kon de paradox niet zien dat in een democratie van gelijken de ongelijken naar de top stijgen, en hij werd dan ook terecht terechtgesteld door de Terreur die hij zozeer had helpen oprichten.

    Nadat hij zijn gedachten had laten gaan over egalitarisme, merkte Dr. Samuel Johnson, geleerde en humanitair, die geen grotere realist was dan hij, scherpzinnig op: “De mensheid is gelukkiger in een toestand van ongelijkheid en ondergeschiktheid. Als zij in deze mooie staat van gelijkheid zouden verkeren, zouden zij in beesten ontaarden – hun staarten zouden groeien.”

    De volgelingen en erfgenamen van de Franse egalitairen zijn de marxisten, communisten, socialisten, liberalen en politieke kerkelijken van vandaag, die, in de overtuiging dat zij zendelingen zijn en zich uit de werkelijkheid theoretiseren, niet bereid zijn toe te geven dat gelijke kansen onvermijdelijk ongelijke capaciteiten aan het licht brengen.

    Zoals bij individuen, zo ook bij rassen. Het is duidelijk dat het niet redelijk is om mensen van tegengestelde aard in een gemeenschappelijke mal te persen, noch kunnen zij door leerstellige methodes permanent tot gelijke gedachten worden gebracht. De evolutionaire kloof die de rassen scheidt is diep en breed en kan niet overbrugd worden door willekeurige Procrustiaanse wetten. Mensen voor de wet te behandelen alsof zij van nature van alle rassen gelijk zijn, roept een gevoel van onrechtvaardigheid op. De natuurlijke en gezonde neiging van “vogels van een soort om samen te zwermen” wordt genegeerd door marxisten die denken dat het mogelijk is om de verschillen tussen rassengroepen met verschillende instincten die in een multiraciale samenleving leven door middel van wetten glad te strijken. Marxistische pogingen om door universele rassenvermenging iedereen te degraderen tot een gemeenschappelijk niveau leiden tot valse verwachtingen, zoals we zien in Engeland en Amerika, met als voorspelbaar resultaat afgunst, ontevredenheid, sociale instabiliteit en tweedracht, met een achteruitgang van traditionele normen en nationale disciplines. De sleutel tot beschaafde vooruitgang is het behoud van het ras, een feit dat nog niet volledig wordt beseft door politieke theoretici die geneigd zijn de fundamentele biologische factor te negeren, de dwingende kracht die culturele en historische veranderingen bindt.

    Beweringen, meestal van joodse talmoedische publicisten die in het behoud van hun eigen ras geloven, dat elk ras slechts een sociale of culturele oorsprong heeft en pas in betrekkelijk recente geschiedkundige tijden als menselijk conglomeraat naar voren is gekomen, is geen geschiedenis maar marxistische propaganda. Het kan waar zijn dat bepaalde subrassen, waarvan de Joden een uitstekend voorbeeld zijn, betrekkelijk intact zijn gebleven door de ontwikkeling van exclusieve culturele of samenhangende religieuze vormen, maar dit waren latere ontwikkelingen. De meeste volkeren die geïsoleerd opgroeiden en stam- of gemeenschapsbewust werden, hebben goden en mythen uitgevonden om hun oorsprong te verklaren en dit heeft ertoe geleid dat zij homogeen bleven en als naties werden erkend.

    Uiteindelijk kan men niet echt zeggen dat stammen en naties, samen met hun contrasterende beschavingen en barbarismen, het produkt zijn van “culturele verandering en uitdaging” alleen – zoals Toynbee, de wereldhistoricus, in navolging van Marx lijkt te suggereren langs Hegeliaanse lijnen. Culturele vormen zijn oppervlakkig en vergankelijk. Daaronder en daaraan voorafgaand, en er zelfs de oorzaak van, zijn de impulsen – en dwangmatigheden, de complexe instincten van biologische kwaliteiten die samenhangen met variaties in de hersenen en neurale structuren die door de natuurevolutie zijn ingeplant. Kortom, de natuur bepaalt de opvoeding.

    Voor de gelovigen die geloven dat God de verschillende rassen schiep voor Zijn doel, kan het lijken dat veel van wat nu bevestigd door de wetenschap over het bestaan van de mens en zijn rassen op aarde in strijd is met het Heilige Schrift en het religieuze dogma, maar dit hoeft niet het geval te zijn als men rekening houdt met het symbolische of allegorische karakter van de Babylonische of Semitische folklore van het Oude Testament. Als onderdeel van deze folklore moet het schilderachtige verhaal in Genesis 10 over hoe de rassen oorspronkelijk werden geschapen niet worden aanvaard als historisch waar. De rassen waren in feite al lang voor de zondvloed in de pijplijn van de aardse evolutie.

    Niettemin zou men, door feiten uit fabels te distilleren, redelijkerwijs tot de conclusie kunnen komen dat de scheiding van de rassen, zoals die in de Bijbel is opgetekend, een goddelijke goedkeuring had, die een voorzienig doel had in het universele plan der dingen en die door de mens niet kon worden herroepen. In het verlengde van dit geloof in de doelgerichte schepping van de menselijke rassen, vermanen sommige theologen: “Wat God gedaan heeft, mag geen mens ongedaan maken.” Anderen, die neigen naar het marxisme, verkiezen de misleidende slogan “slechts één ras, het menselijk ras”, de strijdkreet van hen die zich gevoelig bewust zijn van hun inferioriteit.

    Blijf op de hoogte van de nieuwste blogseries

    Abonneer op onze nieuwsbrief via e-mail of via onze RSS Feed. Je kunt op elk gewenst moment weer afmelden.

    Nieuwste blogseries

    Voor het eerst hier?

    Er is veel content op deze website. Dit kan alles een beetje verwarrend maken voor veel mensen. We hebben een soort van gids opgezet voor je.

    800+

    Geschreven blogs

    300+

    Nieuwsbrieven

    100+

    Boeken vertaald

    5000+

    Pagina's op de website

    Een getuigenis schrijven

    Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.
    Naam
    Vink dit vakje aan als je jouw getuigenis aan ons wilt versturen, maar niet wilt dat deze op de lijst met getuigenissen op deze pagina wordt geplaatst.

    Stuur een bericht naar ons

    Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.
    Naam
    =