Mystery Babylon: De Vijand van God Ontmaskerd
In dit vierde deel van de profetische studie over Jeremia 50 en 51 wordt de schijnbaar historische boodschap opnieuw verbonden met een dieper geestelijk en hedendaags besef: Babylon is méér dan een oud rijk — zij is de kern van het wereldsysteem dat zich tegen God en Zijn volk verzet. De profeet Jeremia sprak weliswaar tegen een fysieke stad en macht, maar de geest van Babylon is overgesprongen naar andere naties, systemen en religies. Zij leeft voort in wat de Schrift noemt: “Mysterie, het grote Babylon.”
De gelovige moet zich dus niet enkel richten op het verleden, maar juist waakzaam zijn in het heden. Wat vandaag de dag functioneert onder de vlag van democratie, kapitalisme, religie of globalisme, draagt vaak het stempel van diezelfde Babylonische geest: controle, onderdrukking, en een haat jegens Gods wet en volk. Het is een systeem van verwarring, vermomd als verlichting, dat mensen aanzet tot geestelijke hoererij — het verlaten van de ware God ten gunste van menselijke macht en afgoden.
“De belager is op Babylon getogen, haar helden zijn gevangen, hun bogen zijn gebroken, want de HEERE, een God der vergelding, zal zekerlijk vergelden.” Jeremia 51:56
De strijd van Israël is dus geen passieve verwachting, maar een actieve betrokkenheid. God roept Zijn volk op om zich te onderscheiden van Babylon — niet alleen door afzondering, maar ook door optreden. Israël is in deze profetieën niet slechts slachtoffer, maar instrument: Gods strijdwapen. En dat is in directe tegenstelling tot wat veel kerken vandaag prediken. Zij zeggen dat de gemeente opgenomen zal worden, weggerukt van het kwaad, terwijl Jeremia en Openbaring juist tonen dat Gods volk hier op aarde betrokken zal zijn bij de vernietiging van het systeem dat zich tegen Hem verheft.
Dat Babylon wordt vernietigd, is niet het gevolg van menselijke planning of toevallige geopolitieke omstandigheden. Het is de directe hand van God, Die Zich een volk heeft gesteld om Zijn gerechtigheid te volbrengen. En dat volk — het ware Israël — is niet verborgen, maar herkenbaar aan haar trouw aan de wet, haar afwijzing van wereldsystemen, en haar roeping om het licht van Gods waarheid te dragen in een tijd van duisternis.
Babylon wordt “Mysterie” genoemd in Openbaring, omdat zij niet verschijnt zoals mensen verwachten. Zij draagt religieuze kledij, bedient zich van morele taal, en vermomt zich als brenger van vrede en eenheid. Maar in werkelijkheid is zij de moeder van hoererijen en gruwelen, de grote verleider van koningen, naties en kerken. En God zal haar ontmaskeren, haar rijk afbreken, en haar vernietigen — niet door een vrome preek, maar door het werk van Zijn eigen mensen, die Hij daartoe heeft geroepen en gezalfd.
“En de hemel en de aarde, en al wat daarin is, zullen juichen over haar; want van het noorden zullen haar de verstoorders aankomen, spreekt de HEERE.” Jeremia 51:48
Gods oordeel is geen tragedie voor de heiligen, maar een verlossing. De wereld zal wenen over de val van Babylon, omdat zij haar rijkdommen en macht verliest. Maar Gods volk zal juichen, want eindelijk wordt het recht hersteld. De machten die hen onderdrukten, zullen verdwijnen. De HEERE Zelf zal opstaan tot strijd. En Hij zal Zich verheerlijken in het oordeel over het systeem dat Zijn naam heeft gelasterd, Zijn volk heeft vervolgd, en Zijn waarheid heeft verdraaid.
Het Volk Uit het Noorden: Gods Wapen Tegen Babylon
De profetie van Jeremia spreekt over een volk uit het noorden, een natie die opstaat tegen Babylon. Dit volk komt niet zomaar op uit eigen belang of politieke strategie, maar is duidelijk geroepen door de HEERE Zelf om Zijn oordeel uit te voeren. In de gangbare theologie wordt vaak aangenomen dat dit verwijst naar de Meden en Perzen of een historische coalitie tegen oud-Babel. Maar in het bredere licht van de Schrift, en zeker gezien vanuit het perspectief van de profeten, is het volk uit het noorden méér dan een oud leger. Het is een type van het ware Israël, opgeroepen tot strijd door God om gerechtigheid op aarde te herstellen.
“Want ziet, Ik zal grote menigten opwekken tegen Babel, van het land van het noorden, en zij zullen zich daartegen scharen; vandaar zal het ingenomen worden.” Jeremia 50:9
Deze menigten zijn niet enkel militair georganiseerd, maar geestelijk bekwaam. Zij worden door God gezonden, met een duidelijke opdracht. En wanneer zij opstaan, zal Babel vallen. Het is niet zomaar een veldslag; het is een goddelijk vonnis, voltrokken door een geoefend en gezalfd volk.
“Israël is een verstrooide kudde, de leeuwen hebben hem verjaagd; eerst heeft hem de koning van Assyrië verslonden, daarna heeft Nebukadrezar, de koning van Babel, zijn beenderen verbrijzeld.” Jeremia 50:17
Israël is door de eeuwen heen mishandeld, verstrooid en onderdrukt — eerst door Assyrië, daarna door Babylon. En nog altijd lijdt het ware Israël onder moderne machten die zich in dezelfde geest van Babel presenteren: zij verspreiden leugen, bedrog, oorlog en zedeloosheid. Maar de HEERE is niet vergeten wat er met Zijn volk gebeurd is. Zijn verbond blijft, Zijn roeping staat vast. En Zijn belofte is dat Hij het overblijfsel zal terugbrengen — niet als slachtoffers, maar als overwinnaars.
“Derhalve zegt de HEERE der heirscharen, de God van Israël: Ziet, Ik zal bezoeking doen over den koning van Babel, en over zijn land, gelijk als Ik bezoeking gedaan heb over den koning van Assyrië.” Jeremia 50:18
Zoals God Assyrië heeft geoordeeld, zo zal Hij dat nu doen met Babylon. De machten van deze wereld mogen elkaar opvolgen, maar zij blijven allen verantwoording verschuldigd aan de HEERE. En wanneer Hij optreedt, is er geen ontkomen aan. Zijn oordeel is altijd gewogen, zuiver, en totaal. De koning van Babel — wie of wat dat in de moderne wereld ook vertegenwoordigt — zal zijn macht verliezen.
God gebruikt Zijn volk niet alleen als lijdend voorwerp, maar als actief werktuig van gerechtigheid. Zij zullen opstaan uit verstrooiing, versterkt door Zijn Geest, en zij zullen deelhebben aan de ondergang van het systeem dat hen eeuwenlang onderdrukte. Want de strijd tegen Babylon is niet slechts geestelijk — zij zal ook zichtbaar worden op aarde. En het volk dat God daartoe roept, zal herkenbaar zijn aan hun trouw, hun onderscheiden levenswandel, en hun onwankelbare toewijding aan Zijn Woord.
De Val van Babel: Een Voorbeeld voor Alle Volken
Wanneer God spreekt over de val van Babylon, spreekt Hij niet over een lokaal incident, maar over een wereldwijde boodschap. Wat met Babel gebeurt, is bedoeld als waarschuwing én als getuigenis. Het is een patroon dat de HEERE door de geschiedenis herhaalt: hoogmoed leidt tot vernedering, macht zonder gerechtigheid wordt vernietigd, en elk rijk dat zich tegen Hem verheft, wordt neergehaald. De vernietiging van Babel is dan ook geen gewone politieke gebeurtenis. Het is een goddelijke daad met universele betekenis.
“Babel was in de hand des HEEREN een gouden beker, die de ganse aarde dronken maakte; van haar wijn hebben de volken gedronken, daarom zijn de volken razende geworden.” Jeremia 51:7
Babylon wordt hier voorgesteld als een gouden beker — mooi aan de buitenkant, glanzend en verleidelijk. Maar haar inhoud is giftig. Ze heeft de volken bedwelmd, hun oordeel vertroebeld, hun zedelijkheid ondermijnd. De invloed van Babylon is dus niet beperkt tot haar grenzen. Ze heeft macht gehad over koningen, over kerken, over mensenharten. En die invloed is niet verdwenen — ze leeft voort in moderne systemen, instellingen en denkwijzen die zich afkeren van Gods wetten.
“Zij is haast ineens gevallen, ja verbroken; huilt over haar, neemt balsem voor haar pijn, misschien zal zij genezen worden.” Jeremia 51:8
De val van Babel komt plotseling, onverwacht. Mensen huilen over haar, niet uit berouw, maar uit verlies. Zij willen haar redden, genezen, herbouwen. Maar de Schrift is duidelijk: er is geen herstel voor Babylon. Haar ondergang is onomkeerbaar. Zij heeft haar tijd gehad, zij heeft haar zonden vol gemaakt. Wie haar probeert te redden, verzet zich tegen Gods plan.
“Wij hebben Babel genezen, maar zij is niet genezen; verlaat haar, en laat ons gaan, een ieder naar zijn land; want haar oordeel raakt aan de hemel en rijst op tot aan de bovenste wolken.” Jeremia 51:9
Er is slechts één juiste reactie op de ondergang van Babel: haar verlaten. Niet slechts fysiek, maar geestelijk, moreel, ideologisch. Wie aan haar vasthoudt, zal met haar vergaan. Haar zonden zijn zó talrijk, zó opzichtig, dat ze tot in de hemel reiken. En God zal haar niet ontzien. Daarom roept Hij Zijn volk op: “Gaat uit van haar, Mijn volk.”
De profeet toont dat de val van Babylon niet slechts een politieke omwenteling is, maar een geestelijke scheiding. Het is de scheiding tussen het volk van God en de volkeren der wereld. Tussen gerechtigheid en onrecht. Tussen waarheid en leugen. Tussen de Koning der hemelen en de god van deze wereld. En ieder mens moet kiezen waar hij staat. Want wanneer Babylon valt — en dat zal zij — zal zij allen meesleuren die haar liefhebben.
De Hamer der Aarde Wordt Verbroken
Babylon wordt in de Schrift niet alleen voorgesteld als een verleidster of hoer, maar ook als een wapen — een machtige hamer waarmee de volkeren verbrijzeld werden. In deze rol werd zij niet slechts gezien als een religieus-seduceerbaar systeem, maar als een brute, controlerende macht die met ijzeren vuist heerst over naties. En diezelfde Babylon, die zich eeuwenlang als onoverwinnelijk heeft gepresenteerd, wordt nu zelf verbrijzeld.
“Gij zijt Mijn hamer geweest, en wapenen des krijg; en Ik heb door u volken in stukken geslagen, en door u koninkrijken verbroken.” Jeremia 51:20
God had Babylon ooit gebruikt als instrument van oordeel — tegen Tyrus, tegen Egypte, zelfs tegen Israël. Maar nu is haar rol uitgespeeld. De hamer die eens in Zijn hand lag, is verroest en besmet geraakt. Wat God gebruikte, maar Zichzelf verheven heeft, zal worden gebroken.
“En Ik zal aan Babel, en aan al de inwoners van Chaldea, al hun kwaad vergelden, dat zij in Sion gedaan hebben voor uw ogen, spreekt de HEERE.” Jeremia 51:24
De HEERE vergeet niets. Alles wat Babylon heeft gedaan — tegen Zijn stad, tegen Zijn volk, tegen Zijn wet — zal terugkeren op haar eigen hoofd. Geen enkel kwaad wordt over het hoofd gezien. En terwijl de wereld wegkijkt of goedpraat, houdt God nauwkeurig rekenschap. Want de HEERE is niet slechts Rechter, Hij is ook Getuige.
“Zie, Ik wil aan u, gij verdervende berg, spreekt de HEERE, die de ganse aarde verderft; en Ik zal Mijn hand tegen u uitstrekken, en u van de steenrotsen afwentelen, en Ik zal u tot een brandenden berg maken.” Jeremia 51:25
God noemt Babylon een ‘verdervende berg’ — een kolos die verwoesting brengt over de gehele aarde. En Hij zal deze berg niet alleen klein maken, maar volledig wegvagen. Zij wordt niet hersteld, niet hervormd, maar afgekeurd en vernietigd. Er blijft niets van over dat nog bruikbaar is. Haar vuur zal niet verlichten, maar verteren.
“En zij zullen van u geen hoeksteen nemen, noch een steen tot fundament; maar gij zult een eeuwige woestheid zijn, spreekt de HEERE.” Jeremia 51:26
Niemand zal nog iets uit Babel willen gebruiken. Zelfs haar stenen zijn waardeloos geworden. De fundamenten van haar systeem zijn onheilig en kunnen nooit meer de basis zijn voor iets rechtvaardigs. Haar naam zal niet meer genoemd worden in hoop, maar in afschuw. En zij zal dienen als eeuwig voorbeeld van wat er gebeurt met een macht die zich tegen God verheft.
De hamer die volkeren sloeg, wordt nu zelf geslagen. En de boodschap is duidelijk: geen macht is te groot, geen rijk te stevig, geen systeem te hecht om niet door Gods hand verbroken te worden. Alles wat mensen opbouwen buiten Hem om, zal eindigen zoals Babel — verbrijzeld, verlaten, en verbrand.
De Vergelding van de HEERE: Volledig en Onontkoombaar
De val van Babylon wordt voorgesteld als een daad van goddelijke vergelding. Niet zomaar een straf uit de hemel, maar een weloverwogen antwoord op eeuwen van onderdrukking, arrogantie en godslastering. God vergeldert wat Babel gedaan heeft — niet alleen tegen Zijn volk, maar tegen de waarheid, de gerechtigheid en Zijn naam. En Hij doet dat niet in het geheim, maar voor de ogen van de wereld. Opdat iedereen zal weten: de HEERE is een God van recht.
“Hoe is Sesach ingenomen, en hoe is de roem der ganse aarde ingenomen! hoe is Babel geworden tot een ontzetting onder de heidenen!” Jeremia 51:41
De ondergang van Babel zal niet stil plaatsvinden. Zij die eens geroemd werd om haar pracht, haar rijkdom, haar wereldwijde invloed — zij zal tot een schrikbeeld worden voor de volken. De mensen zullen haar niet meer bewonderen, maar vrezen wat zij vertegenwoordigde. Alles wat groot leek, zal worden ontbloot als bedrog.
“De zee is opgegaan over Babel; zij is met de grootheid harer golven bedekt.” Jeremia 51:42
De ondergang komt als een vloedgolf. Onstuitbaar, allesoverweldigend. Net als in de dagen van Noach, komt het oordeel plotseling, en alles wat leeft in Babylon zal overspoeld worden. Niet slechts symbolisch, maar reëel. Want de zonde heeft zich opgestapeld, en Gods oordeel komt als wateren die de hoogte van de hemel raken.
“Haar steden zijn geworden tot een woestheid, een dor land en een wildernis, een land waarin niemand woont, en geen mensenkind doortrekt.” Jeremia 51:43
Wat eens de trots van de wereld was, wordt een onbewoonbaar oord. Een woestenij zonder toekomst. Geen reiziger zal erlangs trekken. Geen pelgrim zal er nog eer vinden. Want waar God eenmaal gesproken heeft, blijft Zijn oordeel staan. De herinnering aan Babylon wordt niet in stand gehouden om te eren, maar om te waarschuwen.
“En Ik zal bezoeking doen over Bel te Babel; en Ik zal uit zijn mond uitbrengen wat hij ingeslokt heeft; en de heidenen zullen niet meer tot hem toe lopen; ja, ook de muur van Babel zal vallen.” Jeremia 51:44
Zelfs de afgoden van Babel zullen niets kunnen behouden. De HEERE zal hun kracht breken. Alles wat zij hebben opgeslokt — rijkdom, volkeren, eer — zal weer uitgespuwd worden. En hun tempels, hun muren, hun systemen zullen vallen. Niet één steen blijft op de ander. Alles wordt blootgelegd, geoordeeld, en tenietgedaan.
En daarin ligt de les: er is geen systeem, geen rijk, geen religieus bouwwerk dat standhoudt wanneer het zich keert tegen de HEERE. Wie vertrouwt op mensen, op muren, op macht, zal vallen met Babel. Maar wie zijn toevlucht zoekt bij de God van Israël, zal staan — ook als de wereld in elkaar zakt.
Gaat Uit van Haar, Mijn Volk
De boodschap van de HEERE aan Zijn volk is helder, krachtig en zonder ruimte voor compromis: “Gaat uit van haar.” Deze oproep is geen suggestie, maar een goddelijke opdracht. Babylon is besmet. Alles wat zij vertegenwoordigt — haar religie, haar economie, haar cultuur, haar politiek — is doordrenkt met zonde en opstandigheid tegen God. Wie in haar blijft, deelt in haar zonden. En wie haar omhelst, zal getroffen worden door haar oordeel.
“Mijn volk! trekt uit het midden van haar, en redt een ieder zijn ziel van de hittigheid van de toorn des HEEREN.” Jeremia 51:45
Deze oproep is gericht tot “Mijn volk” — niet tot de wereld, niet tot de heidenen, maar tot hen die Zijn naam dragen. Zij die denken veilig te zijn omdat ze geloven, omdat ze bidden, omdat ze zich religieus noemen, worden hier gewaarschuwd: als je in Babylon blijft, zul je haar lot delen. De toorn van de HEERE komt niet met onderscheid tussen gelovige en ongelovige als zij beiden dezelfde zonden vasthouden.
“En opdat uw hart zich niet week make, en gij niet vreest voor het gerucht dat in het land gehoord zal worden; want in dit jaar zal het gerucht komen, en daarna in het volgende jaar zal er een ander gerucht komen, en geweld in het land, heerser tegen heerser.” Jeremia 51:46
Gods volk moet niet schrikken van de chaos. Er zullen geruchten zijn van oorlogen, van regeringen die vallen, van heersers die elkaar bevechten. De wereld zal in beroering zijn. Maar het is geen reden om stil te blijven of af te wachten. Integendeel: het is een bevestiging dat het oordeel nabij is. En daarom moeten de gelovigen handelen — niet door zich te bewapenen met menselijke middelen, maar door zich los te maken van het systeem dat Babylon is.
“Daarom, ziet, de dagen komen, dat Ik bezoeking zal doen over de gesneden beelden van Babel, en haar ganse land zal beschaamd worden; en al haar verslagenen zullen in het midden van haar vallen.” Jeremia 51:47
Niets van Babel blijft overeind. Haar afgoden — zichtbaar of onzichtbaar, gemaakt van steen of van ideologie — zullen vernietigd worden. Haar land zal beschaamd staan. Haar doden zullen haar pleinen vullen. Dit is geen symboliek, dit is profetie. En zij is gericht tot iedereen die denkt dat Babel nog te hervormen is, nog te redden valt. Het oordeel komt. En het is onafwendbaar.
Wie ogen heeft om te zien, zal weten dat dit alles spreekt van onze eigen tijd. Babylon leeft voort — in banken, in scholen, in kerken, in media, in regeringen. En God roept: “Gaat uit van haar, Mijn volk.” Het is geen fysieke vlucht, maar een geestelijke afscheiding. Niet langer deelhebben aan haar leugens, haar zonden, haar afgoden. Want wie blijft, zal verbranden. Maar wie gehoorzaamt, zal leven.
De Strijd van de Heiligen tegen Babylon
De strijd tegen Babylon is geen neutrale zaak. Het is geen conflict waar men zich als toeschouwer toe kan verhouden. Integendeel, het is een frontlijn waarin ieder kind van God positie moet kiezen. Want Babylon is geen passieve tegenstander. Zij is actief, agressief, en uitgekiend in haar strategie om het volk van God te misleiden, te verdelen en te onderwerpen. En daarom is het noodzakelijk dat de heiligen ontwaken, zich wapenen met Gods Woord, en Babylon confronteren met de waarheid.
“Toen maakten de boogschutters zich op tegen Babel, allen die den boog spannen; en zij omsingelden haar rondom; van daar dat niemand van haar ontkome; vergeldt haar naar haar werk, doet haar naar alles wat zij gedaan heeft; want zij is trots geweest tegen den HEERE, tegen den Heilige Israëls.” Jeremia 50:29
Babylon heeft zich niet zomaar vergist. Zij heeft bewust gekozen tegen de HEERE, Zijn wet en Zijn volk. Haar trots is haar valkuil. En de gelovigen zijn hier opgeroepen om haar niet te sparen, maar haar te vergelden naar haar werken. Het is een oproep tot gerechtigheid — geen persoonlijke wraak, maar heilige vergelding.
“Daarom zullen haar jongelingen vallen op haar straten, en al haar krijgslieden zullen vergaan te dien dage, spreekt de HEERE.” Jeremia 50:30
Zelfs de sterken van Babel — haar soldaten, haar leiders, haar verdedigers — zullen geen stand houden. Het is de dag van de HEERE, niet van mensen. En Hij zal zorgen dat Babel geen kracht meer overhoudt om zich te verzetten. Haar arrogantie wordt haar ondergang.
“Ziet, Ik wil aan u, gij trotse! spreekt de Heere, HEERE der heirscharen; want uw dag is gekomen, de tijd dat Ik u bezoeken zal. Jeremia 50:31
De HEERE richt Zich rechtstreeks tot Babylon: “Gij trotse!” Het is een aanklacht tegen haar houding, haar geest. En Hij zegt erbij: “uw dag is gekomen.” De genadetijd is voorbij. De weegschaal is vol. En de HEERE Zelf zal haar bezoeken. Niet met zegen, maar met oordeel. Niet met geduld, maar met vuur.
“En de trotse zal struikelen en vallen, en niemand zal hem oprichten; en Ik zal een vuur aansteken in zijn steden, dat alles rondom hem zal verteren.” Jeremia 50:32
Wanneer de trotse valt, is er geen herstel. Geen politieke oplossing, geen religieuze hervorming, geen alliantie zal haar helpen. God Zelf zal haar steden in vuur zetten. En dat vuur zal niet alleen fysieke structuren verteren, maar het hele systeem — de handel, de religie, de propaganda, de moraal. Alles brandt.
Daarom is het noodzakelijk dat Gods volk zich niet langer stilhoudt. De strijd tegen Babylon vraagt actie. Niet met zwaarden van ijzer, maar met het zwaard van het Woord. Niet met politieke petities, maar met geestelijke gehoorzaamheid. Want alleen de waarheid kan de leugen ontmaskeren. En alleen het licht kan de duisternis verdrijven. De overwinning is zeker — maar de strijd is echt. En ieder die weigert te kiezen, kiest alsnog.
De Dag van de Wraak van de HEERE
De val van Babylon is onafwendbaar, want het is de uitvoering van een vonnis dat al lang geleden is uitgesproken. De HEERE heeft Zich lang ingehouden, maar nu breekt de dag van Zijn wraak aan — niet zomaar uit toorn, maar uit gerechtigheid. Want Babylon heeft Zich opzettelijk tegen Hem gekeerd, heeft Zijn volk onderdrukt, Zijn wet vertrapt, en Zijn naam gelasterd. En God laat Zich niet bespotten.
“Zeg het in Babel, en breng het voort in het land der Chaldeeën, en zegt: Babel is ingenomen, Bel is beschaamd, Merodach is verbijsterd; haar beelden zijn beschaamd, haar drekgoden zijn verbijsterd.” Jeremia 50:2
De goden van Babel, haar religieuze façade, worden niet gespaard. Alles wat zij aanbad, alles waarin zij hoop stelde, wordt vernietigd. Haar afgoden blijken machteloos, haar religieuze leiders verstomd. En de stad die zich roemde in wijsheid, rijkdom en mysterie, ligt in puin. De waarheid wordt niet langer onderdrukt — zij klinkt luid in de straten van haar val.
“Want dat is de dag der wraak van den HEERE, ter vergelding, opdat Hij Zich wreke van Zijn tegenpartij.” Jeremia 51:6
Deze dag is geen wraakzuchtige uitbarsting, maar een rechtvaardige vereffening. Het is Gods antwoord op eeuwen van bedrog, moord, tirannie en afgoderij. Het is de dag waarop de HEERE Zich wreekt — niet uit wrok, maar uit heilige gerechtigheid. En niemand kan die hand tegenhouden.
“Zo zegt de HEERE der heirscharen: De brede muur van Babel zal ten gronde gebroken worden, en haar hoge poorten zullen met vuur aangestoken worden, zodat de volken tevergeefs gearbeid hebben, en de natiën zich voor het vuur vermoeid hebben.” Jeremia 51:58
Alles wat door mensen werd opgebouwd — de torens, de muren, de poorten — wordt neergehaald. De stad waarop zovelen hun hoop hadden gesteld, waarin de volken investeerden, waaraan natiën zich gebonden hadden, blijkt niets dan as. Hun arbeid was vergeefs, hun inzet was misplaatst. Want wie bouwt op leugen, bouwt op zand.
De profetie eindigt niet met herstel van Babel, maar met haar definitieve ondergang. De boodschap is helder: God zal haar niet sparen, en Zijn volk mag haar niet liefhebben. Babylon is geen plek voor hervorming, geen systeem dat gerepareerd kan worden. Zij is voor altijd verdoemd.
En zo roept de HEERE nogmaals: “Gaat uit van haar, Mijn volk.” Laat af van haar gewoonten, haar taal, haar feestdagen, haar economie, haar politiek en haar religie. Want alleen wie scheiding maakt tussen licht en duisternis, zal niet getroffen worden wanneer het vuur komt. De overwinning is voor hen die trouw blijven — trouw aan de wet, trouw aan de waarheid, trouw aan de HEERE, Die rechtvaardig oordeelt.