Blogserie

Home / serie / De val van Mysterie Babylon – Deel 5

< Terug naar blogoverzicht

Rubrieken

Algemeen

Duivel & Satan

Israël

Geschiedenis & Oorsprong

Nieuws

Joden & Edom

Kerkhoaxes

Wetten

De val van Mysterie Babylon – Deel 5

De geldstroom achter de aflaten

We gaan verder met onze studie over de verkoop van aflaten en Maarten Luther. Deze boodschap is gebaseerd op de waarheid van Gods Woord en de feiten van de geschiedenis. We beginnen vandaag met een korte herhaling van iets wat we eerder lazen, namelijk een artikel in de krant dat verscheen naar aanleiding van de 500ste verjaardag van Maarten Luther’s geboorte. Het artikel heette: “Verkoop van aflaten bracht monnik tot opstand”.

En zoals je misschien al vermoedt: het ging niet om een hele groep monniken die in opstand kwam, maar om één man — Maarten Luther. In dat artikel stond ook dat Luther, terwijl hij colleges gaf aan de universiteit van Wittenberg tussen 1513 en 1517, geleidelijk tot zijn grootste theologische ontdekking kwam: “De rechtvaardige zal door geloof leven.”

Zijn verzet tegen de Roomse kerk werd aangewakkerd toen paus Leo X, die dringend geld nodig had om de bouw van de Sint-Pietersbasiliek in Rome te voltooien, de aartsbisschop van Mainz toestemming gaf om aflaten te verkopen in Saksen. Die aflaten zouden zogezegd zonden vergeven — in ruil voor geld.

We lezen vervolgens dat paus Leo X in 1520 zijn geduld met Luther verloor en hem excommuniceerde. Een jaar later, in april 1521, werd Luther voor de Rijksdag in Worms gedaagd. Daar stond hij tegenover keizer Karel V, die hem eiste zijn geschriften te herroepen. Maar Luther antwoordde met een van de meest beroemde uitspraken uit de Duitse geschiedenis:

“Tenzij ik overtuigd word door de Schrift en door duidelijke reden — want ik geloof noch in de paus noch in de concilies, aangezien die elkaar tegenspreken — is mijn geweten gebonden aan het Woord van God. Ik kan en zal niets herroepen, want tegen het geweten handelen is noch juist, noch veilig. Hier sta ik. God helpe mij. Amen.”

En je moet je voorstellen wat een daad van geloof dat was. Want Luther stond daar als een eenling tegenover een religieus systeem dat heel Europa beheerste — van Engeland tot aan de Dardanellen, van Spanje tot aan Scandinavië. De kerk had absolute macht. En toch stond deze monnik daar, en weigerde zich te onderwerpen aan hun bevelen.

Waarom? Omdat zijn geweten gebonden was aan het Woord van God. Niet aan wat Luther persoonlijk geloofde — nee — hij wilde niets herroepen van wat hij op basis van de Bijbel als waarheid had leren kennen. En dat onderscheid is cruciaal.

Na deze woorden van verzet kwam de hele katholieke wereld over hem heen. Maar tegelijkertijd begon zich, zonder dat Luther het besefte, een enorme volksbeweging te vormen. Het lijkt erop dat God het hart van Europa had voorbereid om de waarheid van Zijn Woord te ontvangen, in plaats van enkel te luisteren naar de leer van priesters.

Luther dacht in het begin nog dat hij de kerk kon hervormen. Hij beschouwde zichzelf niet als een revolutionair. Hij zag zichzelf zelfs nog als een trouwe katholieke monnik die misstanden in de kerk wilde corrigeren aan de hand van de Bijbel.

Maar wat hij niet wist — en wat pas later aan het licht kwam — was dat er achter de schermen heel andere machten actief waren. De pauselijke banken speelden hierin een sleutelrol. Neem bijvoorbeeld de Fugger-bankiers uit Augsburg. Deze bankiers hadden enorme sommen geld geleend aan Albrecht van Mainz, zodat die — ondanks zijn te jonge leeftijd en gebrek aan kerkelijke ervaring — toch drie kerkelijke ambten kon verkrijgen. Dat mocht officieel niet, dus moest hij forse boetes aan de paus betalen. En hoe loste hij die schuld af? Juist — via de verkoop van aflaten, waarvan de opbrengst deels naar Rome ging, en deels naar de bankiers.

De positie van aartsbisschop werd dus letterlijk gekocht met geleend geld. En zodra iemand zo’n positie had, kon hij alle tienden (kerkelijke belastingen) uit zijn bisdom innen — waarmee de lening werd terugbetaald. Dus wie zat er écht achter het systeem van aflatenverkoop? Niet alleen priesters, niet alleen de paus, maar ook de geldschieters — de geldleners — die op die manier kerkelijke functies kochten en controleerden.

Luther had in het begin geen weet van deze corrupte financiële onderlaag. Hij dacht dat het ging om theologische dwaling, maar het was meer dan dat: het was een systeem van financiële uitbuiting, van slavernij via schuld en rente.

We lezen later dat zelfs seculiere schrijvers, zoals George W. Cornell, erkennen dat de hervormers, al was het niet hun bedoeling, het economische fundament van het rooms-katholieke systeem onderuit haalden. De reformatie raakte niet alleen het geloof, maar ook de portemonnee van de kerk.

En juist dat maakte het zo explosief.

De banken van Rome en de prijs van vergeving

Het rooms-katholieke systeem zoals dat functioneerde in de dagen van Maarten Luther was niet alleen een religieuze structuur — het was een financiële machine, zorgvuldig opgebouwd rond schuld, rente en betaling voor zielenheil. Het was een systeem waarin zelfs geestelijke ambten via leningen verworven werden, waarbij geestelijke macht in feite gekocht werd door middel van kapitaal — vaak geleend bij de machtige bankiersfamilies van Europa.

We noemden eerder de Fuggers van Augsburg — een bankiersfamilie met enorme invloed. Zij leenden grote sommen geld uit aan kerkleiders, waaronder Albrecht van Brandenburg, zodat hij drie kerkelijke ambten tegelijk kon verkrijgen, iets wat volgens kerkelijk recht streng verboden was. Maar met genoeg geld was alles te koop — zelfs zielen. De paus kon dispensatie verlenen, tegen betaling, en liet het oogluikend toe.

Daar zit precies het pijnpunt. Die bankleningen moesten worden terugbetaald. Maar waarmee? De aflatenhandel werd hét middel.

De deal tussen Albrecht en paus Leo X was simpel: de helft van de opbrengst van de aflatenverkoop ging naar Rome, de andere helft naar de Fuggers om de lening af te lossen. Het prediken van vergeving werd dus een commercieel project, bedoeld om schulden af te betalen die men gemaakt had om macht te kopen.

Deze achtergrond maakt de verkoop van aflaten niet alleen theologisch verdorven, maar ook moreel verwerpelijk. Mensen werd niet alleen een valse hoop gegeven op redding; ze werden letterlijk uitgebuit in de naam van God. Hun schuldgevoel werd gemanipuleerd om geld binnen te halen. Ze betaalden voor de bouw van kerken die ze nooit zouden zien, om de zonden van familieleden te verkorten, op basis van een doctrine die nergens in de Schrift stond.

De aflaatpredikers waren goed getraind. Eén van de beruchtste was Johann Tetzel, die met veel bombarie dorpen en steden bezocht, preekte over de gruwelen van het vagevuur en daarna de mensen tot betaling opriep. Hij zou gezegd hebben:

“Zodra het muntje in het kistje klinkt, springt de ziel uit het vagevuur.”

En mensen geloofden het. Want wat als je moeder daar werkelijk was? Wat als je kind op dat moment leed? Dan gaf je alles wat je had — al was het je laatste munt.

Wat je hier ziet is een combinatie van theologische leugen en financiële slavernij. En die combinatie maakte Rome machtig. Want wie het zielenheil beheerst én het geld beheerst, beheerst alles.

De meeste mensen wisten niets van de constructies tussen de paus en bankiers. Ze zagen alleen een priester, een prediker, een aflaatbrief, en hoop. Maar achter de schermen draaide een systeem dat gebouwd was op rente, schuld, bedrog en angst.

En dat is precies wat Luther begon bloot te leggen.

“Ziet toe, dat niemand u berooft door wijsbegeerte en ijdele verleiding, naar de overlevering der mensen, naar de eerste beginselen der wereld, en niet naar Christus.” Kolossenzen 2:8

Rome had het geloof in Christus vervangen door een systeem van menselijke tussenpersonen, vaste tarieven voor zonden, en kerkelijke rituelen die verlossing verkochten alsof het om brood op de markt ging.

Maar de Schrift leert dat vergeving alleen komt door Christus — zonder geld, zonder aflaat, zonder paus.

“Komt herwaarts, allen die dorstig zijt, komt tot de wateren; en gij die geen geld hebt, komt, koopt en eet; ja, komt, koopt zonder geld en zonder prijs, wijn en melk.” Jesaja 55:1

De waarheid is: vergeving is gratis — omdat het gekocht is met het bloed van Jezus Christus. Rome verkocht wat het zelf niet bezat, en het volk betaalde met armoede, met valse hoop, en met verloren vertrouwen.

En daarom moest er reformatie komen.

De kerk als koopwaar: aflaatverkoop als handelswaar

Wat Rome in de tijd van Luther had gecreëerd, was een religieus systeem dat functioneerde als een marktplaats. Alles was te koop: vergeving, ambten, huwelijken, privileges, zelfs eeuwige zaligheid — zolang je maar kon betalen. De kerk was veranderd van een geestelijk huis in een economisch imperium, en de mensen waren er de klanten in een eeuwige winkel.

De aflaten waren het meest zichtbare voorbeeld van deze perverse handel. In plaats van het Evangelie te verkondigen, werd de prediking een marketingcampagne. De boodschap was simpel: je kunt je tijd in het vagevuur bekorten — of die van je overleden geliefden — als je nu betaalt. Het klonk als een aanbieding met een houdbaarheidsdatum. En mensen geloofden het, omdat het hen werd verteld door mannen met gewaden, kruisen en kerkinstituten achter zich.

Men kan zich afvragen: hoe kon dit zo diep doordringen? Hoe kon het dat hele volkeren meegingen in deze vorm van geestelijke afpersing?

Het antwoord is tragisch eenvoudig: men kende de Bijbel niet.

De gewone man kon de Schrift niet lezen. Latijn was de taal van de mis, van de wetten, van de theologie. En de geestelijkheid hield dat bewust zo. Want zolang het volk de waarheid niet kende, bleef het afhankelijk van de leugen. En leugens zijn winstgevend.

“Mijn volk is uitgeroeid, omdat het zonder kennis is.” Hosea 4:6

Dit Bijbelvers werd pijnlijk zichtbaar in het Europa van de 16e eeuw. Het volk was onderworpen aan een religie die hen onderdrukte in naam van God. En elke poging tot verzet werd gezien als ketterij, met marteling of de brandstapel als gevolg.

Maar op het moment dat Luther de Bijbel begon te vertalen, veranderde alles.

Het was alsof een sluier werd weggenomen. Mensen begonnen te zien dat nergens in het Nieuwe Testament sprake is van aflaten, van een pauselijke autoriteit, van een vagevuur, of van een systeem waarin vergeving gekocht moet worden.

De waarheid was revolutionair in haar eenvoud:

“Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven, en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.” 1 Johannes 1:9

Daar is geen priester voor nodig. Geen aflaatbrief. Geen betaling. Alleen een oprecht hart dat zich buigt voor God.

Wat Luther begreep — en later de andere hervormers ook — was dat dit evangelie niet alleen mensen geestelijk bevrijdde, maar ook uit de greep van een corrupt machtssysteem trok. En dat was wat Rome vreesde.

Een volk dat leest, denkt en bidt — zonder tussenkomst van een priester — is een vrij volk.

En daarom moest Luther worden gestopt. Daarom werden Bijbels verbrand. Daarom werden vertalers geëxecuteerd. Niet omdat men bang was voor de letter, maar voor de waarheid die daarin leefde.

Want waarheid maakt vrij. En vrijheid betekent het einde van tirannie.

Rome’s angst voor het Woord in de volkstaal

Eén van de grootste bedreigingen voor het rooms-katholieke systeem in de tijd van Maarten Luther was niet het protest, maar de vertaling van de Bijbel. Want zolang het volk de Schrift niet zelf kon lezen, bleef Rome onbetwist gezagsdrager over wat “waarheid” was. Maar zodra de Schrift werd overgedragen aan het gewone volk, in de eigen moedertaal, begon het gezag van Rome af te brokkelen.

Daarom reageerde de paus niet met verzoening of dialoog, maar met geweld. Luther moest worden geëxcommuniceerd, zijn boeken moesten worden verbrand, en zijn volgelingen tot zwijgen gebracht.

Waarom? Omdat zij het volk iets hadden gegeven wat gevaarlijker was dan welk zwaard ook: de kennis van de waarheid. En de waarheid laat zich niet beheersen door hiërarchie of instellingen.

“En gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken.” Johannes 8:32

In veel delen van Europa werd het bezitten van een Bijbel in de volkstaal een misdaad. In Engeland leidde dit tot de arrestatie, veroordeling en terechtstelling van William Tyndale, die verantwoordelijk was voor de eerste vertaling van de Bijbel rechtstreeks uit het Grieks en Hebreeuws naar het Engels.

Zijn misdaad? Mensen in staat stellen om zelf Gods Woord te lezen.

Tyndale’s laatste woorden, vlak voor zijn executie, waren een gebed:

“Heere, open de ogen van de koning van Engeland.”

Zijn gebed werd verhoord — maar pas jaren later. In de tussentijd stroomde er bloed. Veel bloed. Het vertalen van de Bijbel werd een daad van verzet. Want waarheid in de handen van het volk betekende het einde van de geestelijke dictatuur.

Rome beweerde dat het volk te dom was om de Bijbel te begrijpen. Dat de Schrift verkeerd geïnterpreteerd zou worden. Dat het tot verdeeldheid zou leiden.

En ja, de Reformatie bracht verdeeldheid — maar het was een zuiverende verdeeldheid. Het scheidde waarheid van leugen, licht van duisternis, geloof van bijgeloof.

De ware reden dat Rome het Woord verbood, was niet zorg voor de ziel — het was behoud van macht. Want als de mensen zouden ontdekken dat de Bijbel niets zei over pausen, aflaten, misoffers of Mariaverering, dan zou hun hele bouwwerk instorten.

En dat gebeurde.

Want toen Luther het Nieuwe Testament vertaalde in het Duits, werd het niet gelezen door theologen, maar door boeren, huisvrouwen, studenten en ambachtslieden. Het Woord vond ingang in het gewone leven. En daar begon de echte reformatie.

Want reformatie begint niet in kathedralen, maar in harten. Niet bij dogma’s, maar bij open ogen.

“Uw Woord is een lamp voor mijn voet, en een licht op mijn pad.” Psalm 119:105

Vervalsing, bedrog en de bouw van Sint-Pieter

Terwijl het volk zwoegde en offerde om vergeving te kopen, vloeide het geld van de aflatenhandel rijkelijk naar Rome. Het was bedoeld — zo werd gezegd — voor de bouw van een nieuwe basiliek ter ere van de heilige Petrus: de Sint-Pieter. Maar achter die nobele façade school bedrog. Het was geen zuiver godsdienstig project; het was een monument van machtsvertoon, een paleis van steen dat de grootsheid van het pausdom moest bevestigen.

De pauselijke propaganda stelde het voor als een zaak van eer en toewijding: geef, zodat Gods huis gebouwd kan worden. Maar in werkelijkheid werd een groot deel van het ingezamelde geld gebruikt voor andere doeleinden — het aflossen van leningen, het financieren van luxueuze pauselijke hofhoudingen, en het belonen van trouwe kardinalen.

En de mensen? Die dachten dat hun geld zielen redde uit het vagevuur.

Het systeem werkte omdat het op schuldgevoel en angst dreef. Wie wilde er nu verantwoordelijk zijn voor het lijden van een overleden moeder of kind? De boodschap was subtiel en dwingend tegelijk: als je kunt betalen maar het niet doet, laat je je geliefden lijden. Zo werd barmhartigheid tot een morele plicht, en schuld tot een bron van winst.

Zelfs de aflaatbrieven waren bedrog. Er werd beweerd dat ze volledige vergeving verleenden — tot in de eeuwigheid. Maar in kleine lettertjes stond soms dat het slechts tijdelijke straf betrof. Rome sprak met dubbele tong. Aan het volk gaf men hoop op zekerheid; in de documenten bewaarde men juridische dekking.

“Wee dengene die rechtvaardigheid koopt met geld, en die de poorten van de hemel op een kier zet voor wie het zich kan veroorloven.”

Het is dan ook geen toeval dat Luther zijn 95 stellingen richtte tegen precies dit systeem. Hij sprak zich niet zomaar uit tegen “Rome” of tegen “de paus”, maar tegen de leugen dat genade te koop is. Zijn eerste stelling was glashelder:

“Wanneer onze Heere en Meester Jezus Christus zegt: ‘Bekeert u,’ dan wil Hij dat het hele leven van een gelovige een voortdurende bekering is.”

Geen betaling. Geen certificaat. Geen aflaat.

Luther begreep: als de mens werkelijk weet dat vergeving vrij is — omdat Christus die betaald heeft — dan is er geen plaats meer voor angst, schuldhandel of kerkelijke dwang.

En daar zat het gevaar voor Rome.

Zolang de waarheid verborgen bleef, stroomde het geld. Maar wanneer de waarheid aan het licht kwam, dreigde het hele bouwwerk te vallen. En dat gebeurde — stukje bij beetje — door de kracht van het Woord en het geweten van één man die weigerde te zwijgen.

“En u zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u vrijmaken.” Johannes 8:32

Het geestelijk monopolie van Rome ontmaskerd

Wat Rome eeuwenlang had opgebouwd, was een geestelijk monopolie — een systeem waarin verlossing, kennis van de Schrift en toegang tot God volledig gecontroleerd werden door een kleine elite. De paus stond aan de top als plaatsvervanger van Christus, omringd door een hiërarchie van kardinalen, bisschoppen en priesters die elk aspect van het religieuze leven beheersten. Zonder hen — zo werd beweerd — kon niemand gered worden.

Zij claimden: Extra Ecclesiam nulla salus — buiten de kerk geen zaligheid. En met ‘kerk’ bedoelden ze uiteraard niet het universele lichaam van gelovigen, maar de Roomse Kerk, onder pauselijk gezag.

Dit gaf hen de absolute macht. De sleutel tot de hemel lag zogenaamd in hun hand. En met die sleutel bepaalden zij wie er toegang kreeg, hoe lang iemand in het vagevuur zou verblijven, en hoeveel boetedoening er nodig was.

Maar de sleutel was vervalst. De macht was niet van God afkomstig, maar van een menselijk opgebouwd systeem, gevoed door angst, onwetendheid en traditie. En die macht werd behouden met ijzeren discipline: ketters werden opgespoord, geschriften verbrand, Bijbels verboden, hervormers ter dood gebracht.

Want wie het monopolie verliest, verliest alles.

Daarom reageerde Rome met brute kracht op elke hervormingsbeweging. Niet omdat zij vreesde voor verkeerde leer, maar omdat zij vreesde voor vrije gewetens en open Bijbels.

De ware kern van de Reformatie was dit: het geweten van de mens werd teruggegeven aan God. Niet langer gebonden aan het oordeel van een priester of de absolutie van een paus, maar vrij om de Schrift te lezen, te geloven, en gehoorzaam te zijn aan Christus alleen.

“Er is één Middelaar tussen God en mensen, de Mens Christus Jezus.” 1 Timotheüs 2:5

Met die ene zin viel het hele systeem van priesters, missen, aflaten en pauselijk absolutisme in duigen. Want als Christus alleen genoeg is, dan is Rome overbodig.

De ware kerk — zo leerden de hervormers — is niet de instelling met het meeste goud, de grootste basiliek, of de langste traditie. De ware kerk is daar waar het Woord wordt gepredikt, waar de sacramenten bijbels bediend worden, en waar Christus het Hoofd is.

Luther schreef:

“Ik ben een arme, onwaardige man. Maar ik heb het Woord van God. En dat is genoeg.”

Rome bouwde op pracht, macht en traditie. De Reformatie bouwde op waarheid. En waarheid heeft geen paleis nodig — alleen een open hart.

De mens tussen God en Rome: wie heeft het laatste woord?

In het rooms-katholieke systeem stond de mens nooit direct tegenover God. Er was altijd een tussenpersoon: een priester, een biechtvader, een paus. De gelovige werd afhankelijk gehouden van het oordeel van anderen over zijn geestelijke toestand. Was hij goed genoeg? Had hij genoeg gedaan? Was zijn berouw oprecht? Iemand anders moest het beoordelen. Iemand anders had de macht om absolutie te verlenen — of juist te weigeren.

Dit was een systeem dat de mens klein hield, onzeker, gebonden. Zelfs stervenden wisten niet zeker of ze werkelijk vergeven waren. Want er kon altijd nog iets missen — een zonde vergeten te belijden, een misstap te laat hersteld, een betaling te laat voldaan. De dood kwam nooit met vrede, maar met twijfel.

Daarom was het systeem van aflaten zo aantrekkelijk én zo destructief. Het beloofde vrede, maar op basis van menselijke voorwaarden. En dat maakt het geen evangelie, maar slavernij.

De Reformatie bracht hier de revolutie die het volk nodig had: de directe toegang tot God door geloof in Jezus Christus, zonder tussenkomst van kerkelijke ambten of rituelen.

“Hebbende dan, broeders, vrijmoedigheid om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus…” Hebreeën 10:19

Die vrijmoedigheid — dat vertrouwen — was precies wat Rome het volk niet wilde geven. Want een volk dat vrijmoedig tot God nadert, heeft geen paus nodig. Geen biechtstoel. Geen aflaatbrief.

De hervormers stelden daartegenover: de Schrift zegt dat de gelovige gerechtvaardigd is door het geloof, en dat er geen veroordeling is voor hen die in Christus Jezus zijn. Dat is een belofte van God, geen gunst van de paus.

“Zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen die in Christus Jezus zijn.” Romeinen 8:1

Wat een verschil. Geen angst, geen onzekerheid, geen eeuwige twijfel — maar zekerheid, rust, genade.

En dát maakte de boodschap van de Reformatie zo krachtig. Het bevrijdde mensen van eeuwenlange geestelijke tirannie. Het gaf hen een fundament onder de voeten dat niet gebaseerd was op het woord van een mens, maar op het Woord van God.

Vandaag is die strijd niet minder actueel. De namen zijn veranderd, de vormen zijn gemoderniseerd, maar het principe blijft: waar mensen anderen tussen God en de ziel plaatsen, daar wordt de vrijheid van het Evangelie ondermijnd.

En daarom moeten we telkens terug naar de kern:

Christus alleen. Geloof alleen. Genade alleen. De Schrift alleen.

De erfenis van Luther: waarheid boven traditie

Toen Maarten Luther zijn 95 stellingen op de kerkdeur van Wittenberg spijkerde, wist hij niet dat hij de loop van de geschiedenis zou veranderen. Hij dacht niet aan revolutie, maar aan hervorming. Hij wilde geen breuk met de kerk, maar bekering van de kerk. Wat hij eiste, was eenvoudig: laat Gods Woord weer het hoogste gezag zijn.

Maar dat bleek onaanvaardbaar voor een systeem dat gebouwd was op traditie, macht en geld. Rome kon alles dulden — behalve het Woord dat haar grenzen overschreed.

Wat Luther begon, was geen opstand tegen gezag, maar een terugkeer naar het ware gezag. Geen aanval op een instituut, maar een pleidooi voor zuiver geloof. Hij stelde niet zichzelf centraal, maar de Schrift. En hij bracht in herinnering wat de kerk vergeten was: dat Christus niet een symbool is, maar het fundament; niet een deel van het geloof, maar het geheel.

“Niemand kan een ander fundament leggen dan hetgeen gelegd is, hetwelk is Jezus Christus.” 1 Korinthe 3:11

De erfenis van de Reformatie is niet te vinden in beelden, gebouwen of organisaties, maar in harten die zich buigen voor de waarheid. En die waarheid is nooit eigendom van een kerk, paus of synode. Zij behoort toe aan God, en Hij openbaart haar aan wie Hem zoeken met een oprecht hart.

Wat is die waarheid?

Dat redding niet gekocht wordt, maar geschonken. Dat vergeving niet verdiend wordt, maar ontvangen. Dat toegang tot God niet bemiddeld wordt door mensen, maar vrij verkregen wordt door Christus.

“Want uit genade zijt gij zalig geworden, door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave; niet uit werken, opdat niemand roeme.” Efeze 2:8-9

De strijd van Luther is ook onze strijd. Niet tegen mensen, maar tegen systemen die waarheid inruilen voor macht, genade voor ritueel, en geloof voor traditie. In elke generatie dreigt het Evangelie te worden verduisterd — soms door religie, soms door gemak, soms door angst.

Daarom moeten wij de fakkel blijven dragen. Niet door te herhalen wat anderen gezegd hebben, maar door opnieuw terug te keren naar de Schrift, naar de eenvoud van Christus, naar het kruis.

Luthers kracht lag niet in zijn stem, maar in zijn geweten — gebonden aan het Woord van God. Zijn nalatenschap is een oproep aan ieder van ons om datzelfde pad te volgen: niet de brede weg van menselijke goedkeuring, maar de smalle weg van goddelijke waarheid.

“Hier sta ik. Ik kan niet anders. God helpe mij.” — Maarten Luther

Blijf op de hoogte van de nieuwste blogseries

Abonneer op onze nieuwsbrief via e-mail of via onze RSS Feed. Je kunt op elk gewenst moment weer afmelden.

Nieuwste blogseries

Voor het eerst hier?

Er is veel content op deze website. Dit kan alles een beetje verwarrend maken voor veel mensen. We hebben een soort van gids opgezet voor je.

800+

Geschreven blogs

300+

Nieuwsbrieven

100+

Boeken vertaald

5000+

Pagina's op de website

Een getuigenis schrijven

Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.
Naam
Vink dit vakje aan als je jouw getuigenis aan ons wilt versturen, maar niet wilt dat deze op de lijst met getuigenissen op deze pagina wordt geplaatst.

Stuur een bericht naar ons

Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.
Naam
=