Gods Volk en de Morele Voorbereiding voor de Strijd tegen Babylon
Voordat wij als volk van God werkelijk kunnen omgaan met de waarheid omtrent Babylon en onze opdracht daarin, moeten wij eerst onder ogen zien dat wij moreel totaal onvoorbereid zijn. Wij willen Babylon omverwerpen, ja, maar wij zijn er innerlijk vaak nog geen haar beter aan toe dan degenen die Babylon gebouwd hebben.
Wanneer wij bijvoorbeeld naar de Tien Geboden kijken in Exodus 20, dan zien wij dat God deze wetten gaf als fundament voor Zijn volk. En toch — wat zien wij vandaag de dag in het zogenoemde Christendom? Een complete minachting van die geboden. We hebben afgoden, niet slechts letterlijk in beeldvorm, maar ook in de vorm van systemen, geld, comfort, entertainment. We zweren valse eden, we onteren onze ouders, plegen overspel, stelen, liegen en begeren. Niet alleen in de wereld, maar ook onder degenen die zeggen dat zij het volk van God zijn.
Het systeem dat nu over ons heerst — Babylon — is in feite niets meer dan een spiegel van onze eigen zonden, uitvergroot en gecentraliseerd. De economische onrechtvaardigheid, de leugenachtige politiek, de gewelddadige cultuur en de religieuze verwarring zijn allemaal terug te voeren op de morele zwakte van het volk.
De mensen die roepen dat zij christenen zijn, leven vaak in directe overtreding van Gods wetten. Ze erkennen Gods naam met de lippen, maar hun harten zijn ver van Hem. En juist dat is waarom Babylon nog bestaat. Want zolang Gods volk niet breekt met hun eigen overtredingen, zal Hij hen ook niet gebruiken om Babylon te vernietigen.
We willen vrij zijn van Babylon — maar willen we werkelijk vrij zijn van zonde? Willen we werkelijk Gods wet als norm in ons leven toepassen? Of willen we alleen maar van Babylon af omdat het oncomfortabel begint te worden?
God roept ons niet slechts op tot strijd. Hij roept ons op tot heiliging. Tot terugkeer naar Zijn woord. Tot herstel van Zijn wetten in ons huis, in onze omgang met anderen, in onze economie en in ons onderwijs. Pas dan, wanneer wij onze zonden belijden, de afgoden wegdoen en Zijn geboden gaan houden, kan Hij ons gebruiken als Zijn strijdwapen tegen het wereldsysteem.
Dat is waarom de strijd tegen Babylon niet begint met zwaarden of stemmen of demonstraties — het begint in ons hart. Met gehoorzaamheid.
De Schijn van Vroomheid en het Gebrek aan Gerechtigheid
In dit tweede deel wordt duidelijk gemaakt dat veel mensen vandaag een vorm van godsvrucht hebben, maar de kracht ervan verloochenen. Ze gaan naar de kerk, zingen liederen, spreken over genade en geloof — maar weigeren Gods geboden te gehoorzamen. Ze leven alsof het morele fundament van de Schrift optioneel is geworden.
“Die een gedaante van godzaligheid hebben, maar de kracht derzelve verloochend hebben; en deze moet gij u afkeren.” 2 Timotheüs 3:5
De geboden van God worden vaak genegeerd of geestelijk weggepraat. Neem bijvoorbeeld het vierde gebod: de sabbat. Velen negeren het volledig of stellen dat het “afgeschaft” is, zonder enig Bijbels bewijs. Anderen verkondigen liefde en genade, maar weigeren de waarheid te spreken over zonde, rechtvaardigheid en oordeel.
Wat wij vandaag zien in het georganiseerde christendom is Babylon met een kruis erop geplakt. Dezelfde hebzucht, hetzelfde materialisme, dezelfde leugens — alleen met een religieus sausje eroverheen. Het wordt een “kerk” genoemd, maar het is een verlengstuk van het wereldsysteem geworden.
Men verdedigt deze toestand door te verwijzen naar gevoelens, traditie of menselijke redeneringen. Men zegt: “Wij leven onder genade, niet onder de wet”, maar vergeet dat genade ons leidt tot gehoorzaamheid — niet tot wetteloosheid.
“Zult gij de HEERE zo behagen met brandoffers en slachtoffers, als dat men gehoorzaamt aan de stem des HEEREN? Zie, gehoorzamen is beter dan slachtoffer, en opmerken dan het vette der rammen.” 1 Samuël 15:22
De grote dwaling van deze tijd is dat men denkt dat men God kan dienen op eigen voorwaarden. Dat men zegen kan ontvangen zonder gehoorzaamheid. Dat men rechtvaardiging kan scheiden van heiliging. Maar dat is niet het evangelie van de Bijbel — dat is het evangelie van Babylon.
En zolang dit zo blijft, is Gods volk niet bruikbaar in Zijn strijd. Want Hij zal Zijn strijders niet zenden zolang zij zich gedragen als de vijand.
De waarheid is: de roeping van God op Zijn volk is hoog. Niet alleen in leer, maar in levenswandel. En wie Babylon wil weerstaan, moet eerst Babylon uit zijn eigen hart verdrijven.
Het verbreken van het verbond en het vergeten van geloften
In dit deel wordt de nadruk gelegd op een pijnlijk maar noodzakelijk punt: het volk van God is hun geloften vergeten. Net zoals Israël in het Oude Testament telkens opnieuw beloofde de HEERE te volgen, maar keer op keer afweek, zo leeft ook het moderne christendom in gebroken beloften.
Wanneer men gedoopt werd of belijdenis deed, beloofde men om Christus te volgen, de zonde te verlaten en het pad van gerechtigheid te bewandelen. Maar velen hebben die geloften vergeten alsof het niets betekende. Ze leven alsof ze nooit iets hebben beloofd — of erger nog, alsof hun woorden geen gewicht hebben.
“Wanneer gij God een gelofte doet, stel niet uit die te betalen; want Hij heeft geen lust aan de zotten; wat gij gelooft, betaal het.” Prediker 5:4
De ernst van een verbond met God is niet optioneel. God neemt Zijn verbond bloedserieus — het kostte immers het bloed van Zijn Zoon. Maar wat zien wij? Men breekt huwelijken alsof het niets is. Men belooft trouw in het geloof en keert vervolgens terug naar de wereld. Men spreekt over “Jezus volgen” maar wijkt af zodra het ongemakkelijk wordt.
En precies daarin ligt de oorzaak van onze zwakte. God kan geen leger bouwen op leugens en gebroken geloften. Als Zijn volk onbetrouwbaar is, hoe kan het dan standhouden in de strijd tegen een systeem dat gebouwd is op bedrog?
De profeten waarschuwden Israël telkens voor ditzelfde probleem: breuk van het verbond leidt tot oordeel. Niet omdat God geen genade heeft, maar omdat Hij geen deel heeft aan onwaarachtigheid. Hij verlangt waarheid in het binnenste — integriteit, gehoorzaamheid, trouw.
“Mijn volk komt om, omdat het zonder kennis is; omdat gij de kennis verworpen hebt, zal Ik u ook verwerpen…” Hosea 4:6
De kennis die verloren is gegaan, is niet slechts theologische kennis — het is het besef van heiligheid, van verantwoordelijkheid, van verbondsgetrouwheid. En zolang Gods volk dat niet herwint, zal er geen overwinning zijn op Babylon. Eerst moet er herstel zijn van geloften, van trouw, van heiliging.
Want wie het verbond vergeet, zal nooit het zwaard kunnen hanteren in Gods leger.
De Schending van de Sabbat – Een Spiegel van Nationale Ongehoorzaamheid
Een van de meest genegeerde én verdraaide geboden van God is het vierde: het gebod over de sabbat. God zegt niet: “Gedenk de dag des Heren, welke u maar kiest,” maar heel specifiek:
“Gedenkt den sabbatdag, dat gij die heiligt. Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; maar de zevende dag is de sabbat van den HEERE uw God.” Exodus 20:8-10
De sabbat is niet Joods — hij is van God. In Genesis 2 zien we al dat God de zevende dag zegende en heiligde, lang vóór Mozes, vóór Sinaï, vóór Israël als volk bestond. Het is een universeel, scheppingsbreed verbond — herbevestigd bij de berg Sinaï als teken tussen God en Zijn volk.
“Mijn sabbatten zult gij houden; want dat is een teken tussen Mij en u, bij uw geslachten…” Exodus 31:13
Maar Babylon — het systeem dat zich opstelt tegen Gods gezag — heeft deze dag vervangen door de zondag, de eerbied voor de zon, door Rome ingevoerd en door kerkelijke traditie kracht bijgezet. Dit is niet slechts een kalenderwijziging — het is rebellie. Het is het veranderen van tijden en wetten, precies zoals Daniël 7:25 het voorspelde.
De zogenaamde “Dag des Heren” is door mensen verplaatst van de zevende naar de eerste dag van de week. Maar nergens in het Nieuwe Testament wordt dit gebod herroepen. Jezus hield de sabbat. De apostelen hielden de sabbat — ook na de opstanding. Paulus preekte op de sabbat, ook voor heidenen. Nergens riep hij op tot zondagsviering.
Wat we vandaag zien, is dat het overgrote deel van het christendom leeft in traditie in plaats van gehoorzaamheid. Men zegt dat de wet is afgeschaft, maar accepteert zonder aarzeling wetgeving van Rome. De ware sabbat is vergeten, vervangen en zelfs belasterd — als ‘wettisch’ of ‘oudtestamentisch’.
Maar de sabbat is niet wettisch — zij is heilig.
“De sabbat is gemaakt om de mens, niet de mens om de sabbat.” Markus 2:27
Zolang Gods volk deze waarheid verwerpt, zal het zwak blijven tegenover Babylon. Want gehoorzaamheid is geen bijzaak. Het is het fundament waarop God Zijn volk bouwt.
De terugkeer tot de sabbat is geen terugkeer naar een oud ritueel, maar naar Gods gezag, Gods ritme, en Gods rust. Wie de sabbat herstelt, herstelt het teken van het verbond — en keert zich af van het merkteken van het beest.
De Vervalsing van Gods Feesten en de Rol van Babylon in de Kalender
In dit deel wordt de sluier opgelicht over een aspect dat velen over het hoofd zien: de tijden die wij houden als ‘heilig’ zijn in veel gevallen niet door God ingesteld, maar door mensen — door Babylon. Denk aan kerst, Pasen, Allerheiligen, en vooral zondagviering. Dit zijn feesten en tijden die hun wortels niet in Gods Woord hebben, maar in heidense systemen die later gekerstend zijn.
“En hij zal woorden spreken tegen den Allerhoogsten, en de heiligen der hoogsten plaatsen verstoren; en hij zal menen de tijden en de wet te veranderen…” Daniël 7:25
De profetie is helder: het systeem dat wij Babylon noemen, zou proberen de tijden (feesten, rustdagen) én de wet van God te veranderen. En dat is exact wat we zien in de kerkgeschiedenis. De feesten van de Bijbel — zoals Pesach, het Bazuinenfeest, het Loofhuttenfeest — zijn systematisch vervangen door niet-Bijbelse tradities.
Rome gaf zijn eigen invulling aan aanbidding. Ze verving het Paaslam door paasbrood, de sabbat door zondag, en stelde een kalender van heiligen en kerkelijke feestdagen in. Dit alles werd voorgesteld als christelijk, maar het was niets anders dan een vervanging van Gods ordinantiën door menselijke inzettingen.
“Doch tevergeefs eren zij Mij, lerende leringen die geboden van mensen zijn.” Mattheüs 15:9
Deze vervanging heeft niet alleen geleid tot verwarring, maar ook tot geestelijke ontrouw. Want wie Gods tijden verlaat, begeeft zich op het terrein van de vijand. En juist dat is waarom Babylon zijn kracht houdt: het volk van God leeft volgens Babylonische tijden, systemen en patronen.
Zolang wij de tijden van God negeren, zijn wij als strijders die op het verkeerde moment op het slagveld verschijnen. God heeft Zijn kalender gegeven met reden — als heiligdom in de tijd, als herinnering, als rust, als voorbereiding. Door die kalender te vervangen, heeft Babylon het volk beroofd van geestelijke oriëntatie.
Het herstel van Gods kalender is essentieel. Niet als wettische plicht, maar als geestelijke gehoorzaamheid. Het is een terugkeer naar Zijn ordening, Zijn ritme, Zijn openbaringen.
“Hij maakte de maan tot de tijden; de zon weet haar ondergang.” Psalm 104:19
De tijden van God zijn geen joodse eigenaardigheid, maar goddelijke structuren. En wie Babylon wil weerstaan, moet de kalender van Babel verlaten en terugkeren tot die van de Allerhoogste.
De Economische Zonden van Gods Volk en de Machten van Babylon
In dit deel wordt de economische ongerechtigheid van het volk van God onder de loep genomen — een zonde die vaak wordt genegeerd, maar die juist centraal staat in de strijd tegen Babylon. Want Babylon is niet slechts een geestelijk systeem, maar ook een economisch systeem van uitbuiting, winstbejag en onrechtvaardige handel.
En wat blijkt? Veel zogenoemde gelovigen doen er net zo goed aan mee. Ze handelen als de wereld. Ze lenen met rente, ze speculeren, ze onderdrukken de arbeider, ze sluiten hun oren voor de weduwe en wees. En ze rechtvaardigen dit alles met het idee dat “iedereen het doet” of “het gewoon zo werkt vandaag.”
“Gij zult uw broeder geen rente opleggen, noch van geld, noch van spijze, noch van enig ding, waarover men rente pleegt te nemen.” Deuteronomium 23:19
Gods wet is duidelijk: onder Zijn volk mag geen renteheffing zijn. Geen woeker. Geen hebzucht. Geen uitbuiting. Het volk moest een voorbeeld zijn van rechtvaardigheid, van eerlijkheid, van zorg voor elkaar. Maar in plaats daarvan heeft het volk de zonden van Babylon overgenomen — en durft dan te bidden om bevrijding?
Wanneer bedrijven worden opgebouwd op leugen en manipulatie, wanneer de sabbat wordt genegeerd vanwege “omzet”, wanneer mensen systematisch worden afgeknepen terwijl aandeelhouders rijker worden, dan is dat niet slechts kapitalisme — het is Babylon.
“Uw zilver is geworden tot schuim; uw wijn is vermengd met water. Uw vorsten zijn wederhorigen en met dieven medeplichtig.” Jesaja 1:22-23
Het volk van God mag niet bouwen op het systeem dat God wil vernietigen. Als wij Babylon willen ontmaskeren en omverwerpen, dan moeten wij eerst de economische zonden in ons eigen midden belijden en verlaten.
Dat betekent:
– Geen leugenachtige weegschalen (bedrog in handel)
– Geen rente onder broeders
– Geen onderbetaling van arbeiders
– Geen inhaligheid die ten koste gaat van gerechtigheid
Want zolang wij aan de tafel van Babel eten, kunnen wij niet strijden voor het Koninkrijk van God. Dan zijn we medeplichtig. En God zal geen wapens geven aan mensen die het kamp van de vijand nog niet verlaten hebben.
Genade onder het Nieuwe Verbond – Geen Vrijbrief tot Wetteloosheid
In dit voorlaatste deel wordt de ware betekenis van genade onder het Nieuwe Verbond benadrukt — een boodschap die vandaag de dag vaak misbruikt wordt als excuus om Gods wet te negeren. Velen zeggen: “Wij zijn onder het Nieuwe Verbond, dus de wet geldt niet meer.” Maar dat is een leugen van Babylon, bedoeld om het volk los te weken van gehoorzaamheid aan God.
“Want dit is het verbond dat Ik maken zal met het huis Israëls na die dagen, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wetten in hun verstand geven, en in hun harten zal Ik die inschrijven…” Hebreeën 8:10
Het Nieuwe Verbond schaft de wet niet af — het schrijft haar juist in het hart. Het verandert de locatie, niet de inhoud. Waar de wet eerst op steen stond, staat zij nu in het geweten. De zonde is niet veranderd, Gods standaard is niet gedaald. Wat veranderd is, is de toegang tot vergeving en de kracht tot gehoorzaamheid — door de Geest van Christus.
“Maakt dan de wet tot zonde? Dat zij verre. Ja, ik kende de zonde niet dan door de wet…” Romeinen 7:7
De boodschap van genade is geen vrijbrief om te doen wat men wil. Ze is een uitnodiging tot bekering, tot wedergeboorte, tot gehoorzaamheid uit liefde. Genade is niet in strijd met de wet — ze is de brug terug naar de wet.
Maar Babylon heeft dit verdraaid. Babylon zegt: “Je hoeft je niet aan de geboden te houden. Doe wat goed voelt. God begrijpt het wel.” Zo wordt genade verlaagd tot een slap excuus, en wordt het volk ontheiligd. Dit is precies de tactiek die Satan gebruikte in Eden: “Gij zult niet sterven.” En vandaag zegt Babylon: “God straft niet meer. Hij is alleen liefde.”
Maar ware liefde haat het kwaad. Ware liefde leidt tot gehoorzaamheid.
“Indien gij Mij liefhebt, bewaart Mijn geboden.” Johannes 14:15
De genade van het Nieuwe Verbond is geen paraplu voor wetteloosheid. Ze is de kracht om de wet met vreugde te houden, uit een vernieuwd hart. En dát is het volk dat God zal gebruiken: zij die niet slechts zeggen dat zij geloven, maar die wandelen in Zijn wegen — niet in eigen kracht, maar door Zijn Geest.
Heiligmaking als Voorwaarde voor Overwinning over Babylon
We zijn nu aangekomen bij het slot van deze studie, en het is een nadrukkelijke oproep tot iets wat zelden nog wordt gepredikt: heiligmaking. Niet als religieus gedrag, niet als uiterlijke vroomheid, maar als een diepgewortelde, door de Geest bewerkte gehoorzaamheid aan Gods wil.
De val van Babylon — het wereldsysteem van verwarring, onderdrukking, goddeloosheid en schijngeloof — zal niet bewerkt worden door massa’s christenen die het druk hebben met conferenties, praisebands of campagnes. Nee, het zal komen door een klein, toegewijd overblijfsel dat zich werkelijk heeft afgezonderd van de wereld en teruggekeerd is tot Gods geboden, Zijn kalender, Zijn wetten en Zijn Zoon.
“Heiligt u, want morgen zal de HEERE wonderen onder u doen.” Jozua 3:5
God eist reiniging vóór overwinning. We kunnen niet het ene moment klagen over de zonden van de wereld en het volgende moment zelf meedoen met haar feestdagen, haar economie, haar tijdsindeling, haar valse religie. Zolang wij lijken op Babylon, hebben we geen autoriteit over Babylon.
De strijd die komen gaat is geestelijk — maar zij vereist een volk dat fysiek, moreel en geestelijk apart gezet is. Zoals in Openbaring staat:
“En ik hoorde een andere stem uit de hemel, zeggende: Gaat uit van haar, Mijn volk, opdat gij aan haar zonden geen gemeenschap hebt, en opdat gij van haar plagen niet ontvangt.” Openbaring 18:4
De oproep tot heiligmaking is geen suggestie. Het is het enige pad naar bevrijding en overwinning. Wie zich niet afzondert, wordt geoordeeld met het systeem. Wie zich reinigt, zal bewaard worden.
Dit vraagt keuzes. Duidelijke, radicale keuzes:
– Geen zondagsviering meer, maar sabbatsherstel.
– Geen afgoden meer in huis of hart.
– Geen leugen meer in handel, politiek of persoonlijke relaties.
– Geen Babylon meer in ons denken, kleden, leven en aanbidden.
God wacht op een volk dat “de Naam draagt,” maar ook de weg wandelt. Niet door perfectie, maar door trouw. Niet door kracht, maar door overgave. Niet door religie, maar door gehoorzaamheid.
Dit is het moment. Geen tijd meer voor uitstel. Geen ruimte meer voor lauwheid. Babylon zal vallen — en wie op Gods zijde staat, zal blijven staan.
“En zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord hunner getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad tot de dood toe.” Openbaring 12:11
Laat de Reformatie niet slechts een herinnering zijn. Laat het een roeping zijn — tot heiliging, tot waarheid, tot strijd.