Bij de Bron van Beven
Deel 6 van Gideon. We zijn nog steeds niet bij de strijd aangekomen. Tot nu toe zijn het allemaal voorbereidingen.
En ik geloof dat dat ook geldt voor het Amerika van vandaag. Sommigen van ons hadden een aantal jaren geleden het verkeerde idee dat we al verwikkeld waren in de strijd die Amerika zou maken of breken. Maar ik denk dat de waarheid is dat we ons in een periode van voorbereiding van het volk bevinden.
De strijd is eigenlijk nog niet begonnen, omdat de mensen, grotendeels Gods Israëlische volk in Amerika, niet eens weten dat er een oorlog gaande is. Ze weten voor een groot deel niet eens dat ze een vijand hebben. Ze lijken tevreden te zijn met de vijanden die onder hen leven en hebben geen zorg of bezorgdheid of begrip dat de vijand het land feitelijk heeft bezet en dat we door diezelfde vijand onderworpen worden.
De vorige keer lazen we over deze vreemde daad van Gideon, die het vachtstuk neerlegde, hier in Rechters 6. Er zijn vandaag de dag duizenden, misschien wel honderdduizenden mensen in heel Amerika die vinden dat ze klaar zijn om ten strijde te trekken en de strijd aan te gaan om de vijanden van Gods Amerikaanse Israël te vernietigen. En ik denk dat ze een beetje voorbarig zijn. Ze zijn een beetje voorbarig.
En Gideon werd, zoals we al zeiden, niet door God berispt omdat hij het vachtstuk had neergelegd. God zei niet tegen hem: “Je moet niet aan jezelf twijfelen.” God zag wel dat Gideon aan zichzelf twijfelde, maar hij twijfelde niet aan God.
Er is een groot verschil tussen iemand die zeker weet dat hij een taak kan uitvoeren, want vergeet niet dat Mozes niet eens zeker wist of hij iets kon, en hij vroeg zich af waarom God hem in vredesnaam had uitgekozen om de kinderen van Israël uit Egypte te leiden. Gideon was ongeveer hetzelfde, maar zijn ongeloof gold tenminste zichzelf, niet de almachtige God. En ik geloof dat iedereen die echt door God geroepen is om een taak te vervullen, een beetje ontzag zou moeten hebben dat God zo dwaas was om een man als hij te kiezen voor zo’n grote taak.
En ik denk dat Gideon zich waarschijnlijk ook zo voelde. Het is dus maar goed dat hij zich zo voelde. En al deze dingen zijn, naar mijn mening, geschreven om ons iets te leren.
Nu gaan we naar hoofdstuk 7 van Rechters. En terwijl we dat doen, zal ik u in ieder geval mijn mening geven dat het zevende hoofdstuk van Rechters en de gebeurtenissen daarin symbolische gebeurtenissen zijn van dingen die nog moeten komen. Met andere woorden, deze zijn nog niet gebeurd.
En als we lezen wat Gideon hier deed, bedenk dan dat Gideon geen prediker was. Ik weet dat veel predikers graag zouden zeggen: “Wel, jongen, ik doe het werk van Gideon.” Maar bedenk dat Gideon blijkbaar niet predikte.
Hij riep wel mannen op om naar hem toe te komen. Maar voor zover we weten, werd de prediking gedaan door de profeet die vóór Gideons werk was gezonden. Zoals we lezen in hoofdstuk 6 van Rechters, verzen 8 tot en met 10, kwam de profeet om het volk Israël drie dingen te vertellen.
En ik denk dat ik deze rechtstreeks uit mijn aantekeningen zal voorlezen in het tweede deel van deze studie over Gideon. De profeet die Gideon voorafging, kwam om het Israëlische volk te vertellen: jullie zijn Israël, jullie zijn de verlosten van de Heer, jullie zijn de nakomelingen van het volk dat God uit de slavernij in Egypte heeft bevrijd, en God heeft jullie naar dit grote en prachtige land gebracht en het jullie gegeven, maar jullie zijn in moeilijkheden omdat jullie Gods woord niet hebben gehoorzaamd. En dus geloof ik dat we nog steeds in de voorbereidingsfase zitten, waarin het de taak is van de predikanten om Gods Israël in Amerika te vertellen dat jullie het volk Israël zijn, dat God jullie naar dit grote en prachtige land heeft gebracht, dat Hij zijn zegeningen over jullie heeft uitgestort, maar dat jullie in moeilijkheden verkeren omdat jullie Gods woord niet hebben gehoorzaamd.
Laten we dus verder lezen over Gideon en laten we niet de fout maken te denken dat Gideon een prediker was. Gideon was een man die fysiek ten strijde trok tegen de Midianieten, de bezetters van het land Israël. Hoofdstuk 7 van Rechters.
Toen stond Jerobeam, die Gideon is, en hij werd zo genoemd, weet u nog, omdat hij het altaar van Baäl omverwierp, en al het volk dat met hem was, stond vroeg op en sloeg zijn kamp op bij de bron van Herodes, zodat het leger van de Midianieten aan de noordkant van hen lag, bij de heuvel van Moria in het dal. Ik denk dat dit nogal symbolisch is en dat er gebruik wordt gemaakt van woorden en plaatsen die betekenis hebben. Te vaak lezen we deze bijbelverzen en lezen we er een dozijn of vijftien en proberen we er één ding uit te halen, terwijl God in elk vers grote parels van wijsheid heeft gestopt.
Deze put van Herodes, en ik denk dat de meeste van jullie bijbels je zullen laten zien dat dit woord ‘beven’ betekent. Met andere woorden, het was de put van het beven of bij het water van het beven. Sla dus met mij het 30e hoofdstuk van Jeremia open, en dit zijn profetieën.
“En dit zijn de woorden die de HEERE sprak over Israël en over Juda. Want zo zegt de HEERE: Wij hebben een stem van beven gehoord, van angst, en niet van vrede. Vraag nu en zie of een man met een kind in barensnood is. Waarom zie ik dan ieder man met zijn handen op zijn lendenen, als een vrouw in barensnood, en zijn alle gezichten bleek geworden? Wee, want die dag is groot, zodat er geen is gelijk dezelve; en het is de tijd der benauwdheid voor Jakob; doch hij zal daaruit verlost worden.” (Jeremia 30:4–7)
Onthoud nu dat we dezelfde termen lezen. Een man als een vrouw in barensnood, op een aantal plaatsen, waaronder in Micha, waar Micha schreef dat de dochter van Jeruzalem naar Babylon zou gaan en daarheen zou gaan als een vrouw in barensnood.
Hier profeteert Jeremia dus over hetzelfde. Vers 7. Wee, want die dag is groot, zodat er geen andere is zoals die. Het is zelfs de tijd van Jakobs benauwdheid, maar hij zal daaruit gered worden.
Dus de tijd van Jakobs benauwdheid zou een tijd zijn waarin we een stem van beven horen. En hier sloegen Gideon en zijn leger hun kamp op en maakten zich klaar voor de strijd bij de bron of het water van beven. En de tijd in Jeremia’s profetie in hoofdstuk 30 wordt gegeven in vers 24.
“De hittigheid des toorns des HEEREN zal niet wederkeren, totdat Hij het zal hebben gedaan, en totdat Hij zal hebben waargenomen de gedachten Zijns harten; in het laatst der dagen zult gij op datzelfde letten.” (Jeremia 30:24)
Jeremia’s profetie hier is dus niet voor het oude Israël. Dit is een profetie dat deze stem van beven in de laatste dagen zal komen.
En we hebben ook de profetie in Zacharia 12. U hoeft daar niet naar te zoeken. In vers 2. Ik zal Jeruzalem tot een beker van beven maken voor alle volken.
“Zie, Ik zal Jeruzalem stellen tot een bedwelmenden beker al den volken rondom; en ook zal het wezen over Juda, bij de belegering van Jeruzalem.” (Zacharia 12:2)
En ik denk dat ik dat in een andere preek eens heb behandeld, over de beker van beven. Hoe God het volk Israël daadwerkelijk de beker van beven zou geven. Een beker van angst en dat beven zou de vreze des Heren zijn.
En dan zou Hij die uit de hand van het volk Israël nemen en in de hand van de vijanden geven en hen dwingen de restanten van de beker van beven te drinken. Maar Israël moet eerst beven. Eerst de beker van beven.
Een deel daarvan staat in Jesaja 51, als je daar meer over wilt lezen. Ga terug naar Jeremia 5 en we beginnen met lezen in vers 15.
“Ziet, Ik breng over ulieden een volk van verre, o huis Israëls! spreekt de HEERE; het is een machtig volk, het is een oud volk, een volk, welks taal gij niet weet; en gij zult niet verstaan, wat het spreken zal. Hun pijlkoker is als een open graf; zij zijn allen helden. En zij zullen uw oogst en uw brood opeten; zij zullen uw zonen en uw dochteren opeten; zij zullen uw schapen en uw runderen opeten; zij zullen uw wijnstok en uw vijgeboom opeten; zij zullen uw vaste steden, op dewelke gij vertrouwt, met het zwaard verarmen. Nochtans zal Ik ook in die dagen, spreekt de HEERE, met u geen voleinding maken. En het zal geschieden, als gij zeggen zult: Waarom doet de HEERE, onze God, ons al deze dingen? Zo zult gij tot hen zeggen: Gelijk als gijlieden Mij hebt verlaten, en vreemde goden gediend hebt in uw land; alzo zult gij vreemden dienen in een land, dat het uwe niet is.” (Jeremia 5:15–19)
We hebben dit een aantal keren vergeleken met wat we kennen als het Russische communisme. Het Amerikaanse volk, en eigenlijk het christendom in het algemeen, heeft grote moeite om de Russische taal of de uitdrukkingen die door de communistische kaders worden gebruikt te begrijpen.
Ze kunnen praten en ze kunnen hun artikelen schrijven, maar wij weten niet wat ze zeggen. Ik zal dit snel illustreren aan de hand van een uitspraak van Hubert Humphrey uit 1965 of 1966, niet lang nadat we onze soldaten voor het eerst naar de oorlog in Vietnam hadden gestuurd. Iemand speculeerde over de mogelijkheid dat Rood China zou ingrijpen en aan de kant van Noord-Vietnam zou vechten.
Hubert Humphrey verklaarde, en dit stond destijds op de voorpagina van onze krant, Associated Press Report, dat hij niet wist wat ze zouden doen, maar dat hij ervan overtuigd was dat Chu en Lao zich inzetten voor vrede in Azië. Dat Chu en Lao zich inzetten voor vrede in Azië. Welnu, als het Amerikaanse volk aan vrede denkt, denken ze aan wat er gebeurt nadat ze hun vijanden hebben verslagen.
Maar als de communisten het over vrede hebben, bedoelen ze wanneer ze de overwinning op hun vijanden hebben behaald. Zie je, we draaien dit altijd om. Dus als Chu en Lao zich inzetten voor vrede, bedoelde Hubert Humphrey dat Chu en Lao zich inzetten voor de wereldwijde communistische verovering van Azië.
En dus kunnen deze communisten, zoals Hubert Humphrey, deze dingen zeggen en denken wij dat hij het heeft over iemand die zegt: oh, daar zullen ze vrede hebben. Nee, hij had het over communistische verovering. En hier zegt God via Jeremia dat hij een volk tegen het huis van Israël zou brengen, een volk dat zij niet zouden begrijpen.
Hun pijlkoker is een open graf, het zijn almachtige mannen. Zij zullen eten van uw oogst en van uw brood dat uw zonen en dochters zouden moeten eten. Zij zullen uw kudden en uw vee opeten.
Zij zullen uw wijnstokken en uw vijgenbomen opeten. Zij zullen uw ommuurde steden, waarop u vertrouwde, met het zwaard verwoesten. Niettemin, in die dagen, zegt de Heer, zal Ik u niet volledig vernietigen.
En ik geloof dat dit opnieuw een profetie is over het einde der tijden. En het zal geschieden wanneer gij zult zeggen: waarom doet de Heer, onze God, ons dit alles? Dan zult gij hun antwoorden. Hier is het antwoord dat het Amerikaanse volk, het christendom, moet hebben wanneer we in grote moeilijkheden komen.
Gij zult hun antwoorden: zoals gij Mij hebt verlaten en vreemde goden hebt gediend in uw land, zo zult gij vreemdelingen dienen in een land dat niet het uwe is. Israël wordt meegenomen naar een land dat niet het hunne is en zij dienen vreemdelingen in dat land. Dit werd vervuld in het oude Israël door hen in ballingschap te brengen in Babylon en Assyrië.
Maar sommigen van jullie, hoop en bid ik, beginnen te beseffen dat dit land Amerika snel niet meer van ons wordt. Voor jullie die in Phoenix wonen: jullie hebben de Arizona Republic van 9 september ontvangen. Daarin staat een vrij lang artikel over Legend City, het Disneyland van Phoenix.
Er staat: de nieuwe Legend City, en daaroverheen zijn de woorden ‘made in Japan’ gestempeld. Als je het artikel leest, ontdek je dat Legend City is gekocht door een Japans bedrijf. Zij exploiteren nu dit grootste pretpark buiten de staat Californië.
En dat niet alleen, maar het artikel eindigt met het volgende. Hij herhaalt de kritiek van een Japanse man op zijn Mustang, waarin hij reed. De verslaggever bood aan om hem een Toyota te geven in ruil voor zijn Mustang.
Toen de Japanse man daarop inging, hoewel het als grap bedoeld was, moest hij zich terugtrekken. En dan zegt de laatste alinea van dit artikel: als Detroit niets hoort over de klacht van Texas, kan dat komen omdat ze andere zorgen hebben. Mazda gaat een fabriek bouwen in Californië.
Toyota en Datsun overwegen hetzelfde te doen. Met andere woorden, vreemde naties, vreemde mensen komen hierheen en kopen Amerika op. Een van de leden van onze gemeente moest enige tijd geleden naar Alaska.
Haar man was overleden en zou daar begraven worden. Ze stuurde ons kranten uit Alaska. De artikelen op de voorpagina gingen over de kritiek van de lokale bevolking rond Anchorage en Fairbanks omdat Japanners alle grond in de buitenwijken en duizenden hectares land rond de steden in Alaska opkochten.
Een dame uit de oostkust stuurde me een artikel en zei dat de Japanners een van de grootste textielfabrieken in South Carolina hadden gekocht. Met andere woorden, Angelsaksische mensen zullen de komende jaren blijkbaar voor vreemdelingen in ons land gaan werken. Zij zullen de fabrieken bezitten, zij zullen de boerderijen bezitten en zij zullen een groot deel van Amerika bezitten.
In een recent artikel in de financiële rubriek van de Arizona Republic zei de zogenaamde econoom die de informatie gaf dat de belangrijkste reden waarom de aandelenmarkt zich had gestabiliseerd en niet verder was gedaald, was dat buitenlandse investeerders aandelen in Amerikaanse bedrijven kochten. Europeanen en Aziaten kopen in feite eigendom van de Verenigde Staten van Amerika. Lach dus niet als God zegt dat wanneer je je afkeert en andere goden dient, een van de dingen die hij je zal laten doen, is vreemdelingen dienen in een land dat niet het jouwe is.
Hij gaat verder en zegt: verkondig dit in het huis van Jakob en maak het bekend in Juda, zeg: hoor nu dit, o dwaas volk en zonder begrip, dat ogen heeft en niet ziet, dat oren heeft en niet hoort. Vreest gij mij niet, zegt de Heer, zult gij niet beven voor mijn aangezicht, die het zand als grens voor de zee heeft geplaatst door een eeuwigdurend decreet dat het niet kan overschrijden. En dan vervolgt hij dat vers door aan te geven dat hij de schepper en de heerser van het hele universum is en dat jullie niet eens beven voor zijn aanwezigheid.
En ik denk dat als ik de vraag stel of jullie geloven dat het Amerikaanse volk een volk is dat beeft voor de aanwezigheid van God, jullie het met mij eens zullen zijn dat dat niet zo is. Dat doen ze niet. Er is misschien een heel klein percentage van onze bevolking dat beeft bij het horen van het woord van de Heer.
De predikant die het artikel terugstuurde en zei dat mijn naam van de lijst moest worden gehaald, zei dat we ons niet met die dingen moesten bezighouden, dat we alleen maar Jezus en zijn liefde moesten prediken. Nee, ze zijn niet geïnteresseerd in wat God te zeggen heeft, behalve wat ze zelf in hun hoofd hebben bedacht, en we zijn nog geen volk dat beeft voor de aanwezigheid van God. Lees nu de rest van Jeremia 5, want daar gaat het over onze ongerechtigheden, die in de beschrijving vooral een onrechtvaardig economisch en financieel systeem impliceren.
Met andere woorden, de mensen worden beroofd en geplunderd door een onrechtvaardig economisch systeem. Ga dan naar Amos 8, want dezelfde veroordeling staat in Amos hoofdstuk 8. In vers 6, waarin sprake is van deze veroordeling van dit goddeloze geldsysteem, staat dat we de armen voor zilver kunnen kopen en de behoeftigen voor een paar schoenen, ja, en het afval van de tarwe kunnen verkopen. En dat is wat ze doen.
De rijken worden rijker en de armen worden armer. De weduwen en wezen worden van hun huizen beroofd. De mensen met een pensioen of uitkering moeten hun grote huis verkopen en een kleiner huis kopen of verhuizen naar een appartement of een stacaravan of iets dergelijks, omdat ze niet kunnen leven van wat ze tijdens een leven van hard werken hebben gespaard.
De mensen worden geplunderd en onderdrukt. Vers 7: De Heer heeft gezworen bij de voortreffelijkheid van Jakob: Ik zal zeker geen van hun daden vergeten. Zal het land hierdoor niet beven? Nu zegt God tegen de profeet dat het hele land zal beven vanwege dit onrechtvaardige geldsysteem en de beroving en plundering van het volk. Zal het land hierdoor niet beven? En zal iedereen die daarin woont niet rouwen?
“Zullen wij de geringen om zilver kopen, en den nooddruftige om een paar schoenen; ja, des zelfs afschraapsel des korens verkopen? De HEERE heeft gezworen bij de heerlijkheid Jakobs: Zo Ik in der eeuwigheid al hun daden zal vergeten! Zouden hierover het land niet beven, en een iegelijk, die daarin woont, treuren? Het zal geheel als een rivier opzwellen, en uitgeworpen en verdronken worden, gelijk door de rivier van Egypte.” (Amos 8:6–8)
En het zal oprijzen als een heilige vloed, en het zal worden uitgestoten en verdronken als door de vloed van Egypte. Dus hier zijn we weer terug bij Egypte. Dit is dezelfde bewoording waarmee we deze bijbelstudie over Gideon begonnen in Jesaja 10 en 26.
Toen God de slachting tot stand bracht, vergelijkbaar met de slachting bij de Rots van Oreb, die we in het verhaal van Gideon aantroffen, zou dat zijn nadat zij waren opgestaan naar het voorbeeld van Egypte. Nu geloof ik oprecht dat God tegen zijn volk Israël in dit einde der tijden zegt: als jullie het economische systeem dat de armen, de weduwen en de wezen berooft en plundert niet corrigeren, dan zal ik jullie allemaal tot arme weduwen en wezen maken. Ik herinner me dat ik eens een bijeenkomst bijwoonde in Minnesota van een groep conservatieven.
Begrijp me niet verkeerd, ik mag conservatieve mensen over het algemeen wel, maar hun economische opvattingen zijn afschuwelijk. Maar goed, ze hadden het over bijstand en sociale zekerheid en al dat soort dingen. Welnu, ik heb bezwaren tegen bijstand en sociale zekerheid op grond van de Bijbel.
Maar een van de jonge vrouwen daar nam het woord tijdens de vraag- en antwoordsessie en zei iets wat volgens mij de mening is van veel Amerikanen, en dat is een verkeerde mening. Ze zei: “Het kan me niet schelen, mijn man en ik hebben het gered met wat we verdienen en ik denk dat iedereen dat kan. En broeder, zuster, dat is verkeerd.
Er zijn mensen die het niet redden. Er zijn mensen die lichamelijk gehandicapt zijn. Er zijn mensen die te oud zijn.
Er zijn mensen die weduwe zijn met kinderen en niet kunnen werken. Er moet voor hen gezorgd worden en Gods volk Israël moet voor hen zorgen, in plaats van hen te vernietigen met een vals economisch systeem, wat wij nu doen. En veel van deze conservatieven geven niets om de armen in het land.
En God zegt dat als je niet voor hen zorgt, als je niet zorgt dat er gerechtigheid en barmhartigheid wordt betracht op economisch gebied, het hele land zal beven en rouwen om dit. En ik geloof dat het oordeel over de hele natie komt, niet alleen over de zogenaamde rijke mensen. In feite laat God sommige van deze plunderaars steeds rijker worden, want hoe rijker ze worden, hoe meer ze wegnemen van Gods volk Israël, dat het woord heeft ontvangen en geacht wordt te gehoorzamen, enzovoort.
Welnu, hij zegt dat het land zal beven, en ik geloof nog niet dat het volk van het christendom en van de Verenigde Staten van Amerika beeft onder de terechtwijzing van het woord van de Heer. Sla Marcus 5 open, want wanneer ik zoveel uit het Oude Testament lees, denken sommige mensen dat ik het Nieuwe Testament verwaarloos, maar beven in de aanwezigheid van Christus is ook een waarheid uit het Nieuwe Testament. Hoofdstuk 5 van Marcus, vanaf vers 25: En een vrouw, die al twaalf jaar aan bloedingen leed en veel had geleden onder vele artsen.
Ik vraag me af hoe de artsen die zin vonden. Is dat niet iets bijzonders? Hier is een zieke vrouw die veel heeft geleden onder vele artsen. Er wordt niets gezegd over dat zij haar hebben geholpen, toch? Het enige wat zij deed was lijden onder de handen van artsen en al haar bezittingen uitgeven, zonder dat haar toestand verbeterde, maar juist verslechterde.
Nu weet ik dat wij denken dat dit een aanklacht tegen de artsen is, maar als ik de rest lees, denkt u met mij mee, want ik ben ervan overtuigd dat deze vrouw symbool staat voor Israël. Dit is het zieke Israël dat naar de artsen en dokters gaat, naar Arthur Burns, naar de heer Kissinger, naar de heer Nixon en naar al die andere mensen die ons vertellen wat we moeten doen. Zij zijn de artsen.
En wat doet Amerika? Het wordt steeds zieker en zieker, totdat we al ons geld uitgeven aan zogenaamde oplossingen en de problemen alleen maar erger worden. We hebben het hier dus niet alleen over artsen, we hebben het ook over die kwakzalvers die ons zogenaamde economische systeem runnen. En ik geloof dat deze vrouw symbool staat voor Israël.
Ze werd niet beter, maar juist slechter. Toen ze over Jezus hoorde, kwam ze achter hem aan en raakte zijn kleding aan. Dit wordt drie keer verteld in de evangeliën en de andere keren wordt er gesproken over de zoom van zijn kleding.
Ik geloof zelfs dat er een liedje over bestaat. Raak de zoom van zijn kleed aan. Als u het wilt lezen, geef ik u hier de bijbelverwijzingen, ik ga hier niet verder op in omdat het vrij lang is, maar in het 28e hoofdstuk van Exodus en het 39e hoofdstuk van Exodus staat dat de priesters een zoom rond hun kleding droegen die Gods wet symboliseerde.
Gods wet. De zoom van het kleed, de blauwe zoom, stond symbool voor Gods wet. En in Mattheüs staat dat zij de zoom aanraakte.
Met andere woorden, deze zieke, lijdende vrouw reikte naar Jezus, de Verlosser, om Gods wet aan te raken en vast te houden. Want zij zei: als ik maar zijn kleren mag aanraken, zal ik genezen worden. En meteen droogde de bron van haar bloed op en voelde ze in haar lichaam dat ze van die plaag genezen was.
“En er was een vrouw, die twaalf jaren den bloedvloed had; En veel geleden had van vele medicijnmeesters, en al wat zij had daaraan ten koste gelegd, en was geen ding gebaat, maar veel erger geworden; Deze, horende van Jezus, kwam indezelve schare van achteren, en raakte Zijn kleed; Want zij zeide: Indien ik maar Zijn klederen moge aanraken, zo zal ik gezond worden. En terstond is de fontein haars bloeds uitgedroogd; en zij merkte aan haar lichaam, dat zij genezen was van de plage.” (Markus 5:25–29)
En Jezus, die onmiddellijk in zichzelf wist dat er kracht uit hem was gegaan, keerde zich om in de menigte en zei: “Wie heeft mijn kleding aangeraakt?” Nu denk je, de Schrift leert ons voortdurend dat als we de Heer zoeken, Hij gevonden zal worden. Als we ons tot God wenden, zal Hij zich tot ons wenden. Nu, zoals dit hier wordt verteld, lijkt het bijna alsof Jezus zijn rug naar deze vrouw keerde.
En zij reikte uit en raakte de zoom van de hogepriester van Israël aan. Dat klopt. Christus is de hogepriester in Israël.
Zij raakte de zoom van zijn kleed aan en Hij keerde zich onmiddellijk naar haar toe, net zoals God heeft beloofd dat wanneer wij ons tot Hem wenden, aan het einde van deze tijd, Hij zich tot ons zal wenden. En Hij zegt: “Wie heeft mijn kleren aangeraakt?” En zijn discipelen zeiden tegen Hem: “U ziet toch dat de menigte U verdringt, en dan zegt U: ‘Wie heeft U aangeraakt? ’” Weet u, dit is het antwoord van de mens, ziet u. Hoe weet je dat iemand je heeft aangeraakt en hoe weet je wie het was? Welnu, wanneer Israël zich tot God wendt, zal God weten dat Israël zich heeft gewend, nietwaar? Dit is natuurlijk wat de mensen zeggen: hoe wist je dat zij je had aangeraakt? En hij keek om zich heen om haar te zien die dit had gedaan en luisterde.
Maar de vrouw, bevend van angst en wetende wat er in haar was gebeurd, kwam naar hem toe, viel voor hem neer en vertelde hem de hele waarheid. De sleutelzin hier is: wetende wat er in haar was gebeurd. Ik geloof niet dat Gods volk Israël vandaag de dag in angst en beven voor de Here Jezus Christus zal neervallen, totdat zij weten wat God in Israël heeft gedaan en doet.
“En terstond, Jezus, bekennende in Zichzelf de kracht, die van Hem uitgegaan was, keerde Zich om in de schare, en zeide: Wie heeft Mijn klederen aangeraakt? En Zijn discipelen zeiden tot Hem: Gij ziet, dat de schare U verdringt, en zegt Gij: Wie heeft Mij aangeraakt? En Hij zag rondom, om haar te zien, die dat gedaan had. En de vrouw, vrezende en bevende, wetende, wat aan haar geschied was, kwam, en viel voor Hem neder, en zeide Hem al de waarheid.” (Markus 5:30–33)
Weet u, als u kijkt naar het evangelie dat tegenwoordig aan de meeste van onze mensen wordt gepredikt, het zogenaamde evangelie van verlossing en het evangelie dat, nou ja, als u sterft, u naar de hemel gaat, of als u niet sterft vóór de verdrukking, dan gaat u in de opname, dat evangelie is een ander evangelie. Het heeft absoluut niets te maken met deze Bijbel. En deze mensen vallen niet neer in angst en beven voor de Almachtige God, omdat ze geen flauw idee hebben dat God iets in hen of zelfs op aarde doet.
Hoe kun je iets verklaren wat er vandaag de dag in Amerika gebeurt, tenzij je het kunt verklaren in het licht van het feit dat wij het volk Israël zijn en dat dit het land is waarover in de hele Schrift wordt gesproken als het begin van het koninkrijk van God op aarde? En deze vrouw, in haar ellende, haar zieke toestand, in haar armoede, als je wilt, want er staat dat ze alles wat ze had uitgegeven had. En ik weet dat wanneer ik kom en mensen vertel dat de Verenigde Staten van Amerika, Gods volk Israël, we misschien berooid en zonder geld in dit land zullen zijn voordat we ons tot Christus wenden. Ik ben bang dat dat zo zal zijn.
Ik zie geen grote bekering tot Jezus Christus in dit land, ondanks het feit dat sommige evangelisten 50.000 tot 60.000 mensen kunnen trekken bij bijeenkomsten in het hele land. Ik luisterde op een dag naar een vrouw in een radioprogramma. Het was een verbazingwekkende uitspraak, maar het heeft me in ieder geval de ogen geopend.
Ze getuigde dat ze genezen was door een van deze geweldige vrouwelijke genezers. Ze noemde haar naam en vertelde waar ze aan ziek was geweest. Ik ben vergeten wat het was, maar ze was een jaar daarvoor of zo genezen.
Ze bleef terugkomen naar de bijeenkomsten. En deze vrouwelijke genezer, nou ja, je weet wel wie ik bedoel. Het was Catherine Kuhlman.
Ze heeft daar een jood die piano speelt, en ze heeft er nog een. Ik ben vergeten wat ze precies doen. Maar goed, de jood begon deze vrouw vragen te stellen.
En hij vroeg haar hoe haar leven was veranderd sinds ze genezen was. Ik luisterde naar haar antwoord en dacht: ja, dat is inderdaad een wonder. En de vrouw zei: mijn leven is compleet veranderd.
Het is nu alleen nog maar God en ik. Ze zegt: “Ik kan elke kerk in het land binnenlopen, en het maakt me niet uit of ze daar de Bijbel hebben of niet. Dat is Gods waarheid.
Ik hoorde die vrouw dat zeggen. Het maakt me niet uit of ze daar de Bijbel hebben of niet. Met andere woorden, de Bijbel betekent niets voor deze mensen.
Is dat opwekking? Onzin. Komt dat van God? Onzin. Ik heb de bijeenkomst van meneer Frisbee hier bijgewoond.
En ik vertel u deze dingen omdat sommige mensen denken dat Neil Frisbee mensen uit het hele land kan aantrekken, en Catherine Kuhlman kan mensen uit het hele land aantrekken, en ik heb in haar programma gehoord dat er mensen uit Australië en Canada en de hele wereld komen om genezen te worden. Ze denken dat dat opwekking is. Ze denken dat die mensen beven voor God, en dat is niet waar.
Ik heb de bijeenkomst van Neil Frisbee bijgewoond. Ik denk dat ik het op de zondagsschool heb verteld. Ik heb het niet in de kerk verteld.
Ik zal het nu vertellen. Gedurende een uur en twintig minuten liet de man dia’s zien die waren genomen rond die zogenaamde tempel daarboven, met allerlei witte vlekken en roze vlekken en gouden gloed rond de randen van de foto’s, en hij zei dat niemand dat zag, maar nadat ze de foto hadden genomen en ontwikkeld, was dat daar te zien, en dat was de Shekinah-glorie van God. En ongeveer vijftig minuten na het begin van dit uur en twintig minuten, terwijl hij deze foto’s op een groot scherm bij het altaar projecteerde, zei hij, en ik heb het op band opgenomen voor het geval u het niet gelooft, hij zei: deze foto’s zijn Gods nieuwe Bijbel.
Deze foto’s zijn Gods nieuwe Bijbel. En tweeduizend mensen in dat auditorium riepen: Prijs de Heer! Halleluja! Prijs Jezus! En wij drieën die daar aanwezig waren, keken naar die menigte en behalve onze Bijbels zagen we slechts twee andere Bijbels in die bijeenkomst, en die van Neil Frisbee was daar niet bij, want hij had geen Bijbel bij zich in het hele uur en twintig minuten of uur en dertig minuten dat we daar waren. Dit is geen opwekking.
We zien een valse religie die christendom wordt genoemd, die niet de waarheid van Gods Woord en Zijn Bijbel is, en als we dat zien voor wat het is, kan ik zeggen dat we niet komen en beven voor God. En toch zei hij dat we dat wel zullen doen. Hij zei dat we dat zullen doen.
Dus dit moet in de toekomst zijn. De vrouw die vreesde en beefde, wetende wat er in haar was gedaan. Deze vrouw wist dat Christus haar ziekte had genezen.
En als we dat weten en ontdekken wie we zijn, dan zullen we ons bekeren en beven voor God. Ga terug naar Jesaja 66. Zo zegt de Heer: De hemel is mijn troon en de aarde is mijn voetbank.
Waar is het huis dat jullie voor mij gebouwd hebben? En waar is de plaats van mijn rust? Want al deze dingen heeft mijn hand gemaakt, en al deze dingen zijn er geweest, zegt de Heer. Maar naar deze man zal ik kijken. Met andere woorden, denk na.
God zegt: Ik heb alle hemelen en de hele aarde gemaakt, maar Ik zal naar dit soort mensen kijken, zelfs naar hem die arm is en een verslagen geest heeft, en beeft voor Mijn woord.
“Al deze dingen heeft Mijn hand gemaakt, en al die dingen zijn er geweest, spreekt de HEERE; maar Ik zal zien naar dezen, naar den ellendige, en verslagene van geest, en die voor Mijn woord beeft.” (Jesaja 66:2)
In vers 5: Hoor het woord van de Heer, gij die beeft voor zijn woord. Uw broeders die u haatten, die u omwille van mijn naam verstoten hebben, zeiden: “Laat de Heer verheerlijkt worden.” En u weet dat dit juist is.
De mensen die het woord van God verwerpen, zijn degenen die zeggen: “Laat Christus verheerlijkt worden.” En zij prediken Christus en zij spreken over Christus en alles, maar zij gooien deze Bijbel weg. En God zegt tegen degenen die dat doen: uw broeders hebben u verstoten.
“Hoort des HEEREN woord, gij, die voor Zijn woord beeft: Uw broederen, die u haten, die u om Mijns Naams wil uitgestoten hebben, zeggen: De HEERE worde verheerlijkt! doch Hij zal verschijnen tot ulieder vreugde, maar zij zullen beschaamd worden.” (Jesaja 66:5)
En zij zeiden: “Laat de Heer verheerlijkt worden”, maar Hij zal verschijnen tot uw vreugde, en zij zullen beschaamd worden. En u weet dat het eerste deel van dat vers waarschijnlijk aangeeft tot wie ik spreek. Hoor het woord van de Heer, gij die beeft voor Zijn woord.
Ik geloof niet dat in deze tijd van moeilijkheden en verdrukking die over ons komt, de mensen die niet beven voor Gods woord Zijn woord zelfs maar horen. Ik denk niet dat zij het begrijpen. Ik denk niet dat zij weten wat het betekent.
Zij horen het helemaal niet. Totdat zij respect hebben voor en een verlangen om het woord van God te horen, hebben zij er geen begrip van, en wordt het hun niet gegeven. Laten we teruggaan naar Rechters 7. Oké.
Als Gideon zijn kamp opsloeg en zijn leger bij het water van Trembling plaatste, vermoed ik dat de mensen die door God geroepen zullen worden om deze strijd aan het einde der tijden te strijden, ook zullen beven voor Gods woord. Maar de Midianieten bevonden zich aan de noordkant van hen, bij de heuvel van Moreh in de vallei. De Midianieten bevonden zich dus ook op een bepaalde locatie, en ik weet dat het lang duurt voordat we bij Gideons strijd komen, maar ik geloof dat deze dingen nog in de toekomst liggen, en ik geloof dat we ze beter zullen begrijpen als we deze dingen echt bestuderen.
Welnu, dit woord Moreh komt alleen in het boek voor. We zullen ze alle drie lezen. Sla Genesis 12 open.
Dit is de roeping van Abraham, die u zo goed kent, en dan in vers 6: En Abram trok door het land naar de plaats Sikkim, naar de vlakte van Moreh. En de Kanaänieten waren toen in het land. En de Heer verscheen aan Abram en zei: Aan uw nageslacht zal Ik dit land geven.
“En daar bouwde hij een altaar voor de Heer, die aan hem verscheen.” (Genesis 12:6–7)
Met andere woorden, Moreh was een plaats waar God aan Abraham verscheen en zei: Ik zal u dit land geven. Het is dus symbolisch voor het beloofde land aan Abraham en zijn nageslacht.
Sla ook Deuteronomium 11 open. Mozes vat hier de wet samen. Hij heeft een groot deel van de wet herhaald of gecodificeerd.
En dan zegt God via Mozes, Deuteronomium 11, vers 26: Zie, Ik stel u heden voor een zegen en een vloek, een zegen, indien gij de geboden van de Here, uw God, die Ik u heden gebaar, gehoorzaamt, en een vloek, indien gij de geboden van de Here, uw God, niet gehoorzaamt, maar afwijkt van de weg, die Ik u heden gebaar, om andere goden na te lopen, die gij niet gekend hebt. Merk op dat dit de veroordeling is van de profeten, dat zij zich van Gods wet hebben afgekeerd en andere goden zijn gaan aanbidden. En het zal geschieden, wanneer de Heer, uw God, u in het land brengt, dat u gaat bezitten, dat u de zegen op de berg Gerizim zult leggen en de vloek op de berg Ebal.
Liggen die niet aan de andere kant van de Jordaan, aan de kant waar de zon ondergaat, met andere woorden, ten westen van de Jordaan, in het land van de Kanaänieten, die wonen in de Champagne tegenover Gilgal, naast de vlakte van Morah?
(Deuteronomium 11:26–30)
Dus in de vlakte van Morah waren twee bergen, één waarop de zegen van de wet werd geplaatst, en één waarop de vloek van de wet werd geplaatst. Als we dit nu naar het heden vertalen en we geloven dat we uit andere geschriften kunnen aantonen dat dit Noord-Amerikaanse continent het nieuwe beloofde land is, dan moet dit nieuwe beloofde land ook zowel de zegeningen van de wet als de vervloekingen van de wet hebben. Dit is moeilijk over te brengen aan de mensen van vandaag, hoewel ik geloof dat het met het verstrijken van de maanden gemakkelijker wordt, dat wij als Gods Israëlische volk in het beloofde land, het nieuwe Kanaänland zo u wilt, de zegeningen van God hebben ontvangen omdat we Zijn wet ten minste gedeeltelijk hebben gehoorzaamd.
Nu komen we onder de vloeken van de wet, en waar zijn de Midianieten, de vijanden die tegen Gideon vochten? Ze zijn in het beloofde land, toch? Daarom heb ik iets voorgelezen van wat ik eerder heb gedaan over al deze mensen, deze vreemde volken. We worden niet in gevangenschap genomen en uit het land weggevoerd. Zij komen hierheen en nemen de controle over het land over, en wij zijn hier in gevangenschap.
Dit is waar de toekomstige strijd, die symbolisch door Gideon werd gevoerd, hier op dit Noord-Amerikaanse continent in het nieuwe beloofde land zal worden gevoerd. Als deze types allemaal types zijn van dingen die zullen gebeuren, als Paulus gelijk had toen hij zei dat deze dingen hen overkomen als voorbeelden en zijn opgeschreven ter waarschuwing voor ons, op wie het einde der tijden is gekomen, dan moet het nieuwe beloofde land dezelfde twee bergen hebben, de Berg der Zegeningen en de Berg der Vervloekingen, en het moet de Midianieten of de Kanaänieten hebben. En ik denk dat God vandaag duizenden, misschien wel honderdduizenden mensen uit het volk Israël roept om te komen tot bekering van onze zonden en ons te keren om de Heer te gehoorzamen.
En het zullen mensen moeten zijn die bij de bron van beven zullen kamperen. De vijand zal in het nieuwe Kanaänland of het nieuwe beloofde land zijn, in het land dat aan Israël is gegeven. Sla Jesaja 63 open.
Dit is blijkbaar een gebed dat het volk Israël aan het einde der tijden zal bidden, en dit gebed impliceert dat de vijanden van Israël zich in het land van Israël bevinden. Waarom zouden ze anders zo’n vreemd gebed moeten bidden? Jesaja 63, vers 17 tot en met 19. O Heer, waarom hebt Gij ons doen afdwalen van Uw wegen en ons hart verhard tegen Uw vrees? Ik denk dat dit typisch is voor de mens om God hiervoor de schuld te geven, nietwaar? Keer terug omwille van uw dienaren, de stammen van uw erfdeel.
Het volk van uw heiligheid heeft het in bezit genomen, maar onze tegenstanders hebben uw heiligdom een korte tijd vertrapt. Gods heiligdom bevindt zich in Israël. Volgens Jesaja 60 en Jesaja 35, waar de glorie van Libanon aan Israël zou worden gegeven, zou deze worden gegeven aan het nieuwe land dat Gods heiligdom wordt genoemd.
En hier bidt Israël dat het volk van uw heiligheid, met andere woorden Israël, dit heiligdom in bezit heeft genomen, maar dat onze tegenstanders uw heiligdom voor een korte tijd hebben vertrapt. Wij zijn van u. U hebt nooit heerschappij over hen gehad.
“Zij werden niet bij uw naam genoemd.” (Jesaja 63:17–19)
Nu denk ik dat de identiteit van het huis van Israël precies in die verzen wordt gegeven. Zij moeten het volk van het christendom zijn dat bij de naam van Christus wordt genoemd.
Wij kennen hen als de Angelsaksische, Keltische, Germaanse en verwante volkeren, hier verzameld op dit Noord-Amerikaanse continent, dat Gods heiligdom is, Gods koninkrijk, en de tegenstander heeft het nu vertrapt. En het spijt me te moeten zeggen dat we blijkbaar nog niet op het punt zijn gekomen waarop we dit gebed gaan bidden. En laat me u er nogmaals aan herinneren, Amerika, Gods Israël, dat mensen dit gebed nooit kunnen bidden totdat ze weten dat wij Israël zijn.
Hoe kun je in vredesnaam verwachten dat een stel heidenen tot God bidt om terug te keren en ons te redden en zijn heiligdom te redden, terwijl we denken dat we een stel heidenen zijn die alleen maar wachten om van de aarde te worden weggenomen? Je ziet hoe het zogenaamde evangelie van vandaag, de tradities van de mens, het woord van God ongeldig hebben gemaakt. Ik vrees dat Israël nog een lange weg te gaan heeft, voordat we komen waar Gideon was in hoofdstuk 7 en vers 1, bij de put van de beving. En dat is zo ver als we vandaag kunnen gaan.
Gideon heeft nog een lange weg te gaan, en ik vrees dat dat ook geldt voor Israël. Maar God wijst ons de weg, dus we zullen de juiste weg gaan.
