We hebben gezien hoe sommige christelijke Amerikanen, misschien vele tienduizenden, zich realiseren dat we mogelijk in gevangenschap komen door het Rode Communisme, mogelijk door een interne overname, of door een invasie, of wat dan ook. Een deel van hen zal denken dat de oplossing voor dit probleem is dat we het iedereen moeten vertellen en dan zal het volk in opstand komen en de vijand verdrijven, en ik noemde dat Paul Revereïsme. Een ander deel van hen zal zeggen, “Het is mogelijk dat we overwonnen worden. Maar dat heeft niets met mij te maken. Ik ga weg in de Opname voordat dit alles plaatsvindt.” De tragiek van deze beide standpunten is dat beide de Almachtige God geen enkele eer bewijzen voor de gevangenschap of een toekomstige bevrijding. Zij zien de hand van God hierin niet. Zij schrijven de Roden, of Satan, of de wereldgeschiedenis, of iets anders toe aan deze macht en kracht van de vijand en onze zwakheid.
Maar degenen onder u die weten dat wij Angelsaksen de afstammelingen zijn van het huis Israël, bekijken dit een beetje anders, omdat u weet dat de Bijbel over ons gaat, dat de profetieën over ons gaan, en dat God rechtstreeks met ons handelt zoals met geen ander volk op aarde. Je leest dus wat God deed met onze vaderen in de oudheid. Het duurt even nadat je hebt geleerd dat wij Israël zijn, voordat je beseft hoeveel God met ons doet, en voor ons. Want toen je nog dacht dat we heidenen waren, wist je niet dat God met ons omging als een volk. Je dacht dat het allemaal individueel was, je begreep Zijn hand niet op de natie. Eén ding hebben we al ontdekt in het boek Rechters: toen onze Israëlische vaderen zondigden, bracht God zelf hen in gevangenschap. We zullen een paar van die verzen herlezen.
“En de toorn des Heren werd heet tegen Israël, en Hij leverde hen over in de handen van bedervers, die hen bedierven, en Hij verkocht hen in de handen van hun vijanden rondom, zodat zij niet langer stand konden houden tegenover hun vijanden.” (Rechters 2:14).
Er staat overgeleverd, verkocht, in de handen van hun vijanden.
“Daarom werd de toorn des Heren heet tegen Israël, en hij verkocht hen in de hand van Chushanrishathaim, de koning van Mesopotamië; en de kinderen van Israël dienden Chushanrishathaim acht jaar.” (Rechters 3:8).
Dan een andere gevangenschap,
“En de kinderen van Israël deden weer kwaad in de ogen van de Here; en de Here versterkte Eglon, de koning van Moab, tegen Israël.” (Rechters 3:12).
Hier gaf God dus feitelijk extra macht en kracht aan een vijand die vervolgens de Israëlieten kon veroveren.
“En de Heer verkocht hen in de hand van Jabin, koning van Kanaän.” (Rechters 4:2).
De bevrijding die toen volgde was van Debora. In elk van deze gevallen lagen er slechts één of twee generaties tussen. Het waren ofwel de kinderen van hen die bevrijd waren, ofwel hoogstens de kleinkinderen van hen die bevrijd waren. Het wijst zeker niet op een erg slim en intelligent volk, dat nauwelijks iets kon leren van hun vaders of hun grootvaders. Of misschien had het iets te maken met het feit dat de vaders en de grootvaders hun kinderen en de kinderen van hun kinderen niet onderwezen. Dit zou ons de nadruk moeten geven op wat wij met onze kinderen moeten doen.
De volgende gevangenschap kwam met de bevrijding door Gideon. De meeste mensen die überhaupt naar de kerk zijn geweest, vooral toen ze klein waren, hebben het verhaal van Gideon geleerd. En iedereen wil een Gideon zijn. Veel mensen beweren dat hun kerkgenootschap handelt als Gideon, en er zijn groepen die denken dat zij het werk van Gideon doen. Zij hebben het altijd over de bevrijding; dit grote en opzienbarende ding waar een man met slechts een handvol mensen op uittrok en de vijand zo bang maakte dat ze het land uit vluchtten. Zouden we dat niet allemaal graag doen? Zo’n eenvoudige manier om Amerika te bevrijden is om net als Gideon te zijn. Maar bijna geen predikers vertellen hun gemeenten, en heel weinig christenen bestuderen hoe en waarom Israël in de positie kwam dat ze een Gideon nodig hadden. Dat is het deel van het verhaal waarin we niet geïnteresseerd zijn. We houden van het bevrijdingsverhaal, maar we negeren de verhalen over de gevangenschap.
“En de kinderen van Israël deden kwaad in de ogen van de Heer; en de Heer leverde hen zeven jaar over in de hand van Midian.” (Rechters 6:1).
Hier is dus een andere gevangenschap. Vers 2,
“En de hand van Midian heerste tegen Israël: {En} vanwege de Midianieten maakten de kinderen van Israël hun holen in de bergen, grotten en vestingen.” (Rechters 6:1).
Voordat we verder lezen, wil ik nogmaals herhalen dat God in het boek Rechters de eer heeft gekregen voor elke gevangenschap van Israël tot nu toe. Je hebt misschien gehoord van de Babylonische en de Assyrische gevangenschap, die pas veel later plaatsvonden. De veroveringen in Rechters vonden eeuwen daarvoor plaats. Ik wil een paar verzen uit Jesaja en Jeremia voorlezen om u te laten zien dat God ook de eer heeft voor die veroveringen. God stelt deze vraag:
“Wie heeft Jakob tot buit gegeven, en Israël aan de rovers? Heeft de Here, tegen wie wij gezondigd hebben, dat niet gedaan? Want zij wilden niet in zijn wegen wandelen, noch waren zij gehoorzaam aan zijn wet.” (Jesaja 42:24).
Herinner je je de veroveringen in het boek Rechters, waar ze het volk bedierven en beroofden? God zegt tegen Jesaja, eeuwen later, dat het de Almachtige God was die zulke dingen deed. Het volgende werd door Jeremia gepredikt aan het zuidelijke koninkrijk Juda na de Assyrische gevangenschap van het noordelijke huis:
“Voorwaar, Ik zal een volk over u brengen van verre, o huis van Israël, spreekt de Here; het is een machtig volk, het is een oud volk, een volk waarvan gij de taal niet kent, noch begrijpt wat zij zeggen”. (Jeremia 5:15).
Deze zouden complete vreemdelingen zijn voor de natie Israël.
“Hun pijlen zijn als een open grafkelder, zij zijn allen machtige mannen. En zij zullen uw oogst opeten, en uw brood, dat uw zonen en uw dochters zouden eten; zij zullen uw kudden opeten; zij zullen uw wijnstokken en uw vijgenbomen opeten; zij zullen uw omheinde steden, waarop gij vertrouwde, met het zwaard verarmen.” (Jeremia 5:16-17).
Dit was een waarschuwing aan het koninkrijk Juda, dat toen in gevangenschap werd genomen, en dit is precies wat er met hen gebeurde. God zei: “Ik zal een volk over u brengen”. Daniël was blijkbaar niet alleen de wijste Israëliet in het koninkrijk Babylon, hij was de wijste man in het koninkrijk Babylon, en hier zijn Daniëls woorden over Israël:
“Noch hebben wij gehoorzaamd aan de stem van de Here, onze God, om in zijn wetten te wandelen, die hij ons door zijn dienaren, de profeten, heeft voorgehouden. Ja, geheel Israël heeft Uw wet overtreden, zelfs door af te wijken, opdat zij Uw stem niet zouden gehoorzamen; daarom is de vloek(straf) op ons uitgestort, en de eed, die geschreven staat in de wet van Mozes, de knecht van God, omdat wij tegen Hem gezondigd hebben. En Hij heeft Zijn woorden bevestigd, die Hij tegen ons gesproken heeft, en tegen onze rechters, die ons geoordeeld hebben, door een groot kwaad over ons te brengen; want onder de gehele hemel is niet zo gehandeld als over Jeruzalem.” (Daniël 9:10).
Naast Salomo is Daniël misschien wel een van de intelligentste mannen waarover we in de Bijbel lezen. Wat was volgens hem de oorzaak van de verwoesting van Jeruzalem en de wegvoering van Israël naar Babylon? Ze hebben tegen God gezondigd en God heeft het kwaad over hen gebracht. Dit is moeilijk te begrijpen voor ons volk, vooral voor hen die nieuw zijn in het geloof dat wij het volk Israël zijn, dat de Almachtige God de hand zou kunnen hebben in onze zwakheden, en ons falen, en onze rampen in buitenlandse zaken, en oorlogen, enzovoort. We denken dat als we gewoon slimmer worden, en de dingen een beetje anders doen, en onze eigen kracht opbouwen, dat we dan op de een of andere manier de vijand zullen overwinnen.
Ik denk dat als we het eindelijk tot ons laten doordringen dat de Almachtige God ons zwak maakt, en de Almachtige God de vijand tegen ons opzet, dat dat een heel ander beeld zal geven van de manier waarop we kijken naar de dingen die ons overkomen. Deze wijzen in de Bijbel begrepen dit. Er is maar één gevangenschap die je een gevangenschap zou kunnen noemen waarbij God niet specifiek zei: “Ik deed dit vanwege Israëls zonde”, en dat was die in Egypte. Maar in Genesis 15 wil ik u laten zien dat God die gevangenschap voorspelde.
“En toen de zon onderging, viel er een diepe slaap over Abram; en een verschrikking van grote duisternis viel over hem. En Hij zeide tot Abram: Weet zeker, dat uw zaad vreemdeling zal zijn in een land, dat het hunne niet is, en hen zal dienen; en zij zullen hen vierhonderd jaren verdrukken; en ook dat volk, dat zij zullen dienen, zal Ik oordelen; en daarna zullen zij met grote rijkdom tevoorschijn komen.” (Genesis 15:12-14).
Dit werd “naar de letter” vervuld met de nakomelingen van Abraham; eerst Jozef, en daarna de anderen die naar Egypte gingen, en vierhonderd jaar later met grote rijkdom uit een grote gevangenschap kwamen. God had het geprofeteerd, hoewel Hij niet zei: “Ik zet hen daar vanwege hun zonde”. Het is natuurlijk een andere passage, die bewust aantoont wie de leiding heeft over de gebeurtenissen op aarde. Laten we teruggaan naar Rechters.
“En de hand van Midian heerste tegen Israël: {en} vanwege de Midianieten maakten de kinderen van Israël hen de holen die in de bergen zijn, en grotten, en vestingen.” (Rechters 6:1).
Sommige mensen die “survivalisten” worden genoemd doen dit al; zij bouwen in feite bomschuilplaatsen en gaan de holen, de grotten en de rotsen in. De Bijbel zegt niet dat ze slecht zijn omdat ze dat doen. Er staat alleen dat de onderdrukking van de vijand, en de angst voor de vijand zo groot was dat ze het wel moesten doen.
“En toen Israël gezaaid had, kwamen de Midianieten op, en de Amalekieten, en de kinderen van het oosten, zij kwamen tegen hen op.” (Richteren 6:2).
Merk op dat er hier drie verschillende volkeren zijn die tegen Israël opkomen. Ik zal later vermelden waar dit wordt uitgelegd, zodat je begrijpt wie de kinderen van het oosten zijn.
“En zij legerden zich tegen hen, en vernietigden het gewas der aarde, totdat gij tot Gaza kwam, en lieten voor Israël geen onderhoud achter, noch schapen, noch ossen, noch ezels.” (Rechters 6:4).
Wat deden zij? Ze beroofden Israël van de vruchten van hun arbeid; ze bedierven hen; ze beroofden hen. Dit is wat God onze vijanden laat doen telkens als Israël in zonde en ongerechtigheid verzeild raakt.
“Want zij kwamen op met hun vee en hun tenten, en zij kwamen als sprinkhanen in menigte; want zowel zij als hun kamelen waren zonder getal; en zij trokken het land binnen om het te verwoesten.” (Rechters 6:5).
Die uitdrukking “zonder aantal” is interessant, want enkele maanden geleden gaf de immigratiedienst in een persconferentie toe dat zij geen idee heeft hoeveel illegale vreemdelingen er het afgelopen jaar Amerika zijn binnengekomen. De man werd ondervraagd, en hij gaf toe dat hij echt niet kon zeggen of het aantal dat binnenkwam vijf miljoen of tien miljoen was. Ze zijn het spoor volledig bijster. Ze komen “zonder getal” binnen. Dat is precies wat er toen gebeurde; niemand kon ze nummeren. Of ze het land binnenkomen om het te verwoesten is een betwistbaar punt, want als er genoeg binnenkomen zullen ze het land verwoesten, of dat nu hun bedoeling was of niet.
“En Israël was zeer verarmd door de Midianieten…”
…dus vormden ze de John Birch Society, en stelden Billy James Hargis aan; (ze vormden de Heritage Protection Society, en stelden Peter Sawyer aan) en Earl McIntyre (en Fred Nile) en Dr McBirnie, en ze vertelden de mensen hoe verschrikkelijk de Midianieten waren. Er zijn veel mensen die dat vandaag de dag doen. Zij zien precies wat Israël gezien moet hebben met die invasie van Midjanieten en Amelekieten en kinderen uit het oosten. Het zou me niet verbazen als sommige van de Israëlieten dat ook deden; organisaties vormen en sprekers halen om het volk te waarschuwen voor de invasie. Maar als ze dat deden, was het blijkbaar zo onbelangrijk voor God dat Hij niet de moeite nam om het in de Bijbel te zetten, zodat wij het zouden weten. Wat we wel weten is dat onze mensen dat vandaag de dag doen, omdat ze denken dat dat ons zal redden. Ze denken dat ze door hun buren te vertellen hoe slecht de vijand is, verlost zullen worden van de vijand. Nou, God zij dank dat Israël in die tijd iets anders deed en dat hopelijk ooit in onze toekomst weer zal doen. Hier staat:
“…en de kinderen van Israël riepen tot de Heer.” (Rechters 6:6).
Ze riepen niet tot hun buren, en ze riepen niet tot hun politici; ze riepen tot God. Laten we wat meer lezen over de Egyptische gevangenschap.
“En de Egyptenaren deden de kinderen van Israël dienen met hardheid: En zij maakten hun leven bitter met harde slavernij, in mortel en in baksteen, en in allerlei dienst op het veld; al hun dienst, waarin zij hen deden dienen, was met hardheid.” (Exodus 1:13-14).
Het was dus een harde slavernij. Dan in Exodus 2:
“En het geschiedde na verloop van tijd, dat de koning van Egypte stierf; en de kinderen van Israël zuchtten vanwege de slavernij, en zij huilden, en hun geroep kwam op tot God vanwege de slavernij. En God hoorde hun zuchten, en God herinnerde zich Zijn verbond met Abraham, met Isaac en met Jakob. En God zag de kinderen Israëls aan, en God had eerbied voor hen.” (Exodus 2:23-24).
Op de plaats van “…en God had eerbied voor hen” staat in de bijbelmarge: “…en God kende hen”. Dus of zij nu per se tot God riepen, de slavernij was blijkbaar zo zwaar dat zij riepen, en God hoorde hen vanwege het verbond met Abraham, Izaäk en Jakob. Hieruit blijkt dat alleen ons roepen tot God niet zo belangrijk is als het feit dat wij het verbondsvolk zijn dat tot God moet roepen. God zal zich Zijn verbond herinneren dat Hij met ons sloot via Abraham, Izaäk en Jakob. Deze Israëlieten werden bevrijd nadat ze tot God hadden geroepen en let op wat er nog meer staat:
“Israël zuchtte vanwege de slavernij, en zij riepen, en hun geroep kwam op tot God vanwege de slavernij.”
Mensen vragen me: “Pastoor Emry, wanneer worden we verlost? Wat gaat er gebeuren? Hoe lang gaat dit duren? We kunnen niet lang meer doorgaan.” Nou, ik weet dat er in dit land geschreeuwd wordt over de slavernij. Maar er zijn ook miljoenen van onze mensen die zich niet realiseren dat ze in slavernij zijn, omdat de slavernij verborgen is gehouden door de propaganda van de media en door hun blindheid voor Gods Woord, zodat ze getraind zijn om het niet te herkennen. De economische gebondenheid wordt door de meeste mensen niet herkend, omdat zij de Bijbelse Wet niet kennen. Als zij de Bijbelse Wet zouden begrijpen, waar deze de kwijtschelding van schulden elke zeven jaar vereist, de kwijtschelding van alle executies aan het eind van elke negenenveertig jaar, en geen rente op geld, dan zouden zij kijken naar waar wij nu zijn en zeggen: “Ja, wij zijn in slavernij”.
Maar ze kennen de Bijbelse Wet niet, ze kennen Gods Woord niet, en ze zien niet eens dat ze in slavernij zijn. Het enige wat ze doen is harder werken (in lijn met de propaganda voor verhoogde productiviteit), hun vrouwen aan het werk zetten en hun kinderen aan het werk zetten, en op de een of andere manier denken dat als ze maar hard genoeg streven, ze hier onderuit zullen komen. Maar het is een verblinding, en, tenminste tot nu toe, hebben niet veel van hen tot God geroepen. Ze klagen bij hun ontvoerders en bij hun vrienden en buren, maar ze roepen niet tot God. Niet de ongelovigen, maar ook de christenen niet, en dat is de grote tragedie, ze roepen niet tot God. Goed, wat deed God:
“En het geschiedde, toen de kinderen Israëls tot de Here riepen vanwege de Midianieten, dat de Here een profeet zond tot de kinderen Israëls, die tot hen zei: Zo zegt de Here God van Israël: Ik heb u uit Egypte opgewekt en u uit het huis der slavernij gebracht; En ik heb u verlost uit de hand van de Egyptenaren en uit de hand van allen die u onderdrukten, en heb hen van voor u weggetrokken en u hun land gegeven; en ik zei tegen u: Ik ben de Heer uw God; vrees de goden van de Amorieten niet, in wier land gij woont: maar gij hebt mijn stem niet gehoorzaamd.” (Rechters 6:7-10).
Zij verwachtten waarschijnlijk een bevrijder, geen prediker. Maar ze kregen een prediker; er kwam iemand die met hen sprak. Hij deed niets aan hun slavernij, hij sprak alleen met hen. En waar sprak hij over? Hij noemde vier specifieke dingen. Hij vertelde de geschiedenis van Israël, in het bijzonder de bevrijding uit Egypte. In Deuteronomium 4:9-10 zei God tegen Israël dat ze hun kinderen en de kinderen van hun kinderen moesten leren hoe God Israël uit Egypte had gehaald. Nu wordt ons bevolen dat aan onze kinderen te leren. Het tweede wat hij hun vertelde was dat God hun dat land had gegeven. Ten derde herinnerde hij hen eraan dat God hun had opgedragen de valse afgoden van het land waarin zij woonden niet te aanbidden of te vrezen. Nummer vier sloot hij af met: “Gij hebt mijn stem niet gehoorzaamd”.
Ik zei al eerder dat sommigen mij en andere Koninkrijksidentiteitspredikers ervan beschuldigen zeer negatief te zijn. Wat zou u denken van die profeet, en ik vraag me af wat zij dachten van die profeet, toen hij kwam? Zij hadden tot God geroepen om een bevrijder uit de slavernij, en wat kwam de profeet hun vertellen? Nou, wat vertellen wij als christelijke Israël-identiteitspredikers?
Ik zal ze opnoemen:
- We leren je over de geschiedenis van Israël, inclusief hoe God onze voorouders uit Egypte haalde, en vervolgens hoe God onze vaderen uit de Europese slavernij haalde en naar Amerika bracht.
- We vertellen je hoe God onze voorouders het oude Kanaän-land gaf, en vervolgens hoe God onze vaderen dit Noord-Amerikaanse continent, Australië, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika en Noordwest Europa gaf.
- Wij herinneren u eraan dat wij, omdat wij Israël zijn, de afgoden van de heidenen niet mogen aanbidden, noch de leerstellingen van andere goden mogen geloven of volgen, noch hen op enigerlei wijze mogen vrezen.
- Identiteitspredikanten moeten ons volk vertellen dat wij als volk de stem van God niet hebben gehoorzaamd.
Ik geloof oprecht, dat als er een parallel is tussen de tijd van Gideon en de onze, wij op dezelfde manier als die profeet aan dit volk moeten prediken, voordat God een Gideon stuurt. Ja, ik weet het, we zouden allemaal Gideons willen zijn en op de bazuin blazen en de potten kapot slaan en de lampen laten zien, en de vijand laten schreeuwen en vluchten. Maar dat gaat niet gebeuren.
“En er kwam een engel des Heren, en ging zitten onder een eik die in Ophrah stond, die toebehoorde aan Joas, de Abiezriet; en zijn zoon Gideon dorste tarwe bij de wijnpers, om het te verbergen voor de Midianieten.” (Richteren 6:11).
Hier komt de keuze van Gideon, degene die dan zou beginnen met de bevrijding van Israël van de Midjanieten. Ik zal hier niet al te gedetailleerd op ingaan, want mijn doel hier is niet om te laten zien hoe Gideon Israël verloste. Het doel hier is om u te laten zien waarom Israël in een positie van gevangenschap verkeerde, waarin zij in de eerste plaats een bevrijder nodig hadden. Dat is het belangrijkste wat we leren van het boek Rechters. Laten we eerst naar Gods rol in de gevangenschap gaan!
Ik deed een serie van acht preken over Gideon, die verkrijgbaar is op vier cassettes, getiteld “Gideon And The Rock Of Oreb” (#7317-7320), en die ook verkrijgbaar is in het boekje “This Thy Might” (#125). Ik geef u alleen de hoogtepunten. Ik heb mensen gehad die me vertelden dat ze naar alle acht preken hebben geluisterd, twee of meer keer, en ik heb twee mensen gehad die me vertelden dat ze er twaalf keer naar hebben geluisterd! Ik zei eerder dat iedereen een Gideon wil zijn, en de vijand wil verdrijven. Maar Gideon moest eerst iets anders doen. Dit is voor mij heel veelzeggend!
“En de engel des Heren verscheen aan hem en zeide tot hem: De Here is met u, gij machtig man van heldenmoed.” (Richteren 6:12).
Wat een compliment! Jongen, dat zou je borst doen opzwellen, nietwaar, als een engel van de Heer tot je kwam en je een moedig en dapper man noemde?
“En Gideon zei tot hem: O mijn Heer, als de Heer met ons is, waarom is ons dan dit alles overkomen? En waar zijn al zijn wonderen waarover onze vaderen ons vertelden, zeggende: Heeft de Heer ons niet uit Egypte gebracht? Maar nu heeft de Heer ons verlaten en ons overgeleverd in de handen van de Midianieten. En de Here zag hem aan en zei: Ga met uw macht, en gij zult Israël redden uit de hand van de Midianieten; heb Ik u niet gezonden?” (Richteren 6:13-14).
Wanneer iemand Gideon noemt, denken wij aan een man die een kleine troep dappere mannen verzamelde, in de nacht uitging en het vijandelijke kamp omsingelde, en zij veroorzaakten zo’n verschrikkelijke schrik dat de vijand gewoon opstond en de nacht in vluchtte, en dit redde Israël. Maar hier is een man die zegt: “Wat gebeurt er allemaal?” Hij protesteert tegen de engel(boodschapper) van God.
En toch had de engel van God tegen hem gezegd, “Ga in uw macht!”
Wat was Gideons macht? Ik denk dat het was in wat hij geloofde. Hij geloofde:
- dat God met Israël was,
- dat God wonderen had verricht in Israël,
- dat God Israël uit Egypte had gehaald.
En voor mij het belangrijkste, hij wist en begreep en geloofde:
- dat God Israël in die bestaande gevangenschap had gebracht.
Voordat Gideon iets groots deed, vertelde hij de Heer wat hij geloofde, en de Heer zei: “Ga in deze uw macht, en gij zult Israël bevrijden”. Ik zou dit zeggen als ik een profeet was, dat iedere man of groep mensen die probeert de vreemdelingen uit dit land te verdrijven, zonder eerst te geloven dat God hen hier in de eerste plaats voor Zijn doel heeft gebracht, geen deel zal hebben aan het werk van de bevrijding van Israël uit hun gevangenschap. Als zij het op een andere manier proberen, om een andere reden, zullen zij niet slagen en er geen deel aan hebben.
God koos een man om Israël te bevrijden, die wist dat God Israël in gevangenschap had gebracht. Dat is een van de eerste dingen die hij tegen de engel zei. Ik herhaal dit nog eens: Als de rode bolsjewieken hun macht over ons krijgen of enige toekomstige macht die ze zouden kunnen hebben, door hun eigen sluwheid of wijsheid en macht, dan zijn we verloren! Want ze hebben het gedaan in weerwil van de Almachtige God. Maar als de macht die zij over ons hebben, is geregeld en toegestaan door de Almachtige God, dan hebben we alle hoop op bevrijding, omdat God die controleert.
Dit is wat Gideon begreep: dat God de gevangenschap beheerste. Hij vroeg wel: “Hoe zijn al deze dingen gebeurd?”, maar hij geloofde dat God Israël in gevangenschap had gebracht. Als God hen in gevangenschap bracht, kan God hen en ons eruit verlossen. Als er een andere reden is voor deze gevangenschap, dan hebben we geen enkele hoop op bevrijding. Het zou volledig afhangen van onze eigen lichamelijke en geestelijke vermogens.
“En de Here zag hem aan en zeide: Ga heen in uw macht, en gij zult Israël redden uit de hand der Midianieten; heb Ik u niet gezonden?” (Richteren 6:14).
Gideon had zo’n lage dunk van zichzelf en zijn familie, dat hij een beetje ruzie maakte en wat tekenen nodig had. Misschien dacht je dat zodra dat gesprek voorbij was, dat Gideon wegging en de Midjanieten verdreef. Nee! Gideon moest eerst iets anders doen.
“En het geschiedde in diezelfde nacht, dat de Here tot hem zeide: Neem uws vaders jonge bok, het tweede bokje van zeven jaren oud, en werp het altaar van Baäl af, dat uw vader heeft, en hak het geboomte af, dat er bij staat: En bouw een altaar voor de Here uw God op de top van deze rots, op de bestemde plaats, en neem de tweede os, en breng een brandoffer met het hout van het geboomte dat gij zult omhakken”. (Rechters 6:25-26).
Wat moest hij doen? Zijn vaders altaar afbreken, de valse godsdienst vernietigen en de ware eredienst op de ruïnes ervan bouwen. Wij willen Gideons zijn en de vijanden wegjagen, maar we doen er niets aan om eerst de valse godsdienst in Israël te vernietigen! Wat was de reden dat God Israël in gevangenschap bracht? Omdat ze andere goden aanbaden. En hier zitten we dan, in dit land, waar we weten dat het meeste wat doorgaat voor het christendom een valse godsdienst is. Maar wat proberen we te doen? We proberen de macht van de vijand te vernietigen en ons te bevrijden van de regering van één wereld en de Nieuwe Wereldorde, maar we doen niets om de valse godsdienst van onze vaderen te vernietigen.
Ondanks Gideons geloof en inzicht, dat God Israël in gevangenschap had gebracht, droeg de engel des Heren hem op, dat het eerste wat hij moest doen, was de valse godsdienst van zijn vaderen te vernietigen. Het is bijna zeker dat Gideon in die valse godsdienst was opgevoed, en waarschijnlijk zelf op dat altaar van Baäl had gebeden. Dat was de kerk waarin hij opgroeide. Wat zei God? Breek die valse godsdienst van uw vaderen af en bouw mijn ware aanbidding op de ruïnes.
Pastoor Emry staat op het punt om mensen die elke week naar de altaren van Baäl willen terugkeren en hun geschenken en tienden aan de altaren van Baäl geven, te vertellen dat ik klaar ben met preken. Velen van hen zeggen zelfs dat zij christelijke identiteitsmensen zijn, en de waarheid en het evangelie van het Koninkrijk in pacht hebben. Velen zullen naar hun werk gaan en anderen vertellen over het evangelie, en vrij nemen van hun werk om Koninkrijksidentiteitsliteratuur uit te delen, en allerlei goede dingen. Maar wat gebeurt er op zondagmorgen? Ze gaan terug naar de altaren van hun vaders in die Baptisten-, Methodisten-, Anglicanen-, Presbyteriaanse of Pinkstergemeente en brengen hulde aan Baäl.
Wij komen pas uit deze gevangenschap als wij ons als Israëlieten afkeren van datgene wat ons in de gevangenschap heeft gebracht – valse godsdiensten. Ik weet dat de slavernij zelf economisch van aard is, waar God Israël in slavernij plaatste en andere mensen hen liet beroven en plunderen. Maar de reden voor de gevangenschap was niet economisch, maar religieus. En dat is moeilijk door ons hoofd te krijgen. Ik ken mensen die de waarheid kennen dat zij Israëlieten zijn; zij kennen de waarheid van het evangelie van het Koninkrijk al twintig, dertig, zelfs veertig jaar. Toch gaan ze elke zondagmorgen terug naar de kerk en aanbidden op het altaar van die valse godsdienst, en vragen zich af waarom ze nooit iets voor God bereiken.
Zie je, Gideon, een grote en wonderbaarlijke bevrijder, hij deed iets verbazingwekkends met een handvol mannen. Maar hij verliet eerst zijn vaders kerk en offerde de ware aanbidding aan de God van Israël, voordat God hem zelfs maar wilde gebruiken bij deze bevrijding. Ik had laatst een brief, en die deed me hieraan denken. Ik kan hem niet precies citeren, maar er stond zoiets in als: “Dominee Emry, u bent te hard voor de predikers. U noemt de predikers leugenaars. Je zou aardiger tegen ze moeten zijn. Hoe denkt u hun medewerking te krijgen als u zo hard over hen spreekt.” Nou, ik verwacht niet hun medewerking. Kun je je voorstellen dat de engel van de Heer zegt: “Nu Gideon, wat ik wil dat je doet is naar die Baälpriesters gaan en hen vertellen wat een goed werk ze doen, behalve dat er één ding is dat ze moeten veranderen in hun religie, maar eerst hun medewerking krijgen en dan kun je gaan en de vijanden uit Israël verdrijven”.
Mijn God, ze waren in gevangenschap vanwege die valse religie en die valse priesters. Ik verwacht de medewerking van deze mensen niet, noch wil ik die, omdat ik denk dat het ons geen goed zal doen. In feite zal het grote schade doen. Als Gideon niet had gedaan wat de engel zei te doen (die afgod van zijn vader vernietigen, en dat altaar van de valse godsdienst), zou Gideon nooit voor dit doel zijn gebruikt. Hoe verwacht je het werk van een Gideon te doen, als je niet eens je vaders valse godsdienst wilt verlaten? Om niets te zeggen over werken om het te vernietigen. Eens per week gaan jullie terug naar het altaar van Baäl. En dan geven sommigen van u natuurlijk tienden, Gods geld, aan de godsdiensten die mede oorzaak zijn van onze slavernij.
Hier zijn twee korte voorbeelden in de kranten, onlangs, van dingen die betrekking hebben op wat ik zeg. Het ene is een verhaal over de zogenaamde Russische maffia. De mensen in Californië zijn bezorgd omdat veel van de Joodse immigranten uit de Sovjet-Unie criminelen zijn en problemen veroorzaken. Het artikel zegt dat ze elk jaar vijftigduizend van hen de Verenigde Staten binnenbrengen. Dit is een deel van het invasieleger dat ons onder vreemde slavernij brengt.
Hier in een andere krant, rond dezelfde tijd, “Doopsgezinde leider betuigt liefde voor Israël tijdens tournee”. Als je het hele artikel leest, blijkt dat ds. Baily Smith zich inzet voor meer samenwerking en hulp van de veertien miljoen man sterke Southern Baptist Convention. Aan het eind staat een citaat van de voorzitter van de S.B.C. “Het komt erop neer dat u mijn naam in de toekomst nog vaak zult lezen bij activiteiten ter ondersteuning van het Joodse volk in Israël.” Deze Esau-Edomitische of Khazar Joden uit de Sovjet-Unie zijn de vreemdelingen die christelijk Amerika (en andere christelijke naties) in slavernij brengen.
Als je je het tegenovergestelde van Gideon kunt voorstellen, dan is dit het. Gideon werd gebruikt voor de bevrijding van Israël van haar gevangenen. De leider van de Southern Baptist Convention doet er alles aan om te werken voor de Esau-Edomietische Joden die de natie binnenvallen en veroveren. Elke christen die de waarheid begrijpt dat WIJ ISRAËL ZIJN en de Joden antichristelijke vijanden van Israël zijn, zou elk lidmaatschap of associatie die hij heeft met de kerken moeten intrekken. Waarom samenwerken met je vijanden en beweren dat je werkt voor je volk en voor Christus? Wat gebeurde er toen Gideon deed wat de engel van de Heer hem vertelde: “vernietig deze valse religie”. Dit is wat er gebeurde, “Toen werden al de Midianieten en de Amalekieten en de kinderen van het oosten verzameld, en trokken over, en legerden zich in het dal van Jizreël.” (Rechters 6:33).
Het hele vijandelijke kamp bereidde zich voor op oorlog tegen Israël. Ik geloof dat rond de tijd dat wij de altaren van Baäl in dit land beginnen af te breken, deze vijanden zullen opstaan in een open oorlog tegen ons. Ze weten dat ze veilig zijn in hun snode werken zolang wij valse goden aanbidden. Zij weten dat zodra Israël zich tot de ware God van de Bijbel keert, zij in gevaar zijn. Toon me een kerk of een godsdienst die niet wordt tegengewerkt door de vijanden van Christus, en ik zal je een godsdienst tonen die een valse godsdienst is! Gideon verzamelde een paar mannen en joeg ze de stuipen op het lijf, en hier is het aantal waartegen hij vocht:
“En de Midianieten en de Amalekieten en al de kinderen van het oosten lagen in het dal als sprinkhanen in menigte; en hun kamelen waren zonder aantal, als het zand aan de zeezijde in menigte”. (Rechters 7:12).
Sommigen van ons kunnen de moed verliezen door de overweldigende tegenstand die we zien. Kun je je voorstellen wat Gideon zag? Met slechts driehonderd man, en de vijand letterlijk zonder getal? Honderdduizenden gewapende mannen, klaar voor de oorlog. Maar Gideon had gedaan wat God hem had opgedragen. Hij vernietigde de valse godsdienst, bracht een waar offer aan God, en God beloofde met hem te zijn om Israël te bevrijden. Ik denk dat God met deze hele Koninkrijksbeweging zal zijn als we Gods instructies volgen over wat we moeten doen.
Laten we bekijken wat het boek Rechters ons tot nu toe heeft geleerd.
- God was degene die Israël in gevangenschap bracht onder niet-Israëlieten.
- De reden voor de veroveringen werd herhaaldelijk gegeven: Israël aanbad valse goden, tegen Gods instructies in.
- In elk geval huilde Israël om vrijlating (en onthoud deze), hun schreeuw was omdat zij beroofd en geplunderd werden van hun goederen en hun rijkdommen.
- In alle gevallen werden zij bevrijd, maar nooit op eigen kracht. De bevrijding kwam door een menselijk instrument, dat is waar, maar de bevrijding was op Gods tijd, op Gods plaats en op Gods bevel.
Jullie mensen die denken dat een of andere patriottische beweging of John Birch Society (Heritage Protection Society, Citizen’s Electoral Council), of welke andere groep dan ook die niet eens begrijpt wat Gideon geloofde en begreep, ons zal bevrijden, vergissen zich schromelijk. Is het mogelijk dat wij van het moderne Israël in gevangenschap zijn, of dreigen in gevangenschap te raken om dezelfde reden: dat wij betrokken zijn bij valse godsdienst en de aanbidding van valse goden? Zullen wij als volk om bevrijding roepen om dezelfde reden: dat wij onze rijkdom kwijt zijn, en in economische slavernij worden geplaatst? Ik denk dat de meesten van jullie kunnen zien dat het al gebeurd is.
CONCLUSIE
Het is God die Israël in slavernij brengt
We hebben uit het boek Rechters gezien dat het de Almachtige God zelf is die Israël in slavernij brengt wanneer Israël Zijn wetten overtreedt. Dit Goddelijke principe is bijna onbekend in de kerken van vandaag. Bijna alle prediking is persoonlijk van aard en elk slecht ding dat individuen overkomt wordt toegeschreven aan “de duivel”. Christenen begrijpen Gods rol in hun leven en in het leven van hun natie niet.
Dit principe dat God Israël onder slavernij plaatst, staat honderden keren in de Heilige Schrift. De profeet Jesaja stelt deze vraag,
“Wie heeft Jakob tot buit gegeven, en Israël aan de rovers? Heeft de Here, tegen wie wij gezondigd hebben, dat niet gedaan?” (Jesaja 42:24).
Jesaja wist uit Gods eigen wet, dat het Gods werk was en helemaal niet de vijanden. God spreekt over Zichzelf door deze zelfde profeet:
“Ik vorm het licht, en schep duisternis: Ik maak vrede en schep kwaad: Ik, de Heer, doe al deze dingen.” (Jesaja 45:7).
“Zie, Ik heb de smid geschapen die de kolen in het vuur blaast, en die een werktuig voortbrengt voor zijn werk; en Ik heb de verwoester geschapen om te vernietigen.” (Jesaja 54:16).
Salomo vertelt ons dit over God:
“De Here heeft alle dingen voor Zichzelf gemaakt; ja, zelfs de goddelozen voor de dag des kwaads.” (Spreuken 16:4).
De moderne kerkelijke theologie wil u doen geloven dat alle mensen gered kunnen worden door prediking; dat de enige reden dat er mensen in de wereld zijn die niet gered zijn, is dat wij het evangelie niet aan hen gepredikt hebben. Maar Gods woord vertelt ons, dat God zelf slechte en goddeloze mensen op aarde heeft geschapen, om Zijn doelen uit te voeren. En Zijn doelen omvatten niet de redding van hun zielen. Ik besef dat dit misschien een vreemde leer is. Maar het werd begrepen door de schrijvers van het Nieuwe Testament, en als we het vandaag zouden begrijpen, zouden we weten hoe dwaas het is voor christelijke mensen of naties om verdragen te sluiten met, en samen te werken met, en te proberen broeders te zijn van, goddeloze en slechte mannen of naties.
Judas waarschuwt de christenen in vers 3 om “ernstig te strijden voor het geloof dat eenmaal aan de heiligen is overgeleverd”, en geeft dan de reden waarom christenen letterlijk voor het christendom moeten strijden:
“Want er zijn bepaalde mensen ongemerkt binnengeslopen, die tevoren tot deze veroordeling veroordeeld waren, goddeloze mensen, die de genade van onze God veranderen in wellust en de enige Here God en onze Here Jezus Christus verloochenen.” (Judas 4)
Betekent dit dat de mensen die God en onze Heer Jezus Christus verloochenen eigenlijk door God verordend zijn voor die veroordeling? Wel, leest u het zelf maar, en u kunt tot geen andere conclusie komen. Petrus schrijft ook over goddeloze mensen en zegt,
“Maar dezen, als natuurlijke brute beesten, gemaakt om meegenomen en vernietigd te worden, spreken kwaad over de dingen die zij niet begrijpen; zullen volkomen omkomen in hun eigen verdorvenheid.” (2 Petrus 2:12).
Natuurlijke brute dieren, gemaakt of geschapen, om meegenomen en vernietigd te worden; niet om gepredikt en bekeerd te worden, maar om volkomen te vergaan. Petrus moet het hebben over dezelfde goddelozen waarover we lezen in Spreuken en Jesaja, degenen die door God voor dergelijke doeleinden zijn geschapen. Zij zijn niet onze broeders. Zij zijn niet voorbestemd voor de zaligheid, maar zij zijn door God geschapen om te worden gebruikt als instrumenten tegen Gods volk, wanneer Gods uitverkoren volk zich afkeert en weigert Hem te gehoorzamen. Zij zijn de verspillers die God heeft geschapen om te vernietigen. Zij zijn de goddelozen voor de dag van het kwaad. Zij dienen Gods doelen op dezelfde manier als Farao deed. God zei Mozes naar Farao te gaan en hem te zeggen Gods volk te laten gaan.
“En de Here zeide tot Mozes: Wanneer gij wederkeert naar Egypte, ziet toe, dat gij al die wonderen doet voor Farao, die Ik in uw hand gelegd heb; maar Ik zal zijn hart verharden, dat hij het volk niet zal laten gaan”. (Exodus 4:21).
“En de Here zeide tot Mozes: Ga in tot Farao; want Ik heb zijn hart verhard en het hart van zijn knechten, opdat Ik deze Mijn tekenen voor zijn aangezicht moge tonen: En dat gij aan uw zoon en aan de zoon van uw zoon vertelt, welke dingen Ik in Egypte gedaan heb en welke tekenen Ik onder hen gedaan heb, opdat gij weet, dat Ik de Heer ben” (Exodus 10:1-2).
Gods doel met Farao was dus om Farao anti-God te maken, opdat God voor de kinderen van Israël zou worden verheerlijkt en Israël zou weten dat Hij God was. Farao was een van de goddelozen die waren geschapen voor de dag des onheils. De moderne evangelisten zouden naar het Egyptische “Witte Huis” zijn gegaan en met president Farao hebben rondgehangen, misschien zelfs met hem hebben gegolfd of met hem zijn gaan zwemmen. Zoals de bekendste evangelist van Amerika vandaag, zou hij het volk zelfs vertellen wat een religieuze man Farao is. Maar Mozes wist dat God niet van plan was de president van Egypte te bekeren.
Ik vraag me af of de huidige Amerikaanse machthebbers met hun voortdurende toename van onze huidige slavernij van belastingen en schulden, en hun weigering om toe te geven dat God enige macht of doel heeft in onze natie, niet de moderne Farao’s zijn? Hun harten worden verhard, zodat God verheerlijkt wordt in onze bevrijding. We moeten begrijpen dat God soeverein is en dat Zijn doelen worden uitgevoerd. Misschien worden ze helemaal niet uitgevoerd zoals de moderne kerk hoopt. In Jesaja 10 staat een profetie over een “einde der tijden” wereld-dictatuur (NWO). We lezen dat dit anti-christelijke systeem, genaamd “de Assyriër”, “zijn staf tegen u zal opheffen, naar de wijze van Egypte”.
Wat was de manier van Egypte? Economische en politieke slavernij. De Israëlieten werden in armoede en harde arbeid gebracht. Waar gaan Amerika en onze broedervolken in Europa, Zuid-Afrika, Australië en Nieuw-Zeeland vandaag heen, als ze niet opnieuw in economische slavernij terechtkomen? Ze worden overladen met meer schulden, meer belastingen, meer werk dat nodig is om de eerste levensbehoeften te kopen. En onze leiders vertellen ons dat we de broekriem moeten aanhalen. We zullen moeten leren leven met minder, “productiever worden” en “concurrerend zijn” met goedkope import van “slavenarbeid”. We kunnen niet verwachten dat we doorgaan met onze welvarende samenleving, en doorgaan, en doorgaan; onze mensen conditioneren in de richting van armoede. God vertelt ons dat onze bevrijding ook “naar het voorbeeld van Egypte” zal zijn.
De blindheid en het gebrek aan begrip bij de christenen van vandaag over wat er in ons land gaande is, komt omdat zij niet begrijpen hoe God zijn barmhartigheid en bevrijding bewerkt voor zijn volk Israël. Ten eerste weten de meesten van hen niet eens dat wij het volk Israël zijn. Ten tweede weten ze niet dat het God is die onze verdrukking en gevangenschap toestaat vanwege onze eigen zonden. En ten derde weten zij niet dat God eigenlijk goddeloze en verdorven mensen heeft geschapen om over ons te heersen als wij in zonde zijn.
Wie gaf Jakob tot buit, en Israël aan de rovers?
Christenen moeten dat antwoord weten. Sprekend over de slavernij in Egypte, en ons Amerikaans-Israël en andere Israëlitische naties die aan de rovers zijn gegeven, brengt me bij mijn boekje dat op het juiste moment verschijnt, “Miljarden voor de bankiers, schulden voor het volk”. Als u dit, of een soortgelijk artikel over de onbetaalbare schulden van onze natie en ons volk, nog nooit hebt gelezen, schrijf dan naar dit eenvoudige boekje, en vraag om uw exemplaar. In ons land hebben we, net als in het oude Egypte, taakmeesters die in hun wagens rondrijden met zwepen om ons volk tot harder werken aan te zetten.
Onze bazen verbergen zich onder fraai klinkende namen als belastingdienst, reservebank, ministerie van financiën, bankleningen, schulden, staatsobligaties, hypotheken, ouderdoms- en nabestaandenverzekering, belastingadviseur, belastingontvanger, “vrije handel”, productieverhoging, opheffing van tarieven, enz. Elk verhoogt langzaam maar zeker de bedragen die elk jaar van de arbeider worden afgenomen. In feite dwingt het de arbeider om meer stenen te produceren om zijn levensstandaard te handhaven.
Zolang je genoeg bedelt, leent of steelt om de rente en belastingen te betalen, valt niemand je lastig. Maar wee degene die te laat is met die rente of belasting. Dan stapt de tollenaar wel in zijn wagen. Niet een tweewielige getrokken door twee paarden, maar een vierwielige aangedreven door een benzinemotor van tweehonderd pk, compleet met vierwielophanging en airconditioning, en brengt zijn zweep, een zogenaamde wettelijke sommatie om te betalen, of ze zullen beslag leggen op je auto, of je boot, of je bankrekening, of zelfs je huis.
Ja, de werkmeester, de wagen en de zweep zijn er allemaal. We herkennen ze niet omdat ze er niet uitzien zoals in het oude Egypte. Ze lijken zo aardig, en bovendien doen ze “gewoon hun werk” toch? Farao’s bazen deden ook gewoon hun werk. Terwijl de nettowaarde van de producenten en boeren afnam, steeg de nettowaarde van de banken sinds 1969 (tot 1985) met negenhonderd miljard dollar. Zij produceren niet één brood, niet één plank om een huis te bouwen, zij vergieten niet één druppel zweet om deze grote natie op te bouwen, en toch hebben zij zichzelf in minder dan zeven jaar meer dan negenhonderd miljard dollar aan bezittingen en andere vormen van rijkdom bezorgd.
Welke magie gebruiken bankiers om zoveel geld te verdienen, terwijl degenen die het eigenlijke werk doen steeds minder te zien krijgen voor hun inspanningen? Ja, onze mensen sterven in oorlogen; zij werken twaalf maanden per jaar om hun belastingen te betalen; zij gaan gebukt onder steeds grotere schulden en rente, terwijl de bankiers miljardair worden.
De meeste mensen weten niet eens dat we in de hand van de rovers zijn gegeven. Als u het boekje “Billions” leest, zult u ontdekken waarom senator Louis McFadden, voormalig voorzitter van de U.S. Senate Banking & Currency Committee, zei: “De Federal Reserve Bank is een van de meest corrupte instellingen die de wereld ooit heeft gezien”. Je zult zien waarom president James Garfield zei: “Wie de geldhoeveelheid in een land beheerst, is de baas over alle industrie en handel.” U zult zien waarom Abraham Lincoln schreef: “De geldmacht aast op de natie in tijden van vrede, en spant tegen haar samen in tijden van tegenspoed. Zij is despotischer dan een monarchie, brutaler dan een autocratie en egoïstischer dan een bureaucratie. Het klaagt als publieke vijanden iedereen aan die zijn methodes in twijfel trekt of zijn misdaad aan het licht brengt.” U zult zien waarom Thomas Jefferson, de belangrijkste schrijver van de Onafhankelijkheidsverklaring, tweehonderd jaar geleden zei: “Ik geloof dat bankinstellingen gevaarlijker zijn voor onze vrijheden dan staande legers.”
De bankier en de bankinstellingen zijn tegenwoordig gekleed in de witte gewaden van dienstbaarheid en respectabiliteit. Geen stem wordt verheven onder de geestelijkheid, of onder de politici tegen de woekeraars. Toch waarschuwde Thomas Jefferson, die grote voorvechter van vrijheid, onze overgrootvaders dat bankinstellingen gevaarlijker waren voor hun vrijheid dan de legers van Groot-Brittannië. Wat wist Thomas Jefferson over het bankwezen dat u niet weet? Wist hij dat ze door hun geldcontrole onze hele natie in handen zouden krijgen als we ze lieten doorgaan? De Almachtige God weet dat geld geleend op woekerrente uiteindelijk vrijheid en naties vernietigt. God had het nemen van rente op geld niet voor niets verboden.
We zullen beroofd en geplunderd worden door woekerrente tot het punt waarop we tot God roepen. En God zij geprezen door de profeten en het werk van Jezus Christus, we ZULLEN verlost worden. Voor mij geven deze tekenen van gevangenschap, deze tekenen van dingen die plaatsvinden, mij grote hoop en troost dat God zal doen wat Hij zei dat Hij zou doen, want Hij doet het op dit moment. We worden precies zo behandeld als God onze vaderen heeft behandeld en Zijn barmhartigheid zal ons bevrijden.
Dank God dat Jezus Christus zijn bloed heeft vergoten voor onze redding en verlossing uit de hand van allen die ons haten. Onze bevrijding komt eraan, maar het zal op Gods manier gebeuren, niet op onze manier.






