EEN GESCHIEDENIS ZONDER HIATEN EN KERKELIJKE DWAASHEID
De heilige schrift toont aan dat Jezus het systeem van de sabbatten, het systeem van Zijn Vader, opnieuw afstemde. Zijn discipelen waren eensgezind. Maar de vroege kerkvaders waren dat niet.
De vroege kerk wordt de apostolische periode genoemd omdat zij begon met leiders en woordvoerders die onderwezen waren door de apostelen. Deze mannen worden de vroege kerkvaders genoemd. Zij waren het niet eens met Jezus door te beweren dat Hij alles schrapte wat God inbracht.
Het OT, de Apocriefen en het NT omvatten alles wat God in de wereld heeft gebracht vanaf de schepping tot nu en daarna. De kerken hebben dit niet gezien en God heeft hen verblind in het begrijpen van zowel het OT als het NT. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, is er niet één tijdperk in de geschiedenis dat niet door deze boeken, het NT, OT en de Apocriefen, wordt behandeld. Losjes gezegd bestrijkt het OT en de Apocriefen de tijd van de schepping tot Jezus; het grootste deel van het NT bestrijkt de geschiedenis van Jezus’ geboorte tot de voorbeschikking (verwoesting) van Jeruzalem in 70 na Christus, en Openbaring bestrijkt de geschiedenis van de apostolische kerk tot het 8e millenium tijdperk en verder. Dit is natuurlijk slechts een ruwe opsplitsing van de tijdspannen die door de boeken worden bestreken.
Eén ding is op te merken: er zijn geen historische zwarte gaten. Met mijn boek kan men niet ingaan op een volledige studie van Openbaring, maar een paar punten kunnen worden aangestipt.
Wanneer men stelt dat de 7 gemeenten van Openbaring tijdperken zijn, dan wordt men al gauw een Dispensationalist genoemd. Let wel, ik heb deze leer nooit bestudeerd, noch wil ik er door besmet worden, noch door enige kerkelijke doctrine. Ik kom niet uit een kerkelijke achtergrond en kijk gewoon logisch naar het verslag in Openbaring. Ten eerste zegt Openb. 1:1 dat alles in de Openbaring betekend is, namelijk in symboliek geschreven is. De gegeven verslagen moeten heel echt zijn, maar verteld worden als een gelijkenis. Dit betekent dat de gemeenten van Openb. hoofdstukken 2 & 3 niet de letterlijke gemeenten van Annatolië zijn. In plaats daarvan is het verslag bedoeld om te vertellen over kerken die de gelijkenissen van de Annatolische kerken volgen. Ten tweede hebben veel van de gegeven eigenschappen invloed op de hele aarde of wereldorde, en in die tijd vond dit eenvoudigweg niet plaats. Er waren zeven kerken met elk hun eigen invloed die hun eigenschappen op de wereldorde uitwerkten. De verzen in dit deel van Openbaringen laten doorschemeren dat elke invloed vanuit elke afzonderlijke kerk de orde op haar eigen manier beïnvloedde. Dus als één kerk de hele aarde zou beïnvloeden, dan zou de invloed van de andere zes op de achterste rug zijn. De enige manier waarop elke kerk op zichzelf de grootste invloed zou kunnen hebben, zou zijn dat hun invloed in opeenvolgende volgorde zou komen. Als het verslag letterlijk was, dan zou elke kerk de andere hebben overweldigd, iets wat niet mogelijk is. Ten derde, en meest overtuigend, hoofdstuk 5 gaat over 7 zegels. Alleen de Leeuw van Juda was waardig deze te openen. (Openb. 5:5) Dit is een parallel verslag met Openb. 1:10-20 waarin Jezus genoemd wordt, die leeft na dood te zijn geweest, namelijk Hij overwon. Openb. 5:5 zegt dat Hij heeft gezegevierd. Openb. 5:6 laat zien dat Jezus de zeven geesten (geesten, zielen, gedachten, leerstellingen) van God naar de gehele aarde (wereldorde) zond. Dit loopt parallel met Openb. 1:16 waarin de zeven sterren in Jezus rechterhand waren. Openb. 1:20 zegt ons dat dit zeven engelen zijn. Engelen in symboliek betekent, het Woord dat zich toont in de wereldorde of het Woord dat de geest beweegt. We lezen dus over zeven leerstellige fasen die hun weg gaan of werken in de wereldorde. Komen ze allemaal tegelijk? Nee. Want in Openb. 6 zien we dat de zegels geopend werden, één voor één. Evenzo ontvouwden de kerken zich, één voor één. Ook laten alle koninkrijksgelijkenissen zien dat kerktijdperken groeien als Koren, zuurdesem en een mosterdboom, het is niet allemaal tegelijk maar een langzame groei, of opeenvolgend van aard.
Openb. 2:1-7 gaat over de apostolische kerk in haar vroegste dagen van 33 na Chr. tot 64 na Chr. Openb. 2:811 is het volgende niveau daarvan van 64 n. Chr. tot 313 n. Chr. en zo verder. Openbaring is het verhaal van Jezus’ heerschappij als Koning over Zijn volk. Hij regeert zoals Zijn Vader het wil. Dus Hij vervloekt en zegent zoals Zijn Vader deed, om te begrijpen hoe dat werkt lees Deut. Hoofdstuk 28.
Het doel van Openbaringen is te openbaren hoe Z.K.H. Koning Jezus Zijn heerschappij uitvoert met Zijn Saksische volk, (de dochter van Sion) die Israëlieten van de verstrooiing zijn. (NT Israël, Saksen, Kelten en andere verwanten) Een groot deel van Openbaring handelt dus over het kerktijdperk, of Pinkstertijdperk, dat wordt getypeerd door Israëlieten van het niveau van de Tarwe. Deze geschiedenis is diep, en 2000 jaar geschiedenis is moeilijk te vatten in enkele bladzijden. Om dit effectief te doen, kreeg Johannes het inzicht vanuit verschillende perspectieven. Dus Openbaring is als een regenboogtaart met meerdere lagen. Eerst eet je je een weg door het chocolade-gedeelte, dan ga je terug en kauw je je een weg door het aardbeien-gedeelte, enzovoort. De hoofdstukken 1 tot en met 4 van Openb. vormen de laag van de kerkgeschiedenis van 33 n. Chr. tot nu en verder in symbolische doemscenario’s (oordelen) enzovoort.
Hoofdstuk 6 is het meest onthullend omdat vers één (met het witte paard) gaat over H.R.H. die Zijn discipelen de wereld instuurt vanaf 33 n. Chr., maar kort daarna kreeg de ruiter op het rode paard de macht om de vrede (frith) weg te nemen. Jezus gebruikt, net als Zijn Vader, mensen om Israëlieten te straffen. De mannen of mensen in dit geval zijn Edomieten en hun proselieten, die zich laten leiden door leringen uit Babylon om rivaliteit tussen onze verwanten aan te wakkeren om zichzelf te doden. Dit vers is gewoon een parafrase van Mattheüs 13:24.
Jezus Koninkrijk begon op de dag van Pinksteren 33 n. Chr., een oogstfeest van tarwe. Handelingen hoofdstuk 1 & 2 vertellen dat H.K.H. Jezus Koninkrijk werd gesticht in 33 AD op een Pinksterdag, dus Koren niveau. Dit niveau van het Koninkrijk, wordt ons verteld, is als maatregelen van meel (bloem) gemengd met zuurdesem. Tarwe heeft zuurdesem nodig. Het Pinksterfeest was het enige feest waarbij zuurdesem was toegestaan. De kerken werden gewaarschuwd voor Farizees zuurdesem. Dit betekent dat al in 33 n. Chr. de kerken de waarschuwingen negeerden om op te passen voor het zuurdesem van de Farizeeën. Dus de Israëlitische gemeenschappen op het niveau van de tarwe waren geneigd om gezuurd te worden. Inderdaad zien we in de evangeliën de discipelen de kerken berispen, niet omdat de gemeenten goed waren, maar omdat zij gezuurd waren. We zien dit bevestigd in Openb. 2:4. De gemeenten waren het al oneens met H.R.H. in de periode tussen 33AD -64AD
Openbaring 2:4-5 Ik heb (iets) tegen u, omdat gij uw eerste liefde verlaten hebt; gedenkt dan, vanwaar gij gevallen zijt, verandert uw weg en doet de eerste werken.
Deze paar regels spreken boekdelen over de vroege kerktijd. Sion was Israël in het OT. Zij verliet haar liefde en ging andere minnaars achterna, zij ging hoereren naar andere geesten, spoken (gedachten, wetten, doctrines). Haar eerste liefde was God, toch zei ze,
1 Samuël 8:5 Geef ons een koning zoals al de andere volken (heidenen)
(Lees mijn boek de Val en Opkomst van Abrahams Kin voor een verdere studie hierover) God vertelde Samuël dat het volk (Sion) Samuël niet had verlaten, maar God in plaats daarvan, ook dat de eerste mensenkoning voor Israël werd gekozen te Gilgal (1 Sam. 11:15). Het was in Gilgal dat God toen ons volk (Sion) haatte, ja, haatte (Hosea 9:15), want dat is waar volgens God hun goddeloosheid begon. Het volk verliet hun eerste liefde, of echtgenoot zoals God Zichzelf noemt. Het volk wilde een ander rechtssysteem, gebaseerd op een mannelijke koning en zijn wetten, zoals alle andere volken (of heidenen). De Israëlieten wilden zijn als de heidenen. Kiezen voor een man-koning systeem is een heidens iets.
Gods zoon Jezus had een lichaam. Het lichaam bestaat uit de eerste vrucht-volkeren, samen zijn het hoofd (Jezus) en het lichaam één. Dit lichaam is niet de bruid. Het lichaam is de bruidegom, een mannelijke entiteit. De vrouwelijke entiteit is de bruid ook wel de Gemeente genoemd. Dit is de Dochter van Sion.
Zo moeder zo dochter. De moeder Sion (OT gemeenten) was een hoer, zo ook de dochter (van het NT). Haar eerste liefde was Jezus, maar zij was het niet eens met Zijn wet, want het was de wet van de Vader en die beviel haar niet. Zij koos haar eigen wetten en mensen-koningen, zoals in de dagen van Gilgal. Zij zei: nagel ze aan het kruis!
Jezus maakt duidelijk dat zij letterlijk uit de gratie waren gevallen en zegt de vroege apostolische gemeente zich te bekeren en haar wegen te veranderen. Maar het is duidelijk vanaf het tweede tijdperk van de gemeente, dat zij haar wegen niet veranderde en dat tot op de dag van vandaag nog steeds niet doet. Het joods-christendom is een geest/opstandigheid die heel, heel ver teruggaat. Inderdaad, tegen de tijd dat de apostolische gemeente haar volgende tijdperk ingaat vanaf 64 314AD zijn degenen die zich Joden noemen er al ingeslopen (Openb 2:9).
Om Edomieten/Canaanieten binnen te laten, moet het wel logisch zijn dat de gemeenten niet van Jezus’ regel van Israëlitische exclusiviteit hielden
Mattheüs 10:5-6 Deze twaalf zond Jezus uit en gebood hun, zeggende: Gaat niet op den weg der heidenen (niet-Israëlieten), maar gaat liever tot de verloren schapen van het huis Israëls.
De reden is:
Mattheüs 15:24 Ik ben gezonden tot de verloren schapen van het huis Israëls en tot hen alleen.
Tegen de tijd dat het derde christelijke tijdperk aanbrak, 314 – 524 n.Chr., hielden zij vast aan de multi-raciale leer van Balaam, die overging in het volgende tijdperk, dat duurde tot 1517 n. Chr. en daarna.
Kunst weerspiegelt de multi-raciale samenlevingen gevormd door de kerken. Schilderijen van de Nederlandse kunstenaar Jheronimus Bosch uit het midden van de jaren 1500 tonen naakte zwarten die zich in vage (perverse) lust mengen met naakte blanken, in zijn werk; de Tuin der Lusten of Lui Lekker Land. Bosch wilde met het werk het loon van de zonde laten zien, en hij zag rassenvermenging duidelijk als zo’n veel voorkomende zonde. Maar velen in zijn tijd dachten daar anders over. Een schilderij van verschillende bizarre dingen die zo aangenaam en fantastisch zijn dat het onmogelijk is ze te beschrijven voor hen die het niet kennen, schreef een Italiaanse bewonderaar van het werk Tuin der Lusten.
Geboorteschilderingen uit de vroege jaren 1500 tonen bijna altijd een neger als een van de wijzen uit het oosten. Vroege verslagen van het religieus bolwerk, Constantinopel, tonen aan dat het een smeltkroesstad was. Dit alles komt voort uit een lange traditie van geloof dat alle mensen alle rassen betekent.
Het feit is dat ten tijde van de geboorte van Jezus, Judea precies in het midden van de blanke wereld lag. Blanke landen strekten zich (in die tijd) uit van Portugal oostwaarts over Europa, en zuidwaarts over geheel Noord-Afrika tot het Midden-Oosten en van daar tot India, en noordwaarts tot aan de grote muur van China. Een enorme blanke heerschappij over 3 continenten. Al deze gebieden behoorden toe aan de families van Adam. Dus ze waren allemaal blank. De Israëlieten waren slechts een klein deel van dit wijd verspreide ras.
Ten oosten van Judea lag het toen nog blanke volk van Assyrië, Bactrië, Parthië, India en wat nu een deel van West-China is. De wijzen uit het Oosten waren dus allemaal rasverwanten: zij waren blank.
Sommige clowns beweren dat de Kaukasische kerken zijn gecreëerd door superspook zelf, de heer S.A. Tan. Het feit dat zo’n spook niet bestaat, baart deze idioten geen zorgen. Noch het feit dat Jezus de verantwoordelijkheid opeist voor de schepping van de kerken; Openb. 1:12-20 & Openb. 6:2. Zijn pijlen (zoonschapstypes: d.w.z. apostelen) werden niet beantwoord door een scherpe kerk, maar eerder door froward (perverse) kerken. In plaats daarvan kozen de kerken valse vrijers. Er zijn twee grote gelijkenissen (die alle kerken over het hoofd zien) die handelen over dit verraad. De meeste bijbelmarges missen (niet verrassend) een passende schets van deze gelijkenissen, noch geven zij ook maar een aanwijzing dat dit gelijkenissen zijn, in welke vorm of gedaante dan ook. Matteüs 12:43-45 wordt door de kerken eenvoudigweg weggeredeneerd als een vorm van spookverwijdering. Toch gaat het in werkelijkheid over Israël dat onrein is vanwege afgoderij door de OT gemeenten. Jezus veegt dan deze geest (gedachtepatroon, doctrine) uit de natie om ze klaar te maken om Zijn leringen in zich op te nemen. In plaats daarvan komen de onreine leerstellingen (zuurdesem van de Farizeeën) terug. Deze keer opnieuw verpakt in 7 stadia (één voor elk kerktijdperk) waardoor de natie erger wordt dan voorheen.
Mattheüs 12:43-45 Als de onreine geest uit een mens is gegaan, zoekt hij rust en vindt er geen, hij zegt: Ik zal terugkeren naar mijn huis, maar hij vindt het leeg, en wordt weggevaagd, dan gaat hij en neemt zeven andere geesten mee, die nog bozer zijn.
Mattheüs 22:23-33 behandelt deze kwestie opnieuw. De Sadduceeën proberen Jezus een koekje van eigen deeg te geven door een doorzeefde gelijkenis te geven met de gedachte dat Hij het niet zou kunnen uitwerken. Zij spreken over zeven broers die met één vrouw trouwen. Jezus wist dat zij het hadden over zeven fasen of tijdperken van kerkleiders die dachten dat zij het lichaam waren en dus het hoofd van de natie/vrouw konden zijn en over haar konden heersen. Jezus zei dat God de God van het levende werk is; zij, de geestelijken, geven dode werken, aangezien geen van de kerktijdperken een kind/vrucht van het Koninkrijk heeft voortgebracht. Zou een van de kerkelijke organisaties de rechtmatige bruidegom moeten zijn van de kerk/vrouw van de kudde? Nauwelijks! Zij zullen niet gegeven worden om met deze wolven getrouwd te worden. De kerken van het NT zijn net zo leeg van waarheid als die van het OT. De wolven hebben niet het recht gekregen om met de gemeenten te trouwen, omdat de gemeenten vanaf het begin verzegeld waren met Jezus bloed. Daarom zullen zij in de opstanding niet geven noch nemen in het huwelijk, daar de bruid reeds een bruidegom gevonden heeft. Een dubbel getuigenis hiervan staat in Lucas 20:27-39. Dit thema is niet nieuw in het NT. Een andere blik op de zeven wordt op een iets andere manier gegeven in Jesaja 4:1. Mannen die hun kansen schoon zien, dagdromen vaak dat dit vers betekent dat ze zeven vrouwen over zich heen zullen krijgen, omdat er een tekort aan mannen is. Sorry, maar het gaat over de zeven gemeenten. Wanneer God de wereld van de mensen tot een stank heeft gebracht, zullen de dochters van Sion (NT Israëlieten), die met dit systeem hoereren, zich gedumpt voelen, (Jesaja 3:26) en zonder minnaar (namelijk wetgever). In die dag (Jesaja 4:1) zullen de zeven gemeenten één man grijpen, het lichaam van Jezus (namelijk Jezus en Zijn overwinnaarsgroep)
De gelijkenissen tonen echter aan, dat de kerken haar rechtmatige bruidegom niet zouden erkennen vóór de opstanding. Zij verloochende Hem door Zijn Vaders wet te verloochenen. Het is dus nogal dwaas om de geschriften van de vroege kerkvaders te citeren in de overtuiging dat zij het eens waren met Koning Jezus. Want hun geschriften bevestigen de gelijkenissen en Openb. hoofdstuk 2 & 3 dat zij de Koning hebben gedumpt. De nobel klinkende beweringen van de vroege kerkvaders zijn geen kruimel waard. Verder vind ik hun termen en uitspraken nogal weerzinwekkend, sappig en riekend naar moderne kerkelijke Nancy-praat, termen als, laat iedere vriend van Christus. Op zich is er niets mis mee, maar het wordt gebruikt op een manier die niet in de Schrift voorkomt, maar die toch vaak en losjes wordt rondgegooid in verliefde kerkgroepen. Het mist kracht van karakter en heeft een matriarchale ijver afkomstig uit de pen van Ignatius Bisschop van Antiochië, 30 107AD. Hij noemt de zondag Sabbat, de Koningin en Hoofd van alle dagen van de week. Waarom niet Koning en opperhoofd? Men zou kunnen zeggen dat het haarkloverij is, maar dat is niet zo. Er is een duidelijk matriarchaal, in plaats van patriarchaal, sentiment dat duidelijk wordt door een patroon van overtuigingen. De matriarchale mentaliteit is zowel Joods als Babylonisch in zijn oorsprong.