Hoofdstuk 3
Een lijst van blunders
Dit leidt ons naar de lijst van blunders die de geschiedenis van Rhodesië vormt. De BSA (British South Africa Company) was een Joods ‘goudwolf’-bedrijf dat in 1888 een verdrag sloot met de zwarte stammenkoning Ndebele om mijnbouw in hun koninkrijk toe te staan, eerste blunder (Gods wet verbiedt het gebruik van raciale vreemdelingen, dus Groot-Brittannië mocht Joden geen verdragen in haar naam laten sluiten, dubbele misstap omdat het ook met andere raciale vreemdelingen was).
Tweevoudige (tweede) blunder; domme blanken eerden het verdrag tussen henzelf en de zwarten, twee raciaal vreemde groepen, en kwamen het na (maakten het effectief) door het land samen te vestigen. In 1893 brak er oorlog uit tussen de blanken en de Ndebele, de Joden bleven ongedeerd. De blanken vochten voor een Joods verdrag en wonnen, waardoor het gebied een veilige omgeving werd voor Joodse kolonisten. Er kwamen meer kolonisten die dachten dat ze veilig waren.
In 1890 waren er slechts 200.000 zwarten. Het zou een koud kunstje zijn geweest om ze te verdrijven, maar dat deed niemand. De Britten/Joden, BSA Co. zette de wildparken (reservaten) opzij waar zwarten onder hun eigen opperhoofden konden leven. De blanke kolonisten verroerden zich nooit. Ze moeten gedacht hebben dat dit vreemd of exotisch was. Hoewel de Land Apportionment Act van 1931 blanken toestond om het meeste land buiten de Hueling-wildparken te kopen, stond deze wet ook toe dat een bepaald percentage aan zwarten werd verkocht. Zwarten mochten dus niet alleen blijven, ze mochten ook “het brood van de kinderen eten” (een deel van het land opslokken dat God voor blanken had gereserveerd). Domme blanken vroegen zich nooit af wie het recht had om het land te verkopen en wie de winst binnenharkte. Per slot van rekening nam de BSA Co. het van de zwarten en verkocht het vervolgens aan domme “goy” blanken. goede zaken, toch? Terwijl domme blanken druk bezig waren om hun schulden af te lossen en droomden van een boerenhausse, kregen de echte boerenhausse vorm in de wildparken, fokhausse, waar zwarten in grote hoeveelheden groeiden.
Blanke vrouwen hebben er gewoon een hekel aan om zich als fokkers te voelen, het is tenslotte ‘hun lichaam’ om keuzes over te maken, niet dat van God, althans dat geloven ze. De vrouwen van de zwarte soort zien de dingen echter verrassend duidelijker. Hoe meer nakomelingen, hoe sterker de soort. De zwarte bevolking is tussen 1890-1990 maar liefst 45 keer zo groot geworden, van slechts 200.000 tot 9 miljoen in 1990! De sierlijke blanken daarentegen gingen van 500 naar slechts 275.000. Het grootste deel van dat aantal werd niet opgestuwd door baby’s, maar door immigratie. Bovendien dachten de Rhodesische blanken dat ze slim waren. Ze waren kieskeurig in welke blanken ze toelieten. Ze wilden geen arme blanke klasse. Nee, je kunt geen blanke gespuis hebben. Maar je kunt wel veel arme beesten hebben die zwarten worden genoemd. Ja, help je broeder niet die “arm is volgens jullie” normen, het is zoveel leuker om een zwarte op te leiden. Een blanke boer pleitte nog niet zo lang geleden voor “redelijkheid” om te regeren in “Zimbabwe”; hij houdt van zijn zwarten en heeft zelfs medelijden met ze en hoopt op een betere zwarte leider! Het lijkt erop dat na 20 jaar zwarte meerderheid van chaos, blanken niet slimmer zijn. Nou, de blunders bleven maar komen.
De zwarten waren al in de jaren 1960 in hun wildparken, dus om arbeiders te krijgen voor de boerderijen, mijnbouw en industrie, zorgden de blanken voor;
A; meer kinderen krijgen?
B; op zoek gaan naar arbeiders en werklozen uit Europa?
C. meer zwarten aanvoeren (importeren) uit naburige zwarte landen?
Antwoord. C Ja C! De volslagen zelfhatende sukkels!