Blogserie

Home / serie / Joel, profeet van de twintigste eeuw – Deel 1

< Terug naar blogoverzicht

Rubrieken

Algemeen

Duivel & Satan

Israël

Geschiedenis & Oorsprong

Nieuws

Joden & Edom

Kerkhoaxes

Wetten

Joel, profeet van de twintigste eeuw – Deel 1

De verwoesting van Gods wijngaard

We hebben in eerdere studies al gedeelten uit het boek van de profeet Joël behandeld, telkens in verband met verschillende onderwerpen. Toch zijn er veel mensen die pas kort met onze bediening meeluisteren of meelezen, en die nauwelijks vertrouwd zijn met het Oude Testament. Daarom wil ik nu stilstaan bij deze ene profeet, zijn boek vanaf het begin lezen en het volledig doornemen. Op die manier wil ik laten zien hoe God, duizenden jaren geleden, aan een profeet woorden gaf die nu, in onze eigen tijd, aantoonbaar in vervulling gaan.

Mijn hoop en gebed is dat dit de nieuwsgierigheid zal prikkelen van wie nieuw is in de Identity-boodschap. Dat het hen ertoe zal brengen zelf de profeten uit het Oude Testament te lezen, verbanden te leggen, en zo het wonderlijke patroon te zien dat zich ontvouwt – iets wat alleen van God kan komen. Geen mens kan immers eeuwen of millennia geleden iets schrijven dat zo naadloos aansluit bij gebeurtenissen in onze tijd.

We beginnen bij het eerste vers van het boek Joël en werken het hele hoofdstuk door.

Joël 1:1-2 “Het woord des HEEREN, dat geschied is tot Joël, den zoon van Pethuel: Hoort dit, gij ouden, en neemt ter ore, gij allen inwoners des lands: is dit geschied in uw dagen, of ook in de dagen uwer vaderen?”

De profeet begint met een vraag die duidelijk maakt dat het onderwerp van deze boodschap geen verleden tijd is in Joëls eigen tijd. Het gaat ook niet over gebeurtenissen die plaatsvonden in de tijd van hun voorouders.

Joël 1:3 “Vertelt daarvan uw kinderen, en laat het uw kinderen hun kinderen vertellen, en haar kinderen een ander geslacht.”

Dit is een uitdrukking die zegt: geef dit door aan de komende generaties. Het gaat om een profetie voor de toekomst.

Joël 1:4 “Het overschot, dat de knaapworm gelaten had, heeft de sprinkhaan gegeten; en het overschot, dat de sprinkhaan gelaten had, heeft de kever gegeten; en het overschot, dat de kever gelaten had, heeft de kaalvreter gegeten.”

Een merkwaardige opening voor een profetie die zó belangrijk is. Toch zal ieder die met landbouw bekend is, begrijpen dat dit te maken heeft met iets dat volledig wordt verwoest – niet door één plaag, maar door meerdere achter elkaar. Het ene vernietigende beest volgt op het andere, totdat er niets meer overblijft.

Joël 1:5-7 “Waakt op, gij dronkaards, en weent, en huilt, gij allen wijnzuipers, om den nieuwen wijn, omdat hij van uw mond is afgesneden. Want een volk is op Mijn land gekomen, machtig en zonder getal; zijn tanden zijn leeuwentanden, en hij heeft kiezen van een oude leeuw. Hij heeft Mijn wijnstok verwoest, en Mijn vijgeboom verbreken; hij heeft hem ganselijk ontbloot en nedergeworpen; zijn ranken zijn wit geworden.”

Hier wordt voor het eerst duidelijk dat deze ‘wormen’ en ‘rupsen’ niet letterlijk insecten zijn. Het gaat om een volk – machtig, talrijk, en verwoestend – dat met de kracht en scherpte van een leeuw de wijnstok en de vijgeboom vernielt. Het Hebreeuwse woord dat hier vertaald is als “volk” wordt in het Oude Testament soms ook vertaald als “natie” of “mensen”.

Om te begrijpen wat de wijnstok betekent, keren we ons eerst naar Jesaja 5.

Jesaja 5:1-2 “Nu zal ik zingen voor mijn beminde een lied van mijn liefste over zijn wijngaard. Mijn beminde had een wijngaard op een vruchtbare heuvel. En hij spitte hem om, zuiverde hem van stenen, en beplantte hem met edele wijnstokken; hij bouwde ook een toren in het midden daarvan, en hieuw er ook een wijnbak in; en hij verwachtte dat hij goede druiven voortbrengen zou, maar hij bracht stinkende druiven voort.”

Verderop legt Jesaja uit wat die wijngaard is:

Jesaja 5:7 “Want de wijngaard des HEEREN der heirscharen is het huis Israëls, en de mannen van Juda zijn Zijn liefste plant.”

De wijngaard is dus het huis van Israël.

Ook Jeremia spreekt hierover.

Jeremia 12:7-8 “Ik heb Mijn huis verlaten, Ik heb Mijn erfenis verlaten; Ik heb de beminde Mijner ziel in de hand harer vijanden overgegeven. Mijn erfenis is Mij geworden als een leeuw in het woud; zij heeft tegen Mij haar stem verheven, daarom heb Ik haar gehaat.”

En in Joël 3:2 bevestigt God Zelf wie Zijn erfenis is:

Joël 3:2 “Ik zal ook alle heidenen verzamelen, en hen doen afkomen in het dal van Josafat, en Ik zal aldaar met hen rechten vanwege Mijn volk en Mijn erfenis Israël, dat zij onder de heidenen verstrooid hebben, en Mijn land verdeeld.”

De erfenis van God is Israël. De wijnstok die verwoest wordt in Joël is dus het huis van Israël. De vijgeboom, zoals we later in Jeremia 24 zien, is een beeld van Juda.

In Joël 1:8 zegt de profeet:

Joël 1:8 “Klaag als een jonkvrouw, omgord met een zak, om den man harer jeugd.”

Waarom deze rouw? Jeremia 3 geeft het antwoord.

Jeremia 3:8 “En Ik zag, toen Ik om alles, waarin de afkerige Israël overspel gepleegd had, haar verstoten had, en haar een scheidbrief gegeven, dat haar trouweloze zuster Juda niet vreesde; maar zij ging ook heen en hoereerde.”

God was de echtgenoot van Israël, maar Hij heeft haar verstoten en een scheidbrief gegeven vanwege haar overspel – haar afgoderij. Toch zegt Hij later:

Jeremia 3:14 “Bekeert u, gij afkerige kinderen, spreekt de HEERE; want Ik heb u getrouwd.”

Hetzelfde beeld vinden we in Hosea. Daar laat God Hosea trouwen met een overspelige vrouw, als symbool voor Israël.

Hosea 2:2 “Twist met uw moeder, twist; want zij is Mijn huisvrouw niet, en Ik ben haar Man niet.”

Maar in vers 7 komt de wending:

Hosea 2:7 “Zij zal haar boelen najagen, maar hen niet achterhalen; en zij zal hen zoeken, maar niet vinden; dan zal zij zeggen: Ik zal heengaan en wederkeren tot mijn vorige Man, want toen was het mij beter dan nu.”

En in Hosea 2:19-20 klinkt Gods belofte:

Hosea 2:19-20 “En Ik zal u Mij ondertrouwen in eeuwigheid; ja, Ik zal u Mij ondertrouwen in gerechtigheid en in recht, en in goedertierenheid en in barmhartigheden. Ja, Ik zal u Mij ondertrouwen in geloof, en gij zult den HEERE kennen.”

In Joël past dit allemaal in elkaar: Israël, beroofd en geplunderd, zal verlangen terug te keren naar de Echtgenoot van haar jeugd – haar God.

Vanaf vers 9 beschrijft Joël hoe de offers en de oogst verdwenen zijn, hoe het land treurt en de vreugde is verdwenen. Het is zowel een materiële als een geestelijke verwoesting. De priesters worden opgeroepen te vasten, te rouwen en de oudsten en alle inwoners te verzamelen in het huis van God, want – zo klinkt de waarschuwing – de dag des HEEREN is nabij, en die komt als een verwoesting van de Almachtige.

De vijand die alles verslindt

De priesters, de dienaren van God, worden in Joël opgeroepen om zichzelf te omgorden, te rouwen en de nacht door te brengen in zak en as. De reden is duidelijk: het spijsoffer en het drankoffer worden onthouden aan het huis van hun God. Dat is niet alleen een religieus gemis; het is een teken dat Israël God berooft van wat Hem toekomt.

In het laatste boek van het Oude Testament, Maleachi, spreekt God tot hetzelfde volk:

Maleachi 3:7-8 “Van de dagen uwer vaderen af zijt gij afgeweken van Mijn inzettingen, en hebt ze niet gehouden; keert weder tot Mij, en Ik zal tot u wederkeren, zegt de HEERE der heirscharen. Doch gij zegt: Waarin zullen wij wederkeren? Zal een mens God beroven? Gijlieden berooft Mij. Doch gij zegt: Waarin beroven wij U? In de tienden en in de hefoffer.”

Het volk weet niet eens dat zij God bestelen. Maar God maakt het concreet: ze houden de tienden en de offers achter die bestemd zijn voor Zijn huis. En Hij zegt dat de hele natie daardoor vervloekt is.

Maleachi 3:10-11 “Brengt al de tienden in het schathuis, opdat er spijze zij in Mijn huis; en beproeft Mij nu daarin, zegt de HEERE der heirscharen, of Ik u dan niet opendoen zal de vensteren des hemels, en zegen over u uitgieten, zodat er geen schuren genoeg wezen zullen. En Ik zal, om uwentwil, den opeter schelden, dat hij u de vrucht des lands niet verderve; en dat de wijnstok op het veld u zijn vrucht niet misdrage, zegt de HEERE der heirscharen.”

In Joël wordt die ‘opeter’ beeldend voorgesteld als de rups, de sprinkhaan, de kever en de kaalvreter. In Maleachi belooft God dat Hij die vernietiger zal tegenhouden – maar alleen als het volk ophoudt Hem te bestelen.

Toch zien we in onze tijd hetzelfde patroon. Kerkelijke statistieken laten zien dat het merendeel van de belijdende leden niet eens in de buurt komt van het geven van een tiende. Sommige kerkgenootschappen halen gemiddeld maar één à twee procent van het inkomen van hun leden binnen. Ongeveer de helft van ons volk gaat helemaal niet naar de kerk en geeft niets. Is het dan verwonderlijk dat onze samenleving wordt kaalgevreten?

De oproep van Joël is duidelijk: heilig een vasten, roep een plechtige samenkomst uit, verzamel de oudsten en alle inwoners van het land in het huis van de HEERE, en roep luid tot Hem. Want, zo zegt hij:

Joël 1:15 “Ach, die dag! Want de dag des HEEREN is nabij, en hij komt als een verwoesting van de Almachtige.”

Deze ‘dag des HEEREN’ wordt vaak verkeerd voorgesteld. In veel kerken spreekt men erover als een vreugdevolle dag, het moment waarop Christus terugkomt om Zijn volk weg te nemen. Maar de profeet beschrijft hem hier als een dag van verwoesting die rechtstreeks van God komt.

Joël 1:17-18 “Het zaad is onder hun kluiten verrot; de schuren zijn verwoest; de pakhuizen zijn afgebroken, want het koren is verdord. Hoe zucht het vee! De runderkudden zijn verward, want zij hebben geen weide; ook de kudden van kleinvee gaan te gronde.”

Dit kan zowel letterlijk als geestelijk verstaan worden. Letterlijk zien we droogte, misoogsten, het verdwijnen van natuurlijke bronnen. Maar geestelijk gaat het om het verdorren van Gods Woord in het land; het verdwijnen van geestelijk voedsel voor Zijn volk.

Joël 2:1-2 “Blaast de bazuin te Sion, en roept luide op Mijn heilige berg; laat alle inwoners des lands beven; want de dag des HEEREN komt, want hij is nabij: een dag van duisternis en van donkerheid, een dag van wolken en dikke donkerheid; als de dageraad uitgespreid over de bergen, een groot en machtig volk; desgelijks is van ouds niet geweest, en na hem zal er niet meer wezen tot in de jaren van vele geslachten.”

Hier wordt de vijand concreter beschreven: een groot en machtig volk, ongekend in de geschiedenis, dat verwoestend door het land trekt.

Joël 2:3 “Voor zijn aangezicht verteert een vuur, en achter hem verbrandt een vlam; het land is als de hof van Eden voor zijn aangezicht, maar achter hem een woeste wildernis; ja, er is geen ontkomen aan.”

De profeet schetst het beeld van een vijand die alles verslindt. In de twintigste eeuw is er een ideologie geweest die exact zo te werk ging: het communisme. Landen die vruchtbaar en welvarend waren, werden na de komst van het communisme kaal en troosteloos. Fabrieken, huizen, boerderijen – alles werd leeggeroofd en vernietigd.

De vergelijking is onmiskenbaar: waar zij komen, laten zij een woestenij achter. En net zoals Joël beschrijft, zijn zij gedisciplineerd, georganiseerd en nietsontziend. Zij breken hun rijen niet, vertrouwen elkaar niet, maar voeren hun opdracht uit tot het bittere eind.

Deze vijand dringt overal binnen, klimt over muren, breekt in door vensters. En de gevolgen zijn voelbaar: de aarde beeft, de hemelen sidderen, en zelfs de zon en de maan worden verduisterd.

Joël 2:10 “De aarde beeft voor zijn aangezicht, de hemel beeft; de zon en de maan worden zwart, en de sterren trekken haar glans in.”

Hier eindigt het eerste gedeelte van de boodschap. In het vervolg zal de profeet verder spreken over de dag des HEEREN, en wat deze verwoesting betekent voor Israël – én voor ons.

Voor het eerst hier?

Er is veel content op deze website. Dit kan alles een beetje verwarrend maken voor veel mensen. We hebben een soort van gids opgezet voor je.

800+

Geschreven blogs

300+

Nieuwsbrieven

100+

Boeken vertaald

5000+

Pagina's op de website

Een getuigenis schrijven

Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.
Naam
Vink dit vakje aan als je jouw getuigenis aan ons wilt versturen, maar niet wilt dat deze op de lijst met getuigenissen op deze pagina wordt geplaatst.

Stuur een bericht naar ons

Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.
Naam
=