Nog steeds is het onze oude vijand
Waarom is dit belangrijk?
Misschien is het een beetje moeilijk voor de lezer om het belang van dit alles in te zien. Sommigen zullen vragen: “Wat is er nu zo belangrijk aan, meer dan 1900 jaar na de meeste van deze gebeurtenissen?” Maar misschien is de vraag die gesteld zou moeten worden: “Waarom zijn deze Bijbelse en historische waarheden verborgen gehouden voor de christenen van vandaag?”
Ik geloof dat het antwoord is dat “bepaalde mannen onwetend zijn binnengeslopen” om Israël te verblinden voor haar God, haar identiteit en haar bestemming. Hun doel is Gods Israël te vernietigen! De lezer, zelfs als hij slechts een beperkte kennis heeft van de huidige kerkelijke leer, weet dat alle kerkgenootschappen en de meeste evangelisten leren dat het volk dat zich “Joden” noemt, Gods “uitverkoren volk” is, het Israëlitische volk van de Bijbel. Zij vertellen ons dat de huidige gebeurtenissen in Palestina “de vervulling zijn van Gods profetieën aan zijn volk, de Joden!”. Steeds weer horen we de zin: “Een van de zekere tekenen dat Christus spoedig zal terugkeren is de terugkeer van de Joden naar Palestina!”. Dit ondanks de gemakkelijke beschikbaarheid van informatie die bewijst dat deze “Joden” niet afstammen van de stammen van Israël.
Veel van deze zelfde predikanten vertellen Amerikaanse christenen in niet mis te verstane bewoordingen dat als zij zich op enigerlei wijze tegen de Joden verzetten, dat “God u zal vervloeken.” Vervolgens citeren zij Gods woorden aan onze vader Abraham in Genesis 12:3: “En Ik zal zegenen wie u zegenen, en vervloeken wie u vervloekt….”. Weinig predikanten herinneren hen eraan, noch onthouden christenen dat “indien gij Christus zijt, dan zijt gij Abrahams zaad, en erfgenamen volgens de belofte.” (Gal. 3:29)
Strikte Bijbeltheologie maakt het zeker dat Gods zegen zal vallen op hen die christelijk Israël zegenen, en Zijn vloek op hen die ons vervloeken. Dwaze en bedrieglijke predikanten passen Gen. 12:3 toe op hen “die zeggen dat zij Joden zijn” en plaatsen God aan de kant van de Joden, hoe antichristelijk zij ook zijn! Wat een tragisch misbruik van de Heilige Schrift.
De zonden van Kanaän
Als Saksisch-Israël de waarheid kende over de identiteit van de Joden met Edom en de Kanaänieten, (en hun Bijbels zouden lezen), dan zouden zij erkennen dat deze Kanaänitische Joden dezelfde gruwelen naar onze naties hebben gebracht als waarvoor God Zijn volk waarschuwde niet deel te nemen toen zij vanuit Egypte het land Kanaän binnenkwamen.
God vertelde hen dat zij niet moesten doen “naar het doen van het land Kanaän, noch zult gij in hun verordening wandelen.” (Leviticus 18:3) Dan volgen 11 verzen met strenge wetten tegen naaktheid, of seksuele relaties met een van de naaste verwanten. Vers 20 is een bevel tegen “vrouwenruil”. Vers 21 zegt “noch; zult gij de naam van uw God niet ontheiligen.” Vers 22 luidt: “Gij zult niet liggen met mannen zoals vrouwen met vrouwen; het is een gruwel.” Dit is natuurlijk een gebod tegen het plegen van homoseksuele handelingen. Vers 23 zegt dan: “Gij zult ook niet met een beest liggen om u daarmee te verontreinigen; ook zal geen vrouw voor een beest staan om zich daarbij neer te leggen.” Veel van onze voorouders en veel hedendaagse bijbelgeleerden geloven dat de neger het “beest van het veld” van de Bijbel is en het “beest” waarnaar hier wordt verwezen.
God gaat verder met te zeggen dat het volk dat Kanaän toen bezette al die dingen deed: “Want al deze gruwelen hebben de mensen van het land gedaan, die vóór u waren, en het land is verontreinigd”. (Vers 27) Dit waren natuurlijk de voorouders van de huidige “Joden”.
Dan gebiedt God de doodstraf voor de mensen die deze zonden begaan: “Want wie een van deze gruwelen begaat, die zal uit het midden van het volk worden uitgeroeid.” (Vers 29) Op andere plaatsen in de Boeken der Wet is de doodstraf voorzien voor deze 6 zonden, namelijk: naaktheid, incest, overspel, ontheiligen van de naam van Israëls God, homoseksualiteit en seks tussen rassen. Opdat het land niet verontreinigd wordt.”
U kent het tragische verhaal van de ongehoorzaamheid van onze voorouders, en hun wending naar de “gruwelen der heidenen”, zoals deze zonden worden genoemd. Zij werden uiteindelijk uit het land verwijderd in de verstrooiing die we in dit boek hebben besproken. Nu, en moge God ons vergeven, hebben wij toegestaan dat de voorouders van deze Kanaänieten in dit prachtige land kwamen, en het bezoedelden met dezelfde zonden van Kanaän,” Mijn christelijke Israëlitische broeders, kijk eens goed en lang naar Amerika. Ziet u die zonden? En herkent u wie het is die ze bevordert, verheerlijkt en alles in het werk stelt om ze aanvaardbaar en legaal te maken? (Zelfs tot het onderwijzen ervan aan onze kinderen op openbare scholen onder het mom van “seksuele voorlichting”?) Natuurlijk doen jullie dat, maar vanwege de valse identiteit van hun afkomst en omdat jullie het Woord van God niet gelezen hebben, weten jullie niet eens wie ze zijn! En jullie “Christelijke” predikanten vertellen je dat je je niet tegen deze “Joden” durft te verzetten, want als je dat doet, “zal God je vervloeken!”.
“Joden” nemen de macht over
Met deze onbijbelse angst die op heel Amerika rust, vinden criminelen in alle lagen van de Amerikaanse samenleving, van gokker tot verrader, die toevallig “Joods” zijn, weinig tegenstand of blootstelling van de geestelijkheid, van de regering of van christenen.
LSD en synthetische marihuana werden ontwikkeld in Joodse laboratoria in Palestina en geïntroduceerd in Amerika. Honderdduizenden, misschien wel miljoenen jongeren van het ware Israël, zijn het slachtoffer geworden van geestvernietigende drugs. Toch is de kerkelijke propaganda zo sterk voor de Joden dat niemand durft te spreken over de Joodse bron van deze drugs, die de vruchten van onze lichamen vernietigen.
Drank, gokken, blanke slavernij, politieke corruptie, humanisme, drugs, gevaarlijke medische “kuren”, revolutionaire literatuur, seksuele perversie en pornografie in tijdschriften, films en televisie, het vertroetelen van gevaarlijke criminelen, rassenvermenging en subtiele en openlijke oppositie tegen de Christelijke Waarheid, hebben allemaal één bron. Predikanten preken lange preken over het gevaar voor de natie, maar durven de bron ervan niet te noemen.
De Amerikaanse buitenlandse politiek wordt sinds voor de Tweede Wereldoorlog geleid door Joden voor Joodse belangen, waarvan de meeste in strijd zijn met de onze. Zelfs de zogenaamde “anti-communistische” kruisvaarders, die lijken te vechten tegen alles en iedereen die met het “communisme” te maken heeft, zijn zeer, zeer voorzichtig om de “Jood” niet te noemen of aan te wijzen. Dat zou Gods “Uitverkoren Volk” in diskrediet kunnen brengen!
Zelfs de zogenaamde “maffia”, die ons door de nieuwsmedia wordt voorgesteld als “Italianen”, zijn eigenlijk Siciliaanse Joden, afstammelingen van de Joden die door koningin Isabella van Spanje in 1492 na Christus met geweld naar Sicilië werden gedeporteerd. Echte Latijnse Italianen hebben geen aandeel in de vloek van de “maffia” op christelijk Amerika. Beschermd door hun co-religionisten in overheidscontrole en handhavingsinstanties, opereren zij letterlijk naar eigen goeddunken in Amerika en brengen dood, ziekte en vernietiging aan miljoenen van ons ras.
Op publiek niveau heeft het Joodse bezit van de belangrijkste dagbladen en tijdschriften hen een van de grootste propaganda-apparaten ter wereld gegeven. Alle radio- en TV-netwerken, ABC, NBC en CBS, worden door Joden gecontroleerd. De filmindustrie is Joods en is een van hun meest effectieve corrumperende en propagandistische wapens. In de afgelopen 40 jaar hebben zij en hun agenten alle seminaries, hogescholen, universiteiten en uitgeverijen van studieboeken geïnfiltreerd. Zij beheersen de meeste boekdrukkerijen en bijna alle boek- en tijdschriftendistributie in Amerika.
In de jaren 1960 kwam bijna 100% van het onderwijs en de informatie die het Amerikaanse volk bereikte, uitsluitend uit Joods gecontroleerde bronnen. Amerikanen leren zoals Joden willen dat ze leren. Ze denken zoals Joden willen dat ze denken. En ze reageren zoals Joodse mentale conditioneringsprocessen hen hebben geleerd te reageren, ongeacht de waarheid en de rede. En nu, door voortdurende en langdurige herhaling van de leugen dat “de Joden Gods uitverkoren volk zijn”, zijn wij van het Saksische ras, de ware afstammelingen van Israël, bijna overgehaald ons erfgoed op te geven aan de Joden! En toch zijn wij Israëlieten het van wie Paulus schrijft: “aan wie de aanneming, en de heerlijkheid, en de verbonden, en het geven van de wet, en de dienst van God, en de beloften toebehoren; van wie de vaderen zijn, en van wie Christus naar het vlees heeft gekerfd. (Romeinen 9:4-5) Hoofdstuk 4 Vers 13-16 maakt duidelijk dat wij “erfgenamen van de wereld” zijn!
In plaats van in rechtvaardige verontwaardiging te donderen over de misdadige vernederingen die de Joden in onze natie hebben gebracht, ratelen onze predikanten maar door over liefde, en verdraagzaamheid, en broederschap, en hoe vreselijk “racisme” is, en hoe slecht “antisemitisme” is. In plaats van de Joden te waarschuwen voor de toorn van een Almachtige God, als zij zich niet bekeren en zich tot Jezus Christus bekeren, waarschuwen de predikanten de christenen voor de toorn van God als zij zich verzetten tegen “Gods uitverkoren volk, de Joden!”. En zo gaan zowel Christelijk Israël als de Jood door naar een gezamenlijke straf in de handen van een rechtvaardige God!
De grote misleiding
Welke eenvoudiger manier is er voor “hen die zeggen dat zij Joden zijn en het niet zijn, maar de synagoge van satan zijn” (Openb. 2:9; 3:9) om de heerschappij over de wereld af te pakken van “de erfgenamen van de wereld”, Gods ware Israël, dan hen ervan te overtuigen dat zij helemaal geen Israël zijn, maar een of ander “niet-Joods” ras? Het is bijna gelukt, dankzij de valse leer van de meeste van onze predikanten. Maar als ons volk nu leert van deze vroege geschiedenis, waarvan je nu een klein deel hebt gelezen, zullen ze zien dat de leer van de wereld over de “Joden” vals is. Zij zullen zien dat ons ras, het blanke ras, Gods uitverkoren ras is. Dan zullen zij de sluwe en verdelende propaganda van de vijand herkennen, in plaats van erdoor misleid en uitgebuit te worden.
Deze valse leer over de Joden heeft miljoenen mensen ervan weerhouden te zien wat God heeft gedaan en doet op aarde. Als onze jonge mensen de waarheid over Angelsaksisch Israël in hun kerken konden zien en horen en in hun geschiedenisboeken konden zien, zouden ze weten dat God bestaat en dat Hij voor hen zorgt. Zij zouden hun Bijbels lezen, met hernieuwde belangstelling en vertrouwen, en in plaats van het slachtoffer te worden van antichristen en hun gemene verdorvenheden, zouden zij Jezus Christus aanvaarden als hun soevereine Heer en Koning en de weg van het leven bewandelen als Gods christelijke Israël.
Engeland, in de tijd van koningin Victoria, wist dat zij Israël waren; en wij herinneren ons nog steeds het Victoriaanse tijdperk vanwege haar hoge morele toon, haar prachtige christelijke literatuur, haar kunst en de verlichte regering van haar grote koloniale rijk. De stichters van Amerika wisten dat wij Israëlieten waren en volgden Gods wetten bij het opzetten van onze regering. En God zegende Zijn Israëlvolk, verzameld in Amerika zoals geen ander volk ooit gezegend is geweest. Nu hebben “bepaalde mannen die ongemerkt zijn binnengeslopen” ons Evangelie gecorrumpeerd. Met zijn corruptie, en het feit dat we de weg van het Woord kwijtraakten, werden we gemakkelijke slachtoffers van de vijand. Toen we de Waarheid van de Bijbel over onszelf en onze Verlosser, Jezus Christus, verloren, begonnen we aan de lange weg naar beneden die al meer dan een eeuw duurt.
God veroordeelt de herders:
In Ezechiël 34:2 spreekt God aldus over onze huidige tijd: “Mensenkind, profeteer tegen de herders van Israël, profeteer en zeg tot hen: Zo zegt de Here God tot de herders: Wee de herders van Israël, die zich voeden: Moeten de herders de kudde niet voeden?” En dan vertelt Hij hoe zij de kudden niet voeden. “De zieke hebt gij niet gesterkt, noch hebt gij genezen wat ziek was. Noch hebt gij gebonden wat gebroken was, noch hebt gij teruggebracht wat verdreven was.” Jesaja 1:8 zegt dat de “zieke” “de dochter van Sion” is, en vraagt haar: “Waarom zoudt gij nog getroffen worden? Het hele hoofd is ziek en het hele hart is zwak. Van de voetzool af tot het hoofd toe is het niet gezond, maar wonden, kneuzingen en etterende zweren; zij zijn niet gesloten, noch opgebonden, noch met zalf verzacht”. (Jesaja 1:5-6)
Lees vers 7 en kijk of het past bij het huidige Amerika en Europa. “Uw land is desolaat, uw steden zijn met vuur verbrand (revolutionairen beginnen daar al mee); uw land, vreemden verslinden het in uw bijzijn.” De banken en de regering verslinden onze huizen, boerderijen en kleine bedrijven met toenemende rente, schulden en belastingen en het ergste moet nog komen. Onze criminele politici praten al in termen van 50 tot 100 miljard dollar voor de negers, en ze hebben al meer dan 150 miljard weggegeven aan “vreemden” in zogenaamde “buitenlandse hulp”.
“En het is verlaten, als door vreemden omvergeworpen. En de dochter van Sion wordt achtergelaten als een huisje in een wijngaard, als een hut in een tuin van komkommers, als een belegerde stad.” Niet de oude moeder, maar de “dochter”, de Verenigde Staten van Amerika, het land van de her-verzamelde stammen van Israël. En die staat bereiken we snel. Misschien zijn we binnenkort een eiland van ontwapende christelijke Israëlieten in een wereld van communisme en heidendom.
Terugkomend op Ezechiël 34:4 “Noch hebt gij gebonden wat gebroken is, noch hebt gij teruggebracht wat verdreven is.” Wie was gebroken en verdreven? Jeremia 14:17 zegt, “want de maagdelijke dochter van Mijn volk is gebroken.” Daniël identificeert degenen die “verdreven” zijn in Daniël 9:7: “O Here, U behoort gerechtigheid toe, maar ons in verwarring van feiten, zoals op deze dag; aan de mannen van Juda, en aan de inwoners van Jeruzalem, en aan alle Israël die dichtbij zijn, en die veraf zijn, door alle landen waarheen Gij hen verdreven hebt!” (nadruk toegevoegd) Uw predikant kan volhouden dat “geheel Israël” in de Babylonische Gevangenschap was, maar Daniël wist wel beter. Hij was in Babylon, dus wanneer hij spreekt over diegenen van Israël “veraf” verwijst hij naar Israëlieten die al in de landen van Europa waren, niet naar het Jodendom, want het Jodendom was met hem in Babylon!
Predikanten weigeren nog steeds Israël te “zoeken”.
Verder in Ezechiël 34:4, “noch hebt gij gezocht wat verloren was” Wie was verloren? Niet het Jodendom: De Joden zijn nooit verloren gegaan van de predikanten en de geschiedenis. Alleen Israël. Met andere woorden, God zegt: “Jullie predikanten hebben niet geprobeerd om het verdreven, gebroken en verloren huis van Israël te voeden, te verbinden, te versterken of zelfs maar op te sporen en te identificeren!” Het was Israël dat gezocht moest worden. Hedendaagse predikanten raken in extase over elke kleine wending in het door Joden bezette Palestina, maar als je hen de duidelijke, bewijsbare waarheid laat zien dat het blanke ras Israël is, en het Jodendom niet, keren zij zich tegen je met een woede die hun belijdenis van christelijke liefde tegenspreekt. En ze zullen elke leugen leren die nodig is om te voorkomen dat je je ware afkomst in Israël leert kennen. Het is zeker zo dat “vele (niet weinig) valse profeten (predikanten) zullen opstaan en velen zullen misleiden.” (Matteüs 24:11)
Welke Weg Christen?
In dit kleine boekje heb je de waarheid gezien. U kent nu onze juiste identiteit als Gods uitverkoren ras, Israël, en de identiteit van onze vijanden. U weet ook, uit de Bijbel, dat Gods Israël nooit zal worden vernietigd. Wij staan onder een bloedverbond, verzegeld met het bloed van onze Heer Jezus Christus. Hoewel de kerken Israëls vijanden hebben bekleed met de valse identiteit van “Gods uitverkoren volk”, zal hun samenzwering mislukken. Christus heeft ons verlost en wij zullen “gered worden van onze vijanden en van de hand van allen die ons haten” (Lucas 1:71).
In de laatste dagen van dit afsluitende tijdperk, als alle heidense en antichristelijke krachten van de wereld zich verzamelen tegen het Saksische Israëlische Ras, is er geen kennis die het rookgordijn van onwetendheid en propaganda dat ons omringt, zal wegnemen als de kennis van onze identiteit als Gods uitverkoren Ras. Wanneer wij, als Ras, onszelf erkennen als de Verlosten van de Heer, zullen wij, zoals Israël altijd heeft gedaan, ons tot Hem wenden voor hulp. God zei dat we dat zouden doen: “Zo zegt de Here God: Ik zal het huis van Israël hierom vragen, om het voor hen te doen.” (Ezechiël 36:37) Dan zal Hij ons redden.
Ja, wij, en de wereld, zullen leren wie wij zijn, want ik lees in Jesaja 25:7: “En Hij zal in deze berg (natie) het gezicht vernietigen van de sluier die over alle volken is uitgespreid.” Het is die dag van herkenning waarover Paulus sprak in het verloren hoofdstuk van Handelingen: “hun ogen zullen geopend worden, en de heerlijkheid van hun erfenis zal voor hun aangezicht schijnen.” (Bijlage)
Wij zijn in de grote dag van de Almachtige God …. en Hij zegt: “Gaat uit van haar, Mijn volk (Israël), opdat gij geen deel hebt aan haar zonden en niet ontvangt van haar plagen. Want haar zonden reiken tot in de hemel, en God heeft aan haar ongerechtigheden gedacht.” (Openb. 18:4-5; Jer. 51:45)
De plagen van de antichristen en hun misdadig systeem hebben Amerika, Europa en onze christelijke beschaving aan de rand van de afgrond gebracht. Bijna elk kerkgenootschap en elke evangelische predikant is een gewillig of dwaas deel van hun grote misleiding. Blijft u in deze tijd bij “hen” en keert u zich af van Israëls God, of gehoorzaamt u Christus en komt u uit bij “de kinderen van Israël”? Moge de Heilige Geest uw hart tot de waarheid brengen.
(Johannes 14:6)
Bijlage
Het lang verloren hoofdstuk van de Handelingen der Apostelen
Bevattende het verslag van Paulus’ reis in Spanje en Brittannië met aantekeningen en commentaren
door T. G. Cole
Door het document dat bekend staat onder de naam “Het lang verloren hoofdstuk van de Handelingen der Apostelen” onder de aandacht van het christelijke publiek te brengen, voelen wij dat wij een plicht jegens Christus vervullen en onze medemensen een dienst bewijzen. Naar alle waarschijnlijkheid heeft niet één procent van de christelijke gelovigen, om niet te spreken van het grote publiek, ooit gehoord van het “Sonnini-manuscript”; maar hoeveel oprechte gelovigen zouden blij zijn met bevestigend bewijs van het bezoek van de grote apostel aan de heidenen aan deze eilanden. Het document waarnaar wordt verwezen beweert het afsluitende deel te zijn van de “Handelingen der Apostelen”, en geeft een verslag van Paulus’ reizen na zijn twee jaar durende verblijf in Rome in zijn eigen gehuurde huis. Het is geschreven in de stijl van de Handelingen en leest als een voortzetting ervan.
Het werd aangetroffen in een exemplaar van Sonnini’s Reizen in Turkije en Griekenland, en gekocht bij de verkoop van de bibliotheek en bezittingen van wijlen Right Hon. Sir John Newport, Bart. in Ierland, wiens familiewapen op de omslag van het boek was gegraveerd, en in wiens bezit het meer dan dertig jaar was geweest, samen met een kopie van de firman van de Sultan van Turkije, die C. S. Sonnini toestemming gaf om in alle delen van de Ottomaanse heerschappij te reizen. Het document werd door C. S. Sonnini vertaald uit een origineel Grieks manuscript dat in de archieven van Constantinopel werd gevonden, en hem door sultan Abdoul Achmet overhandigd. Hieronder volgt de inhoud van de titelpagina van Sonnini’s werk, waarin de Engelse vertaling van het document werd gevonden: “Reizen in Turkije en Griekenland ondernomen in opdracht van Lodewijk XVI, en met het gezag van het Ottomaanse Hof door C. S. Sonnini, lid van verschillende wetenschappelijke of literaire genootschappen van de Maatschappij van Landbouw van Parijs, en van de Waarnemers der Mensen. “Mores multorum videt et ubes. – HOR., Londen; Gedrukt voor T. N. Longman en O. Rees, Paternoster Row, 1801.”
Hieronder volgt de Engelse vertaling(wat ik, Sjouke, weer in het Nederlands heb vertaald) van het manuscript, waarvan de authenticiteit niet kan worden gegarandeerd.
PUNTEN TEN GUNSTE VAN DE ECHTHEID VAN HET HANDSCHRIFT
a) Het lijkt van oude datum te zijn.
b) Het is geschreven in het Grieks, in de stijl van de Handelingen.
c) De genoemde plaatsen en volkeren worden bij hun oude of Romeinse namen genoemd.
d) De toon is waardig en spiritueel.
e) De schriftuurlijke beknoptheid.
j) Het opmerkelijke karakter van de profetische uitdrukkingen.
g) Het wordt bewaard in de archieven van Constantinopel.
h) Het zuivere evangelische karakter en de genereuze opvatting van het Goddelijke doel en plan.
De Handelingen
Vers 1. En Paulus, vol van de zegeningen van Christus, en overvloedig in de geest, vertrok uit Rome, vastbesloten om naar Spanje te gaan, want hij had reeds lang voorgenomen om daarheen te reizen, en was ook van plan om vandaar naar Brittannië te gaan.
Vers 2. Want hij had in Phoenicië gehoord, dat sommigen van de kinderen Israëls in de tijd van de Assyrische gevangenschap over zee ontsnapt waren naar “de verre eilanden”, zoals gesproken door de profeet, en door de Romeinen Brittannië genoemd.
Vers 3. En de Heer beval het evangelie te verkondigen ver van daar aan de heidenen, huis van Israël, en aan de verloren schapen van de 1 Vers 4. En niemand verhinderde Paulus; want hij getuigde vrijmoedig van Jezus voor de tribunen en onder het volk; en hij nam enige van de broeders met zich mee, die met hem te Rome verbleven, en zij namen de boot bij Ostium, en met de wind mee werden zij veilig in een haven van Spanje gebracht.
Vers 5. En veel mensen werden verzameld uit de steden en dorpen, en het heuvelland; want zij hadden gehoord van de bekering van de apostel, en de vele wonderen die hij had verricht.
Vers 6. En Paulus predikte machtig in Spanje, en grote menigten geloofden en werden bekeerd, want zij bemerkten dat hij een apostel was, van God gezonden.
Vers 7. En zij vertrokken uit Spanje, en Paulus en zijn gezelschap vonden in Armorica een schip dat naar Brittannië voer, en zij gingen daarheen, en langs de zuidkust bereikten zij een haven, Raphinus genaamd.
Vers 8. Toen het nu algemeen bekend werd, dat de apostel op hun kust was geland, ontmoetten grote menigten der inwoners hem, en zij behandelden Paulus hoffelijk, en hij kwam binnen aan de oostelijke poort van hun stad, en verbleef in het huis van een Hebreeër en een van zijn eigen volk, dat op de berg Lud stond;
Vers 9. En op den morgen kwam hij en het volk verdrong zich aan de poort, en verzamelde zich in den brede, en hij predikte Christus tot hen, en velen geloofden het woord en het getuigenis van Jezus.
Vers 10. En tegelijk viel de Heilige Geest op Paulus, en hij profeteerde, zeggende: Zie, in het laatste der dagen zal de God des vredes in de steden wonen, en de inwoners daarvan zullen geteld worden; en in de zevende nummering der mensen zullen hun ogen geopend worden, en de heerlijkheid hunner erfenis zal voor hen lichten. En volken zullen opkomen om te aanbidden op de berg die getuigt van het geduld en het lange lijden van een knecht des Heren.
Vers 11. En in de laatste dagen zullen nieuwe tijdingen van het Evangelie uit Jeruzalem voortkomen, en de harten der mensen zullen zich verblijden, en zie, fonteinen zullen geopend worden, en er zal geen plaag meer zijn.
Vers 12. In die dagen zullen er oorlogen zijn en geruchten van oorlogen; en een koning zal opstaan, en zijn zwaard zal zijn tot genezing der volken, en zijn vredestichter zal blijven, en de heerlijkheid van zijn koninkrijk zal een wonder zijn onder de vorsten.
Vers 13. En het geschiedde, dat sommigen der Druïden persoonlijk tot Paulus kwamen, en door hun riten en ceremoniën toonden, dat zij afstamden van de Joden(judeeërs), die uit de slavernij in het land Egypte waren ontsnapt, en de apostel geloofde deze dingen, en hij gaf hun de kus des vredes.
