Blogserie

Home / serie / Waar zijn de doden? – Deel 2

< Terug naar blogoverzicht

Rubrieken

Algemeen

Duivel & Satan

Israël

Geschiedenis & Oorsprong

Nieuws

Joden & Edom

Kerkhoaxes

Wetten

Waar zijn de doden? – Deel 2

DE TWEE WEDEROPSTANDINGEN EN HET OORDEEL VAN GOD

“En velen van hen die slapen in het stof van de aarde, zullen ontwaken: sommigen tot eeuwig leven, en anderen tot smaad en eeuwige afschuw.” — Daniël 12:2

“Verwonder u hierover niet, want de tijd komt waarin allen die in de graven zijn Zijn stem zullen horen, en zij zullen uitgaan: wie het goede gedaan hebben tot de opstanding ten leven, en wie het kwade gedaan hebben tot de opstanding ten oordeel.” — Johannes 5:28–29

Welkom terug bij onze bijbelstudie getiteld Where Are the Dead? — dit is deel twee van de serie. Als je deel één nog niet hebt gehoord, raad ik je sterk aan dat eerst te doen. Daar hebben we het fundament gelegd over de toestand van de doden volgens de Schrift: dat zij werkelijk dood zijn, in slaap, zonder bewustzijn, in afwachting van de stem van Christus.

In dit deel gaan we dieper in op wat er gebeurt ná de opstanding. En daarvoor is het cruciaal om te begrijpen dat er in de Bijbel sprake is van twee afzonderlijke opstandingen.

De eerste opstanding is voor de rechtvaardigen. Dat zijn de gelovigen, degenen die in Christus gestorven zijn. Zij worden opgewekt tot eeuwig leven. De tweede opstanding is voor de onrechtvaardigen. Die worden opgewekt tot oordeel — en uiteindelijk tot de tweede dood.

“Zalig en heilig is hij die deel heeft aan de eerste opstanding; over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn, en zij zullen met Hem regeren, duizend jaren lang.” — Openbaring 20:6

De Bijbel zegt dat de tweede dood geen macht heeft over hen die deelnemen aan de eerste opstanding. Maar dat betekent ook dat zij die pas later opstaan — in de tweede opstanding — wél aan de tweede dood onderworpen zijn.

Dat zijn de mensen die gestorven zijn in zonde, buiten Christus, zonder bekering. Zij blijven dood tijdens de duizend jaar van Christus’ koninkrijk op aarde.

“Maar de overigen van de doden werden niet weer levend, totdat de duizend jaren geëindigd waren.” — Openbaring 20:5

Die overigen — dat zijn de goddelozen. Zij blijven in het graf, in Sheol, volledig onbewust, totdat het duizendjarig rijk voorbij is. Dan worden zij opgewekt, maar niet tot leven, niet tot zegen — maar tot oordeel.

Op dat moment vindt het grote oordeel plaats:

“En ik zag een grote witte troon, en Hem die daarop zat, voor wiens aangezicht de aarde en de hemel wegvluchtten, en geen plaats werd voor hen gevonden. En ik zag de doden, klein en groot, staande voor God; en de boeken werden geopend. En een ander boek werd geopend, dat is het boek des levens. En de doden werden geoordeeld op grond van wat in de boeken geschreven stond, naar hun werken.” — Openbaring 20:11–12

Dit is het zogenaamde “Grote Witte Troon”-oordeel. Niet voor de levenden. Niet voor geesten. Maar voor de doden — die weer levend zijn gemaakt om hun oordeel te ondergaan. Ze worden geoordeeld naar hun werken. Niet op basis van wat ze gezegd hebben. Niet op basis van hun lidmaatschap van een kerk. Niet op basis van hun intenties. Maar naar wat ze gedaan hebben.

En wat gebeurt er als blijkt dat hun naam niet in het boek des levens staat?

“En als iemand niet bevonden werd geschreven te zijn in het boek des levens, werd hij in de poel van vuur geworpen.” — Openbaring 20:15

De poel van vuur. Dat is de tweede dood. Niet eeuwige marteling, maar de definitieve vernietiging van het bestaan.

Dit is de ernst van het oordeel. Er is een opstanding tot leven — en een opstanding tot oordeel. En als we niet deelnemen aan de eerste opstanding, dan wachten we op de tweede, die leidt tot de tweede dood.

Dit is waarom de boodschap van het evangelie zó essentieel is. Waarom het leven in Christus zó belangrijk is. En waarom het idee dat mensen nu al in de hemel of de hel zijn, volkomen in strijd is met de waarheid van de Schrift.

De doden zijn nu dood. Ze wachten. En zodra zij opstaan, komt het oordeel — het ene tot leven, het andere tot veroordeling.

DE TWEEDE DOOD EN HET EINDE VAN DE GODDELOZEN

“En de dood en het rijk van de dood werden in de poel van vuur geworpen. Dit is de tweede dood.” — Openbaring 20:14

Het oordeel eindigt niet met alleen een vonnis. Er is ook een uitvoering van dat vonnis. Wat gebeurt er met hen die geoordeeld worden en wiens namen niet staan geschreven in het boek des levens?

Zij worden geworpen in de poel van vuur. En wat is die poel van vuur? De Bijbel zegt het expliciet: het is de tweede dood. Niet een doorgang. Niet een bewust lijden. Maar een tweede sterven — deze keer definitief.

Er wordt vaak gezegd dat de “hel” een plaats is waar zielen eeuwig levend worden gehouden om eindeloos gemarteld te worden. Maar de Schrift leert dat de zondaars uiteindelijk zullen vergaan — volledig vernietigd worden.

“Want zie, de dag komt, brandend als een oven. Dan zullen alle hoogmoedigen en allen die goddeloosheid bedrijven als stoppels zijn; en de dag die komt zal hen in vlam zetten, zegt de HEERE van de legermachten, zodat hij hun noch wortel noch tak zal overlaten.” — Maleachi 4:1

Dat is vernietiging. Geen eeuwige pijniging. God laat hen geen wortel, geen tak. Er blijft niets over. Geen vonk, geen bewustzijn, geen herinnering. Alleen as.

“U zult de goddelozen vertreden, want zij zullen as worden onder uw voetzolen op de dag die Ik maken zal, zegt de HEERE van de legermachten.” — Maleachi 4:3

Niet branden — as zijn. Verbrand. Vergaan. Voorbij. Geen eeuwig bewustzijn in lijden, maar het einde van alle bestaan.

Dat is wat de “poel van vuur” betekent. Niet een eeuwig vuur dat mensen levend houdt, maar een vuur dat verteert, dat volledig verwoest. Zoals Jezus Zelf zegt:

“Vreest liever Hem die én ziel én lichaam kan verderven in de hel.” — Mattheüs 10:28

Niet alleen pijnigen. Niet bewaren. Niet opsluiten. Maar verderven. Dat Griekse woord is apollymi — dat betekent vernietigen, totaal vergaan, verloren gaan.

De goddelozen zullen niet voor eeuwig blijven bestaan in een andere staat. Zij zullen ophouden te bestaan.

Maar wat betekent dat dan, “eeuwige straf”? Is dat niet een eeuwige ervaring van pijn?

Laten we kijken naar wat Paulus schrijft:

“…die zullen als straf het eeuwig verderf ondergaan, weg van het aangezicht van de Heere en van de heerlijkheid van Zijn macht.” — 2 Thessalonicenzen 1:9

Let op: het is geen “eeuwige pijniging” — het is eeuwig verderf. Dat wil zeggen: de straf is onomkeerbaar. Wie door het oordeel tot de tweede dood komt, keert daar niet uit terug. Het is geen tijdelijke straf. Geen correctie. Het is een definitieve beëindiging.

Zo ook in Judas:

“Zoals Sodom en Gomorra en de steden eromheen, die op gelijke wijze als dezen hoererij bedreven hebben en andere wezens achterna liepen, tot een voorbeeld gesteld zijn, doordat zij de straf van het eeuwige vuur ondergaan.” — Judas 1:7

Sodom en Gomorra zijn niet vandaag de dag aan het branden. Zij waren verwoest door vuur. Dat vuur kwam van God. En dat vuur had eeuwige gevolgen. De steden zijn niet herbouwd. Ze zijn voor altijd verdwenen. Dát is wat “eeuwige straf” betekent.

Daarom moeten we onderscheid maken tussen de duur van de straf en de duur van het resultaat van die straf. De straf is de dood — en het resultaat is dat men nooit meer leeft.

Dat is rechtvaardig. Dat is schriftuurlijk. En het is in overeenstemming met Gods karakter. Hij is rechtvaardig — maar Hij is geen monster. Hij houdt de zondaars niet eeuwig levend om hen eindeloos te martelen. Hij laat hen niet lijden zonder einde. Nee — Hij vergeldt naar werken, en wie verloren gaat, gaat écht verloren.

Daarom noemt Paulus het:

“…het loon van de zonde is de dood…” — Romeinen 6:23

…en niet: “eeuwige pijniging.” En het contrast is duidelijk:

“…maar de genadegift van God is eeuwig leven in Christus Jezus, onze Heere.” — Romeinen 6:23

Leven is een gave. Dood is het loon van zonde.

Daarmee is de keuze ook glashelder: óf eeuwig leven, óf definitieve dood. Geen tussenweg. Geen vage toestand. Geen eeuwige marteling. Alleen waarheid.

HOOP VOOR DE GELIJKEN VAN ADAM TOT NU

We hebben nu gezien wat er gebeurt met de goddelozen bij de tweede opstanding: zij worden geoordeeld en ondergaan de tweede dood — de vernietiging in de poel van vuur. Maar wat gebeurt er dan met al die miljarden mensen die ooit geleefd hebben — van Adam tot nu — die geen Christus kenden, nooit het evangelie hebben gehoord, nooit de wet van God leerden? Zijn zij allemaal verloren?

Veel christenen geloven van wel. Ze zeggen: “Als je Jezus niet kent, ga je naar de hel.” Punt. Maar wat zegt de Schrift?

God is geen God van willekeur. Hij is rechtvaardig. Hij oordeelt naar wat een mens wist en naar wat hij deed met dat licht. Jezus zegt:

“Die Mijn woorden hoort en ze niet bewaart, heeft iemand die hem oordeelt. Het woord dat Ik gesproken heb, dat zal hem oordelen op de laatste dag.” — Johannes 12:48

De mens wordt geoordeeld op basis van wat hij heeft gehoord. En als hij nooit heeft gehoord, dan wordt hij ook niet geoordeeld naar dat woord. God is geen onrechtvaardige rechter.

Paulus schrijft:

“Want wanneer heidenen, die de wet niet hebben, van nature doen wat de wet gebiedt, zijn dezen, hoewel zij de wet niet hebben, zichzelf tot wet. Zij tonen dat het werk van de wet in hun hart geschreven is…” — Romeinen 2:14–15

God ziet het hart. Hij ziet het geweten. En Hij oordeelt eerlijk. Niemand wordt geoordeeld buiten hun kennis of vermogen om.

“En wie niet wist, en dingen deed die slagen verdienden, zal met weinig slagen geslagen worden. Maar wie wist en niet gedaan heeft, zal veel slagen ontvangen.” — Lukas 12:47–48

Kennis bepaalt verantwoordelijkheid. Dat is het principe van de Schrift.

Denk aan Adam en Eva. Denk aan Abel, Henoch, Noach. Zij hadden geen Bijbel. Geen kerk. Geen kruis. Toch leefden zij naar het licht dat zij hadden, en God oordeelde hen rechtvaardig.

Denk aan de miljoenen mensen vóór Mozes. Zij kenden geen geschreven wet, maar sommigen vreesden God, dienden Hem, en wandelden in geloof. God zal hen niet veroordelen zoals Hij iemand oordeelt die de volledige waarheid heeft verworpen.

En zelfs vandaag zijn er miljarden die het evangelie nooit duidelijk hebben gehoord — misleid door religie, cultuur, politiek, armoede, of traditie. Sommigen leven met oprecht hart, met eerlijk geweten, zonder kennis van de ware God. Zijn zij allemaal verloren? De Schrift zegt:

“De HEERE is rechtvaardig in al Zijn wegen en goedertieren in al Zijn werken.” — Psalm 145:17

Hij is rechtvaardig. Hij is barmhartig. Hij is niet willekeurig. Hij is geen religieus systeem. Hij is de Schepper, en Hij kent het hart.

Paulus zegt:

“God dan verkondigt, met voorbijzien van de tijden van onwetendheid, nu overal aan alle mensen dat zij zich moeten bekeren.” — Handelingen 17:30

God ziet voorbij aan tijden van onwetendheid — maar nu, waar het licht gekomen is, roept Hij tot bekering.

Dus nee — het is niet waar dat iedereen die Jezus niet kende automatisch naar de hel gaat. Niet als ze Hem nooit hebben gekend. Niet als ze nooit een kans hadden. Dat zou God oneerlijk maken. En dat is Hij niet.

Er zal een opstanding zijn van de rechtvaardigen. Daarin zitten mensen zoals Abel, Abraham, Job, Ruth, de weduwe van Sarfath — mensen die leefden vóór Christus, maar geloofden in God, leefden naar Zijn geboden, en Hem vreesden.

Zij zullen opstaan in de eerste opstanding. Niet omdat ze een religie kenden, maar omdat ze God kenden — op de manier waarop het hun was geopenbaard.

En ook vandaag zijn er mensen overal ter wereld — zelfs zonder Bijbel — die het goede zoeken, de waarheid volgen, en handelen naar hun geweten. Dat is geen evangelie van werken. Dat is genade. Want zelfs dát zoeken komt van God.

Daarom zegt Jezus:

“En Ik, als Ik van de aarde verhoogd ben, zal allen tot Mij trekken.” — Johannes 12:32

Allen. Niet sommigen. Niet alleen kerkgangers. Niet alleen leden van de juiste groep. Maar allen. Hij oordeelt rechtvaardig. En Hij vergeet niemand.

DE EINDOVERWINNING EN DE EEUWIGE VREDE

Wanneer we alles overzien wat God zegt over de dood, de opstanding, het oordeel en het eeuwige lot van de mens, dan wordt het duidelijk dat Zijn plan niet gericht is op angst en dreiging, maar op herstel en waarheid. Hij heeft geen genoegen in de dood van de goddeloze.

“Zou Ik enig welgevallen hebben aan de dood van de goddeloze?, spreekt de Heere HEERE. Is het niet veeleer daarin, dat hij zich bekeert van zijn wegen en leeft?” — Ezechiël 18:23

God wil niet vernietigen — Hij wil redden. Maar rechtvaardigheid vereist oordeel. En wie het leven verwerpt, kiest onvermijdelijk de dood.

Toch is Gods grote doel altijd geweest om Zijn volk terug te brengen tot leven. En de dood — de grote vijand — zal uiteindelijk zelf vernietigd worden. Niet alleen de zondaar, maar de dood zélf wordt uitgewist.

“En de dood en het rijk van de dood werden in de poel van vuur geworpen. Dit is de tweede dood.” — Openbaring 20:14

En dan, na het oordeel, na de vernietiging van zonde en dood, opent God een nieuwe wereld. Een wereld waar geen dood meer zal zijn. Geen graf. Geen verdriet. Geen tranen. Geen begrafenissen. Geen afscheid.

“En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan, en de zee was niet meer. En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, neerdalen van God uit de hemel, gereed als een bruid, die voor haar man versierd is.” — Openbaring 21:1–2

“En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.” — Openbaring 21:4

Dat is het doel. Niet om mensen weg te rukken naar de hemel, maar om hemel op aarde te brengen. Om de mens opnieuw te vestigen in een wereld zonder zonde, zonder dood, zonder pijn. In gemeenschap met zijn Maker — in vlees en bloed, hersteld, levend, vol vreugde.

Jezus kwam niet alleen om zonden te vergeven, maar om het leven te herstellen. Hij zegt:

“Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben.” — Johannes 10:10

En Paulus bevestigt:

“Want zoals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden.” — 1 Korintiërs 15:22

En als de opstanding compleet is, als de gelovigen in onsterfelijkheid gekleed zijn, als het oordeel is voltrokken, en de dood tenietgedaan is — dan zal dit Schriftwoord werkelijkheid worden:

“Dood, waar is uw prikkel? Graf, waar is uw overwinning?” — 1 Korintiërs 15:55

De dood heeft dan geen macht meer. Het graf geen dreiging. De mens zal leven — werkelijk leven — zoals hij altijd bedoeld was.

De boodschap van de Schrift over de dood is dus geen sombere boodschap. Het is geen verhaal van vrees, maar van hoop. Niet van eeuwige foltering, maar van goddelijke rechtvaardigheid. Niet van onzekerheid, maar van opstanding, leven en vrede.

De waarheid over de doden maakt ons vrij. Vrij van leugen. Vrij van angst. Vrij van religieuze slavernij. En vooral: vrij om God te dienen met een zuiver hart, in blijde verwachting van Zijn wederkomst.

Voor het eerst hier?

Er is veel content op deze website. Dit kan alles een beetje verwarrend maken voor veel mensen. We hebben een soort van gids opgezet voor je.

800+

Geschreven blogs

300+

Nieuwsbrieven

100+

Boeken vertaald

5000+

Pagina's op de website

Een getuigenis schrijven

Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.
Naam
Vink dit vakje aan als je jouw getuigenis aan ons wilt versturen, maar niet wilt dat deze op de lijst met getuigenissen op deze pagina wordt geplaatst.

Stuur een bericht naar ons

Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.
Naam
=