DE HEL: WAT DE BIJBEL WÉL EN NIET ZEGT
In dit vierde hoofdstuk behandelen we een van de meest beladen onderwerpen: de hel. Door dit woord zijn miljoenen mensen bang gemaakt, misleid, getraumatiseerd of zelfs helemaal van God weggejaagd. Maar wat zegt de Schrift werkelijk over deze plaats?
In de populaire voorstelling is de hel een eeuwige, vurige martelplaats, ergens diep onder de aarde, waar zielen naartoe gaan om eindeloos gepijnigd te worden. Ze schreeuwen, branden, weeklagen — voor eeuwig. Zonder hoop. Zonder einde.
Maar dat is niet wat de Bijbel onderwijst.
In de originele Bijbelse talen zijn er meerdere woorden die met “hel” zijn vertaald:
Sheol (Hebreeuws, OT): betekent letterlijk graf of dodenrijk. Geen vuur. Geen pijn. Gewoon: de plek van de doden.
Hades (Grieks, NT): komt overeen met Sheol. Ook hier geen sprake van vuur of straf.
Gehenna: dit is het woord dat Jezus gebruikt wanneer Hij spreekt over vuur. Maar Gehenna was een fysieke plek — de vuilnisbelt buiten Jeruzalem, waar afval en lijken verbrand werden. Dáár is het beeld van vuur vandaan gehaald.
Toch leren veel kerken dat God zielen voor eeuwig in een vlammenzee gooit, levend houdt, en eindeloos straft. Is dat Gods karakter?
“De ziel die zondigt, die zal sterven.” — Ezechiël 18:4
Niet: eindeloos gepijnigd worden. Niet: voor eeuwig gillen. Maar: sterven. Dat is het loon van de zonde.
“Want het loon van de zonde is de dood, maar de genadegift van God is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Heere.” — Romeinen 6:23
Twee uitkomsten. Niet drie. Niet: leven in de hemel, leven in de hel, of dood. Maar: óf eeuwig leven, óf dood. En let op: het eeuwige leven is een gave. De zondaar heeft het niet. Als hij het niet ontvangt, sterft hij.
Jezus zelf waarschuwt voor Gehenna. Hij zegt:
“Weest niet bevreesd voor hen die het lichaam doden en daarna niets meer kunnen doen. Maar wees bevreesd voor Hem die, nadat Hij gedood heeft, macht heeft om in Gehenna te werpen.” — Lukas 12:4–5
Let op: eerst doden, daarna Gehenna. Dus geen bewustzijn dat overgaat in vuur. Eerst het einde van het leven, en dan het oordeel. En ook hier: Gehenna als beeld van vernietiging — niet als eeuwige foltering.
Ook in het Oude Testament zien we geen spoor van een bewuste hel. David zegt:
“Want in de dood is er van U geen gedachtenis; wie zal U loven in het graf?” — Psalm 6:5
In het graf — in Sheol — is het stil. Geen lof, geen lijden, geen bewustzijn.
Wanneer werd het idee van een vurige, bewuste hel dan populair? Dat kwam pas veel later, via de Rooms-Katholieke kerk en de invloed van Griekse filosofie, waarin de ziel als onsterfelijk werd gezien. Daaruit kwamen de doctrines van het vagevuur, de eeuwige hel, en het idee van een “bewuste straf.”
Maar in de Schrift betekent het vuur vernietiging.
Zoals Jezus zegt:
“Vreest liever Hem die zowel ziel als lichaam kan verderven in de hel.” — Mattheüs 10:28
Verderven — niet bewaren. Niet martelen. Niet levend houden. Maar vernietigen. Voor goed. Onomkeerbaar.
Dit is niet een “minder ernstige” leer. Het is rechtvaardig. Het is wat de Bijbel onderwijst. Het is in overeenstemming met Gods karakter.
En let op: we hebben het niet over “universele verzoening” of dat iedereen uiteindelijk gered wordt. Nee — wie sterft zonder Christus, zal geoordeeld worden. Maar dat oordeel is niet eindeloze foltering. Het is de tweede dood.
“En de dood en het rijk van de dood werden in de poel van vuur geworpen. Dit is de tweede dood.” — Openbaring 20:14
Wie daar komt, houdt op te bestaan. Het vuur doet wat vuur doet: verteren. Vernietigen. Tot er niets meer over is.
EEN GOD VAN GERECHTIGHEID, NIET VAN EEUWIGE FOLTERING
Een van de grootste struikelblokken voor velen is dit: Hoe kan een goede God mensen voor eeuwig laten branden in helse vlammen? Hoe kan Hij, die liefde is, zielen scheppen met het besef dat velen van hen eindeloos gepijnigd zullen worden?
Het antwoord is simpel: dat doet Hij niet. Die leer is een leugen, geboren uit angst, misbruik, traditie en menselijk denken — maar niet uit het Woord van God.
“De HEERE is rechtvaardig in al Zijn wegen, en goedertieren in al Zijn werken.” — Psalm 145:17
Als God goed is, dan is alles wat Hij doet in overeenstemming met Zijn goedheid. Eeuwige foltering is dat niet.
Jezus zelf vertelt ons dat er een oordeel komt — ja, zeker — maar dat oordeel is rechtvaardig, afgemeten, en eindig. In Lukas 12 legt Hij uit dat slaven (mensen) die zich misdragen hebben, gestraft worden naar hun kennis en daden:
“Die de wil van zijn heer gekend heeft en geen voorbereiding heeft getroffen, noch naar zijn wil heeft gehandeld, zal met veel slagen geslagen worden. Maar wie hem niet gekend heeft en dingen heeft gedaan die slagen verdienen, zal met weinig slagen geslagen worden.” — Lukas 12:47–48
Dat is maatwerk. Dat is rechtvaardigheid. Geen oneindige, willekeurige pijniging. Geen branden voor miljarden jaren omdat je 70 jaar op aarde zondigde. Maar oordeel naar werken — eerlijk, gebalanceerd, rechtvaardig.
Paulus bevestigt dit:
“God zal ieder vergelden naar zijn werken: hun die met volharding het goede doen, heerlijkheid, eer en onvergankelijkheid zoeken, het eeuwige leven; maar hun die twistziek zijn en ongehoorzaam aan de waarheid, maar gehoorzaam aan de ongerechtigheid, verontwaardiging en toorn.” — Romeinen 2:6–8
Let op: er is geen sprake van “eeuwige kwelling” — maar van vergelding naar werken. En het eindresultaat voor de goddelozen wordt keer op keer beschreven als:
Vernietiging (verderf)
Dood (tweede dood)
Wegdoen als kaf
Vuur dat uitdooft nadat het zijn werk heeft gedaan
“Zie, de dag komt, brandend als een oven. Dan zullen alle hoogmoedigen en alle die goddeloosheid bedrijven als stoppels zijn; en de dag die komt zal hen in vlam zetten, zegt de HEERE van de legermachten, zodat hij hun noch wortel noch tak zal overlaten.” — Maleachi 4:1
Dat is geen foltering — dat is vernietiging. Compleet. Onherroepelijk. Geen wortel, geen tak. Geen voortzetting. Geen bewustzijn. Gewoon: weg.
En dit vuur zal niet eeuwig branden — het zal branden totdat het vernietigd heeft wat het moet vernietigen. Net als Sodom en Gomorra, die een “voorbeeld” zijn van wat “het eeuwige vuur” doet:
“…zoals Sodom en Gomorra en de steden daaromheen, die op gelijke wijze als dezen hoererij bedreven en ander vlees achterna liepen, als een voorbeeld voor ons gesteld zijn, daar zij de straf van het eeuwige vuur ondergaan.” — Judas 1:7
Zijn die steden nu nog aan het branden? Nee. Maar hun ondergang was definitief. Dat is wat “eeuwig vuur” betekent — onherroepelijk vuur.
Gods oordeel is ernstig — maar het is ook rechtvaardig. Hij straft zonde, maar Hij foltert niet eindeloos. Het idee van een eeuwige foltering komt niet uit God of Zijn Woord.
Daarom zegt God door Ezechiël:
“Heb Ik werkelijk behagen in de dood van de goddeloze?, spreekt de Heere HEERE. Is het niet veelmeer dat hij zich bekeert van zijn wegen en leeft?” — Ezechiël 18:23
Gods hart verlangt niet naar wraak — maar naar bekering. Zijn plan is redding, geen vernietiging. Maar wie redding verwerpt, moet het gevolg aanvaarden: de dood.
Geen vurige kerker. Geen eeuwig gehuil. Maar het einde van het bestaan.
BIJNA-DOODERVARINGEN EN DE GEEST VAN VERWARRING
Een van de meest gebruikte middelen waardoor mensen een verkeerd beeld krijgen van de dood, zijn de zogenaamde bijna-doodervaringen — vaak afgekort tot BDE’s. Iemand is klinisch dood, komt weer bij, en vertelt dan over tunnels, lichten, overleden familieleden, gesprekken met Jezus of zelfs over een glimp van hemel of hel.
Voor veel mensen zijn deze ervaringen bewijs geworden dat er een bewust leven na de dood is. Ze zeggen: “Zie je wel! De ziel verlaat het lichaam, reist ergens heen, komt terug.” Maar de vraag is: komt deze ervaring van God? Of is het iets anders?
De Bijbel leert nergens dat God mensen een “tour” door de hemel of hel geeft als ze even klinisch dood zijn. Sterker nog: zulke verhalen komen niet voor in de Schrift. Zelfs Paulus, die werkelijk visioenen van de hemel kreeg, hield zich stil over wat hij zag:
“Ik weet van zo iemand… dat hij weggevoerd werd in het paradijs, en hij hoorde onuitsprekelijke woorden die het een mens niet geoorloofd is te spreken.” — 2 Korintiërs 12:4
Paulus mocht er niet eens over praten. Maar vandaag de dag zie je boeken, films, talkshows en conferenties over mensen die “even dood waren” en het hele hiernamaals verkend hebben — en het verkoopt als warme broodjes.
Maar hier komt de kern: bijna-dood is niet dood.
Niemand die vandaag leeft is werkelijk dood geweest zoals Lazarus — vier dagen in het graf, ruikend, vergaan. Niemand is werkelijk teruggekeerd uit de Sheol. En zelfs Lazarus zelf zegt niets over een ervaring. Waarom? Omdat hij sliep. Geen hemel, geen hel, geen visioen — alleen stilte.
Bijna-doodervaringen zijn precies wat het woord zegt: bijna dood. De hersenen functioneren nog minimaal. Chemische processen in het brein kunnen hallucinaties veroorzaken. En daarbovenop — en dat is nog belangrijker. Wij hebben hierover een andere artikel op de website staan over een wetenschappelijke bewijs dat de hersenen enorme activiteiten hebben tijdens en na het sterven.
De Bijbel waarschuwt dat misleiding vaak komt in een mooie of geloofwaardige gedaante. De satan waarover hier gesproken wordt, is niet een bovennatuurlijk wezen, maar gewoon een persoon die de tegenstander is van Gods waarheid en die met wonderlijke woorden en uitingen en als een vriend kan overkomen:
“En geen wonder, want de satan zelf doet zich voor als een engel van het licht.” — 2 Korintiërs 11:14
Wat als die warme, liefdevolle, lichtgevende figuur in een bijna-doodervaring niet Jezus is, maar slechts een projectie of illusie die zo lijkt? Wat als die ontmoeting met een “overleden grootmoeder” niets meer is dan een misleidend beeld, en niet werkelijk je familie?
En waarom gaat het in zulke verhalen bijna nooit over berouw, opstanding, oordeel of de wederkomst? Waarom sluiten deze ervaringen zo vaak aan bij ideeën als reïncarnatie, universele redding of een directe hemelvaart?
Dat is precies het probleem: deze verhalen worden overal gebruikt om mensen af te leiden van wat de Bijbel werkelijk zegt. Ze klinken hoopvol, troostend en inspirerend, maar ze zijn gebaseerd op gevoel en beleving, niet op Schrift. Juist daarom zijn ze misleidend en gevaarlijk.
De waarheid is dit: na de dood is er stilte. Geen licht. Geen tunnel. Geen bezoek aan de hemel. Geen afscheid. Geen boodschap voor de achterblijvers. Alleen slaap — totdat de stem van Jezus je wekt.
Alles wat daarmee in tegenspraak is, is geen openbaring van God, maar eenvoudigweg een menselijke illusie of misleiding.
Daarom zegt Jesaja:
“Tot de wet en tot de getuigenis! Als zij niet spreken overeenkomstig dit woord, zal er voor hen geen dageraad zijn.” — Jesaja 8:20
Met andere woorden: als een ervaring, openbaring of visioen niet overeenkomt met de Schrift, dan komt het niet van God. Punt.