Laten we verdergaan waar Tyndale was gebleven
De uitverkorenen lieten zich echter niet misleiden door hun christologie en hun verkeerde vertalingen. Daarom heeft Tyndale het woord kerk verwijderd. Als wij hetzelfde doen, wordt het voor de mens van zonde en zijn gezelschap moeilijker om ons te misleiden. Het is geen wonder dat Tyndales versie niet werd bijgewerkt met nieuwe inzichten, maar terzijde werd geschoven voor meer ‘religieus correcte’ herzieningen die volgden.
Laten we daarom verdergaan waar Tyndale was gebleven, maar met nieuwe inzichten sinds zijn tijd, en het woord ‘kerk’ uit deze verzen verwijderen en terugzetten wat Paulus schreef: ‘Ekklesia – uitgeroepen (van)’. Door dit te doen wordt het nog duidelijker dat Efeziërs 5:22,23 niets te maken heeft met ‘geestelijke instellingen’ die kerk of kerken worden genoemd, en niets te maken heeft met Jezus die met de kerk is getrouwd.
Efeziërs 5:22,23 Huwelijksrede in meer detail
“Onderwerpt u aan elkaar in de vreze Gods. Vrouwen, onderwerpt u aan uw eigen mannen, als aan de Heer. Want de man is het hoofd van de vrouw, zoals ook Christus het hoofd is van de gemeente, en Hij is de redder van het lichaam. Daarom, zoals de gemeente zich onderwerpt aan Christus, zo moeten ook de vrouwen zich in alles aan hun eigen mannen onderwerpen. Mannen, heb uw vrouwen lief, zoals ook Christus de gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar heeft overgegeven.” Efeziërs 5:22,23
Laten we dit eens nader bekijken:
“Onderwerp u aan elkaar in de vreze Gods”.
Noch de man, noch de vrouw mogen onafhankelijk handelen naar hun eigen wil of wet, maar moeten hun eigen regels opgeven en deze vervangen door Gods regels. Zo tonen zij respect voor Christus. Dit is huwelijksadvies voor eenheid onder Christus.
Dan …
“Vrouwen, wees uw eigen man onderdanig, zoals u aan de Heer onderdanig bent. Want de man is het hoofd van de vrouw…” Paulus spreekt tot gelovigen, dus de gelovige man moet begrijpen dat hij zijn ideeën over de regels die God heeft vastgesteld moet loslaten, waarbij de man niet Gods wetten opgeeft, maar zijn eigen wetten. Hetzelfde geldt voor de vrouw, die ook levensregels van God heeft gekregen om zich eigen te maken. Met de juiste regels beschermt de man zijn vrouw met de zegeningen van Jezus.
“… op dezelfde manier als Christus het hoofd is van de uitverkorenen…” De hechte band wordt vergeleken met de hechte band tussen het hoofd van de bruidegom en het bovenlichaam en de ledematen van de bruidegom. Op dezelfde manier moeten mannen hun vrouwen liefhebben en vrouwen hun mannen. Er is geen enkele aanwijzing dat dit tussen Jezus en de kerk bestaat, alleen slechte vertalingen geven een dergelijke indruk.
“… en hij is de redder van zijn uitverkorenen – Ekklesia …” Jezus redt de uitverkorenen, zodat hij op een dag degenen kan redden die door het systeem van de mens der zonde zijn verleid. Op dezelfde manier redt de man zichzelf door zich aan God te onderwerpen, waardoor zijn hoofdschap vervolgens zijn vrouw redt terwijl hij de zonden van zijn vrouw bedekt. Het is een reddende commandostructuur: God> Jezus> Echtgenoot> Vrouw > Kinderen.
Volgende favoriete vers van die spirituele instellingen die beweren dat Jezus van hen houdt:
Gecontroleerde vertaling: “Dit is een groot mysterie, maar ik spreek over Christus en de kerk.” Efeziërs 5:32
Werkelijke vertaling: “Dit is een groot raadsel: maar ik spreek over zalving en de uitverkorenen.”
Nogmaals, dit gaat niet over een of andere mysterieuze band tussen Jezus en de kerk (welke kerk dat ook moge zijn). Het is verkeerd om dit vers uit zijn context te halen, wat bijna elke theoloog doet. Het maakt deel uit van een langere dialoog als huwelijksrede (zie hierboven).
Weinigen begrijpen dat de uitverkorenen gezalfd zijn omdat zij de roeping hebben gehoord om UIT ELK systeem te worden geroepen, zelfs uit spirituele instellingen die hun eigen wegen onderwijzen onder het mom dat zij alles bijbels doen. In Openbaring lezen we over zeven ekklesia-tijdperken die goed begonnen met de vonk van Jezus’ nieuwe inzichten, maar telkens doofde het licht omdat ze het zuurdeeg dat niet eerder was verwijderd, toelieten, omdat ze het als een leerstelling en een traditie hadden waardoor het in elk van de zeven tijdperken bleef rijzen. Daarom moest Jezus degenen die oren hebben om te horen, oproepen om Jezus’ lichaamsdelen te worden, om zijn Ekklesia te zijn, geroepen uit de kerken van elk tijdperk.
“Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de kerken zegt”. Het is een thema dat meerdere keren wordt herhaald in Openbaring hoofdstukken 2 en 3, dat gewoonlijk volgt op “wie overwint”, wat betekent dat hij iemand is die niet valt voor waar de Rest van elk tijdperk voor viel.
Er is meer dan een groot raadsel achter de kerken als het gaat om de wereldlijkheden.
Voor niet-gelovigen is het een raadsel waarom vrouwen zich aan hun mannen moeten onderwerpen. Voor zulke mannen is het een raadsel waarom ze Gods wegen überhaupt moeten begrijpen. Ze kunnen niet zien hoe een man en een vrouw als één vlees worden beschouwd onder één wet voor gerechtigheid. Voor hen is het dwaasheid.
“Het denken dat door het (recht van) het vlees wordt beheerst, is vijandig tegenover God; het onderwerpt zich niet aan Gods wet en kan dat ook niet.” Romeinen 8:7.
“Maar de ongelovige verwelkomt niet wat uit Gods inspiratie voortkomt, omdat het voor hem dwaasheid is; hij is niet in staat het te begrijpen, aangezien het door heilige inspiratie wordt onderscheiden.” 1 Korintiërs 2:14
Ze kunnen ook niet begrijpen waarom God in hun leven en hun huwelijk aanwezig zou moeten zijn, zolang ze elk hun eigen gang kunnen gaan. Paulus’ huwelijksrede is voor hen absurd.
Paulus schreef over het huwelijk en dat het huwelijk voor gelovigen gezalfd is, net zoals de uitgeroepen gemeenschap, de Ekklesia, gezalfd is. Dat is een raadsel voor degenen wier wet luidt: ik, ikzelf, ik.
Er is geen enkele aanwijzing dat een kerk in dit vers trouwt. Dit vers mag ook niet worden opgevat als bewijs dat Jezus met een zogenaamde kerk trouwt. Jezus trouwde niet alleen niet met de ‘kerk’ in de dialoog, hij trouwde zelfs nooit met de Ekklesia, omdat Jezus een metaforisch hoofd is bovenop een metaforisch torso en ledematen. Dit hele metaforische lichaam is het Lichaam van Christus. Nogmaals, iemands hoofd trouwt niet met iemands romp en ledematen.
Inmiddels zou de lezer moeten begrijpen wat het volgende betekent:
“Want zoals het lichaam één is en vele leden heeft, en alle leden van dat ene lichaam, hoewel ze vele zijn, één lichaam vormen, zo is het ook met Christus.” 1 Korintiërs 12:12
Als ‘Christus’ hier Jezus is, dan vertelt dit ons dat zijn lichaam uit vele leden bestaat, dit heeft geen betrekking op zijn vrouw. Er is ook geen enkele verwijzing naar een huwelijk om het hoofd dit lichaam te geven. Ter herhaling: dit is het lichaam dat de bruid zal hebben, of anders gezegd: “Hij die de bruid heeft, is de bruidegom”. Dit vers is een woordbeeld van de bruidegom-lichaam-gemeenschap die de vrouw-lichaam-gemeenschap zal hebben. Wanneer de bruiloft plaatsvindt, zal het Lichaam van Christus de Bruid van Christus hebben.
Nu we Efeziërs 5:22-32 hebben behandeld, zullen er altijd mensen zijn die zeggen: maar hoe zit het dan met…
Er zullen altijd wel een of twee andere verzen worden aangehaald door degenen die mysteries niet kunnen loslaten. Niettemin is het doel van het behandelen van nog een paar voorbeelden om de lezer goed toe te rusten om andere ‘spirituele institutionele’ argumenten te kunnen weerleggen.
“En Hij heeft alle dingen onder Zijn voeten gelegd en Hem gegeven tot Hoofd boven alle dingen aan de gemeente, Die Zijn lichaam is, de volheid van Hem, Die alles in allen vervult…” Efeziërs 1:22, 23. Inmiddels zou het duidelijk moeten zijn dat het woord ‘gemeente’ hier slechts een andere vorm van misleiding is. Ook hier kunnen we zien dat Tyndale hier niet in trapte, zoals blijkt uit zijn herwerking:
“en heeft alle dingen onder zijn voeten gelegd en hem boven alle dingen gesteld tot hoofd van de gemeente, die zijn lichaam is en de volheid van hem die alles in allen vervult.” Efeziërs 1:22, 23
(Þe is een variant van ‘the’ en niet van ‘ye’. Þ, þ maakt de “th”-klank en is de letter die Thorn (Þ, þ) wordt genoemd en niet meer in het Engels wordt gebruikt. Toen de letter uit gebruik raakte, gebruikten sommige letterzetters ten onrechte de letter ‘y’).
Het is duidelijk dat deze ‘gecontroleerde vertaling’ van Efeziërs 1:22, 23 zegt dat de kerk het lichaam van Jezus is, wat in tegenspraak is met wat Johannes de Doper zei, namelijk dat het lichaam van Christus de bruid van Christus heeft (uiteraard na de bruiloft).
We moeten onszelf er opnieuw aan herinneren dat toen Tyndale dit schreef, er ‘slechts één kerk in de stad’ was, namelijk de katholieke kerk. In zijn tijd waren er nog geen reformatorische kerken. Toen hij het woord ‘congregacion’ in plaats van ‘church’ gebruikte, bedoelde hij niet ‘kerkgenootschap’, want dat zou een congregatie van de katholieke kerk hebben betekend. Tyndale gebruikte het woord ‘congregation’ als verwijzing naar het ‘geroepen lichaam van gelovigen’ als een politiek lichaam dat samen zou komen of zich zou verzamelen als een gemeenschap van gelovigen die uit de katholieke kerk waren geroepen om de koers van de natie te veranderen. Dergelijke bijeenkomsten werden beschouwd als opruiing.
Tyndale kende de betekenis van Ekklesia en wist dat het voor hem NIET ‘kerk’ betekende. Hij wist dat het afkomstig was van het zelfstandig naamwoord εκκληος (ekkletos), dat een persoon of een groep mensen beschrijft die gekozen zijn om te regeren of te oordelen, en dat zij naar behoren werden samengevat door hun hoofd, Jezus. Zij worden geroepen als koningen en priesters onder Jezus als één volledig lichaam-gezelschap. Dit gezelschap was dus niet de Kerk, anders zou hij het zo vertaald hebben.
In tegenstelling tot de Ekklesia van Jezus worden in de meeste spirituele instellingen alleen die leiders die door de priesters van deze instellingen ‘gezegend’ zijn, als koningen beschouwd. Wat betreft de kudde, deze is niet gekozen om te regeren of te oordelen in de natie, maar kan hooguit als kerkelijke ambtsdragers heersen. Verder wordt hun gezegd dat ze moeten luisteren naar en gehoorzamen aan de bisschop en degenen die over hen regeren, en zelfs voor hen moeten bidden. Dat betekent dat zij niet de ‘ekkletos’ zijn die de kern vormt van de betekenis van ‘Ekklesia’. Zij zijn niet het Lichaam van Jezus, maar lichaamsleden die onder het hoofd ervan in religieuze instellingen zijn geroepen.
De kuddes moeten de roeping horen om oren te hebben om te horen wat de inspiratie hen ingeeft. Dan zullen zij zich gereedmaken als bruid voor de Bruidegom (lichaamsgemeenschap) voor het huwelijk.
Tyndale leefde niet lang genoeg om meer openbaringen te zien, dus hij pikt de woorden ‘dingen’ en ‘zijn’ in deze verzen, die in de gecontroleerde versies voorkomen, niet op. Deze woorden horen niet in dit vers thuis. Laten we dit dus corrigeren, zodat de ware betekenis die Paulus ons wilde laten weten duidelijk wordt:
“En Hij heeft alles onder Zijn voeten gelegd en Hem tot hoofd gemaakt boven alles voor de uitgenodigden, die Zijn lichaam zijn, de volheid van Hem die alles in allen vervult.” Efeziërs 1:22, 23
Dit is nu in overeenstemming met de Griekse tekst zoals Paulus die onder heilige inspiratie schreef. Dit geeft nu de ware betekenis weer dat Jezus, nadat Hij was opgestaan, ‘alles’ onder zijn voeten had gelegd, wat betekent dat het koninkrijk van Hem is om te regeren met de rechterlijke macht die God Hem heeft gegeven. Dit betekent niet dat iedereen in het koninkrijk tegelijkertijd op zijn knieën valt. Jezus nam de wereldorde over, maar dat ging niet zonder slag of stoot. Zoals eerder aangegeven, ging dat gepaard met een uitputtingsslag die Daniël had voorspeld. De mens zet zijn verstand in tegen de waarheid van Jezus. Het is niet Jezus’ bedoeling om de tegenstanders volledig uit te roeien, omdat veel tegenstanders behoren tot het volk voor wie hij stierf om te redden. Zij zouden de waarheid op een gemakkelijke manier kunnen leren, maar degenen die dat niet doen, leren het op de harde manier door te worden gedorst/geslagen of verpletterd. Hoe dan ook, hun verstand zal de dragers van Gods waarheid niet kunnen verslaan.
Alle groei verloopt in de juiste volgorde, volgens de lessen van de eerste, tweede en derde oogst. De eersten die geoogst worden, worden als zonen geplaatst. Pas wanneer dat lichaam compleet is, kan de rest geïnspireerd worden. Daarom staat in het vers dat God Jezus tot hoofd heeft gemaakt over allen die geroepen zijn, die zijn lichaam vormen, het hoofd over allen die geroepen zijn, dat is zijn lichaam. Dat lichaam bestaat uit de leden die het Lichaam van Christus zijn, niet de Bruid van Christus. Er wordt ook geen melding gemaakt van een bruiloft, noch wordt er in deze verzen melding gemaakt van enige kerk, behalve in de vervalste vertalingen.
Om niet achter te blijven, zullen de theologen ongetwijfeld nog een paar favoriete verzen aanhalen. Daarmee zetten ze de roof voort die is begonnen door de koninkrijksdieven die al sinds ongeveer 50 n.Chr. bezig waren. Hier is er een waar ze graag naar verwijzen om de scheuring te rechtvaardigen die volgde op het manifest van 108 n.Chr. Het staat in Kolossenzen 1:18 en dit is hun gecontroleerde versie… en wij trappen daar niet meer in:
“En hij is het hoofd van het lichaam, de kerk: hij is het begin, de eerstgeborene uit de doden, opdat hij in alle dingen de eerste zou zijn.” Deze gecontroleerde versie komt uit met zijn gecontroleerde verhaal dat de kudde heeft misleid om te geloven dat Jezus het hoofd van de kerk is, die wordt beschreven als Zijn lichaam.
Nu Tyndales eerlijke her-verwerking:
“En hij is het hoofd van het lichaam, dat wil zeggen de gemeente: hij is het begin en de eerstgeborene uit de doden, opdat hij in alle dingen de voorrang zou hebben.”
Nogmaals, maar met een directere vertaling uit de Griekse tekst:
“En hij, hij is het hoofd van het lichaam van de uitverkorenen, die hij als eerste geboren is uit de doden, opdat hij alles zou worden, hij die de eerste is.”
Nu gladgestreken:
“En hij is het hoofd van het lichaam, de uitverkorenen, hij die het begin is, de eerstgeborene uit de doden; opdat hij van hen allen de eerste (die opstaat) moge zijn.” Kolossenzen 1:18
Werkelijke betekenis: Dit betekent dat Jezus de eerste is die uit zijn lichaam is opgewekt. Hij is het hoofd van dat lichaam, dat bestaat uit de uitverkorenen, degenen die als zonen zullen worden geplaatst. Jezus is de eerstgeboren Zoon of opgewekt uit de doden, de rest van zijn lichaamsleden zullen als zonen worden geplaatst. Wanneer de laatste is geplaatst, zal het hele lichaam worden opgewekt. De ‘Grote’ Christus (Jezus als hoofd) zal worden aangepast aan de romp en ledematen van kleine christussen. Elk lid van de Ekklesia moet geboren worden voordat het lichaam volmaakt of compleet of geheel kan worden. “…opdat zij zonder ons niet volmaakt zouden worden…” Hebreeën 11:40 Het woord ‘volmaakt’ is vertaald uit τελειωθωσιν, wat nauwkeuriger betekent: “opdat zij volledig voltooid zouden worden”.
Dus nee, Jezus is niet het hoofd van de kerk, en het is ook niet Zijn lichaam.
Maar hoe zit het dan met Saul, die de kerk vervolgde?
“Want gij hebt gehoord van mijn vroegere levenswandel in het joodse geloof, hoe ik de “kerk” van God bovenmatig vervolgde en verwoestte…” Galaten 1:13
“Wat Saul betreft, hij richtte de kerk te gronde door van huis tot huis te gaan, mannen en vrouwen weg te slepen en hen in de gevangenis te werpen”. Handelingen 8:3
Leuke weetjes: Er was een ‘kerk’ ten tijde van Saul, die rond 150 v.Chr. in Judea werd opgericht. Ja, 150 jaar vóór de geboorte van Jezus. Het was een staatskerk die werd opgericht tijdens de onafhankelijkheid van Judea, slechts enkele jaren na de opstand van de Makkabeeën tegen de Griekse overheersing. Ze functioneerde samen met de toen net onafhankelijke staat Judea en bepaalde het beleid van de staat. Het was de officiële godsdienst van de staat. Die kerk ‘deed de dienst uit’ gedurende ongeveer 154 tot 156 jaar toen Saul werd geboren. Saul werd onderwezen in de theologie van die kerk door rabbi Gamaliël en kreeg de bijnaam ‘de glorie van de wet’, omdat hij werd opgeleid tot farizeeër van die staatsgodsdienst. We hebben de neiging om de gebedshuizen in Judea geen ‘kerken’ te noemen. In plaats daarvan noemen we ze traditioneel ‘ e synagogen’, maar zoals we zullen zien, betekenen deze termen hetzelfde. Daarom was het staatssynagogesysteem van Judea een staatskerksysteem. Toen Saul werd geroepen om uit dat systeem te stappen, werd hij een typisch Ekklesia-lid. De gemeenschappen die door de apostelen werden gekoesterd, waren van een totaal andere aard en waren daarom geen kerken. Alle leden werden uit bestaande spirituele instellingen geroepen. De leden van de allereerste van dergelijke gemeenschappen werden uit de bestaande staatskerk van Judea geroepen, waardoor zij typische Ekklesia-leden werden. Deze gemeenschappen waren Ekklesia, geen kerk (later wordt 100% bewezen waarom de kerk geen Ekklesia is, noch in functie, structuur of roeping).
Met deze ‘leuke’ feiten in het achterhoofd, zou het duidelijk moeten zijn dat Saul de kerk niet verwoestte omdat hij voor de kerk werkte, de staatskerk van Judea. Het was namens deze kerk dat Paulus ravage aanrichtte. Hij verwoestte de gemeenschappen van degenen die uit de kerk waren geroepen. Hij richtte ravage aan onder degenen die illegale gemeenschappen hielden, op dezelfde manier als de katholieke kerk dat deed tijdens haar invallen bij degenen die uit haar waren geroepen. De gemeenschappen die de apostelen koesterden, werden door de staatskerk van Judea als opruiend beschouwd en dus illegaal, en daarom werden ze verwoest en werden hun leden als staatsvijanden geëxecuteerd.
Toen Saul Paulus werd, stopte hij met het verwoesten van de Ekklesia, omdat hij zelf lid was van de Ekklesia, en om deze reden werd hij vervolgens vervolgd.
Rond 108 of 110 na Christus schreef Ignatius zeven brieven die de staatskerk van Rome graag ‘epistels’ noemt. Deze brieven waren in wezen een manifest waarin hij de regels uiteenzette voor het opzetten van een door hem bedacht kerkelijk systeem, de universele kerk of katholieke kerk met een hiërarchische structuur. “De benaming ‘katholieke kerk’, bedacht door Ignatius, weerspiegelde meer een aspiratie dan de werkelijkheid. Het markeerde de eerste stappen naar de vorming van wat wetenschappers vandaag de dag de ‘katholieke kerk’ zouden noemen…” Paula Fredriksen, historicus van oude mediterrane religies.
Die vroege gelovigen, die voor de regels van het manifest vielen, verlieten de gemeenschappen die oorspronkelijk door de apostelen waren opgericht. Voor hen misten deze gemeenschappen de hiërarchische structuur die ze in de staatskerk van Judea hadden gezien. Wat Ignatius had voorgeschreven, sprak hen daarom aan, omdat het een structuur bood die ze begrepen en die tegelijkertijd volledig in het teken stond van Jezus. Voor hen was het een win-winsituatie. Zoals we zullen zien, vielen niet alle gelovigen hiervoor, waardoor Ignatius voor opschudding zorgde onder de gelovigen.
De allereerste christelijke scheuring
Degenen die het manifest van Ignatius volgden, zagen dat het de last van het besturen van de samenleving op de schouders van de bisschoppen binnen een hiërarchische structuur legde. Deze christenen ruilden hun roeping om koningen en priesters te zijn onder Jezus, de ‘hoofdkoning en priester’, in voor de bisschoppen om deze rol te vervullen. Daarbij realiseerden ze zich niet dat ze hun roeping om BUITEN te zijn, inruilden voor een roeping om BINNEN een nieuw hiërarchisch systeem te zijn. Dit betekende dat ze de bisschoppen moesten aanbidden alsof Jezus aanwezig was. Voor deze schapen leek het gemakkelijker als het om verantwoordelijkheden ging, omdat de bisschoppen voor hun redding konden zorgen zolang ze de bisschoppen als Jezus voor zich zagen. Op dat moment kreeg het woord Ekklesia voor het eerst een tweede betekenis, niet als geroepen UIT instellingen, maar als geroepen IN geïnstitutionaliseerde kerken. Toen Jerome een paar honderd jaar later het Griekse woord Ekklesia latinisiseerde tot Ecclesia, was het de bedoeling om het te laten verwijzen naar de Roomse Kerk, de Katholieke Kerk.
Deze secundaire betekenis die Ignatius eraan gaf, was NOOIT de bedoeling van de schrijvers van de Schrift. Daarom is het juist om te zeggen dat Ekklesia, in de bedoelde betekenis, nooit ‘kerk’ kan betekenen.
Wat Ignatius dus had gezaaid, was het zaadje voor het allereerste christelijke schisma tussen zijn ‘binnengeroepen’ en de ‘buitengeroepen’ apostelen.
Aangezien de oorspronkelijke bedoeling achter de betekenis van het woord Ekklesia nooit ‘kerk’ was, zou dit ons moeten doen beseffen dat elke vertaler die het woord ‘kerk’ in zijn herwerking van de Schrift gebruikt, een van de volgende dingen is: hij is slordig, of hij is ongeschoold, of erger nog, hij is een ingehuurde handlanger. Sorry, maar welke andere redenering is er mogelijk?
Spoiler alert: Als we dit weten, was de enige kerk ‘in de stad’ ten tijde van Paulus die in Judea, hoewel die niet christelijk was. De enige kerken ‘in de stad’ die christelijk werden genoemd, begonnen zich pas te ontwikkelen na het manifest van Ignatius. Daarom waren alle christelijke gemeenschappen tussen 33 n.Chr. en ongeveer 110 n.Chr. geen kerken. Dit waren gemeenschappen van strikt de ‘uitverkorenen’, vandaar Ekklesia.
Nog een spoiler alert: Als je de basisfeiten begrijpt, zou het duidelijk moeten zijn dat Paulus NOOIT een kerk heeft verwoest. Hij heeft de staatskerk van Judea niet verwoest en hij heeft ook geen ravage aangericht in de kerken die na 110 n. Chr. waren opgericht. Paulus’ vervolging eindigde enige tijd na de steniging van Stefanus, wat betekent dat zijn bekering ergens tussen 34 en 36 n. Chr. plaatsvond, toen Jezus hem aansprak. Het was onmogelijk dat hij toen ook maar enige kerk kon verwoesten. In plaats daarvan veroorzaakte hij in de paar jaar vóór zijn bekering chaos onder degenen die uit de gemeenschappen waren geroepen.
Paulus wilde deze gemeenschappen verwoesten voordat ze iets groters konden worden. Hij sleepte gelovigen uit hun huizen waar de uitgeroepen gemeenschap bijeenkwam.
Begreep Tyndale dat allemaal? Misschien wel, misschien niet, maar zo vertaalde hij Galaten 1:13
“Want gij hebt gehoord van mijn vroegere levenswijze in de joodse traditie, hoe ik de gemeente van God bovenmatig vervolgde en haar verwoestte…”
“Ik heb de gemeente van God vervolgd” zou ook kunnen worden gelezen als:
“Ik (Paulus) heb de Gemeenschap van God vervolgd”… of: “Ik (Paulus) heb de Uitverkorenen van God vervolgd”… of: “Ik (Paulus) heb de Ekklesia van God vervolgd”.
Laten we nu eens kijken naar een traditionele, slordige vertaling van Handelingen 8:3
“Wat Saul betreft, hij richtte de kerk te gronde door van huis tot huis te gaan, mannen en vrouwen weg te slepen en hen in de gevangenis te werpen”. Handelingen 8:3
Laten we nu eens kijken naar een meer historisch getrouwe her-verwerking:
“Maar Saul begon de uitgeroepenen te verwoesten, ging van huis tot huis, sleepte mannen en vrouwen weg en gooide hen in de gevangenis”.
Paulus vervolgde dus niet de kerk, maar degenen die uit de staatskerk van Judea waren geroepen, omdat hun gemeenschap als opruiend werd beschouwd. Degenen die daar niet meer bij hoorden, behoorden niet langer tot de joodse religie, net zoals degenen die de katholieke kerk verlieten niet langer tot de katholieke religie behoorden. Degenen die uit de staatskerk van Judea waren geroepen, deden dat omdat ze geroepen waren om onmiddellijk Jezus te dienen, en om die reden werden ze vervolgd.
Hetzelfde gebeurde honderden jaren later, niet alleen toen gelovigen de katholieke kerk verlieten, maar ook weer duizend jaar later voor degenen die weigerden naar de kerk van Calvijn in Genève te gaan (ja, hij vervolgde degenen die vertrokken, details volgen later), en opnieuw voor de Ieren die de Church of England weigerden en systematisch werden vervolgd en zelfs uitgehongerd, enzovoort, enzovoort. Deze ‘spirituele instellingen’ hebben mensen nodig die ‘binnengehaald’ worden in hun systemen, het laatste wat ze willen is dat hun kudde wordt weggeroepen en met hun voeten stemt.
Saul vervolgde dus niet een kerk, maar eerder degenen die de kerk van Judea verlieten, die werden weggeroepen en thuis gemeenschap hadden met één INSPIRATIE als de Ek (uit) klesia (de geroepenen). Zeggen dat Paulus de kerk heeft verwoest is een mythe, en die is ontkracht.
Volgende mythe op de hakblok.
Er zijn slechts drie andere verzen die kunnen worden opgevat als zou Jezus een bruidegom zijn, een op zichzelf staande entiteit, zonder een lichaam als romp en ledematen.
Deze verzen zijn te vinden in Mattheüs 9:15, Marcus 2:19 en Lucas 5:34. In alle drie de gevallen gaat het echter in feite om hetzelfde vers, maar dan verteld op drie verschillende manieren door drie getuigen. Deze kunnen losjes worden opgevat als zou Jezus een op zichzelf staande bruidegom zijn zonder een bruidegom-lichaam waarvoor de spirituele instellingen aanspraak zouden kunnen maken, waardoor Jezus op een dag hun bruidegom zou kunnen worden… losjes… heel losjes… want om dit te geloven is wel een beetje liberale theologie nodig om tot een dergelijke conclusie te komen.
Als zodanig hoeven we niet elke getuige apart te nemen, maar de lezer is welkom om dat te doen. Laten we voor dit doel de getuige uit Marcus nemen:
“En de discipelen van Johannes (de Doper) en van de Farizeeën waren aan het vasten: en het volk kwam en zei tegen hem (Jezus): Waarom vasten de discipelen van Johannes en van de Farizeeën, maar uw discipelen vasten niet? En Jezus zei tegen hen: Kunnen de bruidsjonkers vasten terwijl de bruidegom bij hen is? Zolang zij de bruidegom bij zich hebben, kunnen zij niet vasten.” Marcus 2:18-20
Dit is dan het bewijs dat theologen in hun spirituele arsenaal hebben om te bewijzen dat Jezus een bruidegom is die op een dag met hun kerk zal trouwen.
Vertalingen variëren tussen “de bruidskamer”, “de huwelijkskamers” en zelfs “de bruiloftsgasten (van) de bruidegom”. Waarom zijn de betekenissen zo uiteenlopend? Is dat omdat elke vertaler een extra ‘heilige geest-inzicht’ heeft, of verbergen ze iets om hun christologie hoog te houden? Als ze eerlijk zouden zijn, zou elke vertaling op dit punt toch dezelfde bewoordingen moeten hebben? Hoe moeilijk kan dat zijn?
Hoe gemakkelijk kan het zijn? Nou, zo gemakkelijk: de Griekse tekst heeft “de zonen van de bruidskamers”.
De Griekse tekst heeft niets gemeen met de meeste ‘goedgekeurde’ vertalingen, het is alsof er opzettelijk verkeerd is vertaald. Dit riekt naar dezelfde truc die we eerder zagen in de Geneva Bible, waar ‘het plaatsen van zonen’ gewoon terzijde werd geschoven voor het woord ‘adoptie’. Sorry, maar ik zie dat niet als een heilig, op maat gemaakt inzicht. Opnieuw zien we dat vertalers een probleem hebben met het woord ‘zonen’. Misschien is dat omdat ze niet willen dat de schapen deze drie verzen in verband brengen met ‘de plaatsing van zonen’, omdat dit zou betekenen dat deze ‘zonen’ lichaamsdelen zijn van DE Zoon. Dit zou betekenen dat ze onder DE Zoon staan als één lichaam van de ware Ekklesia, in tegenstelling tot de opgeroepen spirituele instellingen van de Ecclesia.
De Griekse tekst bevat het woord: νυμφωνος, dat in de meeste vertalingen wordt weergegeven met termen als ‘bruidskamer’ of ‘bruidskamer’.
In νυμφωνος zit het zelfstandig naamwoord νυμφων (numphon), wat bruidskamer of bruidskamer betekent; dit is een aangewezen kamer in het huis waar het huwelijk wordt voltrokken.
Dit woord komt voor in de uitdrukking “zonen van de numphon”, vandaar “de zonen van de bruidskamers”, wat verwijst naar de helpers van de bruidegom. Het woord ‘zonen’ is zeer specifiek en kan niet worden veralgemeend tot kinderen of bruiloftsgasten. In het Grieks kunnen zonen een bredere betekenis hebben, maar alleen in zoverre dat het gaat om een groep nakomelingen over meerdere generaties, zoals de zonen van Abraham, op dezelfde manier als Jezus de zoon van David is, en om degenen in de aangewezen vorm, of vertegenwoordiging van zonen. Jezus verwijst naar zijn discipelen als zijn “zonen van de numphon” omdat het gaat om degenen aan wie het zoonschap is gegeven. Het Griekse woord voor zoon is υιος (huios) of υιοι, wat ‘zonen’ betekent. Dit is dus weer een verwijzing naar de Ekklesia, de leden van het lichaam als zonen van het hoofd, DE Zoon, samen vormen zij één Lichaam-gemeenschap als de Bruidegom, niet als de bruid. Als de kerk zichzelf ziet als de bruid van Christus, dan kunnen zij niet beide zijn en tegelijkertijd het Lichaam van Christus zijn. Daarom gaat ‘zonen’ hier over ‘zoonschap’ en is het oneerlijk om het anders te vertalen.
Wycliffe’s vertaling van Mattheüs 9:14,15 is het lezen waard. De setting: de leerlingen van Johannes de Doper vroegen waarom de discipelen van Jezus niet vastten op de momenten dat zij dat deden.
“Toen kwamen de discipelen van Johannes naar hem toe en zeiden: Waarom vasten wij en de Farizeeën vaak, maar vasten uw discipelen niet?” En Jezus zei tegen hen: Kunnen de zonen van de bruid treuren zolang de bruid bij hen is? Maar er zullen dagen komen dat de bruid van hen zal worden weggenomen, en dan zullen zij vasten.
“Toen kwamen de discipelen van Johannes naar hem toe en zeiden: ‘Waarom vasten wij en de Farizeeën vaak, maar vasten uw discipelen niet? En Jezus zei tegen hen: ‘Kunnen de zonen van de bruidegom treuren, zolang de bruidegom bij hen is? Maar er zullen dagen komen dat de bruidegom van hen zal worden weggenomen, en dan zullen zij vasten.
In Tyndales herwerking hebben we het woord “bruidegom” (Brydgrome) in plaats van “bruidegom”, wat dichter bij de Griekse tekst νυμφιος (numphios) ligt, wat bruidegom betekent.
Dus nog een keer, maar nu met ‘bruidegom’ in plaats van ‘echtgenoot’
“Toen kwamen de discipelen van Johannes de Doper naar Jezus toe en zeiden: “Waarom vasten wij en de Farizeeën vaak, maar vasten uw discipelen niet? En Jezus zei tegen hen: “Kunnen de zonen van de bruidegom rouwen, zolang de bruidegom bij hen is? Maar er zullen dagen komen dat de bruidegom van hen zal worden weggenomen, en dan zullen zij vasten.”
Nu in gewoon Engels:
“En de discipelen van Johannes (de Doper) en van de Farizeeën waren aan het vasten: en het volk kwam en zei tegen hem (Jezus): Waarom vasten de discipelen van Johannes en van de Farizeeën, maar vasten uw discipelen niet? En Jezus zei tegen hen: Kunnen de zonen van de bruidegom vasten, terwijl de bruidegom bij hen is? Zolang zij de bruidegom bij zich hebben, kunnen zij niet vasten.” Marcus 2:18-20.
De timing is belangrijk, dit is vóór de kruisiging. Waarom zouden degenen die als zonen zijn geplaatst rouwen wanneer zij samen zijn met DE Zoon? Jezus maakt een heel nuchter punt: degenen die als zonen zijn geplaatst, zijn Zijn Ekklesia, zij zijn het bruidegomslichaam, en degenen die op dat moment in leven zijn en tot zijn lichaam behoren, zijn daar bij hem, dus ja, waarom zouden zij rouwen?
Daarom gaan deze verzen niet over Jezus als een op zichzelf staande bruidegom, maar over het hoofd van de bruidegom die op dat moment wordt bijgestaan door zijn daadwerkelijke LEVENDE lichaamsleden. Dit gaat over de leden van het lichaam die verkrijgen wat ze hadden gehoopt en volgens de Schrift waren dit daadwerkelijke Israëlieten.
“Wat dan? Israël heeft niet verkregen wat het zocht, maar de uitverkorenen hebben het verkregen, en de rest is verblind” Romeinen 11:7 Het is vermeldenswaard dat “… maar de uitverkorenen” soms wordt vertaald als: “slechts een paar uitverkorenen van het volk Israël …”
Deze apostelen waren de eerste Israëlieten van het Ekklesia-lichaam die, terwijl ze nog leefden, getuige zouden zijn van wat alle andere overgebleven Israëlieten vóór hen hadden gehoopt, helemaal teruggaand tot Abraham. Ze hoopten op de plaatsing van het zoonschap als de romp en ledematen van het HOOFD, DE Zoon. Ze hoopten dat lichaam te zijn dat VERBONDEN zou zijn met de bruidskamer door verbonden te zijn met hun Hoofd, Jezus.
Romeinen 11:7 vertelt ons dat er in elk tijdperk overgebleven Israëlieten leefden, en dat zij werden beschouwd als de εκκληος (ekkletos), een groep mensen die was uitverkoren om te regeren of te oordelen. Zij werden door hun hoofd (Jezus) aangesteld als koningen en priesters onder zijn leiderschap, om als zonen te worden geplaatst, waardoor zij de Ekklesia werden. De effectiviteit hiervan kon alleen plaatsvinden na Jezus’ opstanding met het Nieuwe Verbond, waardoor zij zonen van de opstanding werden.
Pinksteren 33 n.Chr. was het beloofde moment waarop alle overgebleven, uitgeroepen Israëlieten meer dan gerechtvaardigd werden, zij werden vanaf dat moment geheiligd (gewijd) in het lichaam van de Bruidegom. Dit waren degenen die Hem ontvingen om zonen van God te worden, omdat zij geloofden in Jezus’ AUTORITEIT.
“Maar allen die Hem hebben aangenomen, hebben de macht gekregen om kinderen van God te worden, namelijk zij die in Zijn naam (autoriteit) geloven.” Johannes 1:13 Dit betekent niet iedereen, maar allen die op de hoogte waren van deze belofte zoals beschreven in Romeinen 11:7. Het betekent alle uitverkorenen, met als beperkende factor de zonen van God, dat wil zeggen de leden van het lichaam van de Bruidegom. Nogmaals, dit betekent niet dat de rest, die verblind was, buiten de boot valt. Hun ogen gaan open wanneer de indringer wordt verwijderd.
Bijna alle theologen verdraaien dit om te zeggen dat alle gelovigen zonen van God zijn als ze Jezus in hun hart toelaten. Dat is het verdraaien van de boodschap om gelovigen IN hun spirituele instellingen te roepen. Door dit te doen zijn ze als de MAN-van-Zonde-groep die tussen twee christelijke lichaamsgroepen komt om de schapen te stelen. Ze doen een transgender, proto-woke werk aan het woord ‘zonen’.
De ware roeping gaat over het zoonschap voor de leden van het lichaam van DE Zoon om een bruidegom-gezelschap-lichaam te worden. De vrouw is een totaal apart gezelschap van gelovigen die alleen onder dit hoofdschap zullen worden verenigd wanneer de bruiloft plaatsvindt.
Het gaat hier om het vormen van een volledig Ekklesia-lichaam van gelovigen die geen Ekklesia-christenen als vrouw in het huwelijk zullen heiligen, waardoor zij tot de Ekklesia zal behoren.
Theologen spiritualiseren (dat wil zeggen: mystificeren) de boodschap met behulp van verzen als:
“Die niet uit bloed, noch uit de wil van het vlees, noch uit de wil van de man, maar uit God geboren zijn.” Johannes 1:13
Met een flinke dosis liberale theologie geven ze hun eigen draai aan dit vers, wat meestal betekent dat Jezus niet langer geïnteresseerd is in genetische afstamming, simpelweg omdat het vers zegt: “niet uit bloed geboren”. Is dit waar, is dit moeilijk te begrijpen? Nee. Het enige wat ze hoeven te doen is… eerlijk zijn. Hoe kunnen we hun eerlijkheid achterhalen? Makkelijk, God heeft ons de Griekse tekst nagelaten om naar te verwijzen.
Waar de vertalers het woord ‘geboren’ in dit vers hebben geplaatst, staat in de Griekse tekst het woord “εγεννηθησαν”, wat “zij werden verwekt/geboren” betekent. Het werkwoord γενναω (gennao) betekent zowel verwekken, baren als geboren worden. Dus wat is het nu, geboren of verwekt? Welnu, God heeft ons ook de pneuma (geest) van onderscheiding gegeven. Laten we die dus gebruiken.
De context in vers 12 gaat over gelovigen die de kracht ontvangen om zonen van God te worden. Waren zij dood of levend? Dat is eenvoudig: zij waren levend. Degenen die dit ontvingen, hadden al biologisch leven, dus het woord γενναω (gennao) had niet vertaald moeten worden met geboren, maar met verwekt. Simpel. Het heeft te maken met het concept dat zo verkeerd wordt genoemd: ‘wedergeboren’. Begrijpelijk natuurlijk, want dit gaat ook over het zijn van de ‘nieuwe mens’ in Christus. Dit is een nieuwheid die niet voortkomt uit ‘de wil van het vlees’, die verband houdt met ‘het bloed’. Wedergeboren worden komt voort uit heilige inspiratie, waarbij men de wet van het vlees moet uitademen. Als men dit eenmaal doet, moet men de wil van God inademen. Die ‘wil’ is wat hen ‘geheiligd’ (gezuiverd) en van bovenaf verwekt maakt. Dit zijn Ekklesia-types.
Wanneer de laatste uitverkorene, de overblijfsel, klaar is voor heiliging, dan is het Lichaam van Christus een geheel lichaam. Dan zal het hele lichaam worden opgewekt als het rechtmatige politieke lichaam om te regeren als de regering van gerechtigheid. De grafsteen of hoeksteen is al opgewekt, wanneer het lichaam-gezelschap opgewekt wordt dan zullen zij weer bij hun hoofd zijn, maar dan zullen alle lichaamsleden van Abraham tot nu toe, en niemand zal dan rouwen. Dan is de Bruidegom gereed en zijn bruidsgezelschap ook.
Met dit laatste punt lopen we echter op de zaken vooruit, maar laten we dit thema afronden…
Wanneer de rest van de gelovigen (die beïnvloed waren door het door Ignatius geïnspireerde manifest, de theologen) van hen bevrijd zijn, zullen zij leren hoe Gods gerechtigheid in de ‘echte wereld’ werkt. Dan zullen zij klaar zijn voor de bruiloft… “Hij die de bruid heeft, is de bruidegom…” Johannes 3:29.
Het daadwerkelijke tijdstip van de bruiloft wordt gegeven in Openbaring 22, wanneer de bruid van Christus bevrijd is van het religieuze industriële complex. Pas wanneer het systeem dat in de Schrift Mystery Babylon wordt genoemd, valt, vindt de bruiloft plaats. “Kom hier, ik zal u de bruid, de vrouw van het Lam, laten zien”.
De discipelen van Jezus waren bij hem, zij en de rest van de overgebleven Israëlieten die geroepen waren en worden, zijn degenen die de bruiloft zullen bijwonen wanneer die plaatsvindt, omdat zij de romp en ledematen zijn van het Lichaam van Christus, DE Bruidegom. Dat vindt plaats waar de ceremonie wordt gehouden (bruiloftszaal). Dit alles verwijst naar de bruiloft in Openbaring 22.
Conclusie: Deze drie verzen die over één gebeurtenis gaan, suggereren op geen enkele manier dat Jezus een op zichzelf staande bruidegom is die met de kerk trouwt. Het hele idee is slechts dat, een idee dat is bedacht door de mystici en bisschoppen van het schisma om het Koninkrijk over te nemen en het op hun manier te regeren. Het is een mythe en die is ontkracht.
We moeten dus een paar dingen op een rijtje zetten:
Er is geen huwelijk tussen een hoofd en zijn romp en ledematen. Laten we een willekeurige naam kiezen, laten we zeggen Billy. Billy’s hoofd trouwt niet met zijn lichaam en ledematen. Het hele idee is volkomen belachelijk.
Jezus trouwt niet met de kerk.
Jezus is geen op zichzelf staande bruidegom.
Jezus is het hoofd van zijn lichaam-gemeenschap en als volledig lichaam is DIT de bruidegom.
Er is tot op heden nog geen bruiloft geweest.
De bruiloft zal niet ergens daarboven plaatsvinden, maar op aarde.
De bruiloft zal plaatsvinden tussen de bruidegom-lichaamsgemeenschap en de bruid-lichaamsgemeenschap.
Er is een indringer-lichaam-gemeenschap die het verstrijken van Gods wetten bevordert.
Deze lichaam-gemeenschap noemt zichzelf christelijk en heeft zich in de vertalingen ingevoegd met het woord ‘kerk’ om de Ekklesia opzij te duwen en de schapen-bruid van de Ekklesia te stelen.
De indringer is een slechte minnaar die loyaliteit aan hem eist, anders is er geen redding.
Dit is een wolf-lichaamsgemeenschap gekleed in kleding die de schapen zien als vacht,
Maar ondanks hun inspanningen zal de bruidegom-lichaamsgemeenschap zich niet laten misleiden, en de bruidegom zal de aanstaande bruid blijven het hof maken omdat hij van haar houdt en hij zal haar wegwinnen van de indringer.
DAN, wanneer ‘zij’ de wolven ziet voor wat ze zijn, zal Jezus met zijn volledige gezelschap haar op een dag tot zijn bruid nemen.
De vriendengroep is de getuigen-groep (Johannes 3:29) die “zal staan en luisteren en juichen wanneer de bruidegom spreekt”. En dit is wat hij zal zeggen: “Ik zal je voor altijd met Mij verloven; Ik zal je verloven in gerechtigheid en rechtvaardigheid, in liefdevolle goedheid en tederheid. En Ik zal je verloven in trouw, en je zult de Heer kennen…” (Hosea 2:19, 20).
Ja, dan zullen ze nog lang en gelukkig leven.
En toch is dat niet het hele verhaal. Het tweede deel van deze boek volgt…