door Sheldon Emry
Protestantse Reformator zegt dat woekeraars moeten worden opgehangen Citaat van Maarten Luther, Leider van de Grote Duitse Christelijke Reformatie van de jaren 1500 – De grote Duitse religieuze leider van de Reformatie van de 15e en 16e eeuw. De grote Duitse religieuze leider van de Reformatie in de 15e en 16e eeuw was uitgesproken in zijn doctrine over Schriftuurlijke leerstellingen en waarheid. Dit is wat hij zei over woekerrente:
“De heidenen konden op grond van hun natuurlijke verstand en inzicht verklaren dat een woekeraar een drievoudige dief en moordenaar is. Maar wij, die christenen zijn, houden hen in zo’n eer en achting dat we hen op een bepaalde manier (omwille van het geld) aanbidden; er wordt geen acht geslagen op wat voor minachting en spot wij daarmee de naam van een christen en Christus zelf aandoen. Want al waren wij geen christenen, toch zegt het natuurlijke verstand en de rede ons (net als de heidenen) dat een woekeraar een moordenaar is; want wie zo het levensonderhoud van een ander opzuigt, die berooft en steelt niet alleen, maar pleegt (voor zover dat in hem ligt) zelfs een even grote moord als hij die iemand uithongert en volkomen vernietigt. Dit doet een woekeraar, en ondertussen zit hij in zijn stoel, terwijl hij terecht aan de galg zou moeten hangen, en door zoveel Raven zou moeten worden verslonden als hij geld heeft gestolen, als er anders zoveel vlees aan hem zat dat zoveel Raven in staat zouden zijn om het te verscheuren. Cato, de vijand van de woekeraar, zei: “Kleine dieven liggen opgeslagen, gestreken in gevangenissen, maar grote dieven rijden steigerend in zijde en gouden kettingen,” maar zoveel als we niet straffen of tegen hen strijden, daarom zonder enige twijfel zullen we uiteindelijk samen met de woekeraars er zoet voor betalen.”
(Uit “Colloquia Mensalia Martini Lutheri” gedrukt in 1652.)
Waarom zei deze Grote Christen dat? Lees verder:
De volgende pagina’s komen uit een boek van pastor Sheldon Emry uit Phoenix, Arizona. Het boek is nu uitverkocht.
Gods Wet op Woekerrente
In de Bijbel gaf God, na de Tien Geboden, aan Mozes de honderden Geboden, Statuten en Uitspraken die samen Gods Wet voor de regering en voor individuen vormen. In Exodus 22, toen God Israël vermaande over de persoonlijke relatie van mensen, vertelde Hij hen om geen vreemdeling te onderdrukken en geen weduwe of vaderloos kind te treffen (zie vers 21 en 22) en dan spreekt Hij over het uitlenen van geld: “Indien gij geld leent aan iemand van Mijn volk, die arm is bij u, zo zult gij voor hem niet zijn als een woekeraar, noch zult gij op hem woeker leggen” (v. 25). Dit wordt uitgebreid beschreven in Leviticus 25:35-37: “En indien uw broeder arm geworden is, en bij (door) u in verval geraakt is, zo zult gij hem verlichten (helpen); ja, al is hij een vreemdeling; opdat hij bij u moge wonen. Gij zult geen woeker van hem nemen, noch vermeerdering; maar vreest uw God, opdat uw broeder bij u moge wonen. Gij zult hem uw geld tegen woeker niet geven, noch hem uw proviand ter vermeerdering uitlenen.”
In Deuteronomium 23 zegt God dat Hij hen zal zegenen als zij geen woekerrente vragen: “Gij zult uw broeder geen woekerlening geven; geen woeker op geld, geen woeker op goederen, geen woeker op alles wat op woeker geleend wordt: Aan een vreemdeling zult gij woekerleningen doen, maar aan uw broeder zult gij geen woekerleningen doen: Opdat de Here, uw God, u zegene in alles waartoe gij uw hand zet in het land waarheen gij gaat om het te bezitten.” v. 1920.
Psalm 15 vraagt: “Heer, wie zal in Uw tabernakel zijn? Wie zal er wonen op Uw Heilige Berg?” Een deel van het antwoord: “Hij die zijn geld niet uitgeeft aan woeker, noch loon neemt tegen de onschuldige.”
Jeremia verklaarde zijn gerechtigheid door te zeggen dat hij nooit woekerrente had berekend. Jeremia 15:10. Ezechiël zei dat als een man deed wat wettig en juist is, hij geen woekerrente zou heffen Ezechiël 18:8 en verklaart over de woekeraar: “hij zal niet leven, hij heeft al deze gruwelen gedaan; hij zal zeker sterven” (vers 13.) Stel je voor, in Gods Woord, de doodstraf voor het uitlenen van geld tegen rente, en toch is er vandaag de dag bijna geen Christelijke Kerk in het land die het aannemen van dit onrechtvaardige gewin veroordeelt!
God vertelde Israël in het oude Kanaänland dat Hij “u onder de heidenen zou verstrooien en u in de landen zou verspreiden”, en één van de redenen was: “In u hebben zij geschenken genomen om bloed te vergieten; gij hebt woeker en vermeerdering genomen, en gij hebt door afpersing gulzig gewin genomen van uw naasten, en gij hebt Mij vergeten, zegt de Here God”; Ezechiël 22: 12-15. Dat klinkt als de Verenigde Staten van Amerika maar ook Europa!
Een van de meest tragische fouten die vanaf de hedendaagse christelijke preekstoelen wordt onderwezen, is dat deze wetten niet meer van kracht zijn. Maar Jezus Christus zei: “Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten te vernietigen: Ik ben niet gekomen om te vernietigen, maar om te vervullen” Matteüs 5:17. Hieruit en uit andere Schriftteksten weten we dat Hij kwam om “Mijn Wetten in hun verstand te leggen en ze in hun hart te schrijven” Hebreeën 8:10. In Lucas 6 vertelde Hij Zijn volgelingen specifiek dat ze niet moesten uitlenen om er beter van te worden, maar dat ze barmhartig moesten zijn, vs. 34-36. Jezus zei: “Indien gij Mij liefhebt, onderhoudt Mijn geboden”, Johannes 14:15. In 1 Johannes 2:4 staat geschreven: “Wie zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet houdt, is een leugenaar en de waarheid is niet in hem.”
Maarten Luther, het grote licht van de Reformatie in Europa en anderen van zijn tijd, onderwees niet zulke onzin dat Gods Wetten niet gehoorzaamd moesten worden. Hij vergeleek het nemen van woeker met diefstal en moord, zoals de Schrift doet. Vanaf de tijd van de Reformatie tot in de afgelopen 100 jaar weigerden veel christelijke kerkgenootschappen het lidmaatschap van de kerk aan iedereen die geld leende tegen rente! Vandaag de dag zien kerken dit goddeloze kwaad niet alleen door de vingers, maar praktiseren ze het zelf ook. Ons hele financiële systeem is gebaseerd op de ongehoorzaamheid aan deze geboden van de Heer Jezus Christus. Onze predikanten vertellen ons dat we deze geboden niet hoeven te gehoorzamen, en het resultaat is een situatie van schulden, woekerrente en gebondenheid voor ons volk en de dreigende ondergang van onze natie.
Tijdens de honderd jaar durende mars van Engeland naar persoonlijke vrijheid werd het uitlenen van geld tegen rente illegaal verklaard door de koningen. In de 10e eeuw werd het land van woekeraars verbeurd verklaard aan de Kroon. In de 11e eeuw werd de woekeraar bovendien vogelvrij verklaard en verbannen uit Engeland. Tot in de 15e eeuw varieerde de straf van verbeurdverklaring van alle bezittingen tot het ter dood brengen van geldschieters met rente.
In de 18e eeuw leidde het afkeren van de bijbelse wet tot het instellen van rentelasten als een wettelijke claim en in de 19e eeuw was Engeland overgegaan in de macht van de bankiers. 800 jaar van opwaartse strijd en streven naar persoonlijke vrijheid en nationale welvaart is in de laatste 100 jaar zo goed als vernietigd door oorlogen, woeker en belastingen van de Bankiers.
Amerika treedt in de voetsporen van Engeland, omdat zij niet gehoorzaamde aan Gods Wet op de rente! Onze bankiersdictatuur zou instorten zonder hun goddeloze woekerpraktijken; toch zwijgen Amerikaanse predikers over deze ongerechtigheid.
“Er is een samenzwering van haar profeten in haar midden… haar priesters hebben Mijn Wet overtreden en Mijn Heilige Dingen ontheiligd; zij hebben geen onderscheid gemaakt tussen het Heilige en het profane, noch hebben zij onderscheid gemaakt tussen het onreine en het reine.” Ezechiël 22:25-26. Ze laten het volk niet zien wat goed en kwaad is!
Over schulden
Hoewel woeker verboden is, gebiedt de Wet van God dat we lenen aan een broeder die geld of voedsel of kleding enz. nodig heeft (Deut. 15:7-10), maar om te voorkomen dat onbetaalbare schulden zich opstapelen in het jaar van de Sabbat, elk zevende jaar; elk saldo dat dan verschuldigd was, moest worden kwijtgescholden en vergeven. Dit was niet zeven jaar na het ontstaan van de schuld, maar in de Nationale cyclus van zeven jaar, zodat alle schulden in de Natie in hetzelfde jaar zouden worden kwijtgescholden.
Deuteronomium 15 geeft de Wet: “Aan het einde van elke zeven jaar zult gij een kwijtschelding doen. En dit is de wijze van kwijtschelding: Iedere schuldeiser die zijn naaste iets leent, zal het vrijgeven; hij zal het niet eisen van zijn naaste, noch van zijn broeder; want het wordt de vrijlating des Heren genoemd. Van een vreemdeling (alien) moogt gij het wedervorderen; maar wat van u bij uw broeder is, dat zult gij met uw hand vrijgeven; tenzij (opdat) er geen armen onder u zullen zijn; want de Here zal u zeer zegenen in het land, dat de Here, uw God, u tot een erfdeel geeft, om het te bezitten.” vs. 1-4.
Gods Wet is heel specifiek en gemakkelijk te begrijpen. Het bevat een belofte van zegen, zelfs tot het uitroeien van armoede onder ons, als we maar gehoorzamen – wat we niet gedaan hebben. Er is ook een verdere vrijlating om de 49 jaar, het jubeljaar genoemd in Leviticus 25, dat we in detail zullen bespreken – in het volgende hoofdstuk.
Over goud en zilver
Velen die het kwaad van woeker (rente) erkennen, gaan er nog steeds van uit dat geld uit waardevol metaal moet bestaan en terugbetaald moet kunnen worden door kostbaar materiaal als goud en zilver. Maar zoals we gezien hebben, is het de stabiliteit van de regering en de juiste hoeveelheid beschikbaar geld die waarde geeft aan geld, niet een willekeurige hoeveelheid metaal.
De Bijbel heeft veel te zeggen over goud, en het is meestal slecht. De heerschappij van Koning Salomo geeft ons een goed voorbeeld. De Schrift en de geschiedenis geven aan dat zijn rijk het meest vreedzame en welvarende was van die tijd en misschien wel van de hele opgetekende geschiedenis. Over goud en zilver in zijn koninkrijk schrijft de Schrift: “En de koning maakte zilver en goud te Jeruzalem zo overvloedig als stenen…” 2 Kronieken 1:15. Hun waarde zou daarom hetzelfde zijn geweest als die van stenen, en ze zouden zeker niet zijn gebruikt voor de “rugdekking” van geld.
Het visioen van het rijk van het beest dat Daniël zag, had een kop van goud. (Daniël 2.) Heidense goden worden vaak voorgesteld door goud. Sprekend over het einde van het tijdperk zei Ezechiël: “Zij zullen hun zilver op de straten werpen en hun goud zal worden weggenomen; hun zilver en hun goud zullen hen niet kunnen verlossen op de dag van de toorn des Heren, want het (het goud en zilver) is de steen des aanstoots van hun ongerechtigheid.” Ezechiël 7:19.
De controle over de goudvoorraad van de wereld, door de Bankiers, is door hen gebruikt om de munteenheden van alle regeringen van de wereld te fluctueren en te controleren, niet voor het welzijn van de Mensen, maar voor de verrijking van de Bankiers. De wijze koning Salomo deed precies het tegenovergestelde.
Een historisch voorbeeld van het onvermogen van goud en zilver om een natie te verrijken, is Spanje. Van de 16e tot de 18e eeuw probeerde Spanje zich te verrijken door tonnen edelmetaal uit de Nieuwe Wereld te halen. Terwijl ze dat deed, ontwikkelde Amerika haar productie van echte rijkdom door middel van productie en landbouw. Tegen 1900 had Spanje haar rijk verloren of verkocht en was Amerika de snelst groeiende natie in rijkdom en macht ter wereld.
Goud en zilver als rijkdom is een illusie. Voedsel en producten die mensen nodig hebben en waarvan ze genieten zijn echte materiële rijkdom.
Toch worden mensen nog steeds misleid door de kunstmatige prijs die de Bankiers aan goud en zilver hangen. Als de Spaanse koning goud en zilver had beschouwd als “stenen” – waardeloos – zou zijn volk zich hebben gericht op de productie van echte rijkdom en zou Spanje zijn opgebloeid.
Amerika had wel een vroege ervaring met goud. Er werd een kleine hoeveelheid gevonden in Jamestown, kort nadat de kolonie begon, en kapitein John Smith schreef later dat de mannen hun werk verwaarloosden om naar goud te zoeken en dat de kolonie de volgende winter bijna omkwam van de honger. God lijkt Amerika te hebben gezegend met een gebrek aan goud en de schaarste ervan heeft weinig effect gehad op onze productie van voedsel en echte rijkdom. Christelijke leerstellingen en Gods zegeningen hebben voor Amerikaanse welvaart gezorgd, niet voor goud. Rusland en India hebben een grote goudvoorraad per hoofd van de bevolking, maar ook deze leveren niets op voor nationale welvaart.
Over stabiel geld
Onze God is een rechtvaardige God; en omdat voldoende en stabiel geld zo noodzakelijk is voor vrede en orde, zou het te verwachten zijn dat Zijn Wet er iets over te zeggen zou hebben, en dat doet Hij. “Gij zult geen onrecht doen in het oordeel, in de weegschaal, in gewicht of in maat. Juiste balansen, juiste gewichten. . zult gij hebben: Ik ben de Heer, uw God.” Leviticus 19:35-36; Deuteronomium 25:13-16.
Het is duidelijk dat deze maatstaven door de regering voor alle mensen moeten worden vastgesteld. We doen dat met de inch, voet, pond, halve liter, dop, enz. We stellen zelfs bij wet zuiverheidsgraden vast voor voedsel, vezels, metalen, medicijnen, enz. Dit wordt niet gedaan door een privé-onderneming, omdat we beseffen dat ze dan de waarde in hun eigen voordeel zouden kunnen variëren. Toch staan we toe dat een privé-onderneming, de Federale Reserve Banken, de meting van onze koopkracht – ons geld – vaststelt en controleert! Dit fluctueert in waarde in hun eigen voordeel. Ze worden beschreven in het visioen in Amos 8: “Hoort dit, o gij die de behoeftigen verzwelgt, ja de armen van het land doet falen, zeggende: wanneer zal de nieuwe maand voorbij zijn, opdat wij koren verkopen, en de sabbat, opdat wij tarwe verkopen….?” En hoe verkopen en verhandelen zij? Met rechtvaardigheid en recht? Nee! “De sikkel klein maken en de efah groot, en de weegschaal vervalsen door bedrog, opdat wij de armen kopen voor zilver (hen met “geld” controleren), en de behoeftigen voor een paar schoenen; ja, en het afval van het koren verkopen”? Amos 8:4-6.
Ja, met hun fluctuerende geld en hun geplande inflatie kopen ze de controle over de naties, plaatsen ze de armen en behoeftigen in slavernij aan zichzelf en verkopen ze ons uiteindelijk besmet voedsel en slechte koopwaar! Het boek Spreuken noemt valse balansen en onrechtvaardige maatstaven een “gruwel” voor de Heer. Spreuken 11: 1-16: 11-20: 10, 23.
We hebben al de profetie van Micha 6 gelezen, waar God dit door bankiers gecreëerde geld “de karige maat” of de maat van schaarste noemt. En Hij verwijst naar hun “slechte weegschalen” en “bedrieglijke gewichten”. Aangezien onze gewichten en maten van andere dingen al honderden jaren vastliggen en niet veranderd zijn, verwijst de Schrift duidelijk naar de manipulatie van geld.
We lijden niet onder een variërende inch, voet, mijl of pond, maar onder een “boosaardig” en “bedrieglijk” systeem van geldbeheersing.
Micha vertelt verder over de onrechtvaardigheden, de chaos en de opstandigheid, zelfs van de kinderen tegen hun ouders, als gevolg van onrechtvaardige geldmanipulatie. Maar, prijst de Heer, hij volgt het onmiddellijk, (hfdst. 7) met de belofte “dat God zal verlossen”. “Naar de dagen van uw komst uit het land Egypte zal ik hem wonderbaarlijke dingen laten zien.” (v. 15). De Exodus uit Egypte was een bevrijding van onze voorouders uit de slavernij, net zoals het deze keer zal gebeuren met het christelijke Israël in Amerika en Europa. “Hij zal Zich wederkeren, Hij zal Zich over ons ontfermen; Hij zal onze ongerechtigheden onderwerpen. Gij zult de waarheid aan Jakob vervullen en de barmhartigheid aan Abraham, die Gij onze vaderen gezworen hebt vanouds.” Micha 7:19-20.
Die “barmhartigheid” is waar Zacharias naar verwees toen hij over Jezus Christus profeteerde: “Gezegend zij de Here God van Israël, want Hij heeft Zijn volk bezocht en verlost . . opdat wij gered zouden worden van onze vijanden en uit de hand van allen die ons haten; om de barmhartigheid te vervullen die aan onze vaderen beloofd was, en om Zijn heilig verbond te gedenken; de eed die Hij gezworen had aan onze vader Abraham, dat Hij ons zou geven, opdat wij, verlost uit de hand van onze vijanden, Hem zonder vrees zouden dienen, in heiligheid en gerechtigheid voor Zijn aangezicht, al de dagen van ons leven.” Lucas 1:68-75.
Amerika kan de Heer niet dienen zolang we in schuldslavernij en dienstbaarheid aan de Mammon van de Bankiers blijven.
Jezus Christus zei: “Geen knecht kan twee meesters dienen, want óf hij haat de ene en heeft de andere lief, óf hij houdt vast aan de ene en veracht de andere. Je kunt niet God dienen en Mammon.” Lucas 16:13
Laten we nu onze gedachten richten op die dag van verlossing die misschien bijna nabij is.
