Een typisch krantenartikel
(Zie Bijlage 1)
Het AP-nieuwsbericht dat in Bijlage 1 van dit boekje is opgenomen, was het hoofdartikel in het religieuze gedeelte van de Phoenix Gazette van 27 september 1969. Hoewel het argument dat de zogenaamde “Joden” werkelijk probeerden het leven van Jezus te redden volkomen onjuist is, doet de Jood, Haim Cohn, twee onthullende bekentenissen.
- Cohn zegt dat hun (Joodse leiders) motieven realistisch en politiek gericht waren op het terugwinnen van een deel van hun verloren invloed onder het volk! Met andere woorden, de Joden wilden de macht over het volk terugwinnen! 1 Johannes verifieert dit motief wanneer hij de overpriesters en Farizeeën citeert die bang waren dat alle mensen in Hem zouden geloven: en de Romeinen zullen komen en zowel onze plaats als onze natie wegnemen. Dan zegt Johannes: Van die dag af maakten zij raad om Hem ter dood te brengen (Johannes 11:47-53). Haim Cohn zegt dat ze hem probeerden te redden om de macht over het volk te behouden; Gods Heilige Woorden zeggen dat ze hem probeerden te doden om de macht over het volk te behouden!
- Na meer leugens over het Sanhedrin dat probeerde de getuigen tegen Jezus in diskrediet te brengen, geeft Cohn toe dat ze probeerden Jezus zover te krijgen dat hij ontkende dat hij Christus was, de zoon van de Gezegende, en dat hij moest buigen voor hun (Joden) gezag (nadruk toegevoegd).
Toen Jezus niet wilde buigen voor het gezag van de Joden noch ontkennen dat Hij de Zoon van God was, zegt Haim Cohn vervolgens dat zij (de Joden) niets anders konden doen dan het Romeinse proces op zijn beloop laten. Wij zullen later nog veel meer zeggen over het Romeinse proces, maar het is veelzeggend dat dit hoge Joodse gezag van die dag probeerde Jezus zijn goddelijkheid te laten verloochenen en voor hun gezag te laten buigen. Dat is wat satan(vijand) de Heer vroeg te doen, neer te vallen en hem te aanbidden. Dat is wat communistische leiders over de hele wereld eisen, dat mensen de goddelijkheid van Jezus Christus ontkennen en buigen voor hun gezag. En hier zien we de erkenning dat het jodendom in zijn oude vorm zo gekant was tegen Jezus Christus, dat zijn leiders toegaven dat het noodzakelijk was dat Hij werd gedood om het joodse gezag te vestigen!
Maar toch zullen veel christelijke predikanten, die de betekenis van deze bekentenissen niet inzien, zich laten misleiden door Haim Cohn’s leugen dat Joodse leiders Jezus probeerden te redden van de Romeinse executie, en zullen zij napraten dat de Joden Jezus niet echt hebben gedood, maar hebben geprobeerd Jezus te redden!
Tegelijkertijd zullen zij zich aansluiten bij de toenemende inspanningen om christenen ervan te overtuigen het idee te aanvaarden dat het jodendom gelijk is aan, en misschien zelfs superieur aan, het christendom, met het idee dat joden in de christelijke kerken moeten worden gebracht om ons te onderwijzen over de Bijbel.
Voordat u door dergelijke Joodse propaganda wordt misleid, waarom zoekt u niet samen met mij in de Schriften om te zien wat Gods Heilige Woord te zeggen heeft over wie Christus heeft vermoord?
Wie heeft Jezus Christus vermoord?
In elk moordonderzoek zoeken de autoriteiten meestal antwoorden op de volgende vragen:
- Waren er eerdere pogingen om de overledene te doden, en zo ja, door wie?
- Had iemand genoeg haat tegen de overledene getoond om hem te willen doden?
- Had de overledene voor zijn dood iemand genoemd die hem zou kunnen doden?
- Wie is het laatst gezien met het slachtoffer? Of wie had hem misschien onder zijn fysieke controle?
- Wat is de getuigenis van degenen die getuige waren van de moord?
In het geval van een moord die vele eeuwen geleden is gepleegd, zoals de dood van de Christus, moeten we gebruik maken van de historische verslagen van gebeurtenissen uit die tijd. In dit geval hebben we een volledig geschreven verslag van de eerste jaren van onze christelijke jaartelling. We zullen elk van de bovenstaande vragen in de aangegeven volgorde behandelen.
Wie probeerde Jezus te doden?
We lezen maar een klein stukje in de Evangeliën voordat we de eerste poging vinden om Jezus te doden. In hoofdstuk 2 van Matteüs lezen we dat Koning Herodes van Jeruzalem probeerde de Wijzen de locatie van het kind Jezus te laten onthullen. Toen God dat verhinderde, vonden we dat Herodes zeer vertoornd was en alle kinderen van twee jaar en jonger die in Bethlehem en op alle kusten daarvan waren, doodde in een vergeefse poging het kind Jezus te doden.
Marcus vertelt over de genezing van een man met een verdorde hand op de sabbatdag, waarna de Farizeeën uitrukten en meteen met de Herodianen overlegden hoe zij Hem konden vernietigen (Marcus 3:1-6). Dus hier zien we de Farizeeën die samen met anderen van plan waren Jezus te doden. De Herodianen worden in de seculiere geschiedenis geïdentificeerd als Edomieten.
Na een andere genezing lezen we in Johannes 5: “En daarom vervolgden de Joden Jezus, en trachtten Hem te doden …. (en) …. wilden Hem des te meer doden, omdat Hij niet alleen de sabbat gebroken had, maar ook gezegd had dat God zijn Vader was (1618). Johannes 8:59 zegt: “Toen namen zij (schriftgeleerden en Farizeeën) stenen op om op Hem te werpen…”.
Vele andere gevallen van verijdelde pogingen van de religieuze leiders om Jezus in Jeruzalem te doden worden in alle vier evangeliën beschreven. De situatie werd zo erg dat Johannes in hoofdstuk 7:1 zegt: “Na deze dingen wandelde Jezus in Galilea; want Hij wilde niet in het Jodendom wandelen, omdat de Joden Hem wilden doden.”